Ik heb al altijd gezegd dat ik eigenlijk heel graag les zou geven.

Gelijk, écht heel graag. Geen idee of ik op een lagere of middelbare school niet na tien minuten de klas uitgejouwd zou worden, maar ik zou het heel graag doen.

Er zijn weinig zaken die mij zo ontroerd en gelukkig kunnen maken als plots het licht zien aan gaan.

Kinderen van een paar maand die op één dag plots echt zien in plaats van gewoon te kijken — en die daardoor op letterlijk één dag van het equivalent van een comateus katje (schattig maar wat heb je eraan) tot een mens geworden zijn.

Kinderen op school die van letters ontcijferen naar woorden ontcijferen naar vlot lezen gaan. Of die van lijntjes op de notenbalk tellen naar muzieklezen naar muziek maken gaan.

Mensen die plots begrijpen hoe iets in mekaar zit dat ze misschien al jaren mechanisch uitvoeren zonder te weten waarom: dat licht, die aha!, die glimlach — onbetaalbaar.

Ik heb natuurlijk wel al opleidingen gegeven, in allerlei mogelijke contexten, van heel dichtbij of van veraf, formeel en informeel. En ik ben begot niet bang om voor mensen te spreken, wat zou ik. Maar voor een klaslokaal staan in het officieel onderwijs, dat heb ik nog nooit gedaan.

Ha! Niet langer! Binnen een paar weken doe ik een stukje masterclass over de rol van diepgaande studie van consumentengedrag en -attitudes voor de people-centred development van digitale media. Voor een stuk of vijftig studenten aan de universiteit.

Zo wijs, maat.