Zucht.
Jan wil niet gaan slapen. Hupla, geen excuses, naar bed! Gezaag, gedoe, maar uiteindelijk toch in bed. Een kwartier later: luid gekerm. Van dat gekerm dat er echt wel op wijst dat het niet gespeeld is. Gnnn. Niets aan te doen: buikpijn. Hij wil niet naar toilet, maar heeft om de paar minuten harde steken, en hij voelt zich misselijk.
Drie kwartier later: Louis naar bed, onder luid protest (“maar het is nog maar kwart voor negen” “ja, en ik zeg dat het tijd is om te gaan slapen” “maar ik ben nog bezig met een spelletje” “dat kan mij niet schelen”). Een kwartier daarna, Zelie, onder nóg veel luider protest (“maar Louis is nog maar een kwartier geleden gaan slapen” “ja, én?” “dat is niet eerlijk!“).
Geen kwartier daarna was het prijs. Uit de kamer van de jongens: papaaaa! Jan is aan het overgeven!
Zucht.
Er is weinig waar ik zo’n hekel aan heb als aan overgeefsel opkuisen.
Reacties
2 reacties op “Calling Ralph”
Ik versta perfect wat je bedoelt (maar je mag nog blij zijn dat ze niet bovenaan in een stapelbed slapen, want dat spreidt zo breed -zoals wij ooit mochten meemaken)
Inderdaad, verschrikkelijk.
Hier ooit meegemaakt – met rota virus – dat mijn zoontje zich vastklampte rond mijn hals en tegelijk mijn nek en rug onderkotste. Aaaargh.