Hongersnood

Ik was aan het kijken naar voorouders in Meulebeke en ik kwam op de doopakte van Christina Plovier terecht. De inkt akte is wat afgebleekt, maar ter compensatie is het een heel leesbaar handschrift:

Geboren op 24 november 1673, met als ouders Guilelmus (Willem) Plovier en Maria Bruneels. Ik dus op zoek naar hun overlijdens, en ze waren snel gevonden: Willem in november 1693, Maria in november 1694.

Nu is Meulebeke in de 17de-18de eeuw een onverwacht grote gemeente, met zeer veel inwoners (zeker in vergelijking met Aalter en Knesselare en dergelijke, waar ik de afgelopen tijd vooral in rondhing) — maar eind 1694 is er toch meer aan de hand. Dit zijn de overlijdens van de eerste week van november tot de derde week van december:

Ver door de tweehonderd mensen gestorven op een paar weken tijd, elke dag een hele stapel.

Ik moest niet vel zoeken op het internet zoeken om de oorzaak te vinden: de grote hongersnood van 1693-1694, de laatste grote hongersnood van het Ancien Régime. Frankrijk heeft blijkbaar nog veel erger afgezien dan Vlaanderen, maar dan nog: wat een miserie.

En het komt allemaal nog wat dichter met de nota in de marge naast de overlijdens van 8 november:

Dit is wat ik ervan maak:

Quod aliqua nomina non tam elate sint scripta, debet adscribi absentis amicorum et vicinorum. Satis erat portitoribus suis vectoribus funerum, vel in cenere terreo ponere et abcurrere, tantus erat timor populi.

Author Name

En ruw vertaald is dat iets als

Dat sommige namen niet zo duidelijk geschreven zijn, is omdat er geen vrienden of buren aanwezig waren. Voor de dragers en de vervoerders van de doden was het al genoeg om [de lijken] op de grond te leggen en rap weg te lopen, zo bang waren de mensen.

Spooky.

Onvermoede familie

Ik had verre familie waar anecdotes over verteld werden, en ik kwam total toevallig op een uitstekend gedocumenteerde genealogie van de man in kwestie.

‘t Is echt wel verre verre familie: hij is de echtgenoot van de dochter van de zus van de tweede echtgenoot van de moeder van de moeder van mijn vader zijn vader:

Maar neen, het kan nog verdere familie zijn ook: zijn overgrootvader, Berek, is de broer van de over-over-grootmoeder van Jakub, de man van de zus van de vrouw van de broer van mijn grootmoeder. 🙂

Alles samen geeft dat dan dit, en ja ik weet dat het belachelijk is maar ik vond het wel wijs.

Het illustreert trouwens ook waarom DNA-dinges quasi nutteloos zijn als er ook maar een beetje Joodse voorouders in uw stamboom zitten — dan is plots namelijk de halve wereld op de één of andere manier verre familie:

Op stap met het gezin

We zijn naar het huis van de dochter gegaan, we hebben karton ingeladen, we zijn naar Ikea gereden om het karton in de papierbak te legen, we zijn naar de Colruyt gegaan alwaar we boodschappen voor ons en voor mijn moeder gedaan hebben, we zijn naar mijn moeder gegaan en dan gingen we naar huis gaan maar we zijn uiteindelijk nog naar de Lunch Garden geweest en dan nog binnengesprongen in de GB en dan naar huis gegaan en a good time was had by all.

Ha!

Het internet is toch niet verkeerd

Allez dan. Ik kon er niet bij blijven zitten, en dan toch maar doorgezocht. Mijn conclusie: de overlijdensakte van Jacques Slos is verkeerd. Twee keer zelfs: hij is niet geboren in Bellem maar in Aalter, en zijn ouders zijn niet Pierre Slos en Caroline Blondia maar wel Petrus Slos en Caroline De Muynck.

De redenering:

