Het is bijna een week geleden dat ik de knoop doorhakte en mijn weblogverhuis in gang heb gezet.
Het zou een dag of twee duren, hadden ze mij gezegd.
Ik had al een paar dagen in de smiezen dat ze een WordPress hadden geïnstalleerd en dat ze de database die ik ze had doorgestuurd, gerestored hadden, maar dat er nog ahem probleempjes waren. De beelden stonden er niet, en er waren encoding-issues — niet-strikt-ascii-karakters kwamen er niet door.
Vanmiddag telefoon: dat ze mijn beelden niet vonden op de ftp-coördinaten die ik ze gegeven had. “Ze staan niet in de root,” zei de Amerikaander aan de andere kant van de lijn. “Jagij,” zei ik “ze staan zij daar wél, ziét!”
“Z’een doen!”
“Toet toet.”
“Ah ja nu dat ge’t zegt ik zie juist een notitie dat het te groot was voor ons om te ftp-en.”
Tsss. Ik heb dan maar zelf mijn 22 jaar afbeeldingen naar de nieuwe server ge-sftp’d, alle 9 gigabyte (wat eigenlijk nog meevalt, vind ik). Het was met dank aan glasvezel en snelle server op eentweedrie gedaan, het is nu dus alleen nog wachten op die encoding.
(Ik kan mij inbeelden dat dat mijn fout zou kunnen zijn ook, nu ik eraan denk — normaal gezien maak ik backups proper in utf-8, maar wie weet ging er nu juist iets verkeerd. Enfin, we zien wel.)
Goed dat die migratie er gratis bijkwam, maar ik had het tot nog toe ook gewoon zelf kunnen doen.
Naast nummer één in de reeks SF Masterworks stond nummer twee, en het is een dun boek en het was ook al een eeuw geleden dat ik het gelezen had, en dus heb ik dat dan maar gelezen terwijl ik anderhalf of zo uur te doden had op café.
In tegenstelling tot The Forever War, dat ik eigenlijk alleen maar kan aanraden voor mensen geïnteresseerd in post-Vietnamboeken die een zekere tijdsgeest uitwasemen, is I Am Legend wél een boek dat overeind blijft. Meer dan overeind blijft: het had even goed kunnen geschreven worden in 2024, en het is er absoluut niet aan te merken dat het oorspronkelijk in 1954 uitkwam.
Voor zover hij en wij weten, is Robert Neville de laatste mens op aarde, omringd door dode en levende vampieren. ’s Nacht barrikadeert hij zich in zijn huis, overdag zoekt hij proviand, doet hij research en doodt hij slapende vampieren als hij ze tegenkomt.
Ik wil er niet meer over zeggen dan dat. Minimale tijdsinvestering om dit te lezen, ge zoudt al op weg moeten zijn. Uitstekend, uitstekend boek.
De uitgave die ik in huis heb, is van 2010, het is al misschien al meer dan dertig jaar geleden dat ik dit voor het eerst las, maar het boek zelf is van 1974.
“De mensen zitten niet te wachten op de Vietnamoorlog in de ruimte,” zeiden een hele stapel uitgevers tegen Haldeman. Uiteindelijk is het toch gepubliceerd geraakt en was het een instant-klassieker — niet voor niets nummer één in de reeks van SF Masterworks.
Het gaat over soldaten, in de jaren 1990, een dus niet-zo-enorm-verre toekomst vanuit 1974 bekeken. Er is een speciaal soort object ontdekt in de ruimte, de collapsar. Als er met een ruimteschip in zo’n collapsar gevlogen wordt, katapulteert die u bijna-ogenblikkelijk verder in dezelfde richting tot een volgende collapsar. Allemaal goed en wel, maar de wetten van de fysica blijven ook gelden, en tijddilatie blijft een feit: voor de soldaten die aan quasi-lichtsnelheid bewegen, zijn hun dagen of weken reis ettelijke jaren voor wie niet zo snel beweegt.
En zo wordt een oorlog snel een oorlog van eeuwen: er is een schip verloren gegaan, aangevallen door een vijand, de Taurans; daarop reageert de mensheid reageert en vernietigen ze decennia later een stapel vijanden, tegen dat er daarop reactie is, is de vijand decennia verder geëvolueerd in hun wapens en techniek, en dan reageren de mensen weer, ook devennia of eeuwen geëvolueerd, enzoverder.
