Gelezen: Mossa & Pleiti #1, The Mimicking of Known Successes

Malka Ann Older
Tordotcom, 2023, 169 blz.

Ik zag staan “a cozy Holmesian murder mystery” in de boeken verwant aan boeken die ik gelezen had op Goodreads en ik had wegens koorts en ziekte nood aan cosiness. Omdat ik net een “thrillingly told queer space opera” gelezen had, was dit niet alleen “a cozy Holmesian murder mystery” maar meer specifiek “a cozy Holmesian murder mystery and sapphic romance“.

Ik dacht hoera voor romance, sapphic of otherwise, dus vooruit met de geit.

Wel, het is inderdaad cosy. Het kabbelt voort, zowel op het mystery als het romance-vlak. Een boek gelijk een warm dekentje, en laat dat nu juist zijn wat ik op het moment nodig had.

Het ruimere verhaal is dat de Aarde onbewoonbaar is geworden en dat de mensheid verhuisd is naar kunstmatige ringen rond Jupiter. (Precies hoe dat werkt, en of er een paar duizend of een paar miljoen mensen wonen en of de miljarden op Aarde allemaal dood zijn, wordt in het midden gelaten.) Pleiti is een wetenschapster die bestudeert hoe de Aarde opnieuw zou kunnen vruchtbaar gemaakt worden, met onder meer het genetisch materiaal van wellicht stapels en stapels dieren die ze hebben kunnen redden. Mossa is een detective, die een zaak krijgt van een academicus die plots verdwijnt.

Ze neemt weer contact op met haar vroegere boezemvriendin Pleiti die ze al jaren niet meer gezien heeft.

En dan gaan ze samen de zaak oplossen, en blijkt dat ze op al die jaren misschien wel genoeg veranderd zijn (of net niet) om hun relatie een tweede kans te geven.

Een beetje Agatha Christie in de ruimte maar dan wat eenvoudiger en met meer “sapphic romance”. Goed voor wie een kort boekje nodig heeft terwijl die ziek in de zetel ligt.

Ik heb alvast het vervolg gekocht.

Nooit meer buitenkomen

Maar wat een miserie: ik ben in de loop van donderdag nacht en dan vooral in de nacht van donderdag op vrijdag geveld door een ziekte. Geen idee wat precies, en het zal wel overgaan en al, maar toch: wat een miserie.

Ik heb die nacht van 5u40 tot 7u50 geslapen, en dan nog. Neus zo verstopt als iets, barstende hoofdpijn, spierpijn overal, droge hoest: ‘t zal wel griep zijn zeker?

Dat komt ervan: er was dinsdag een algemene vergadering op het werk, waar meer dan honderd man in een ruimte opgesloten zat. Het kan niet anders zijn dan dat ik het daar opgelopen heb. Bah. Ik zou gewoon elke dag moeten binnenblijven, ‘t zou mij niet meer overkomen.

En natuurlijk perfect op tijd om heel het weekend om zeep te helpen.

Gelezen: Some Desperate Glory

Emily Tesh
Tordotcom, 2023, 438 blz.

Het is iets dat mij wel vaker overkomt: geen flauw idee meer waar dit boek over ging of waarom ik het op mijn leeslijst gezet had, toen ik eraan begon.

En dan las ik een bladzijde of tweedrie en deed ik iets anders en dan weer een half hoofdstuk en dan deed ik weer wat anders, tot ik er op een bepaald moment helemaal in geraakte en het in één trok uitlas.

Het speelt zich af op Gaea, een ruimtestation waar maximaal een paar duizend mensen de laatste vrije mensen zijn, nadat aliens de Aarde vernietigd hebben. Kyr is een tiener-in-training, samen met een resem andere meisjes (jongens zitten in een andere groep). Als ze een bepaalde leeftijd bereiken, krijgen ze elk hun toekomstig beroep toegewezen. Ze hoopt soldaat te worden, om tegen de aliens te kunnen vechten.

