Geluisterd: Guards! Guards!

Terry Pratchett
Penguin Audio, 2023, 13 uur 29 minuten

Ergens in 2022 heb ik een hele reeks op mijn wishlist gezet bij Audible, en dan ben ik er dus dit jaar maar aan begonnen. Met Guards! Guards!, niet alleen één van de beste Discworld-boeken, maar ook het begin van de reeks over de Ankh-Morpork City Watch. Hier alleen nog maar Vimes en Colon en Nobby en nieuwe recruut Carrot. Ik weet wie er nog allemaal bij gaat komen, en ik kan niet wachten om het allemaal nog eens mee te maken.

De eerste boeken van Pratchett waren minofmeer rechtstreekse pastiches van fantasyboeken — bijna letterlijke stukken Fafhrd and the Gray Mouser bijvoorbeeld. Dit is veel meer dan alleen maar pastiche. Er zitten elementen van police procedural in, zeker dat, en er is natuurlijk een draak en een mogelijke koning (of twee), maar het zegt zoveel meer: over hoe mensen en hoe menigtes zijn, over realpolitik en het paradoxale gevoel van “het kan mij allemaal niet schelen maar ook eigenlijk wel”, en wat een fantastisch boek jong.

Het audioboek is zeker zeer goed, maar het is absoluut niet even grappig als wanneer de mensen in mijn eigen hoofd zitten. Da’s wel wennen.

Maar kijk, ik heb nu al een hele reeks gekocht, dus ik ga er met veel plezier naar luisteren op de fiets van en naar het werk.

Gelezen: Cradle #8, Wintersteel

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2020, 540 blz.

Een stuk langer dan de vorige boeken, al voelt dat niet zo aan.

Het vorige boek eindigde in medias res, met een toch wel onverwachte verrassing: voor één keer is er een hoofdpersonage dat niet zonder noemenswaardige problemen door alle mogelijke challenges zeilt.

In dit boek gebeurt hetzelfde met het andere hoofdpersonage, op een andere manier. Eindelijk. Ik weet dat er nog vier boeken na dit boek zijn, dus natuurlijk weten we dat het nooit helemaal slecht zal aflopen. En er is uiteraard ook nog het sciencefictionachtige omslagverhaal, waar we ook nog zullen moeten op uitkomen op het einde — maar binnen dat gegeven, was het toch nog een verrassend boek.

Personages die zowaar groeien, en niet alleen in alsmaar meer gevechtstechnieken en alsmaar hogere niveaus, maar in persoonlijkheid en diepgang: waar gaan we dat schrijven?

Tegen het einde van dit boek zijn de vier die in het vorige boek nog Underlord waren ondertussen Archlord, Overlord maar koningin, Overlord maar ook Sage en Overlord maar ook Herald.

Ja, ‘k weet het.

Maar hey, we zijn ver over de helft. In het volgende boek gaat onze held terug naar zijn geboorteplaats. Waar we ondertussen ook meer van weten: ‘t is een soort reservaat, waar een zeer slecht monster begraven ligt, en dat is de reden dat in heel die vallei iedereen minder sterk is dan erbuiten.

Oh, en hoe sterker iemand is buiten de vallei, hoe meer negatief effect het Dampening Field (of wat het ook is) heeft op die persoon. Ik kijk alvast uit naar de confrontatie met zijn familie en clangenoten, die nu allemaal oneindig veel zwakker zijn dan hem.

Gelezen: Cradle #7, Uncrowned

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2019, 336 blz.

Boek na boek komen er niveaus bij: waar in het eerste boek Goud nog quasi onbereikbaar was, zijn we nu in een wereld waar zowat elk personage meer dan Goud is. Er is Under- en Over- en Archlord/lady, en dan zijn nog Heralds en Sages en voorlopig helemaal bovenaan Monarchs:

Emriss Silentborn, Memory of the World.
Tiberian Arelius, the fallen Patriarch.
Akura Malice, Queen of Shadows.
Seshethkunaaz, King of Dragons.
Reigan Shen, Emperor of Lions.
Luminous Queen Sha Miara.
The Eight-Man Empire.
Northstrider.