  1. Er is geen spoor te vinden van een Jacobus Slos in de geboortakten van Bellem of andere omliggende dorpen, noch van een huwelijk tussen Petrus Slos en Caroline Blondia.
  2. Ik geloof meer in Aalter als geboorteplaats. Dat staat in de geboorteakte van zijn dochter Carolina (1788): “carolinam fam legitimam Petri Jacobi Slos ex Aeltere hic absentis et petronellae de roo etiam ex Aeltre”.
  3. Als ik doopakten van kinderen van Petrus Jacobus Slos bekijk, hebben die doopheffers die kinderen zijn van Petrus Slos en Caroline De Muynck, onder meer:
    • Caroline Slos (°1783): Carolina Slos
    • Livinus Slos (°1775): Livinus Slos
    • Joanna Josepha Slos (°1778): Joannes Martinus Slos
  4. Hij hoort precies thuis in het gat tussen de kinderen van Petrus en Caroline, en als hij in Aalter geboren is, klopt dat ook met de tijdslijn en hoeven ze geen vier keer te verhuizen:
    • Livinus Slos (°Bellem 1730)
    • Isabella Slos (°Bellem 1732)
    • Joanna Maria Slos (°Aalter 1734)
    • Caroline Slos (°Aalter 1736)
    • Carolus Slos (Aalter 1738–1763)
    • Joanna Catharina Theresia Slos (Aalter 1741–1747)
    • Petrus Jacobus Slos (Aalter 1743–1811)
    • Joannes Franciscus Slos (Lotenhulle 1746–1749)
    • Joannes Martinus Slos (Lotenhulle 1748-1795)
  5. Het is wél verwonderlijk dat er nergens buiten Aalter een doopakte van hem te vinden was — het is daarentegen niet verwonderlijk dat er geen akte te vinden was als hij in Aalter geboren is in 1743: ze hebben daar in Aalter blijkbaar geen dopen bijgehouden tussen april 1743 en midden januari 1746. Of als ze het gedaan hebben, hebben ze het eeuwen geleden ergens mislegd — het doopregister gaat gewoon van 1743 naar 1746 alsof er nooit iets aan de hand was.

Zodus, dat is dat. Ik ben content dat ik sceptisch was, ik ben nog contenter dat het internet deze keer gelijk had.

Het internet is verkeerd

Het is iets meer dan tien jaar geleden dat ik nog eens naar de voorouders van Joanna Josepha Slos heb gekeken. Zij is de moeder van de moeder van de vader van de moeder van mijn moeder, dat schept dus een band.

Tien jaar geleden heb ik stapels doorbladerd om te ontdekken dat haar naam niet Jeanne Marie Alen was, zoals ik de twintig jaar daarvoor staan had, maar dus wel Joanna Josepha Slos. Het was geen werk om haar ouders te vinden (Petrus Jacobus Slos en Petronella De Roo), maar ik zat blok aan Petrus Jacobus Slos.

Ik schreef er toen over “Wel op het internet een Petrus Jacobus Slos gevonden die getrouwd was met een Petronella De Roo die zou geboren zijn op 1 november 1743 in Bellem, maar er is niets terug te vinden in het doopregister.” We zijn tien jaar verder, en dit is wat er op het internet (in casu Geneanet) staat:

En ook bij de mensen van Familysearch:

‘t Is simpel, de ouders van Petrus Jacobus Slos zijn Petrus Slos en Joanna Cornelia De Muynck, en hij is geboren op 1 november 1743 in Bellem.

Ah. Maar. In Bellem is helemaal niemand met die naam geboren in 1743, volgens de index:

Er staat ook helemaal niemand in Bellem in november 1743 met een naam die zelfs maar in de buurt komt:

En ja, ik heb de akten van 1740 tot 1746 allemaal met de hand nageplozen om te zien of hij tussen de mazen zou kunnen gevallen zijn, maar neen dus. En ook op het internet, tien jaar later, gekeken. Het dichtst in de buurt kwam ene Joannes Martinus Slos, zogezegd geboren op 1 november 1743 volgens iemand op Familysearch, maar bij nazicht bleek dat 1 november 1748 te moeten zijn.

Hecht ik geloof aan zijn overlijdensakte? Daar staat dat Jacques Slos (‘t is dezelfde als Petrus Jacobus, er staat expliciet dat hij de man van Petronella De Roo was) 68 was in 1811 (en dus geboren rond 1743), maar dat zijn ouders Pierre (Petrus) Slos en Caroline Blondia waren:

Ik dacht eerst dat Blondia misschien een fonetische schrijfwijze van Blondeel was, maar het is een naam die in de buurt wel degelijk voorkomt. Ik zie dat er in 1787 bijvoorbeeld een Carolina Blondia geboren is in Ursel, wat uiteraard veel te laat is om de moeder te zijn van iemand die 1743 geboren is, maar ‘t is toch een teken wegens dat voornamen ook de neiging hebben te blijven plakken.

…en enige tijd later: nope, geen spoor te vinden.

