Had ik al ooit eens gezegd dat ik een ongelukkige mens ben als de zaken niet op hun normale plaats liggen?
Voorgeschiedenis: mijn portefeuille is weg. Verloren, gegauwdiefd, geen idee.
Eigenlijk kan het haast niet anders dan gegauwdiefd zijn, want ik weet dat ik hem dán had, en dán niet meer. En ik heb hem zéker niet laten liggen, dus hij moét wel uit mijn rugzak gediefd zijn.
Misschien terwijl ik op mijn aaitotsj naar aflevering drie van John Adams (van harte aangeraden trouwens, historische reeks over één van de founding fathers van den Ameriek) aan het kijken was op het perron van Gent-Sint-Pieters. Ik zou niet weten waar en hoe anders.
Dus dan maar na een uur of zo zoeken aangifte gedaan bij de NMBS, CardStop gebeld en al mijn kaarten (euh, twee, dus) laten blokkeren), plannen gemaakt om aangifte te gaan doen bij de plietsie.
…en dan blijkt dat mijn portefeuille wel degelijk in mijn rugzak zat toen ik thuiskwam, maar zich in de loop van gisteren laffelijk onder de laptoptas van Sandra had zien te migreren.
Op ongeveer vijftien centimeter van de rugzak die ik wel tien keer binnenste buiten gekeerd had.
Daar zit ongetwijfeld een les in, die ongetwijfeld verhaald kan worden op interfacedesign — iets van “als de mensen overtuigd zijn dat iets op één bepaalde plaats ligt en het er niet vinden, dan gaan ze overal gaan zoeken behalve op de plaats waar het misschien wel zou kunnen zitten”, of zo.
Of misschien wel een andere les, die ik mijn vader zo ongeveer om de andere dag hoorde zeggen toen ik klein was: dat het tijd wordt dat ik eens leer zoeken (de elventachtigste keer dat ik mijn schoolagenda niet vond terwijl hij gewoon onder een stapel papier lag). (Of die andere klassieker: dat als ik een beetje zou opkuisen dat ik de dingen wél zou terugvinden en wanneer gaat g’uw kamer nu eindelijk eens opruimen.)
Zucht. Plus ça change, plus ça reste la même chose.
Op het internet en zo zoeken, dat lukt mij ondertussen wel al hoor. En informatie organiseren in het abstract en in mijn hoofd en zo ook. ‘t Is dat voortecht zoeken en opruimen en zo dat niet altijd wilt gaan. (Waar ik dan ook gek van word, want in mijn hoofd is alles gerangschikt en geordend en heeft alles een plaats, maar in het echt is dat niet zo, aaaargh!)
Ah well.
Ondertussen is mijn kredietkaart en mijn bankkaart geblokkeerd. De bankkaart makt niet echt uit, de kredietkaart… Ach ja. Ik kende net mijn nummer ongeveer van buiten, na tien jaar of zo.
Er zit ook een positieve kant aan: zo vallen er ongetwijfeld een aantal verdoken permanente internetbetalingsopdrachten weg. Zoals die maandelijkse World of Warcraft-rekening, terwijl het al zeker zes maand geleden is dat ik er nog een voet gezet heb.
Elk nadeel hep zun voordeel.
(De titel, overigens, is de standaardreactie van Anna als er haar eventueel, mogelijks, misschien, wie weet, ook maar iets te verwijten zou kunnen zijn. Zoals: kinderen samen in de zetel, plots luid geroep omdat de zender van de televisie verzet is. Anna: “Ik heb dat niet gedaan!” Of zoals: Anna zit alleen aan tafel, niemand anders in de buurt, plots schervengerinkel en een bord op de grond. “Ik heb dat niet gedaan!”)
Reacties
5 reacties op “Ik heb dat niet gedaan!”
Copy, paste en mail naar het lief 🙂
Nuttig is: kopieën van al je documenten scannen en bewaren op pc, plus hard copies in een kast, plus een lijst met alle nummers van kaarten ea op pc of op verre schijf.
Ik heb exact datzelfde probleem intecht maar ook op de pc: als ik zoek naar een bepaalde functie in Office 2007 bv: ik zoek keer op keer op dezelfde plaats omdat ik vind dat dat daar thuis hoort, maar waar het eigenlijk ook kan zitten, neen, daar kijk ik niet want daar verwacht ik het niet.
“Leer ne keer zoeken” heb ik ook vaak gehoord als kind. Ik het net hetzelfde probleem als wat jij daar komt te beschrijven: mijn documenten, foto’s en muziek op pc en harde schijven zijn allemaal hypergeorganiseerd (ben daar al jàààren op het obsessieve af mee bezig), maar vraag me niet een factuur van vorige maand terug te vinden want ook al liggen ze allemaal op dezelfde plaats, die ene vind ik gegarandeerd niét. Gelukkig is mijn vrouw nét andersom.
Over de titel:
Ik herinner me twee kleine kinderen die chocolade uit de keukenkasten boven het kookvuur namen door op het aanrecht te klauteren…
En toen het uitkwam dat de chocolade weg was, in koor zeiden “wij hebben dat niet gedaan!”.
Maar met een sluwe twist: “Dat moeten dieven geweest zijn”
Naar mijn herrinnering is dat dievenverhaal maar één keer gebruikt, maar alla.
Chocolade uithalen, daarentegen, … : -)
Dat het van alle tijden is, dus…
kebbekikdaniegedaaaaaaaaaaaaaan!
Wat raar.Net zals iiedadsad