Die aliens komen in een resem verschillende rassen en vormen een soort los gemenebest, de Majoda. Het belangrijkste dat ze in hun voordeel hebben, is de Wisdom, een soort alleswetende AI die realiteit kan veranderen. Als er iets is dat de Majoda in gevaar dreigt te brengen, kan Wisdom ervoor zorgen dat de realiteit verandert en dat het nooit zo geweest is.

Kijk, het is een boek met plotgaten waar een walvis door zou kunnen zwemmen. Het is zelfs niet in de buurt van plausibel. Het hele boek drijft van deus ex machina naar deus ex machina. Maar het kan mij hoegenaamd niet schelen, want ik vond het een fantastisch verhaal en ik heb het enorm graag gelezen.

Er zonder ook maar één spoiler aan beginnen was trouwens het beste dat ik kon doen.

On a side note: ik snap dat representatie belangrijk is, maar ik kijk er hard naar uit dat termen als “queer space opera” niet meer in de blurb van een boek moeten staan. Ik lig geen seconde wakker van de vorm, het gender, de kleur of wat dan ook van wie gevoelens heeft voor wie dan ook. Een mens kan maar dromen, zeker?

Werk

Ik heb een ex-collega die op een dag aan de deur gezet werd en het eigenlijk niet meer zag zitten om hetzelfde werk te doen dat hij al heel zijn leven deed. Hij doet nu iets helemaal anders, en was daar helemaal gelukkig mee.

Ik weet welk werk ik graag doe, en het is werk dat theoretisch zou kunnen gedaan worden waar ik nu werk. We zitten in grote reorganisaties, en ‘t is helemaal niet duidelijk wie wat waar gaat doen, dus ‘t is wel spannend.

Het zou fijn zijn als ik zou kunnen doen wat in het midden van het venndiagram staat:

Maar we zullen wel zien, zeker?

…maar wat een miserie

In principe is dat allemaal zo moeilijk niet, een website verhuizen: ergens een server aanzetten, daar alle nodige files opzetten en dingen in gang sleuren, en dan op een bepaald moment beslissen dat de domeinnaam niet meer naar dat IP-adres moet wijzen maar wel naar dit.

Behalve, natuurlijk, als het allemaal al zó lang draait dat de bedrijven waar ik dingen aangekocht heb ondertussen al tien keer overgenomen zijn. En dat het onmogelijk is om aan logingegevens te geraken om uw DNS-dingen aan te passen.

Ik moest daarvoor begot in Maleisië zijn — blijkbaar staat zog.org daar nog altijd geregistreerd, sinds 1997. Maar het bedrijf heeft zijn domeinnamen aan een ander bedrijf gegeven, die het aan nog een ander bedrijf gegeven had, en enfin lang verhaal kort ik heb een A record om te verwijzen naar mijn nieuwe server en een TXT record om voor SSL te bewijzen dat ik de eigenaar ben, en alles lijkt in orde te zijn.

Pff.

New & improved

Hoezee, ik ben verhuisd geraakt.

Wat een geluk dat ik geen geld heb moeten betalen voor de migratie, want vriendelijke jongens en meisjes en zo hé, maar uiteindelijk heb ik het toch maar allemaal min of meer zelf mogen doen:

  • databasebackup van oude server: ik
  • images en dingen van oude server geftp’d: ik
  • wordpress geïnstalleerd en database gestored: okay, zij
  • encoding issue: ik

Mijn WordPress is vóór 2007 geïnstalleerd, en toen was de encoding by default latin1 en de collation latin1_swedish_ci. Tegenwoordig is het natuurlijk utf8, en dat geeft miserie als uw WordPress utf8 verwacht maar de data is latin1.

De migratiemensen gebeld, en wat blijkt: zij kunnen dat niet want ze zijn geen ontwikkelaars. Ik ook niet, en ik weet wel wat er moet gebeuren, maar ik zag het echt niet zitten om een stampvolle mysql met stapels en stapels tabellen waarin 22 jaar data staat om te zetten naar utf8.