The Monarchs, the most powerful sacred artists on Cradle, rule with unquestioned authority. They are mysterious and distant, and catching a glimpse of one is privilege enough for a lifetime. To meet one is to come face-to-face with a legend.

(Dat is op deze wereld, natuurlijk, want er zijn er ook die de wereld overstegen hebben en in de sciencefictionrealiteit geraakt zijn.)

Er zijn ook vier Big Bads, waarvan er recent één zijn kop boven waten gestoken had maar die in de nabije toekomst allevier samen dreigen uit te komen. Het toernooi heeft daarmee te maken.

Dit boek gaat door de eerste paar rondes van het Uncrowned King-toernooi. Er zijn individuele proeven, er zijn teamproeven, uiteindelijk blijven er nog 16 mensen over die tegen elkaar moeten vechten — en de climax van dit boek is het eerste van die laatste 8 gevechten.

De science fiction komt alsmaar dichter, ook. Ik hoop dat het niet helemaal van de rails gaat als we uiteindelijk zover zullen zijn.

Gelezen: Cradle #6, Underlord

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2019, 348 blz.

Het excuus deze keer om verder door te groeien: er komt een groot wereldwijd (of toch continentwijd, denk ik) toernooi tussen Underlords (de stap boven Goud) van minder dan 35 jaar oud.

Onze helden moeten getraind raken, want ze hebben nog niet allemaal het benodigde niveau.

Cue trainingsmontage, minofmeer, gedurende een paar honderd bladzijden.

Er is gelukkig wel een verschil met de trainingsmontages tot nog toe: in tegenstelling tot zowat alle vorige level-ups, is de stap van goud naar Underlord niet gewoon trainen tot ge erbij neervalt. Er moet wel nog gegrind worden, maar het is vooral: weten waarom ge hogerop wilt geraken. Daarom kan het bij sommige mensen een kwestie van seconden zijn als ze het benodigde goudniveau hebben, terwijl het bij andere mensen nooit kan komen.

Actie en vechten en karakterontwikkeling, en nog altijd op de achtergrond een sciencefictionachtig plot dat toch zeker wel één van de volgende boeken meer aan de oppervlakte zal moeten komen, naargelang onze protagonisten onvermijdelijk meer en meer in de buurt van “zo machtig dat ze de wereld zullen kunnen verlaten” zullen geraken.

Maar bon. Volgend boek is dus dat internationaal toernooi. En jazeker: op het einde van dit boek zijn Lindon, Yerin, en Mercy allemaal Underlord/lady. En blijkt Eithan nog nét geen 36 te zijn, dus kan hij ook mee gaan vechten in het toernooi. Ik hoop dat hij ook eens uit zijn pijp komt en, nu zijn pupillen op hetzelfde niveau als hem komen, niet langer de mysterieuze alleswetende deus ex machina zal zijn.

Gelezen: Cradle #5, Ghostwater

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2018, 310 blz.

Tja. Op den duur geraakt een mens zo’n beetje door de manieren om een boek te omschrijven zonder het volledig te spoileren, natuurlijk.

Wat is er gebeurd in deel vijf? Hoofdpersonage Lindon heeft gelijk met het boek minder persoonlijkheid. Dat wordt min of meer in balans gehouden door de andere personages. Yerin blijft de meest interessante, wegens achtergrond en mysteries, maar ook wegens de interessante persoonlijke dynamiek: de vorige boeken was ze overduidelijk sterker dan Lindon en het lijkt erop dat het vanaf hier omgekeerd zal zijn.