Hoofdpersonage van het boek is ene Mandella (haldeman, mandella, get it, get it?) die in de allereerste aanval op de Taurans betrokken is, en gevecht na gevecht terugkeert, tot hij de oorlog uiteindelijk meer dan duizend jaar later stopt. Hij komt telkens met time debt terug, en moet telkens weer aanpassen aan een veranderde maatschappij — de enige constante is dat het oorlog blijft.
⁂
Het eerste dat opvalt, en dat blijft opvallen, is de behoorlijk agressieve heteronormativiteit van de auteur. Nee serieus — het leger is altijd al gemengd, en dit is zo ongeveer het eerste dat er gebeurt:
The orgy that night was amusing, but it was like trying to sleep in the middle of a raucous beach party. The only area big enough to sleep all of us was the dining hail; they draped a few bedsheets here and there for privacy, then unleashed Stargate’s eighteen sex-starved men on our women, compliant and promiscuous by military custom (and law), but desiring nothing so much as sleep on solid ground.
The eighteen men acted as if they were compelled to try as many permutations as possible, and their performance was impressive (in a strictly quantitative sense, that is). Those of us who were keeping count led a cheering section for some of the more gifted members. I think that’s the right word.
…
When we shuttled back up to the Hope, nobody was too happy about leaving (though some of the more popular females declared it’d be good to get some rest).
Euh ja. Vrouwen als poepvee. De eerste keer dat hij terugkeert is het 23 jaar later en is dit zijn eerste interactie met (voor hem) een man uit de verre toekomst:
“I’m twenty-three, so I was still in diapers when you people left for Aleph. . . to begin with, how many of you are homosexual?” Nobody. “That doesn’t really surprise me. I am, of course. I guess about a third of everybody in Europe and America is. Most governments encourage homosexuality—the United Nations is neutral, leaves it up to the individual countries—they encourage homolife mainly because it’s the one sure method of birth control.”
Euh ja. Homolife. Sure.
Nog een iteratie of zo later:
“I know this is hard for you to accept, but heterosexuality is considered an emotional dysfunction. Relatively easy to cure.”
“If they think they’re going to cure me—”
“Relax, you’re too old.” He took a delicate sip. “It won’t be as hard to get along with them as you might—”
“Wait. You mean nobody… everybody in my company is homosexual? But me?”
“William, everybody on Earth is homosexual. Except for a thousand or so; veterans and incurables.”
Mandella is géén domme stereotiepe redneck of zo, hij wordt voorgesteld als een uitstekend opgevoede, bijzonder intelligente mens. En toch is hij zo. Die agressieve heteronormativiteit, en de ongelooflijke onzekerheid die ermee gepaard gaat, is wat mij het meest bijblijft van het personage.
Was het écht zo gesteld met fundamenteel menselijk fatsoen in de jaren-1970 dat een auteur zijn self-inserted hoofdpersonage zich ernstig deze vragen kan doen stellen, nog een iteratie later?
It was dawning on me that I had not the slightest idea of how to conduct myself socially. So much of my “normal” behavior was based on a complex unspoken code of sexual etiquette. Was I suppose to treat the men like women, and vice versa? Or treat everybody like brothers and sisters? It was all very confusing.
Wat een vernieuwend concept: mensen als mensen behandelen en niet door de bril van “kan ik ermee naar bed gaan”. Vreemd.
⁂
Behalve dat en dat het einde van het boek al vanaf het begin getelegrafeerd was: boek blijft voor de rest overeind. Te lezen als een period piece. Vietnamoorlog in de ruimte, inderdaad.
Hm. Ik weet niet meer juist waarom dit op mijn lijst Te Lezen Boeken stond. Mogelijk omdat het Martha Wells is, die de best onderhoudende Murderbot-boeken schreef, mogelijk omdat het genomineerd was in de helaas alsmaar minder interessante Goodreads Choice Awards, mogelijk omdat ik zin had om nog een fantasy te lezen maar geen zin in een lange reeks en dat dus een stand-alone boek aanlokkelijk leek.
Wel: dit wat te kort. Dit had een lange reeks kunnen zijn, en dan was het misschien interessanter geweest. Zoals het nu is, heb ik helaas hetzelfde gevoel als bij het vorige boek dat ik van haar las, System Collapse: veel te weinig vlees aan de beenderen.
Het begint veelbelovend, met een personage dat dood was maar nu niet meer: hij was begraven in een graf onder de zee, en ‘t is alleen maar omdat er grafrovers komen dat hij kan ontsnappen. Hij is een demon en behalve dat zijn soort niet zo goed omgaat met water (vandaar “onder de zee”), kan hij ook van lichaam naar lichaam gaan.