‘t Is dus maar de weg van de minste weerstand geworden: ik heb de nieuwe WordPress ook op latin1 gezet. 🙂

Afijn. Als alles goed gaat is het allemaal redelijk tranparant gebeurd. Vingers gekruist, dat ze zeggen.

Onderweg

Het is bijna een week geleden dat ik de knoop doorhakte en mijn weblogverhuis in gang heb gezet.

Het zou een dag of twee duren, hadden ze mij gezegd.

Ik had al een paar dagen in de smiezen dat ze een WordPress hadden geïnstalleerd en dat ze de database die ik ze had doorgestuurd, gerestored hadden, maar dat er nog ahem probleempjes waren. De beelden stonden er niet, en er waren encoding-issues — niet-strikt-ascii-karakters kwamen er niet door.

Vanmiddag telefoon: dat ze mijn beelden niet vonden op de ftp-coördinaten die ik ze gegeven had. “Ze staan niet in de root,” zei de Amerikaander aan de andere kant van de lijn. “Jagij,” zei ik “ze staan zij daar wél, ziét!”

“Z’een doen!”

“Toet toet.”

“Ah ja nu dat ge’t zegt ik zie juist een notitie dat het te groot was voor ons om te ftp-en.”

Tsss. Ik heb dan maar zelf mijn 22 jaar afbeeldingen naar de nieuwe server ge-sftp’d, alle 9 gigabyte (wat eigenlijk nog meevalt, vind ik). Het was met dank aan glasvezel en snelle server op eentweedrie gedaan, het is nu dus alleen nog wachten op die encoding.

(Ik kan mij inbeelden dat dat mijn fout zou kunnen zijn ook, nu ik eraan denk — normaal gezien maak ik backups proper in utf-8, maar wie weet ging er nu juist iets verkeerd. Enfin, we zien wel.)

Goed dat die migratie er gratis bijkwam, maar ik had het tot nog toe ook gewoon zelf kunnen doen.

Instagram suspended!

Maar allez, ze doen toch maar rare dingen daar bij Meta. Ik kreeg daarjuist deze in de brievenbus, over één van mijn Instagramaccounts:

Geen porno of andere overduidelijk aanstootgevende beelden, geen frauduleus gedoe, gewoon een Instagramaccount zoals er nog stapels en stapels zijn.

Ik ernaartoe, ingelogd, email en telefoonnummer bevestigd, een fotootje geupload om te tonen dat ik er nog was, en nog geen uur later:

Hoho, wat een opluchting.

(Enfin ja. :))

Gelezen: I Am Legend

Richard Matheson
Gollancz, 2011, 162 blz.

Naast nummer één in de reeks SF Masterworks stond nummer twee, en het is een dun boek en het was ook al een eeuw geleden dat ik het gelezen had, en dus heb ik dat dan maar gelezen terwijl ik anderhalf of zo uur te doden had op café.

In tegenstelling tot The Forever War, dat ik eigenlijk alleen maar kan aanraden voor mensen geïnteresseerd in post-Vietnamboeken die een zekere tijdsgeest uitwasemen, is I Am Legend wél een boek dat overeind blijft. Meer dan overeind blijft: het had even goed kunnen geschreven worden in 2024, en het is er absoluut niet aan te merken dat het oorspronkelijk in 1954 uitkwam.

Voor zover hij en wij weten, is Robert Neville de laatste mens op aarde, omringd door dode en levende vampieren. ‘s Nacht barrikadeert hij zich in zijn huis, overdag zoekt hij proviand, doet hij research en doodt hij slapende vampieren als hij ze tegenkomt.

Ik wil er niet meer over zeggen dan dat. Minimale tijdsinvestering om dit te lezen, ge zoudt al op weg moeten zijn. Uitstekend, uitstekend boek.

(En ik weiger de film met Will Smith te zien.)