Er is ook sugardaddy Eithan, die al sinds het begin serieus unbalanced aanvoelt (hij kan zich overal verbergen, hij geraakt overal in, hij weet alles vóór alle anderen, …), de draak/schildpad Orthos (eeuwen oud en krankzinnig maar sinds dit boek gelijk niet meer), Mercy, de om de één of andere reden verstoten dochter van de heerseres die nog boven de keizer staat, een kleine blauwe riviergeest die ik in de volgende boeken hoop te zien uitgroeien tot een écht personage, een soort geheugenchip die tot bewustzijn is gekomen en in Lindon zit als een soort computer-assistent, enfin, allemaal personages die eigenlijk interessanter zouden kunnen zijn.

Ik vind dat de auteur een beetje meer zijn best moet doen om niet te wink-winken naar de lezer. Een hele wereld die bijzonder Oosters aanvoelt met personages die niet zo aanvoelen, dat wringt. Ik was ook onverwacht onaangenaam verrast door een reeksje “bloopers” op het einde van het boek, waarbij personages zoals bij bloopers van een film of serie helemaal uit de wereld van de boeken treden. Dat voelde vreemd genoeg zeer vies aan.

Maar bon. We lezen verder. Ik heb dan maar de kogel door de kerk gejaagd en boek 6 tot en met 12 gekocht — wat moet een mens doen, newaar?

Progress report, trouwens: in boek één waren de levels van mensen “van hout naar koper naar ijzer naar jade naar ongelooflijk soms goud”; later blijkt dat er binnen goud lowgold, highgold en truegold is, en dat daarboven underlord/lady is, en daarboven nog niveaus. Het schaalt exponentieel of zo, denk ik, dus dat het gemakkelijker is om van jade naar lowgold te gaan dan van lowgold naar highgold en verder. Ook dat er bepaalde stappen zijn waar een mens zijn/haar lichaam moet aanpassen, en dat er ook soms wijzigingen aan het lichaam gebeuren (extra ledematen, zwarte ogen met rode pupillen, de kop van een krokodil krijgen).

In het begin was Lindon niets, op het einde van boek 5 zit hij aan de bovenste grens van highgold; in boek 6 moet hij (wegens redenen) underlord worden. En dan zitten we nog maar aan boek 6 van de 12. Ik kan haast niet anders dan bijna zeker zijn dat er een sciencefictionstuk aan moet komen, met alternatieve werelden en wie weet aliens en zo. Want nog zes boeken vol met alsmaar hogere levels kan ik mij moeilijk inbeelden.

Bang van mensen met een migratieachtergrond

Het was zover, deze namiddag: ik was een bange blanke man.

Bijna grappig, hoe ik geleidelijk écht een oude mens geworden ben: slecht te been, elke dag pillen nemen, niet meer zien in het donker, regelmatig naar het hospitaal, slecht zien in het algemeen, en speciaal voor deze week een oorontsteking waardoor ik alle hoor als ondergedompeld in een bad rijstpap.

Ik moest vannamiddag naar het lokale hospitaal voor Een Kleine Heelkundige Ingreep, Ambulant, Zonder Verdoving.

Ik op de velo, naar het hospitaal dat om de hoek ligt, een dikke 700 meter van mijn voordeur. In de buurt van het Sluizeken moet ik oversteken, en dan wat verder moet ik oversteken. En nu komt het: achter mij was een hele stoet aan het klaxonneren.

Geen erg, een huwelijk of zo, dacht ik — maar dan begonnen ze één voor één gevaarlijke maneuvers te doen. Maar serieus: optrekken tot gelijk 80 per uur over een afstand van 50 meter, met drie auto’s naast elkaar op een baanvak waar maar één auto zou mogen zijn, de bus voorbijvlammen terwijl er een tegenligger aankomt, uitwijken naar het fietspad en zelfs het plankier.

Het is lang geleden dat ik zo bang was op mijn fiets. Het had écht gekund dat ik aangereden werd.

Allemaal auto’s met custom nummerplaten, trouwens, genre “B-D-R” en “MHMD RZ” en dingen. Aardig jong. In centrum Gent. Onveilig. Brr.

Los laten

Er wordt iets gemaakt en het zou wel goed zijn als het dit ook zou kunnen.