Blijkt dat hij daar om onduidelijke redenen begraven/opgesloten zat, samen met een vriendin die geen demon is maar ook magische dingen kan doen.
De rest van het boek is afwisselend hij+companen die op zoek gaan naar nog een vriendin, en het verhaal van hij+vrienden die een opstand beginnen tegen magische slechteriken.
Twee verhalen die wat mij betreft gerust door elkaar mochten verteld worden, maar voor hetzelfde geld ook in verschillende boeken, met drie of vier boeken ertussen. Want zoals ik zei: weinig om het lijf. Dit is precies wat er gebeurt:
in het verleden: hoofdpersoon wordt gevangen genomen, bevrijd door iemand die hem inlijft om mee slechteriken te overwinnen, ze overwinnen de slechteriken, we zien het begin van de revolutie (die later leidt tot mogelijk een imperium)
in het heden: hoofdpersoon wordt bevrijd, overwint gemakkelijk een schip achtervolgers, maakt een aantal bijkomende companen die er schijnbaar alleen maar zijn als excuus om de backstory aan te vertellen en om expositie te verrechtvaardigen, vindt uiteindelijk zijn vriendin, en we komen te weten hoe het in het verleden geëindigd is
Het verhaal in het verleden is nooit spannend want we weten wie er in het heden leeft en niet leeft, het verhaal in het heden is nooit echt boeiend want we weten niet wat de inzet is omdat die pas in de flashbacks en naar het einde toe min of meer duidelijk wordt).
Ik zou dit graag liever gelezen hebben, maar helaas. Er was ongetwijfeld potentieel voor veel meer, maar dit had een reeks van vijf boeken kunnen zijn met diepgang, geen boek dat leest alsof het random het middenste stuk van het eerste boek en de tweede helft van boek vier in elkaar geduwd heeft.
Verder kan ik blijven lachen met de trigger warnings in reviews. Dat ge’t weet, hier zijn er een paar:
trigger + content warnings: death, murder, violence, gore, implied child abuse, blood, loss of a loved one, fear of water (+ talk of that fear a lot), captivity, slavery, self harm to prove immortality (i think this was a cut on the palm or wrist but i didn’t specify in my notes >.< i am sorry), war, battle, very brief mentions of water snakes and spiders, drowning.
✨ Representation: queer main character, sapphic side characters, casual queerness in many side characters, multiple BIPOC main and side characters
Met dat ik binnenkort ergens anders ga staan met mijn weblog, maar vooral met dat we op het werk ook met Gutenberg bezig zijn — de editor van WordPress — heb ik toch wel wat tijd gespendeerd in die Gutenberg, de laatste dagen en weken.
En het moet gezegd: wat een fijne, fijne editor is het.
Er kunnen allerlei dingen mee gedaan worden die zelfs een paar jaar geleden ondenkbaar waren voor gewone mensen, en al helemaal met dát niveau van gebruiksvriendelijkheid. Akkoord dat het niet perfect is (what is?), maar toch: een mirakel van schoon fatsoen.
Iets als dit kunnen maken in uw editor bijvoorbeeld — card-achtig dingen met een afbeelding, tekst, een knop onderaan uitgelijnd, en drie op een rij als er voldoende plaats is in de breedte maar de volledig breedte inpakkend als er niet genoeg plaats is in de breedte:
De voorwaarde is natuurlijk wel dat uw theme goed gemaakt is en doet wat het moet doen, maar eens dat in orde is: een groot gemak. Dan kunnen er ook stapels en stapels voorbeelden gemaakt worden die gewone mensen maar te nemen en te wijzigen hebben.