Gelezen: The Forever War

Joe Haldeman
Gollancz, 2010, 241 blz.

De uitgave die ik in huis heb, is van 2010, het is al misschien al meer dan dertig jaar geleden dat ik dit voor het eerst las, maar het boek zelf is van 1974.

“De mensen zitten niet te wachten op de Vietnamoorlog in de ruimte,” zeiden een hele stapel uitgevers tegen Haldeman. Uiteindelijk is het toch gepubliceerd geraakt en was het een instant-klassieker — niet voor niets nummer één in de reeks van SF Masterworks.

Het gaat over soldaten, in de jaren 1990, een dus niet-zo-enorm-verre toekomst vanuit 1974 bekeken. Er is een speciaal soort object ontdekt in de ruimte, de collapsar. Als er met een ruimteschip in zo’n collapsar gevlogen wordt, katapulteert die u bijna-ogenblikkelijk verder in dezelfde richting tot een volgende collapsar. Allemaal goed en wel, maar de wetten van de fysica blijven ook gelden, en tijddilatie blijft een feit: voor de soldaten die aan quasi-lichtsnelheid bewegen, zijn hun dagen of weken reis ettelijke jaren voor wie niet zo snel beweegt.

En zo wordt een oorlog snel een oorlog van eeuwen: er is een schip verloren gegaan, aangevallen door een vijand, de Taurans; daarop reageert de mensheid reageert en vernietigen ze decennia later een stapel vijanden, tegen dat er daarop reactie is, is de vijand decennia verder geëvolueerd in hun wapens en techniek, en dan reageren de mensen weer, ook devennia of eeuwen geëvolueerd, enzoverder.

Hoofdpersonage van het boek is ene Mandella (haldeman, mandella, get it, get it?) die in de allereerste aanval op de Taurans betrokken is, en gevecht na gevecht terugkeert, tot hij de oorlog uiteindelijk meer dan duizend jaar later stopt. Hij komt telkens met time debt terug, en moet telkens weer aanpassen aan een veranderde maatschappij — de enige constante is dat het oorlog blijft.

Het eerste dat opvalt, en dat blijft opvallen, is de behoorlijk agressieve heteronormativiteit van de auteur. Nee serieus — het leger is altijd al gemengd, en dit is zo ongeveer het eerste dat er gebeurt:

The orgy that night was amusing, but it was like trying to sleep in the middle of a raucous beach party. The only area big enough to sleep all of us was the dining hail; they draped a few bedsheets here and there for privacy, then unleashed Stargate’s eighteen sex-starved men on our women, compliant and promiscuous by military custom (and law), but desiring nothing so much as sleep on solid ground.

The eighteen men acted as if they were compelled to try as many permutations as possible, and their performance was impressive (in a strictly quantitative sense, that is). Those of us who were keeping count led a cheering section for some of the more gifted members. I think that’s the right word.

When we shuttled back up to the Hope, nobody was too happy about leaving (though some of the more popular females declared it’d be good to get some rest).

Euh ja. Vrouwen als poepvee. De eerste keer dat hij terugkeert is het 23 jaar later en is dit zijn eerste interactie met (voor hem) een man uit de verre toekomst:

“I’m twenty-three, so I was still in diapers when you people left for Aleph. . . to begin with, how many of you are homosexual?” Nobody. “That doesn’t really surprise me. I am, of course. I guess about a third of everybody in Europe and America is. Most governments encourage homosexuality—the United Nations is neutral, leaves it up to the individual countries—they encourage homolife mainly because it’s the one sure method of birth control.”

Euh ja. Homolife. Sure.

Nog een iteratie of zo later:

“I know this is hard for you to accept, but heterosexuality is considered an emotional dysfunction. Relatively easy to cure.”

“If they think they’re going to cure me—”

“Relax, you’re too old.” He took a delicate sip. “It won’t be as hard to get along with them as you might—”

“Wait. You mean nobody… everybody in my company is homosexual? But me?”