Als het dat doet, dan wil dat zeggen dat er iets anders moet gebeuren en dan nog iets anders, en dat er dingen complexer worden — niet noodzakelijk voor een eindgebruiker maar wel intern.

Is dat een probleem? Baneent, niet echt.

Behalve dat het een goed idee is om zo weinig mogelijk speciale dingen te doen en zo veel mogelijk te doen met zo weinig mogelijk onderdelen.

Dus als we in de plaats van dit te doen nu eens dít zouden doen, dan is dat uiteindelijk bijna hetzelfde (zelfs al is het eigenlijk helemaal anders), maar kunnen we het ding maken met minder bewegende delen en géén uitzonderingen.

Hoe ouder ik word, hoe minder ik vecht voor dingen die in mijn ogen ideaal zouden zijn. Niet eenvoudig, iets zien en weten dat het nóg beter zou kunnen en dat het wellicht niet eens zo enorm veel meer werk is — maar dat het wel extra werk is, en dat dat in het grotere beeld soms niet ogoed is.

Zo simpel als mogelijk. Maar niet simpeler dan dat. Op alle vlakken.

Gelezen: Cradle #3, Blackflame

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2017, 370 blz.

Beter dan het tweede boek, en maar goed ook.

We blijven bij min of meer dezelfde concepten: Lindon en Yerin zijn minofmeer geadopteerd door sugar daddy Eithan, die ze zal optrainen tot beter dan wat ze nu zijn, aan de hand van nu en dan eens een deus ex machina (of magisch ding ex machina).

Het blijft ook wat knullig dat het een oosterse wereld is met alle bijhorende clichématigheden:

Though he was still a good thirty feet away, the Lowgold bodyguards raised their spears and stabbed in his direction. Six spearheads blazed white as they executed the Jai clan’s orthodox Striker technique: the Star Lance. Lines of finger- thin light blasted toward him, each sharp enough to drill through his skull, but his weapon was already spinning. He spun his spear in both hands, executing a technique of his own: the Serpent’s Shadow.

Jazeker, ‘t is helemaal de trope van Fantastic Fighting Style (waarschuwing TV Tropes link).

Maar uiteindelijk valt het allemaal mee. De hoofdopdracht in dit boek is dat Lindon sterk genoeg moet zijn om binnen een jaar te vechten tegen iemand die vele niveaus beter is dan hem.

En ondertussen is er Yerin die worstelt met de geest van haar overleden leermeester (en ook nog eens met een ander beest), en Eithan die de baas is van een machtige clan die in rivaliteit leeft met een andere clan, en op het hogere sciencefictionniveau begint er langzaam ook wat te beleven, en bovendien zitten er kleine kiemen romantiek en aanknopingspunten voor mysterieuze dingen in de toekomst.

Ik dacht na een paar tiental bladzijden we zijn vertrokken en de laatste pakweg honderd bladzijden vlogen voorbij.

Het beloofde gevecht kwam er trouwens niet, en ik kan mij inbeelden dat het er ook niet komt in het volgende boek, maar bon, zó erg is dat nu ook niet.

Gelezen: Cradle #4, Skysworn

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2017, 292 blz.

Onze held Lindon is gevangen genomen en moet binnenkort vechten. Maar dan komen er plots onvoorstelbaar krachtige slechte monsters in beeld: Dreadgods.

Zo groot als een berg, nietsontziend, meestal ergens in slaap maar heel soms worden ze wakker en dan gaan hele stukken wereld er aan: alleen Monarchs, mensen die het hoogste niveau bereikt hebben op Cradle, kunnen zelfs maar overwegen om ertegen te vechten. En van die monarchen zijn er maar een paar.

Het langverwachte duel komt er trouwens ook, en akkoord ‘t is een beetje een spoiler maar: ik was content dat Lindon niét won. En meer dan dat: dat hij zelfs zwaar verlies leed. Dat deed zijn personage deugd.

Nu nog hetzelfde doen voor andere personages.