Want we moeten daar eerlijk in zijn: ‘t is niet omdat het mogelijk is, dat veel ‘gewone’ mensen het zullen kunnen, iets maken zoals hierboven. Niet dat het moeilijk is, maar ge moet er wel op een bepaalde manier voor kunnen nadenken. In outline ziet het er zo uit:
In volgorde wat ik deed:
beginnen met de inhoud: een beeld, een datumparagraafje, een titel, een paragraaf tekst, en een knop
ik weet dat ik verschillende cards naast mekaar zal hebben met de knop onderaan uitgelijnd:
dat wil dus zeggen dat ik de knop moet afscheiden van de rest
beeld, datumparagraaf, titel en paragraaf in een stack steken,
en dan die stack en de knop nog eens in een stack steken
die laatste stack instellen dat de inhoud uit elkaar geduwd wordt — da’s vertical alignment op “Space between” zetten
dat vier keer doen zodat ik vier stacks van telkens een stack en een button onder elkaar heb staan
die vier stacks groeperen in een een row
de vier stacks selecteren en
een achtergrondkleur (wit) geven en een rand (1px grijs)
een breedte geven — ik kies voor een absolute breedte in pixels zodat er precies drie op een rij passen
op de row “Allow to wrap to multiple lines” aanzetten zorgt ervoor dat de stacks per drie zullen gegroepeerd zijn op een rij en dat ze bij een kleiner scherm niet oneindig smal worden
de vertical alignment van de row op “Stretch to fill” zetten zorgt ervoor dat alle stacks net onder de row dezelfde hoogte hebben, en dat dus de knoppen telkens proper onderaan uitgelijnd zijn
Dat is het. Niet moeilijk, ook niet 100% triviaal. Maar het punt is: mensen die na mij komen moeten gewoon maar naar de patroonbibliotheek gaan en het voorgedefinieerde patroon kiezen, de afbeeldingen vervangen, eventueel kaartjes bijmaken of verwijderen, eventueel stukken verwijderen of toevoegen, en hopsaklaar. Kijk maar:
Ik kijk er hard naar uit om te zien hoe dat gaat gebruikt worden in ‘t echt.
Frank is een rare mens. Hij is een computerprogrammeur die op allerlei spectra zit, is geobsedeerd door Bach, ziet overal patronen in en redenen achter, en is helemaal into samenzweringstheorieën. Hij is er bijvoorbeeld van overtuigd dat zijn vader, die hij nooit heeft gekend, in een soort supersoldaatprogramma zat. En dat een sciencefiction boek uit de jaren-1950 over een interplanetaire oorlog Allerlei Waarheden bevat.
Hij is samen met Rachel die hem wat uitbalanceert, ze zien elkaar graag, en op een dag zegt hij dat hij naar Parijs gaat om er zijn vrienden van het online forum te ontmoeten. Waarop hij spoorloos verdwijnt.
De politie doet er niet echt veel mee, en na een paar maand spreekt Rachel een privé-detective aan. Robin is geadopteerd, is ook zot van Bach, heeft niet zo lang geleden haar ontslag ingediend als politieagente en ook niet zo lang geleden is haar relatie op de klippen gelopen. Ze gaat op zoek naar Frank, en twee dingen gebeuren: ze groeit alsmaar dichter naar Rachel, en ze Robin en Rachel beginnen te denken dat Frank en online kompanen misschien toch iets op het spoor zijn.
⁂
’t Is een hoogmis van intertekstualiteit, dit boek. Ik was bijzonder content dat ik het op Kindle aan het lezen was, dat ik om de zoveel tijd dingen kon opzoeken op het internet. En dat ik de stapels en stapels en stápels fantastische muziek waar het zeer vaak over gaat, op de achtergrond kon opzetten.
Elk personage in het boek heeft zijn eigen schrijfstijl. Ik was even bang dat het hele boek zou zijn zoals de stem van Frank, en ik heb daar niet noodzakelijk iets tegen — ik heb Riddley Walker met veel plezier gelezen, om maar iets te zeggen — maar een heel boek zoals dit was misschien wat veel:
We have to meet, to organise. This is a war, Rach. We have to get the word out. He swallowed, his throat jam-packed with words dry and brittle and stuck in his gullet like toast crumbs like thistle heads. He felt breathless, jittery. I thought you understood.
Rachel grabbed both of his hands pressed them together. I’d do anything for you Frankie you know that.
Frank nodded, panic rising in his chest compressing his lungs and when he tried to take a breath the air tasted thin and sour like breathing through a snorkel through a rubber tube like the time he’d gone into the sea at Pett Level Michael his butt in the air swimming swimming swimming like a little water rat but Frank had almost thrown up inside his mask he was so terrified of drowning.
Zoals bij The Quincunx zit er iets figuurlijk in het centrum van het verhaal en letterlijk in het het boek zelf: The Tower, een verhaal van de John C. Sylvester. Een fictieve auteur, maar het zou me niet verbazen als het een verwijzing is naar een echte John C. Sylvester, die dingen deed met antibiotica. In The Tower, dat denk ik volledig in dit boek staat, is het hoofdpersonage een architect die na een interplanetaire oorlog waarbij heelder steden vernietigd zijn op Aarde, een enorm project in New York heeft waar hij een vreemd soort steen van de planeet van de vijand voor wil gebruiken. En dan blijkt dat die steen eigenlijk geen steen is maar levend? of iets dat mensen verandert? geheugen heeft?