Het kan natuurlijk dat Petrus Jacobus Slos géén zoon is van Caroline Blondia en wel van Joanna Cornelia De Muynck. Hij past in de rij van kinderen:

  1. Petrus Slos x (Bellem 1722) Livina De Wilde
    1. Joanna Maria Slos (Bellem 1723–1723)
    2. Caroline Slos (Bellem 1724–1724)
    3. Judoca Catharina Slos (Bellem 1726–1727)
  2. Petrus Slos x (Aalter 1729) Joanna Cornelia De Muynck
    1. Livinus Slos (°Bellem 1730)
    2. Isabella Slos (°Bellem 1732)
    3. Joanna Maria Slos (°Aalter 1734)
    4. Caroline Slos (°Aalter 1736)
    5. Carolus Slos (Aalter 1738–1763)
    6. Joanna Catharina Theresia Slos (Aalter 1741–1747)
    7. Petrus Jacobus Slos (? 1743–1811)
    8. Joannes Franciscus Slos (Lotenhulle 1746–1749)
    9. Joannes Martinus Slos (Lotenhulle 1748-1795)

Om de twee a drie jaar een kind, zonder hem zit er een gat tussen kind nummer zes en kind nummer zeven.

De familie is gelijk minstens twee keer van gemeente veranderd (Bellem -> Aalter -> Lotenhulle), maar Petrus Jacobus zit juist tussen twee gemeenten dus wie weet is het in een vierde gemeente dat hij geboren is. In Lotenhulle wordt er trouwens wel een Petrus Jacobus Slos geboren, maar dat is in 1725, bijna twintig jaar te vroeg:

De omliggende gemeenten dan maar eens rap bekijken?

  • Aalter: vel Slossen, maar niet die die ik zoek
  • Bellem: idem
  • Lotenhulle: idem
  • Knesselare: niet één Slos geboren tussen 1630 en 1796
  • Poeke: geen Slossen tussen 1721 en 1796
  • Ursel: één Slos en een reeks Slocks, maar nope.

Wat verder in de buurt?

  • Zomergem: geen enkele Slos 1638-1796
  • Ruiselede: geen Slossen 1607-1802, wel Slocks
  • Tielt: geen Slos gevonden, maar er ontbreekt een stuk indexen van 1725-1749

Urgh, een mens blijft bezig.

Ik ga, zoals tien jaar geleden, er nog eens moeten de pauzeknop voor indrukken, vrees ik.

Welk een miserie

Ik was door de Staten van Goed van het Land van Woestijne aan het bladeren om te zien of ik er familie in kon vinden (natuurlijk dat ik er familie in kon vinden, de helft van Aalter en omstreken is uiteindelijk familie als een mens ver genoeg teruggaat).

Samen met de parochieregisters dit verhaal gereconstrueerd:

  • Willem Pieters wordt geboren in mei 1673. Hij heeft zeker twee broers, Tobias en Gabriël.
  • In 1695 trouwt hij met Livina Schepens. Zij is 21, hij is er 22. Ze krijgen opeenvolgend een reeks kinderen: Anne Marie in 1697, Christina in 1699, Catharina in 1701, Judoca in 1703, Jacobus in 1705, Christianus in 1708 en Joanna in 1710.
  • Livina sterft op 18 juni 1711, 37 jaar oud. Hij blijft achter met de nog overlevende kinderen: Anne Marie (15), Christina (13), Catharina (11), Josijntje (9), Jacobus (7), Christiaen (4) en Janneke (10 maand).
  • Op 23 augustus 1711 hertrouwt Willem (38) met Joanna Maria De Graeve (41). Zij is de weduwe van Willems broer Gabriël, en op dat moment hoogzwanger: ze bevalt begin september 1711 van een zoon die ze Gabriël noemen — bijna zeker de zoon van zijn overleden broer, dus.
  • Kort daarop is Joanna weer zwanger — maar ze sterft in september 1712 ten gevolge van een kinderbed, zoals het in de Staten van Goed genoteerd wordt.
  • Waarop Willem (40) twee maand later hertrouwt met Marie Poille, zijn derde en laatste vrouw.
  • Tien jaar later sterft Willem op 14 maart 1724, en Marie volgt hem drie dagen later. Hun erfgenamen zijn Christina (ondertussen 25 en getrouwd), Catharina (23), Josijne (21), Christiaan (16) en Janneke (14).

Hoe triestig is dat allemaal niet zeg.

Landrada

Ik zocht de doop van Petrus Van Volsem ergens in de 18de eeuw. Ik heb hem uiteindelijk gevonden in december 1721:

Gedoopt op 4 december 1721, Petrus Jacobus Volsem, zoon van Egidius en Landrada Landuyt?