Gelezen: Bloodshot v1-3

Vol. 1: Setting the World on Fire
Duane Swierczynski (tekst), Manuel Garcia & Arturo Lozzi (beeld)
Valiant, 2013, 112 blz.

Vol. 2: The Rise and the Fall
Duane Swierczynski (tekst), Manuel Garcia, Arturo Lozzi & Matthew Clark (beeld)
Valiant, 2013, 128 blz.

Vol. 3: Harbinger Wars
Duane Swierczynski (tekst), Barry Kitson & Stefano Gaudiano (beeld)
Valiant, 2013, 112 blz.

Marvel en DC hebben hun superhelden, die afhankelijk van het geval magisch zijn of technologisch of mutanten of gebeten door een spin of gebombardeerd geraakt door kosmische stralingen of watdanook.

Bij Valiant is het vaak minder fantasyachtig en meer sciencefictionachtig — in de zin van “het zou eventueeeeeeellll mogelijk kunnen zijn”. Ik geef ruiterlijk toe dat ik nog nooit van Bloodshot had gehoord. Ik had deze drie verzamelaars al een tijd liggen en ik dacht, ik ga dat eens lezen als ik toch op weekend ga.

In het begin van dit verhaal, Setting the World on Fire, is Bloodshot een mens die volgepompt is met nanobots en die minofmeer bestuurd wordt door Slechteriken. En dan besluit één van de slechteriken van gedacht te veranderen. Bloodshot, die bij elke missie een nieuwe valse achtergrond krijgt van een familie en kinderen waarvoor hij het zogezegd allemaal doet, beseft plots dat het allemaal leugens zijn.

Volgt geweld en vechten en wraak. Maar gelijk veel geweld en vechten. De nanobots kunnen zo ongeveer alles repareren dat er met zijn lichaam gedaan wordt, op voorwaarde dat hij genoeg proteïnen binnen kan spelen achteraf (dat wordt niet expliciet getoond, maar het is wel zwaar geïmplicieerd dat hij meestal koeien dooddoet en binnenspeelt).

Hij wil te weten komen wie hij eigenlijk écht is, en er is ook nog een missie om kinderen te redden, en het is allemaal echt wel goed. Tot er in Vol. 3 blijkbaar een crossover met een andere serie in kwam (Harbinger Wars, geen idee wat of hoe) en één personage gewoon euh stopt, gelijk gewoon weggaat met een valies geld. En ik ben helemaal gestopt in Vol. 4, want daar werd gelijk een nioeuw verhaal begonnen dat mij van ver nog van dicht interesseerde, en met veel te veel karakters die mij geen knijt boeiden.

Een interessant karakter, Bloodshot, waar ongetwijfeld veel meer mee te doen is. Misschien lees ik wel eens Jeff Lemire’s versie van Bloodshot.

Gelezen: Cradle #2, Soulsmith

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2016, 284 blz.

Ik krijg al meer een idee in welke richting het aan het uitdraaien is, denk ik. Het gebeurt gelijk wel sneller dan ik had verwacht: onze held Lindon heeft minofmeervrienschap gesloten met Yerin, een meer geavanceerde persoon — vrouwelijk, ik kan mij dus ook inbeelden dat er romance in de lucht hangt, misschien, binnen een paar boeken — en hij gaat in sneltempo van niveau niets naar koper naar uiteindelijk ijzer.

Ze komen ergens in de buurt van een piramide waarbinnen allemaal artefacten zitten, en krijgen ruzie met één factie die er is voor die artefacten, worden gedoogd door een andere factie, en sluiten samen ook minofmeervriendschap met een derde personage dat veels en veels te veel krachten heeft om géén speciale mens te zijn.

We komen ook redelijk snel te weten dat wat in het vorige boek nog enorrrrrmmm zelden was van niveau, goud, eigenlijk redelijk veel voorkomt in de wereld buiten het vivarium waar Lindon opgroeide, en dat er verschillende gradaties zijn, en enfin, ‘t ziet er dus naar uit dat het traditionele Progression Fantasy™ wordt met een inflatie van machten en krachten.