Iets gelijkaardigs is gebeurd, denkt Frank. Er zijn aliens hier geweest, of nog altijd, of tenminste sporen, en er komt een oorlog aan.
⁂
Ik denk dat dit een boek is dat ik nog een paar keer zal herlezen. Ik had eigenlijk goesting om het meteen een tweede keer te lezen.
Ik ga iets doen dat ik al niet meer gedaan ben sinds twaalf jaar geleden: de hosting van dit weblog veranderen.
Eerst stond dit weblog op de servers van het bedrijf waar ik werkte en dan baas van werd (een groot deel van de inhoud daarvan is weggekapt door idioten uit Amersfoort terwijl ik met een gebroken rug thuis zat, grr), daarnaast had ik een weblog bij Salon.com met Radio UserLand, daarna heb ik de inhoud daarvan vershuisd naar TypePad, dan naar een WordPress bij Dreamhost, dan naar een WordPress bij ex-collega David, en uiteindelijk dus naar Media Temple toen David zijn bedrijf stopzette in 2010.
Twaalf jaar Media Temple, met wisselende tevredenheid. Eerst was het uitstekend, daarna was het pfja, daarna trok het op niet veel meer (trage server, verouderde Plesk, ssh naar de zak), en nog later was het eigenlijk niet meer de moeite waard: prijs ongeveer verdubbeld, nog trager, en onmogelijk om PHP te updaten.
En dan was het gedaan: Media Temple is in februari 2023 helemaal opgedoekt en opgegaan in GoDaddy, die ze al jaren geleden gekocht hadden.
Voor mij niet echt een probleem: traag neem ik erbij, de facturen worden automatisch betaald dus ik zie ze niet, Plesk moet ik praktisch nooit in zijn, en ook een oudere versie van PHP doet wat ze moet doen.
Tot die versie van PHP wél een probleem begint te worden: een versie die meer dan een redelijk aantal jaar oud is, daar werken recente dingen gewoon niet meer op.
Dus ’t was alsnog naar de support van GoDaddy bellen: in Plesk kon ik geen PHP-versie upgraden, ssh ging niet, en in mijn GoDaddy-account zie ik wel domeinnnamen staan maar niet mijn weblog.
⁂
Sinds vandaag weet ik dus dat de overgang van Media Temple naar GoDaddy op geen ouwe slets trok: ze hebben blijkbaar gewoon de deur achter zich dichtgetrokken en gezegd “hierzie GoDaddy, trek er uw GoPlan mee”.
Zucht. Ze hadden mij bij de migratie ook een VPS gegeven, wat ik niet nodig heb, ’t is begot maar één blog. Ik heb dan maar gevraagd om een migratie naar gewoon managed WordPress. Dat zou sneller moeten zijn, en vooral gemakkelijker en veiliger.
Oh, en goedkoper. Zelfs de duurste managed WordPress, met stapels dingen die ik niet ga gebruiken, komt op vijf keer goedkoper uit dan wat ik tot deze maand betaalde.
Scenario: vandaag de migratieploeg in de VS ftp-toegang gegeven tot mijn huidige site, een recente databasebackup doorgestuurd, en nu is ’t wachten tot ze een testversie hebben. Mijn huidige website blijft draaien tot ik de testversie goedkeur, en dan schakelen ze de URL bijna-ogenblikkelijk over naar de nieuwe server.
(Ze waren het wel gelijk niet gewoon, een WordPress met bijna 22 jaar dagelijkse zever erin en bij de 40.000 afbeeldingen en alles.)
(En alles wat ik nu schrijf, zal ik dan moeten copy-pasten in de nieuwe site ook, damn.)
⁂
Ik neem voor de zekerheid ook zelf een backup. Een mens weet nooit.
Ik moest vanmorgen ontieglijk vroeg naar de oogmeester voor de jaarlijkse controle. De nomenclatuurcodes in mijn afrekening zeggen dat er het volgende is gebeurd:
Raadpleging in de spreekkamer door een geaccrediteerde arts-specialist in de oftalmologie, inclusief een eventueel schriftelijk verslag aan de behandelende arts
Kwantitatieve computer perimetrie met verschillende gevoeligheidswaarden, computergestuurd met perimeter van Humphrey, Octopus of gelijkaardig toestel, met reële of virtuele koepel, met grafiek en besluit
Binoculaire biomicroscopie van het voorste segment met protocol of iconografie
Dat is:
een consultatie
een onderzoek voor oogdruk
een gezichtsveldonderzoek (spannend, een grote witte bol waar lichtjes in allerlei kleuren en lichtsterktes en groottes in komen en dat ik dan moest op een knop duwen als ik iets zag, maar soms ging er redelijk wat tijd voorbij zonder dat ik iets zag en dacht ik al dat mijn zicht om zeep was, maar gelukkig bleek dat achteraf niet het geval te zijn)
een onderzoek om te zien of mijn netvlies niet aan het loskomen is (met oogdruppels op voorhand, van die soort die u helemaal wazig doen zien)
In de Verenigde Staten, zegt het internet mij, zou dat komen op meer dan duizend euro. In België was dit de afrekening:
Toch een gemak.