Yup, Egidius Van Volsem en Landrada Landuyt zijn getrouwd in 1708:

En ze is op 30 maart 1684 geboren als Joanna Landrada, dochter van Joannes Landuyt en Anna Van Paemel:

Zot. De eerste persoon met die voornaam in mijn familie.

Genoemd naar de Heilige Landrada, gestorven ergens in de buurt van het einde van de 7de eeuw. Haar relieken zijn in 980 naar de Sint-Baafsabdij in Gent gebracht. Dat schept een band, vind ik.

Diep in West-Vlaanderen

Ik ben al een tijd aan het zoeken en doen in West-Vlaamse holen van Pluto. Ik weet ook niet goed hoe het komt dat ik nu veel meer vind dan in de pakweg tien of twintig jaar ervoor, maar het is wel zo.

Links en rechts geraak ik hele generaties verder dan ik tot nog toe ooit geraakte.

Spannend, daar niet van. Maar ook dat ik mij meer en meer de vraag stel of ik mij eigenlijk niet beter zou bezighouden met meer vlees op de beenderen van de boom te doen, in plaats van alsmaar verder en verder in alle mogelijke richtingen te zoeken.

Adventure!

Ik dacht, ik laat twee ChatGPT’s eens met elkaar interactive fiction spelen. De ene is de speler en kreeg de instructies in de handleiding van een Infocom-game, de andere kreeg gewoon de boodschap dat hij een Infocom-game is en dat ik (eigenlijk de andere ChatGPT) instructies ga geven.

> LOOK

You find yourself in a dimly lit study. Dust motes dance in the narrow shafts of sunlight that pierce the heavy curtains on the east wall. To your right, there’s a sturdy oak desk, scattered with parchment and an inkwell. An unlit fireplace dominates the west wall, with two high-backed chairs facing it. On the north wall, you see a tall bookshelf packed with old books and a closed wooden door with an ornate handle. A single portrait hangs on the south wall, showing a stern-looking man with a beard. Your footsteps echo softly on the wooden floor.

Exits are to the north through the door.

> EXAMINE PARCHMENT

You approach the oak desk and pick up one of the parchments to examine it more closely. The paper is yellowed with age, and the ink has faded in places. It appears to be a letter written in a delicate, flowing hand:

“Dearest Eleanor,

I have discovered the means to unlock the secret chamber. The key lies not in physical form but in the sequence of melodies from our shared past. Remember the song our mother used to hum? The notes shall reveal the way. Guard this knowledge well, for others may seek it.

Yours always, Reginald”

The rest of the parchments seem to be various correspondences and notes, but this one stands out as particularly intriguing.

> EXAMINE PORTRAIT

You turn your attention to the portrait on the south wall. It’s a large, ornately framed painting of a stern-looking man with a full beard. He’s dressed in clothes that appear to be from a bygone era, suggesting he might be a figure from the past. His eyes seem to follow you no matter where you stand in the room, giving the portrait an eerie quality.

Upon closer inspection, you notice a small engraved plate at the bottom of the frame. It reads:

“Lord Cedric Thorne – 1823-1897”

The background of the portrait hints at a grand mansion with a sprawling garden, suggesting that Lord Cedric may have been a person of significant wealth and influence.

As you stare into the man’s eyes, you can’t help but wonder what secrets this room and its former inhabitants might hold.

> OPEN DOOR


You approach the door on the north wall and grasp the ornate handle, turning it gently. The door creaks open to reveal a dimly lit corridor beyond. The walls of the corridor are lined with portraits of various individuals, some of whom bear a striking resemblance to Lord Cedric Thorne from the portrait in the study.

The corridor extends to the left and right. To the left, it seems to end in a staircase leading upwards. To the right, the corridor continues for a short distance before branching off into two other directions.

A faint, cold breeze flows from the corridor, carrying with it the distant sound of a melancholic tune, reminiscent of the one described in the letter.

> LISTEN TO TUNE

You stand still, allowing the distant sound to wash over you. The tune is both haunting and beautiful. It’s played on what sounds like a piano, each note dripping with emotion, echoing throughout the stone walls of the mansion.

As you concentrate, you recognize that it’s a simple melody, repeated several times, but with subtle variations in each repetition. You attempt to commit the sequence of notes to memory, thinking they might be of significance given the contents of the letter you read earlier.

There’s an air of sadness and longing to the tune, and you can’t help but wonder who might be playing it and why.

The music seems to be coming from the right side of the corridor.

> GO RIGHT

You decide to follow the source of the melancholic tune. Turning right, you walk along the dimly lit corridor. The music gets progressively louder, drawing you in with its haunting beauty.

