Ik was vanmorgen boterkoeken aan het eten en ik was reflexief kruimel na kruimel aan het oppikken door er met mijn middenvinger op te duwen, en die kruimels dan in een cirkel aan het duwen op mijn snijplank.

Dat is, vreemd genoeg, wat ik mij het meest herinner van mijn grootmoeder. We zaten aan tafel (in stilte, “eten en zwijgen” was het motto) en mijn grootmoeder deed precies dat: de kruimels van haar boterhammen één voor één in een cirkel duwen.

Raar soms, wat er overblijft, 32 jaar na iemand overleden is.