Voor de rest is mijn zicht met mijn bril aan 10/10 rechts en 9.5/10 links, kan ik nog altijd de kleinste letters lezen van dichtbij, is mijn oogdruk en mijn netvlies zo goed als mag gehoopt worden, en moet ik kunstmatige tranen in mijn oog doen ’s avonds voor het slapen omdat ik met mijn linkeroog te weinig knipper.
Afspraak volgend jaar. Ook dit jaar ben ik niet verder blind aan het worden, hoera!
They left Earth to save humanity. They’ll have to save themselves first.
It is the eve of Earth’s environmental collapse. A single ship carries humanity’s last hope: eighty elite graduates of a competitive program, who will give birth to a generation of children in deep space. But halfway to a distant but livable planet, a lethal bomb kills three of the crew and knocks The Phoenix off course. Asuka, the only surviving witness, is an immediate suspect.
Asuka already felt like an impostor before the explosion. She was the last picked for the mission, she struggled during training back on Earth, and she was chosen to represent Japan, a country she only partly knows as a half-Japanese girl raised in America. But estranged from her mother back home, The Phoenix is all she has left.
With the crew turning on each other, Asuka is determined to find the culprit before they all lose faith in the mission—or worse, the bomber strikes again.
Er is een AI aan boord die een belangrijke rol speelt, dus ik dacht, ik vraag het eens aan ChatGPT.
> Imagine I am Asuka and you are the ship AI. Help me.
As the ship’s AI, I am equipped to provide assistance across a wide range of scenarios, including navigation, life support, security protocols, and psychological support. How can I assist you, Asuka?
> Why would anyone do this?
I can offer some hypotheses on why someone might commit such an act, based on psychological profiles, historical data, and known motivations for sabotage or violence in similar high-stress environments. It’s important to consider these as speculative and not conclusive without further evidence.
Psychological Stress: The extreme conditions of space travel, the pressure of the mission, and the isolation from Earth can exacerbate underlying psychological issues or induce severe stress reactions in some individuals, leading to irrational or destructive behavior.
Ideological Motives: A crew member might have ideological beliefs or convictions that conflict with the mission’s objectives or the idea of humanity starting anew on another planet. This could drive them to sabotage the mission as a form of protest or to prevent what they perceive as a misguided endeavor.
Personal Vendetta: Interpersonal conflicts or deep-seated resentments among the crew might escalate to the point where one individual targets others or the mission itself in an act of revenge or anger.
Manipulation or Coercion: The individual responsible might be acting under duress, manipulated or blackmailed by external forces with an interest in the mission’s failure, or even by another crew member with their own agenda.
Mental Breakdown: The unique pressures of being part of such a critical and high-profile mission, combined with personal vulnerabilities, could lead to a mental breakdown, causing the individual to act out in ways that are harmful to themselves and others.
Accidental Cause: While the evidence might currently point towards deliberate sabotage, there’s also the possibility of an accidental cause being misconstrued as intentional due to the circumstances and the high tensions among the crew.
To address these possibilities and uncover the true motive, a thorough investigation into the incident, considering all available evidence and psychological profiles of the crew, will be essential. As your AI, I can assist in analyzing data, simulating potential scenarios, and providing psychological insights to support your investigation, Asuka.
Hm. De oplossing van het mysterie is wel degelijk één of meer van de zes opties die gegeven worden.
Dit boek is een debuut, en zoals wel meer debuten die ik de afgelopen tijd las: een schot in de roos. Het is een beetje Agatha Christie in de ruimte, een beetje 2001, maar het is vooral een diepmenselijk verhaal. Ik heb het in één trek uitgelezen (niet goed om op een werkdag op tijd op te staan, de dag erna), en ik was content op het einde.
Ik was graag in de wereld van dit boek.