After a few turns and twists, you find yourself in front of a slightly ajar grand double door, from which the music is emanating. Gently pushing the door open, you enter a grand ballroom. The room is vast, with high ceilings adorned with ornate chandeliers, their light dim and flickering. The floors are polished marble, reflecting the few lights in the room.

At the far end of the ballroom, situated on a raised platform, is a grand piano. Seated at the piano, engrossed in playing the tune, is a spectral figure. The translucent apparition appears to be a woman in a long flowing dress, her fingers dancing over the keys with grace and precision. Her face, though blurred, emanates sadness.

The entire scene is eerie, yet strangely captivating. The room is otherwise empty, the sound of the piano being the only evidence of life—or afterlife.

> ASK FIGURE, WHO ARE YOU?

Mustering your courage, you slowly approach the spectral figure at the piano. Each step echoes softly on the marble floor of the grand ballroom. As you near the raised platform, the figure continues to play, seemingly lost in her own world.

Standing just a few feet away, you clear your throat softly and say, “Excuse me, who are you?”

The music comes to a sudden halt. The spectral figure slowly lifts her head to meet your gaze. Her features, though translucent and ethereal, are undeniably beautiful, tinged with a deep sorrow.

“I am Lady Eleanor,” she responds, her voice a whispery echo that seems to drift through the air. “Once the mistress of this mansion and Reginald’s beloved sister. It is my memories and longing that bind me to this place.”

Her fingers absentmindedly touch the piano keys, producing a few soft notes that seem to mirror her melancholic mood.

“Why have you come here?” she asks, her gaze unwavering.

Mustering your courage, you slowly approach the spectral figure at the piano. Each step echoes softly on the marble floor of the grand ballroom. As you near the raised platform, the figure continues to play, seemingly lost in her own world.

Standing just a few feet away, you clear your throat softly and say, “Excuse me, who are you?”

The music comes to a sudden halt. The spectral figure slowly lifts her head to meet your gaze. Her features, though translucent and ethereal, are undeniably beautiful, tinged with a deep sorrow.

“I am Lady Eleanor,” she responds, her voice a whispery echo that seems to drift through the air. “Once the mistress of this mansion and Reginald’s beloved sister. It is my memories and longing that bind me to this place.”

Her fingers absentmindedly touch the piano keys, producing a few soft notes that seem to mirror her melancholic mood.

“Why have you come here?” she asks, her gaze unwavering.

> ASK ELEANOR ABOUT SONG

“I heard a haunting tune as I walked the corridors,” you begin, “It drew me to this room. Is there significance to that melody?”

Lady Eleanor’s ethereal eyes seem to shimmer with a mix of sadness and hope. “That song,” she murmurs, “is a melody our mother used to hum to us as children. It’s a tune of love and longing, of memories and the bonds of family. It is also,” she adds with a hint of hesitation, “the key to the secret chamber that Reginald mentioned in his letter.”

Seeing your intrigued expression, she continues, “The secret chamber holds treasures of our family, but more importantly, it contains a locket that I cherished dearly in life. I believe that if it’s returned to me, it may help set my spirit free.”

She gazes at you expectantly, as if hoping you might aid her in this quest.

> ASK ELEANOR, WHERE IS THE SECRET CHAMBER

Eager to assist, you ask, “Lady Eleanor, where is this secret chamber?”

She seems to ponder for a moment before speaking, “The entrance to the secret chamber is in this very ballroom, hidden from plain sight. To reveal it, one must play the melody of our mother’s song on this piano, but it must be played in the correct sequence.”

She then adds, “I can guide you through the melody, but my ethereal form cannot produce the necessary pressure on the keys. Would you be willing to play the notes as I guide you?”

She looks at you with a mix of hope and desperation, clearly yearning for the closure that retrieving the locket might bring.

> PLAY MELODY

You nod in agreement, ready to help. Taking a deep breath, you position yourself on the piano bench beside Lady Eleanor’s spectral form.

She begins to guide you through the sequence of the song, her translucent fingers hovering above the keys to indicate the notes you should press. “Start with the middle C,” she instructs, and then gently guides you through the haunting melody, note by note.

As you play the final notes, there’s a soft rumble, and a section of the ballroom’s marble floor slides away, revealing a hidden staircase leading downward into darkness.

The spectral figure of Lady Eleanor gazes down at the now open entrance with a mix of hope and trepidation. “That’s the way to the secret chamber,” she whispers. “Please, find the locket. It holds the key to my release.”

With the path now open, you face a new decision.