“William, everybody on Earth is homosexual. Except for a thousand or so; veterans and incurables.”

Mandella is géén domme stereotiepe redneck of zo, hij wordt voorgesteld als een uitstekend opgevoede, bijzonder intelligente mens. En toch is hij zo. Die agressieve heteronormativiteit, en de ongelooflijke onzekerheid die ermee gepaard gaat, is wat mij het meest bijblijft van het personage.

Was het écht zo gesteld met fundamenteel menselijk fatsoen in de jaren-1970 dat een auteur zijn self-inserted hoofdpersonage zich ernstig deze vragen kan doen stellen, nog een iteratie later?

It was dawning on me that I had not the slightest idea of how to conduct myself socially. So much of my “normal” behavior was based on a complex unspoken code of sexual etiquette. Was I suppose to treat the men like women, and vice versa? Or treat everybody like brothers and sisters? It was all very confusing.

Wat een vernieuwend concept: mensen als mensen behandelen en niet door de bril van “kan ik ermee naar bed gaan”. Vreemd.

Behalve dat en dat het einde van het boek al vanaf het begin getelegrafeerd was: boek blijft voor de rest overeind. Te lezen als een period piece. Vietnamoorlog in de ruimte, inderdaad.

Gelezen: Witch King

Martha Wells
Tordotcom, 2023, 415 blz.

Hm. Ik weet niet meer juist waarom dit op mijn lijst Te Lezen Boeken stond. Mogelijk omdat het Martha Wells is, die de best onderhoudende Murderbot-boeken schreef, mogelijk omdat het genomineerd was in de helaas alsmaar minder interessante Goodreads Choice Awards, mogelijk omdat ik zin had om nog een fantasy te lezen maar geen zin in een lange reeks en dat dus een stand-alone boek aanlokkelijk leek.

Wel: dit wat te kort. Dit had een lange reeks kunnen zijn, en dan was het misschien interessanter geweest. Zoals het nu is, heb ik helaas hetzelfde gevoel als bij het vorige boek dat ik van haar las, System Collapse: veel te weinig vlees aan de beenderen.

Het begint veelbelovend, met een personage dat dood was maar nu niet meer: hij was begraven in een graf onder de zee, en ‘t is alleen maar omdat er grafrovers komen dat hij kan ontsnappen. Hij is een demon en behalve dat zijn soort niet zo goed omgaat met water (vandaar “onder de zee”), kan hij ook van lichaam naar lichaam gaan.

Blijkt dat hij daar om onduidelijke redenen begraven/opgesloten zat, samen met een vriendin die geen demon is maar ook magische dingen kan doen.

De rest van het boek is afwisselend hij+companen die op zoek gaan naar nog een vriendin, en het verhaal van hij+vrienden die een opstand beginnen tegen magische slechteriken.

Twee verhalen die wat mij betreft gerust door elkaar mochten verteld worden, maar voor hetzelfde geld ook in verschillende boeken, met drie of vier boeken ertussen. Want zoals ik zei: weinig om het lijf. Dit is precies wat er gebeurt:

  • in het verleden: hoofdpersoon wordt gevangen genomen, bevrijd door iemand die hem inlijft om mee slechteriken te overwinnen, ze overwinnen de slechteriken, we zien het begin van de revolutie (die later leidt tot mogelijk een imperium)
  • in het heden: hoofdpersoon wordt bevrijd, overwint gemakkelijk een schip achtervolgers, maakt een aantal bijkomende companen die er schijnbaar alleen maar zijn als excuus om de backstory aan te vertellen en om expositie te verrechtvaardigen, vindt uiteindelijk zijn vriendin, en we komen te weten hoe het in het verleden geëindigd is

Het verhaal in het verleden is nooit spannend want we weten wie er in het heden leeft en niet leeft, het verhaal in het heden is nooit echt boeiend want we weten niet wat de inzet is omdat die pas in de flashbacks en naar het einde toe min of meer duidelijk wordt).