Niet dat die wereld opbeurend is, verre van: de Aarde is om zeep, het zou heel goed kunnen dat binnen honderd jaar zo goed als alle mensen dood zijn, en de missie waar Asuka en 79 andere meisjes op gestuurd werden, is een ongelooflijke long shot, begeesterd door een megalomane technocrate, die het een goed idee vond om duizend meisjes van 12 jaar af te trainen om er uiteindelijk 80 over te houden, die dan tien jaar in coma zouden blijven aan boord, wakker gemaakt worden om zwanger te geraken en één of twee kinderen te krijgen, en dan weer in coma geplaatst te worden tot ze aankomen aan een planeet waar ze van hopen dat het een tweede thuis wordt.
Voeg daar nog aan toe dat de Verenigde Staten en China de hoofdsponsors zijn, dat die op halve (en later zelfs hele) voet van oorlog met elkaar leven, dat de maatschappij er niet minder gepolariseerd op is geworden ten opzichte van nu, dat er geïmplanteerde virtuele realiteit is die niet van de gewone wereld te onderscheiden is, dat het vragen om interpersoonlijk drama is om een heel schip vol mensen te stouwen die van hun 12 tot hun 18 voortdurend in competitie zijn geweest met elkaar — boeiend is een understatement.
Het is geen magistraal goed boek, in de zin van onmisbaar en iedereen moét het gelezen hebben, maar eigenlijk, welk boek is dat wél, in het licht van de eeuwigheid? Ik houd het op uitstekend boek.
Tijdreizen en alternatieve geschiedenis, ik had niet meer nodig. Toen ik eraan begon, had ik de indruk dat ik er ooit al eens aan begonnen was. De pagina’s vlogen voorbij en ik wachtte op het moment dat het allemaal niet mee zo vreselijk bekend zou klinken.
En dan was het boek gedaan en bleek dat ik het zeker al eens helemaal had gelezen.
Het heeft niet zoveel om het lijf, ’t is meer een kortverhaal dan een boek, maar ’t is wel grappig. Op een old-school-achtige manier: een man zit ergens in de verre toekomst, op een plaats waar tijdreizigers onvermijdelijk terechtkomen. En hij doet die dan dood, en zorgt ervoor dat in hun samenleving geen tijdreizen uitgevonden wordt: hij is zelf een veteraan van een tijdoorlog die alles heeft kapotgemaakt.
En dan komen er mensen uit de toekomst — zijn toekomst — op bezoek, die hem zeggen dat hij iets moet doen. Wat hij absoluut niet wil doen.
Volgt een onderhoudend aantal pagina’s en een einde dat, tja, een einde is.
Aangeraden voor wie ergens anderhalf uur over heeft en een boek wil lezen dat (op een goeie manier) aanvoelt alsof het in de jaren-1970 geschreven is.
Om de zoveel tijd heb ik nog eens een examendroom. Het is dertig jaar geleden dat ik nog een examen heb moeten doen, maar ik blijf er nachtmerries van hebben.
Deze keer was het een situatie dat ik na een paar jaar terug naar school was gegaan, en dat ik maar heel soms naar de les kwam. ’t Was geen universiteit en ’t was ook geen middelbare school, maar iets tussen de twee: kleine klas dus het valt enorm op als er iemand wel of niet is, maar het is ook geen halszaak als iemand afwezig is, maar een mens wordt wel verwacht alle lessen meegemaakt te hebben.
Het examen was er een om thuis te maken, blijkbaar. Ik deed het op een zolder die het midden hield tussen het bureau van mijn vader op zolder vroeger en de zolder waar de Colecovision van mijn beste vriend uit de lagere school stond. Ik deed het examen ook op mijn buik op de grond liggend, op oude oosterse tapijten die op een plankenvloer lagen.
Het was een examen Latijn, met een facsimile van de tekst rechts op een groot blad en links een facsimile van oude vertalingen naar Oudengels en verschillende varianten van Romaanse talen die geen Frans waren. Het was géén evidente opdracht, en er was geen internet om dingen op te zoeken.
Ik heb eerst geworsteld met waar de tekst zelfs over ging, maar eens ik doorhad dat het een verslag was van een mens die in het oude Rome muziekinstrumenten repareerde, en dat hij zijn beklag deed over de slechte staat waarin hij een shamisen had ontvangen en hoe hij de restauratie zou aanpakken, was ik op weg.