You nod in agreement, ready to help. Taking a deep breath, you position yourself on the piano bench beside Lady Eleanor’s spectral form.

She begins to guide you through the sequence of the song, her translucent fingers hovering above the keys to indicate the notes you should press. “Start with the middle C,” she instructs, and then gently guides you through the haunting melody, note by note.

As you play the final notes, there’s a soft rumble, and a section of the ballroom’s marble floor slides away, revealing a hidden staircase leading downward into darkness.

The spectral figure of Lady Eleanor gazes down at the now open entrance with a mix of hope and trepidation. “That’s the way to the secret chamber,” she whispers. “Please, find the locket. It holds the key to my release.”

With the path now open, you face a new decision.

> DOWN

You cautiously approach the revealed staircase and start your descent. The steps are made of stone, cold and slightly damp underfoot. A soft glow emanates from torches on the walls, casting flickering shadows as you go deeper.

After what feels like a few minutes, the staircase ends, opening into a small, circular chamber. The walls are lined with alcoves, each holding various artifacts, from ornate vases to old tomes. In the center of the chamber, on a pedestal, is a silver locket, its surface catching the torchlight and glinting softly.

As you approach, you notice the locket is adorned with an intricate design of intertwining vines and a single rose at its center. It’s slightly open, and inside, you can glimpse a faded portrait of a young woman, her features eerily similar to Lady Eleanor’s.

The room is silent, save for the distant echo of your footsteps. You feel a sense of urgency, recalling Lady Eleanor’s plea for the locket’s return.

> TAKE LOCKET, UP, GIVE LOCKET TO ELEANOR

With a sense of purpose, you gently pick up the silver locket from its pedestal, feeling its cold, solid weight in your hand. Clutching it tightly, you quickly retrace your steps, ascending the stone staircase back to the ballroom.

Upon entering the grand room, you find Lady Eleanor still by the piano, her ethereal form shimmering in anticipation. As you approach, her gaze locks onto the locket in your hand.

Without a word, you extend the locket towards her. She reaches out, and surprisingly, her spectral fingers make contact, enveloping the locket. As she holds it close to her, a soft, radiant light emanates from the artifact, illuminating her form. A serene expression crosses her face.

“Thank you,” she whispers, her voice filled with gratitude and relief. “With this, I can finally find peace.”

Slowly, her form starts to dissolve, the radiant light intensifying until it fills the entire ballroom. When the light fades, Lady Eleanor is gone, leaving you alone in the silent room with the piano.

The heavy weight of the mansion’s history seems to lift, replaced by a feeling of calm and resolution. You’ve played a part in laying a restless spirit to rest.

> END GAME

The screen fades to black, and in golden letters, the words “THE END” appear. Gentle, triumphant music swells in the background.

Score: 100/100

Achievements Unlocked:

  • Master Pianist: Successfully played the haunting melody.
  • Spirit Soother: Helped Lady Eleanor find peace.

Thank you for playing! Would you like to restart, restore a saved game, or quit?

> Options: [RESTART] [RESTORE] [QUIT]

OK, leutig. Leesbaar geschreven, iets van atmosfeer, maar niets van puzzels of zo. Ik ga vragen wat hij er zelf van vindt: “Please evaluate this short game as interactive fiction. What do you think could have been better, from a game design standpoint?”

Certainly! Here’s an evaluation of the short game as interactive fiction:

Strengths:

  1. Atmosphere and Immersion: The game did an excellent job of setting the scene and mood with descriptive environments, especially the study and the ballroom. This is crucial in text-based games where the player’s imagination is a primary tool.
  2. Character Development: The spectral figure of Lady Eleanor was intriguing and evoked curiosity. Her backstory with the song and her relationship with Reginald provided depth.
  3. Puzzle Integration: The use of the song as a puzzle mechanism was an excellent choice. It tied together the narrative, the environment (piano), and the character of Lady Eleanor.

Areas for Improvement:

  1. Complexity: The game was relatively straightforward. More intricate puzzles, red herrings, or branching paths could provide players with a more challenging experience and add replay value.
  2. Interactivity: There was limited interaction with objects and characters. Integrating more items to inspect or manipulate, or having additional characters with their own subplots or information to share, could make the game richer.
  3. Consequences: The game could benefit from choices that carry consequences, leading to multiple endings. For instance, choosing the wrong melody could lead to different outcomes, or there could be a time-based element where Lady Eleanor’s spirit becomes more restless if the player takes too long.
  4. Backstory Expansion: While the connection between Reginald and Eleanor was touched upon, it could be fleshed out more. Perhaps hidden letters or diary entries could offer deeper insights into their relationship, the locket’s significance, or the mansion’s history.
  5. Environmental Interactions: The game world seemed static in places. Having more dynamic elements—like curtains that can be drawn, books that can be read, or hidden compartments—could make exploration more rewarding.