Ik zou dit graag liever gelezen hebben, maar helaas. Er was ongetwijfeld potentieel voor veel meer, maar dit had een reeks van vijf boeken kunnen zijn met diepgang, geen boek dat leest alsof het random het middenste stuk van het eerste boek en de tweede helft van boek vier in elkaar geduwd heeft.

Verder kan ik blijven lachen met de trigger warnings in reviews. Dat ge’t weet, hier zijn er een paar:

trigger + content warnings: death, murder, violence, gore, implied child abuse, blood, loss of a loved one, fear of water (+ talk of that fear a lot), captivity, slavery, self harm to prove immortality (i think this was a cut on the palm or wrist but i didn’t specify in my notes >.< i am sorry), war, battle, very brief mentions of water snakes and spiders, drowning.

✨ Representation: queer main character, sapphic side characters, casual queerness in many side characters, multiple BIPOC main and side characters

✨ Content warnings for: violence, murder, self-harm for magical purposes, kidnapping, implied child abuse, attempted child murder, grief, betrayal, war, implied animal abuse

Gutenberg revisited

Met dat ik binnenkort ergens anders ga staan met mijn weblog, maar vooral met dat we op het werk ook met Gutenberg bezig zijn — de editor van WordPress — heb ik toch wel wat tijd gespendeerd in die Gutenberg, de laatste dagen en weken.

En het moet gezegd: wat een fijne, fijne editor is het.

Er kunnen allerlei dingen mee gedaan worden die zelfs een paar jaar geleden ondenkbaar waren voor gewone mensen, en al helemaal met dát niveau van gebruiksvriendelijkheid. Akkoord dat het niet perfect is (what is?), maar toch: een mirakel van schoon fatsoen.

Iets als dit kunnen maken in uw editor bijvoorbeeld — card-achtig dingen met een afbeelding, tekst, een knop onderaan uitgelijnd, en drie op een rij als er voldoende plaats is in de breedte maar de volledig breedte inpakkend als er niet genoeg plaats is in de breedte:

De voorwaarde is natuurlijk wel dat uw theme goed gemaakt is en doet wat het moet doen, maar eens dat in orde is: een groot gemak. Dan kunnen er ook stapels en stapels voorbeelden gemaakt worden die gewone mensen maar te nemen en te wijzigen hebben.

Want we moeten daar eerlijk in zijn: ‘t is niet omdat het mogelijk is, dat veel ‘gewone’ mensen het zullen kunnen, iets maken zoals hierboven. Niet dat het moeilijk is, maar ge moet er wel op een bepaalde manier voor kunnen nadenken. In outline ziet het er zo uit:

In volgorde wat ik deed:

  • beginnen met de inhoud: een beeld, een datumparagraafje, een titel, een paragraaf tekst, en een knop
  • ik weet dat ik verschillende cards naast mekaar zal hebben met de knop onderaan uitgelijnd:
    • dat wil dus zeggen dat ik de knop moet afscheiden van de rest
    • beeld, datumparagraaf, titel en paragraaf in een stack steken,
    • en dan die stack en de knop nog eens in een stack steken
  • die laatste stack instellen dat de inhoud uit elkaar geduwd wordt — da’s vertical alignment op “Space between” zetten
  • dat vier keer doen zodat ik vier stacks van telkens een stack en een button onder elkaar heb staan
  • die vier stacks groeperen in een een row
  • de vier stacks selecteren en
    • een achtergrondkleur (wit) geven en een rand (1px grijs)
    • een breedte geven — ik kies voor een absolute breedte in pixels zodat er precies drie op een rij passen
  • op de row “Allow to wrap to multiple lines” aanzetten zorgt ervoor dat de stacks per drie zullen gegroepeerd zijn op een rij en dat ze bij een kleiner scherm niet oneindig smal worden
  • de vertical alignment van de row op “Stretch to fill” zetten zorgt ervoor dat alle stacks net onder de row dezelfde hoogte hebben, en dat dus de knoppen telkens proper onderaan uitgelijnd zijn