De vertaling was klaar, en ik was er zelf content over, en dan draaide ik het blad om en zag ik de volgende vragen, en die gingen allemaal over dingen die alleen iemand die fysiek in de les aanwezig was geweest, had kunnen weten. Waarop ik helemaal gefrustreerd en gedegouteerd in mezelf dat ik niet naar de les was geweest, het examen dan maar opgegeven heb.
Ja, het was een kakdroom. Bah. Ik was content dat ik weer wakker was, maar dat gevoel van “had ik maar”bleef mij achtervolgen. (Zoals het eigenlijk altijd doet, ik heb daar geen nachtmerries voor nodig.)
Het is — ik kan het zelf haast niet geloven — al negen jaar geleden dat ik Ancillary Mercy las, deel vier van de Imperial Radch-trilogie. Ik zou er nog weinig of niets van kunnen vertellen, behalve dat ik het zeer goed vond, dat ik mij herinner dat het in het begin wat verwarrend was, en dat het derde deel met een uitstekend en bevredigend einde geëindigd was.
Vandaar ook dat ik al een tijd aan het uitstellen was om aan nummer vier te beginnen. Ik keek er niet naar uit om aan een boek te beginnen waar ik eigenlijk veel achtergrondkennis voor nodig had. Maar kijk: ’t is niet zo! Het is gewoon een nieuw verhaal in hetzelfde universum, met kleine stukjes (en minstens één personage) uit de vorige boeken.
De grootmoeder van Enae is onmetelijk rijk, en is hoofd van een ongelooflijk belangrijke familie. Ze heeft al haar familieleden afgestoten of doen vluchten, behalve Enae. En dan sterft ze, en blijkt dat ze wel degelijk een ongelooflijk belangrijke familienaam had, maar al jaren geen geld meer. Dat ze haar naam verkocht heeft aan iemand die wél onmetelijk rijk is, maar niet de naam heeft. En dat ze die andere persoon geadopteerd heeft en in haar erfenis heel haar familie onterfd heeft. Op de 51-jarige Enae na, die haar heel haar leven bijgestaan had, en waar nu voor moet “gezorgd” worden. Dat “zorgen voor” vertaalt zich in een sinecure: Enae wordt op een soort diplomatische rondreis gestuurd, op een zoektocht naar iemand die 200 jaar geleden weggevlucht was.
Qven is een Vertaler van de Presgr. De Presgr zijn een vreemd alien ras, en Vertalers zijn mensachtige hybriden, die opgroeien in een soort crèche waar ze elkaar als jongelingen uitmoorden, in de loop van jaren en jaren leren om meer en meer “menselijk” te worden, met uitgebreide rituelen van theedrinken en cake eten — om dan, als ze volwassen worden, samen te smelten met een ander wezen.
Reet is een geadopteerd kind en weet niet waar hij vandaan komt. Hij is anders dan de mensen rond hem, al was het maar omdat hij eigenlijk mensen wil opensnijden en dooddoen en opeten — niet dat hij het ooit doet, op een ongelukkig bijtincident in de kindertuin na, maar wel dat hij het voortdurend wil doen. En dan wordt hij benaderd door een groep activisten die zeggen dat hij de erfgenaam van hun langverloren heerser is.
Het is niet heel erg spoilerachtig om te zeggen dat Reet het kind is van de ontsnapte waar Enae naar zoekt, en dat die van dezelfde soort is als Qven. Volgt een soort proces om te achterhalen of Reet een mens is of een Presgr-vertaler. En bureaucratie, en shenanigans ensue!
⁂
Het is een boek dat Een Zeker Soort Mensen al van in het begin irrationeel kwaad zal krijgen: Leckie gaat zo vanzelfsprekend om met gender en seksualiteit dat ik wel weet dat Enae sie/her is, Qven e/em en Reet he/him, maar ook dat ik op het einde van het boek geen flauw idee heb welke primaire geslachtskenmerken de drie hoofdpersonages hebben.
Behalve dat is het gewoon goeie sciencefiction, spannend, grappig, ontroerend, en dat een mens ervan moet nadenken.
Ik vergeef Leckie dat bij nader inzien de drie personages eigenlijk min of meer hetzelfde personage worden hoe verder we in het boek raken, met een variant op “ik zie X graag maar X ziet mij waarschijnlijk niet zitten, snirf snirf laat mij even emo in de hoek zitten”. Ik had gehoopt dat het even goed zou blijven als de eerste pakwe gtwee derden van het boek. Dan kreeg het van mij vijf op vijf sterren en was het onmisbaar. Nu krijgt het van mij 3.5 sterren, afgerond naar 4, en een “leuk boek om te lezen”-beoordeling.