Ik had zitten puzzelen met vakantiedagen en gedoe en ik was op iets uitgekomen, maar dan zijn er wat dingen bijgekomen waar ik met veel plezier toch een dag voor ga werken, en dus wordt het schuiven:

‘t Is eigenlijk echt wel zot, nog vijf volle weken werk en het is al het einde van 2023. Ja, we zijn met ons gat in de boter gevallen bij de universiteit als het op vakantiedagen aankomt.

Trouwens, na bijna vijftien maand werken aan de UGent: ik ben daar alles bij elkaar zeer gelukkig. Uiteraard dat er dingen zijn die tegensteken en irriteren, maar die zijn er overal — ‘t is overal wel iets. En jazeker, er is ongerustheid en verwarring wegens besparingen en herstructureringen en gedoe. Er is zelfs angst en boosheid.

Maar dat is er overal. In een ideale wereld is alles OK en verandert er niets en werkt iedereen met de beste intenties ter wereld en zijn er geen misverstanden. In de echte wereld doet iedereen ook maar iets en hopen we dat het goed komt. Ik kan mij zo hard opwinden en nijdig maken als gelijk wie (meer dan redelijk wat mensen, zelfs), maar uiteindelijk is het geen leven als ge ervan uitgaat dat mensen dingen doen uit kwade wil.

Onkunde, onmacht, onhandigheid, onvolledige informatie (zowel van de persoon die iets doet als van degene die het ondergaat), wat het ook moge zijn: uiteindelijk kan ik niet anders dan onredelijk positief zijn over de mensen. Iets anders doen — en ik héb dat gedaan vroeger, veel te veel jaren aan een stuk — is een garantie op een spiraal van negativiteit en slecht karma en niet kunnen slapen en literflessen Maalox op mijn bureau.

De projecten zijn wijs, de collega’s zijn fantastisch, ik houd van de campus aan de Sterre in al zijn 1960-heid, ik word kinderlijk content als ik voorbij UGentpatrimonium in het centrum fiets, ik ben gelukkig dat ik een ambtenaar ben en ik hoop van ganser harte dat ik hier mag blijven werken tot aan mijn pensioen.