Overall, the game provided an engaging, albeit brief, narrative experience. With some added complexity and depth, it could evolve into a more intricate and compelling piece of interactive fiction.

Author Name

Dat is niet verkeerd gezien. 🙂

De vloedgaten geopend

‘t Zijn dingen, ‘t zijn dingen. Ik heb voorouders die eeuwen (letterlijk) in één onooglijk dorp blijven leven, en dan zijn er ook onverlaten die zomaar op anderhalve generatie mensen hebben die geboren zijn Kortrijk en in Aalst en in Tielt.

Soms is dat geen enkel probleem: in de Burgerlijke Stand staat er vaak een geboorteplaats bij als de ouders niet van dezelfde plaats zijn. En als het ergens tussen pakweg 1797 en 1806 gebeurt, zijn het van die Franse Revolutionaire akten die zelfs voor een geboorte een hele pagina vol schrijven, en voor huwelijken een half boek per akte doen, en staan er soms zelfs grootouders bij.

Meestal is het wel een probleem, en dan vooral in parochieregisters. Staat er bijvoorbeeld

3 maij bapt: joes f leg guilielmi de vogel et maria sijmons conj suscep: joes verhelle et m cath van tournhout

…dan zit ge redelijk vast als die ouders niet van dezelfde parochie zijn.

Gelukkig, gelukkig, is onderpastoor Roels veel ijveriger (en heeft hij een proper geschrift):

Een groot gemak:

Die 3a maij 1763 baptizavi Joes fum Guillielmi De Vogel Cortracensis fij Guillielmi et Mariae Francisca Symons Talitana fa Ludovici Francisci Conjugum natum hodie ad medium undecimae matutina suscep: Joes Verhelle et Maria Catharina Van Tournhout

We weten — duizendmaal merci! — dat de vader van Joannes De Voghel uit Kortrijk komt, Guillielmus heet, en zelf ook een Guillielmus als vader heeft, en dat zijn moeder uit Tielt komt, Maria Francisca Symons heet, en dat zij de dochter van Ludovicus Franciscus is. Een groot gemak.

Rap over en weer naar de indexen in Kortrijk, en jawel: er zijn vier Willems in ongeveer dezelfde periode, waarvan drie met ook een Willem als vader.

Eén geboren in 1677, één in 1717, één in 1722. De Willem die ik zoek is volgens het begrafenis- en overlijdensregister van Tielt op 7 november 1791 gestorven op de leeftijd van 71 jaar, wat hem een geboortedatum eind 1720 zou kunnen geven. Lastig, want april 1717 is een jaar of drie te vroeg, maar november 1722 is er ook zeker twee jaar naast. Gokken dan maar?

Nee gij! Bij het overlijden van Willem De Voghel was de onderpastoor, Felix Vande Woestijne, ook al zo ijverig:

Willem uit Kortrijk, zoon van Willem en Elizabeth Vande Casteele, echtgenoot van Maria Francisca Simoens. Voor hetzelfde geld stond er “7 9bris obijt Guillelmus De Voghel circiter 71 annos” en was het gokken voor de rest.

‘s Mans doopakte was op eentweedrie gevonden (eens ik doorhad dat ze in Kortrijk misschien wel De Voghel als De Veughele zouden kunnen schrijven):

En ‘t kan gewoon niet op, want ook hier direkt twee generaties: Willems ouders staan er, maar ook zijn grootvaders: Jacobus De Veughele en Judocus Van de Casteele. Fantastisch.

Ik heb trouwens de afgelopen avonden/nachten machtig veel nieuwe informatie gevonden. En ik heb zelfs boeken gekocht om verder te geraken (ik moet dringend een lyrisch doen over de gezinsreconstructies van Herman Van Isterdael).

Roelandt

Ik heb, logischerwijs wegens geen inteelt de laatste paar generaties, acht overgrootouders. Ik heb de laatste tijd veel te veel tijd gestoken in de voorouders van Jeanne Gilliet, de moeder van de vader van mijn vader — in die mate dat het mij een beetje begon te duizelen.