Dat is het. Niet moeilijk, ook niet 100% triviaal. Maar het punt is: mensen die na mij komen moeten gewoon maar naar de patroonbibliotheek gaan en het voorgedefinieerde patroon kiezen, de afbeeldingen vervangen, eventueel kaartjes bijmaken of verwijderen, eventueel stukken verwijderen of toevoegen, en hopsaklaar. Kijk maar:

Ik kijk er hard naar uit om te zien hoe dat gaat gebruikt worden in ‘t echt.

Gelezen: Conquest

Nina Allan
riverrun, 2023, 320 blz.

Frank is een rare mens. Hij is een computerprogrammeur die op allerlei spectra zit, is geobsedeerd door Bach, ziet overal patronen in en redenen achter, en is helemaal into samenzweringstheorieën. Hij is er bijvoorbeeld van overtuigd dat zijn vader, die hij nooit heeft gekend, in een soort supersoldaatprogramma zat. En dat een sciencefiction boek uit de jaren-1950 over een interplanetaire oorlog Allerlei Waarheden bevat.

Hij is samen met Rachel die hem wat uitbalanceert, ze zien elkaar graag, en op een dag zegt hij dat hij naar Parijs gaat om er zijn vrienden van het online forum te ontmoeten. Waarop hij spoorloos verdwijnt.

De politie doet er niet echt veel mee, en na een paar maand spreekt Rachel een privé-detective aan. Robin is geadopteerd, is ook zot van Bach, heeft niet zo lang geleden haar ontslag ingediend als politieagente en ook niet zo lang geleden is haar relatie op de klippen gelopen. Ze gaat op zoek naar Frank, en twee dingen gebeuren: ze groeit alsmaar dichter naar Rachel, en ze Robin en Rachel beginnen te denken dat Frank en online kompanen misschien toch iets op het spoor zijn.

‘t Is een hoogmis van intertekstualiteit, dit boek. Ik was bijzonder content dat ik het op Kindle aan het lezen was, dat ik om de zoveel tijd dingen kon opzoeken op het internet. En dat ik de stapels en stapels en stápels fantastische muziek waar het zeer vaak over gaat, op de achtergrond kon opzetten.

Elk personage in het boek heeft zijn eigen schrijfstijl. Ik was even bang dat het hele boek zou zijn zoals de stem van Frank, en ik heb daar niet noodzakelijk iets tegen — ik heb Riddley Walker met veel plezier gelezen, om maar iets te zeggen — maar een heel boek zoals dit was misschien wat veel:

We have to meet, to organise. This is a war, Rach. We have to get the word out. He swallowed, his throat jam-packed with words dry and brittle and stuck in his gullet like toast crumbs like thistle heads. He felt breathless, jittery. I thought you understood.

Rachel grabbed both of his hands pressed them together. I’d do anything for you Frankie you know that.

Frank nodded, panic rising in his chest compressing his lungs and when he tried to take a breath the air tasted thin and sour like breathing through a snorkel through a rubber tube like the time he’d gone into the sea at Pett Level Michael his butt in the air swimming swimming swimming like a little water rat but Frank had almost thrown up inside his mask he was so terrified of drowning.

Zoals bij The Quincunx zit er iets figuurlijk in het centrum van het verhaal en letterlijk in het het boek zelf: The Tower, een verhaal van de John C. Sylvester. Een fictieve auteur, maar het zou me niet verbazen als het een verwijzing is naar een echte John C. Sylvester, die dingen deed met antibiotica. In The Tower, dat denk ik volledig in dit boek staat, is het hoofdpersonage een architect die na een interplanetaire oorlog waarbij heelder steden vernietigd zijn op Aarde, een enorm project in New York heeft waar hij een vreemd soort steen van de planeet van de vijand voor wil gebruiken. En dan blijkt dat die steen eigenlijk geen steen is maar levend? of iets dat mensen verandert? geheugen heeft?

