Ik ben al vele vele jaren slecht in mijn rug, en sinds een paar jaar lukt rechtstaan (of wandelen, pakweg) niet meer langer dan een kwartier of zo per keer, maar dat is van een gebroken rug en gevolgen ervan en ik ben het ondertussen wel gewoon. Ik heb ook sinds een jaar of twee iets aan mijn voet dat mijn broer zaliger ook had, maar dat is eigenlijk wel te controleren en ik heb er niet te veel last van.
Wat écht echt gatvervelend is, is dat ik arthritis in mijn rechterhand heb. Ik kan ’s avonds begot geen volle emmer meer opheffen. Mijn hand toedoen doet pijn. Mijn wijsvinger en ringvinger voelen heel de tijd aan alsof ze een blauwe plek zijn.
Pff. Oud worden jong.
In september gaan we naar Rome met het gezin. Ik houd er rekening mee dat het misschien wel de laatste keer is dat ik op reis ga.
Blijkt dat niet alleen mijn vrouw en ik familie zijn, maar dat ook mijn ouders familie zijn van mekaar (naast hun huwelijk natuurlijk).
Enfin ja, ’t is niet écht familie zoals bij mij en Sandra, die in rechtstreekse voorouderlijke lijn verwant zijn. ’t Is verre, maar dan ook zeer, zéér verre, bijzonder verre, eigenlijk niet écht familie wegens aangetrouwde familie van aangetrouwde familie (en dat een paar keer).
Aan de kant van mijn moeder is het redelijk straightforward: gewoon zestien generaties naar boven gaan — moeder, moeder, moeder, moeder, vader, moeder, vader, vader, vader, vader, vader, vader, vader, vader, vader, vader, vader, en we zitten aan Ghijselbrecht de Roo, geboren op 16 maart 1445 en gestorven op 7 april 1493 in Kanegem.
Ghijselbrecht heeft zeven kinderen. Gilles de Roo is de rechtstreekse voorouder van mijn moeder, en zijn broer Thomas de Roo is het begin van een ketting die met bijzonder veel omwegen naar mijn vader loopt.
Eerst zeven generaties naar beneden van vader op zoon: Thomas naar Jean, naar Jean, naar Jacob, naar Johan, naar Johannes, naar Johan, naar Boudewijn.
Boudewijn is getrouwd met Anna van den Brandeler. Haar zus Johanna heeft een zoon Arnoldus Pit, die heeft een zoon August, en die een zoon Adriaan. Die is getrouwd met Carolina de Haan, die de dochter is van Izak, wiens broer Leon getrouwd is met Elisabeth van Buren, wiens zus Wilhelmina een dochter heeft. Die dochter, Roset, is getrouwd met Raphael van Dam. Raphael van Dam hertrouwt met Julia Snijders.
Julia Snijders’s zus Rachel heeft een zoon, Josef Zeelander. Die trouwt met Klara Broniatowksi, en haar zus Jadwiga was getrouwd met de broer van mijn grootmoeder aan vaderszijde.
[…] researchers also found significant fragments of genetic material from another archaic species of human, Denisovans, in the DNA of the Icelanders, and this was something of a surprise. Up to now, Denisovan genes have primarily been found in Australian Aborigines, East Asians and people in Papua New Guinea. So how did these genes end up in Islanders’ DNA? And when?
Based on the distribution of genes and mutations, the researchers came up with two possible explanations.
Either Neanderthals had children with Denisovans before they met the Homo Sapiens. This would mean that the Neanderthals with whom Homo Sapiens had children were already hybrids, who transferred both Neanderthal and Denisovan genes to the children.
“Up to now, we believed that the Neanderthals modern people have had children with were “pure” Neanderthals. It’s true that researchers have found the remnants of a hybrid between Denisovans and Neanderthals in a cave in East Asia, but we have not known whether there were more of these hybrids and whether, thousands of years later, they had children with modern humans,” explains Professor Mikkel Heide Schierup from BiRC.