Sneller dan verwacht, zoals ik zei: Lindon heeft enorm veel geluk, doet allerlei shortcuts, en komt dan ook nog eens die derde kerel tegen die om de één of andere reden Lindon en Yerin’s sugar daddy wordt. Hierna nog tien boeken lijkt mij moeilijk vol te houden, qua inflatie bovenop inflatie.

Tenzij het plots van fantasy helemaal kantelt naar science fiction, natuurlijk. Dat zou ook kunnen.

Gelezen: Cradle #1, Unsouled

Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2016, 294 blz.

Ik had mijn vorige boek uit en ik was niet in de buurt van een computer maar ik had wel mijn Kindle bij, en ik dacht: ik kijk eens in wat ik ooit gekocht heb en niet gelezen. Ik kwam op een folder met een reeks boeken van Will Wight uit. Nee, geen idee waarom ik die ooit gekocht heb, en nog minder een idee waar het over gaat.

Maar ooit moet ik er geld voor uitgegeven hebben. Misschien omdat ik er een fantastische review van gelezen had, of omdat iemand het mij aangeraden had, of wie weet omdat er een gratis of enorm goedkope deal was ergens.

Ik heb er vijf boeken van staan. Ik heb net geleerd dat er twaalf boeken zijn. Ik ga niet beloven dat ik ze allemaal lees, we zien wel na die eerste paar.

‘t Is duidelijk voor tieners geschreven, maar dat moet de pret niet noodzakelijk drukken. Het hoofdpersonage, Wei Shi Lindon, is zo’n typische tiener waarvan zijn omgeving zegt dat hij niets waard is, en die ongetwijfeld in de loop van de boeken een superheld zal worden.

De wereld is een vallei tussen vier bergen, met mensen die vaag oosters zijn, met respect en buigen en “this one” in plaats van “I” en alles. Er zijn drie clans, al leven niet alle mensen in die clans. Er zijn ook een soort scholen op de bergen, waar zeer beloftevolle jeugd naartoe gaat.

Er is ook een soort magie op basis van Qi (maar ze noemen het anders, de naam ontglipt mij) en ook op basis van geschreven incantantaties. Kinderen doen een soort “sorting hat”-ceremonie en worden dan onderverdeeld in een paar classes die hun pad in het leven bepalen: aanvallers, verdedigers, makers, dat soort dingen. Ze doen dan ook skill levels, van van hout naar koper naar ijzer naar jade naar ongelooflijk soms goud.

Lindon is unsouled, ‘t is te zeggen dat de sorting hat (in casu een kom vloeistof) jaar na jaar niet reageert. Hij blijft dus rondlopen met een gouden medaille en hij mag geen pad volgen. Bummer.

En dan, uiteraard, verandert alles en begint hij aan zijn reis naar ongetwijfeld heldendom.

So far so ho hum — maar wat het al vanaf het allereerste begin een béétje anders maakt, is dat er een soort god- of engelachtig personage aan het woord is. Serieus, dit is het begin van het boek:

Information requested: the Spiritual Origin test of Sacred Valley.

Beginning report…

Twice a year, the clans of Sacred Valley test the spirits of their children. Boys and girls of six, seven, even eight summers line up before their clan’s elders.

Dus okay, goed, bon. We kunnen al veronderstellen dat wat als magied voorgesteld wordt misschien geen magie is maar op de één of andere manier technologie of simulatie. Dat de “Cradle” naam van de serie misschien verwijst naar een soort sandbox of dergelijke. En, wellicht, dat ons hoofdpersonage aan zijn terrarium zal ontsnappen en een confrontatie zal aangaan met de bouwers of onderhouders ervan.

Was het een goed boek? Ik heb geen klachten. Het hoofdpersonage heeft meer plot armour dan wat dan ook anders, natuurlijk, maar het verhaal was niet voorspelbaar en ging sneller vooruit dan ik had verwacht.

Ik lees verder, dus.