Iets gelijkaardigs is gebeurd, denkt Frank. Er zijn aliens hier geweest, of nog altijd, of tenminste sporen, en er komt een oorlog aan.

Ik denk dat dit een boek is dat ik nog een paar keer zal herlezen. Ik had eigenlijk goesting om het meteen een tweede keer te lezen.

Aangeraden, dat spreek voor zich.

Hostingproviderstress

Ik ga iets doen dat ik al niet meer gedaan ben sinds twaalf jaar geleden: de hosting van dit weblog veranderen.

Eerst stond dit weblog op de servers van het bedrijf waar ik werkte en dan baas van werd (een groot deel van de inhoud daarvan is weggekapt door idioten uit Amersfoort terwijl ik met een gebroken rug thuis zat, grr), daarnaast had ik een weblog bij Salon.com met Radio UserLand, daarna heb ik de inhoud daarvan vershuisd naar TypePad, dan naar een WordPress bij Dreamhost, dan naar een WordPress bij ex-collega David, en uiteindelijk dus naar Media Temple toen David zijn bedrijf stopzette in 2010.

Twaalf jaar Media Temple, met wisselende tevredenheid. Eerst was het uitstekend, daarna was het pfja, daarna trok het op niet veel meer (trage server, verouderde Plesk, ssh naar de zak), en nog later was het eigenlijk niet meer de moeite waard: prijs ongeveer verdubbeld, nog trager, en onmogelijk om PHP te updaten.

En dan was het gedaan: Media Temple is in februari 2023 helemaal opgedoekt en opgegaan in GoDaddy, die ze al jaren geleden gekocht hadden.

Voor mij niet echt een probleem: traag neem ik erbij, de facturen worden automatisch betaald dus ik zie ze niet, Plesk moet ik praktisch nooit in zijn, en ook een oudere versie van PHP doet wat ze moet doen.

Tot die versie van PHP wél een probleem begint te worden: een versie die meer dan een redelijk aantal jaar oud is, daar werken recente dingen gewoon niet meer op.

Dus ‘t was alsnog naar de support van GoDaddy bellen: in Plesk kon ik geen PHP-versie upgraden, ssh ging niet, en in mijn GoDaddy-account zie ik wel domeinnnamen staan maar niet mijn weblog.

Sinds vandaag weet ik dus dat de overgang van Media Temple naar GoDaddy op geen ouwe slets trok: ze hebben blijkbaar gewoon de deur achter zich dichtgetrokken en gezegd “hierzie GoDaddy, trek er uw GoPlan mee”.

Zucht. Ze hadden mij bij de migratie ook een VPS gegeven, wat ik niet nodig heb, ‘t is begot maar één blog. Ik heb dan maar gevraagd om een migratie naar gewoon managed WordPress. Dat zou sneller moeten zijn, en vooral gemakkelijker en veiliger.

Oh, en goedkoper. Zelfs de duurste managed WordPress, met stapels dingen die ik niet ga gebruiken, komt op vijf keer goedkoper uit dan wat ik tot deze maand betaalde.

Scenario: vandaag de migratieploeg in de VS ftp-toegang gegeven tot mijn huidige site, een recente databasebackup doorgestuurd, en nu is ‘t wachten tot ze een testversie hebben. Mijn huidige website blijft draaien tot ik de testversie goedkeur, en dan schakelen ze de URL bijna-ogenblikkelijk over naar de nieuwe server.

(Ze waren het wel gelijk niet gewoon, een WordPress met bijna 22 jaar dagelijkse zever erin en bij de 40.000 afbeeldingen en alles.)

(En alles wat ik nu schrijf, zal ik dan moeten copy-pasten in de nieuwe site ook, damn.)

Ik neem voor de zekerheid ook zelf een backup. Een mens weet nooit.