Or Homo Sapiens met Denisovans long before they met Neanderthals. So far, it has been thought that modern humans met Neanderthals and had children with them first, and not until tens of thousands of years later did they have children with Denisovans.
“Both explanations are equally likely, and both explanations will be scientific news,” says Mikkel Heide Schierup.
Er was de film met dezelfde naam die ik nooit gezien heb, een vehikel voor Brad Pitt en Angelina Jolie waar als ik het goed heb ze alletwee spionnen zijn maar voor andere partijen?
De serie neemt twee dingen over: de namen en het feit dat het spionachtige mensen zijn. Voor de rest is het denk ik helemaal anders: de twee personen weten van elkaar wat ze zijn, en voeren tegen (dikke) betaling allerlei (gevaarlijke) opdrachten uit waarbij ze doen alsof ze een getrouwd koppel zijn.
’t Is spannend en flitsende actie en al wat ge wilt, maar: dat is gelijk een derde tot de helft van elke aflevering. De rest is gewoon babbelen. Gelijk in een Woody Allenfilm. Of een relatiecomedydrama: het duurt uiteraard niet lang voor de twee vreemdelingen een echte relatie hebben, en die doorloopt zowat het hele spectrum van prille verliefdheid over bezoeken aan de relatietherapeut tot uit elkaar gaan.
Vreemd, maar wel uitstekend. En ik hoop dat er een tweede seizoen komt. Maya Erskine en Donald Glover zijn heerlijk om bezig te zien.
Ik heb, alleen al in de omgeving van mijn bureau in de living, kweetniethoeveel oude laptops en monitors en desktopcomputers en telefoons en iPods en fototoestellen en lenzen en gerief staan. Dingen wegsmijten die nog werken, daar doe ik niet aan mee. Maar ik heb er toch een beetje orde in gebracht, kwestie van klassement.
Kijk, de telefoons (de eerste is een muziekafspeelding maar alla) die nog werken die op en rond mijn bureau lagen:
Oude iPhone, fantastische Nokia met Windows Phone erop, Samsung, Samsung, Samsung, Samsung die ik nu gebruik.
En als ik toch bezig was: “mijn” Kindles. Ik zeg “mijn” omdat dit de Kindles zijn die niemand anders gebruikt. Ik denk dat iedereen in huis minstens één Kindle heeft die ooit van mij is geweest. 🙂
De Paperwhite heb ik gekocht omdat ik de Oasis op een bepaald moment niet meer vond en we op reis vertrokken (ik heb hem uiteindelijk teruggevonden: zat tussen twee boeken in het bibliotheekje achter mijn rug). De Scribe is heerlijk om op te schrijven en boeken te lezen als ik ergens op café zit of zo. De Oasis is veruit mijn favoriet: de asymmetrische achterkant geeft mijn vingers iets om vast te pakken, de knoppen om te bladeren vind ik aangenamer dan op het scherm te moeten tikken, en het spellement is waterdicht waardoor ik ook in de regen, onder de douche en in bad kan lezen.
Ik had er al van gehoord, van laptopbatterijen die opblazen, maar ik had het nog niet in ’t echt gezien.
Zat in een kast op zijn gemak brandgevaar te wezen. Ik heb het ding voor zekerheid buitengezet in het midden van den hof. Ik vertrouw het boeltje niet.
Ik heb een computer waarin een cd-speler zit. Enfin ’t is te volgens de eigenschappen van het ding in Windows, een Super Multi 8X DVD RW DL Writer Double Layer 24X CD-RW Burner 9.5mm SATA Tray-Loading Slim Optical Drive.
Ik had het ding in meer dan twee jaar tijd welgeteld één keer gebruikt, om een geluidsopname op CD van een begrafenis mee om te zetten naar iets dat ik op YouTube kon zetten.
Maar vandaag dus nog eens: ik heb onder mijn bureau een map gevonden met cd’s die we vroeger, toen we nog een cd-speler in de auto hadden, altijd in de auto hadden.