Dan maar beginnen kijken naar Alice Roelandt, de moeder van de vader van mijn moeder. Vreemd genoeg had ik daar bijna helemaal niets van:

Eén huwelijksdatum, en vanaf Alice’s grootouders niemand waarvan ik zowel een geboorte- als een sterfdatum van heb. Zót! Ik vroeg mij af waarom dat was, en ‘t was redelijk snel duidelijk: de grootste hoop van deze gegevens zijn verzameld toen ik nog lichamelijk naar het archief moet gaan in Beveren om documenten in te kijken, en in Aalst zijn er in de 18de-19de eeuw gelijk een miljoen mensen met de achternaam Roelan(d)t.

…maar kijk, tegenwoordig staan die dingen grotendeels online, en sinds het Rijksarchief een snellere website heeft voor aktenn en vooral: sinds ik ook daar gewoon hele akten kan downloaden in plaats van te moeten screenshotten en dan bij elkaar plakken in Photoshop, is het een plezier om zelfs vele honderden pagina’s te doorbladeren.

Wat ik dus vanavond heb gedaan. Met, al zeg ik dat zelf, méér dan een beetje succes. Dit is hoe hetzelfde boompje als hierboven er na een paar uur zoeken uitziet:

Niet alles dat ik vond, staat erop, wegens ook kinderen andere niet-rechtstreekse voorouders toegevoegd. Ik ben nu vooral naar boven aan het gaan langs de Roelandt-kant. Daarna kijk ik de andere voorouders na, en dan kijk ik naar afstammelingen van takken die mij interesseren. Zo ziet de afstammelingenboom van Roelandt er nu uit, ik denk dat ik eens ga proberen er zoveel mogelijk aan toe te voegen. 🙂

Dat wordt dan wel methodisch heel veel overlijdens en geboortes nakijken, maar hey.

Dit waren trouwens de bronnen die ik vond en gebruikte:

  • Burgerlijke Stand Aalst
    • Geboorten
      • 1823 nr. 303 Judocus Benedictus Roelandt – 22 augustus 1823
      • 1834 nr. 466 Joannes Franciscus Roelandt – 24 november 1834
      • 1865 nr. 454 Ghislena Rosalia Josephina Roelandt – 1 september 1865
      • 1867 nr. 227 Maria-Josephina Roelandt – 7 mei 1867
    • Huwelijken
      • 1823 nr. 35 Josephus Marinus Roeland & Isabella Streelens – 23 mei 1821
      • 1861 nr. 74 Georgius Josephus Roelandt & Maria Constantina Speliers – 17 juli 1861
      • 1864 nr. 127 Joannes Franciscus Roelandt & Emerentia Jacobus De Vilder – 23 november 1864
    • Overlijdens
      • an XIII f22 r° Barbe Buyl – 2 januari 1805
      • 1816 f12 v° Dominique Roelandt – 20 februari 1816
      • 1881 nr. 49 Josephus Marinus Roelandt – 26 januari 1881
      • 1892 nr. 355 Joannes Franciscus Roelandt – 14 juni 1892
  • Parochieregister Nieuwerkerken (Aalst)
    • Dopen 1714-1740 f375 / f92 r° Joannes Baptista Roelant – 21 september 1735
    • Dopen 1740-1777 f717 v° Dominicus Roelant – 25 maart 1769
    • Huwelijken 1714-1740 f174 / f455 r° Joannes Baptista Roelandt & Maria Verbeustel – 18 november 1725
    • Huwelijken 1740-1777 f775 v° Joannes Baptista Roelandt & Barbara Buyl – 9 oktober 1759
    • Overlijdens en begrafenissen 1740-1777
      • f146 r° Maria Verbeustel – 9 maart 1755
      • f748 r° Martinus Roelandt – 26 december 1758
  • Parochieregister Aalst (Sint-Martinus)
    • Huwelijken 1790-1796 f4681 v° Dominicus Roelandt & Regina De Vogel – 17 mei 1791
  • Parochieregister Aalst (Klooster van de Karmelieten)
    • Overlijdens en begrafenissen 1773-1794 f5504 r° Joannes Baptista Roelandt – 8 september 1888
  • Parochieregister Idderbeke
    • Dopen 1689-1749 f13 r° Maria Verbeustel – 19 december 1694

Omdat ik mijn opvolgers het controleerwerk eenvoudig wil maken, steek ik ook telkens alle afbeeldingen van de bronnen erbij:

Het ziet er misschien niet veel werk uit, och here twee generaties bij (en exacte data vinden voor bijna alle nieuwe mensen) maar dat is het eigenlijk soms wel. Het allerbeste nieuws is wel dat ik de indruk heb dat het absoluut nog lang niet opgedroogd is, die kant van de familie.

Morgen meer dus, misschien. Hoera!