De meeste van die dingen — als de kinderen er ooit nog naar zouden willen luisteren — staan wellicht op Spotify. Maar het Geluidshuis niet, en die heb ik dan maar geript:
En ja, dat geeft een ruw idee hoe oud onze kinderen zijn: ’t is acht jaar geleden dat we een Geluidshuis-hoorspel gekocht hebben. :/
Maar hey kijk, ze staan op het interweb nu, dus mits genoeg data op de telefoon zijn ze van overal beluisterbaar:
Ik kreeg van het Youtubealgoritme nog eens een ouder filmpje van Doctor Youn voorgeschoteld, een plastisch chirurg die regelmatig reageert op mensen die operaties hebben ondergaan en allerlei uitlegt.
Het filmpje in kwestie ging over een jonge rekel die vijf operaties op één dag had laten doen, daar een gruwelijk hematoom aan overhield dat uiteindelijk toch in orde kwam, en die dan zei dat het de laatste keer was dat hij een cosmetische operatie liet doen (ahem ja, denkt iedereen daar dan bij, maar een mens kan hopen).
Het ging even over korsetten, en daarbij flitste dit over het scherm:
Awoert! Fake news!!
Iedereen weet dat die foto’s zwaar getrukeerd zijn! Zie Bernadette Banner dedju!
Maar ook: wat staat daar helemaal links? Dat is gewoon een waterverfschilderij van John Willie! Ik dacht eerst dat van de ‘appendix’ bij The Missing Princess was, maar een snelle controle wees uit dat dat niet het geval was. Ik dus op zoek in mijn verzameld werk van Bizarre:
Slecht nieuws: mijn afgangproblematiek is niet opgelost, integendeel. Tien uur in de auto zitten was niet aan de orde. Ik zal dus thuisblijven. Ik heb er letterlijk van gebleit. Blegh.
Ja, ik weet ook niet hoe of waarom, maar we gaan naar Duitsland en tussen de verplichte Gentse Feestenvakantie en die vakantie heb ik een dag geen vakantie genomen.
Alla, ’t zal eens leutig zijn om binnen en buiten springen — virtueel binnen en buiten te springen, wegens televisiemens die komt — en te kijken hoe het staat met de zaken op het werk.
En dan weg. Hopelijk, want ik ben gelijk al een te groot aantal dagen Ziek In De Buik. De plop-plop, dat ze zeggen. Het vliegend.
Vingers gekruist! (voor zowel de darms als de televisie, en ook wel de dag werk)
De televisie is kapot. De televisie is van een merk en een model dat, als ik het internet moet geloven, uitstekend goed is, maar ook van een merk en model dat soms gewoon zomaar kapotgaat.
Ik kreeg een mail om de reparatie in te plannen, en zelfs nog voor ik de mail helamaal uitgelezen had, belde de mevrouw van de reparatieplanning mij uit mijn bed. (Niet echt: ik lag in bed voor, tijdens en na het gesprek, maar alla.)
Het formulier waarnaar de mail linkte gaf alleen data waar ik niet kon aanwezig zijn, maar de mevrouw aan de telefoon zei dat ik daar niet moest naar kijken want zij deed de planning. En of het zou passen maandag, als de stukken tenminste binnen zijn. Ja, maandag zou passen. Ah, dan ging ze kijken of de stukken binnen waren.
Een minuut of drie vier later bleken de stukken binnen te zijn (’t moet zijn dat ze precies weten wat er kapotging, zonder naar het toestel zelf te kijken, ’t moet zijn dat het absoluut niet de eerste keer is dat ze het tegenkomen, ’t moet zijn dat het internet gelijk had), en dus komt er iemand in de loop van maandag langs. Spannend!
Met een beetje geluk is het iemand die weet hoe een televisie in een arm in de muur moet gestoken worden, dan zou dat ook kunnen gebeuren maandag. (We hebben een oude televisie die nog in de arm steekt, het grootste probleem is eigenlijk dat we die er niet uitkrijgen.) Dubbel spannend!
Bijna gedaan, en nog altijd geen enkel positief artikel gelezen in De Morgen of in De Standaard.
Ik begrijp het niet goed: elke halve scheet die iemand laat op een muziekfestival, elke individuele groep wordt in het lang en het breed besproken, er zijn lijsten van de beste en de slechtste groepen, yada yada.
En voor de Gentse Feesten is het elk jaar totaal voorspelbaar: in het begin één artikel over Erge Feiten (dit jaar was er een homo-koppel uitgelachen en een man in elkaar gedest) die op een doordeweekse dag in een doordeweekse plaats ook zouden gebeurd zijn, laat staan ergens waar een kwart miljoen mensen samenkomen , en op het einde een artikel over “hoe houdbaar zijn de Gentse Feesten nog ” als er meer of minder volk was dan iemand had voorzien.
We hebben op het werk een telefoonabonnement, maar mijn data is op. De data is recent aangepast, en euh laat ons zeggen dat het niet echt marktconform is, qua hoeveelheid data.
Dan maar een extra pakket data aangevraagd, waar ik voor zal betalen. ’t Was al heel lang geleden dat ik nog voor een telefoon heb moeten betalen. Gelijk, ik kan mij niet herinneren hoe lang geleden.
Ik was wat rond aan het bladeren en ik kwam een foto tegen die ik al vroeger had gezien — de ruïnes van Khara-Koto:
Khara-Koto (of Han Hot in het Nederlands, blijkbaar) is een verlaten stad in de woestijn van Binnen-Mongolië — hierzo de Wikipediats. Er woonden Tangut, die spraken het Tangut, mensen die dat studeren zijn tangutologen, en één daarvan was Luc Kwanten, een Belg met een fantastisch levensverhaal. Dat nog niet op de Nederlandstalige Wikipedia stond, maar nu dus wel. 🙂
Het was al een tijdje geleden dat ik nog iets op de wikipediats gezet had, ’t was dus weer wat zoeken, maar hey: content dat de mens een artikel heeft.
Ik was wel benieuwd wat voor Belgen er nog zijn die wel artikels hebben in ’t Engels maar niet in het Nederlands. Daar is Wikidata voor te gebruiken, en omdat ik toch iéts van beroepseer heb, heb ik het beperkt tot mensen die iets met de Universiteit Gent te maken hebben en dit op https://query.wikidata.org/ ingegeven:
SELECT DISTINCT ?item ?itemLabel ?enwiki WHERE {
?item wdt:P31 wd:Q5; # mensen
wdt:P27 wd:Q31. # van België
# die iets met UGent te maken hebben
{ ?item wdt:P1416 wd:Q1137665. } UNION
{ ?item wdt:P69 wd:Q1137665. } UNION
{ ?item wdt:P108 wd:Q1137665. }
# en.wikipedia-artikel?
?article schema:about ?item;
schema:inLanguage "en";
schema:isPartOf <https://en.wikipedia.org/>;
schema:name ?enwiki.
# wegfilteren wie ook op nl.wikipedia bestaat
FILTER NOT EXISTS {
?article_nl schema:about ?item;
schema:inLanguage "nl";
schema:isPartOf <https://nl.wikipedia.org/>;
schema:name ?nlwiki.
}
# tel aantal sitelinks
?sitelink schema:about ?item.
# labels
SERVICE wikibase:label { bd:serviceParam wikibase:language "[AUTO_LANGUAGE],en". }
}
ORDER BY DESC(?sitelinkCount)
LIMIT 100
Dat geeft mij 70 mensen, waarvan de top tien is:
Joseph Jean Baptiste Neuberg
René Derolez
Jean Kickx
Joseph Charles Bequaert
Albert Henry
Armand Abel
Joseph A. Thas
Prosper de Haulleville
Charles François Antoine Morren
Erik Swyngedouw
Ik ga daar heel eerlijk in zijn: allemaal mensen waar ik nog nooit van gehoord had. Maar uit sympathie heb ik dan maar een paginaatje gemaakt voor René Derolez. Runologie is wijs. Oude Germaanse dingen is ook wijs.