De nuancering was op bij Jason Fried van 37signals, peins ik.

Op 15 oktober hield hij een TED talk op TEDxMidwest, twee weken geleden stond het al op CNN, vandaag ook op Jobat: het kantoor zou zogezegd de slechtste plaats zijn om te werken.

Allerlei mensen moeten samenkomen op één plaats om hun werk te doen. Bedrijven hebben een plaats, en die vullen ze met allerlei gerief — tafels, computers, stoelen, internettoegang, een frigo — en ze verwachten van hun werknemers dat ze daar naartoe komen om te werken.

Fried zegt dat hij al tien jaar vraagt waar mensen naartoe gaan om echt werk gedaan te krijgen. En dat het antwoord niet “het bureau” is, maar wel ofwel een plaats als “de keuken”, “de veranda”, ofwel een bewegende plaats zoals “de trein”, “de auto”, ofwel een tijd, zoals “vroeg ’s morgens”, “in de late namiddag”.

In een bureau is er geen werkdag, maar alleen maar werkmomenten: een kwartier hier, tien minuten daar, vijf minuten ginder. Stukjes werk met veel onderbrekingen, maar uiteindelijk op het einde van de dag: niet echt veel werk gedaan gekregen.

Oh, ik snap hem wel hoor: voor creatief werk moet men in the zone zitten. Ononderbroken. Het duurt een half uur eer men in the zone zit, en het duurt maar vijf seconden om er weer uit te komen. Eén vraag van een collega mag dan misschien wel maar een minuutje duren, het “kost” wel minimum een half uur om terug op een plaats te komen waar men in flow geraakt, en het werk vooruit gaat.

Fried maakt een degelijke vergelijking: werken is gelijk slapen. We beslissen niet om nú te slapen, we gaan slapen. Slapen is niet aan/uit, het is iets waar we naartoe werken — de lichten uit, de televisie uit (of net aan), in bed kruipen. En net zoals bij werken, zijn onderbrekingen nefast voor slapen: iemand die om het uur een minuutje wakker gemaakt wodt, heeft op het einde van de nacht niet goed geslapen, zelfs al heeft hij in totaal acht uur “geslapen”.

’t Is natuurlijk lang niet bij alle werk dat het zo is.

Ik kom naar het bureau om te werken. En ja, er zijn onderbrekingen. Onvrijwillige onderbreking, ’t is te zeggen onderbrekingen die ik niet zelf gekozen heb. Als er kinderen op de Playstation karaoke aan het doen zijn, bijvoorbeeld. Of als collega’s elkaar met Nerfpistolen beschieten. Of als de hond een piepconcert aanheft.

Ik kan daar tegen. In het allerslechtste geval zou ik mijn koptelefoon op kunnen zetten, of ergens apart gaan zitten. Of beslissen om thuis te werken.

(Als is in mijn geval is voortdurend thuis absoluut geen optie. Niet genoeg zelfdiscipline: dan word ik wakker om 9u, houd ik mezelf voor dat ik moet werken, beslis ik rond 9u30 dat het wel zal lukken als ik om 12u begin en wat langer doorwerk, begin ik om 12u eten klaar te maken, blijk ik om 13u05 gedaan te hebben met eten en zeg nu zelf, om vijf minuten na een uur kan toch niémand beginnen werken, wacht ik dus tot 14 om aan de computer te gaan zitten, doedel ik wat rond op het interwebs, blijkt dat het plots 17u is er kinderen thuiskomen, eten we, kijk ik naar het nieuws en naar nog wat televisieprogramma’s, en voor ge ’t weet is het middernacht en begin ik aan een nacht doorwerken.)

Nee dus, thuiswerken is geen optie. Het is ook geen optie omdat, vind ik, werk werk is en thuis thuis. Alles op zijn plaats en op zijn tijd: mijn huis, daar heeft mijn werkgever zeer weinig te zeggen. Het is niet dat mijn werk mij niet boeit of dat ik niet gepassioneerd ben, maar ik wil thuiskomen en niet meer aan het werk hoeven te denken. Ik doe de deur van het bureau open, en het werk is mijn eerste bekommernis. Ik doe de deur van thuis open, en het werk is zeer verre van mijn eerste bekommernis.

Jason Fried, om naar hem terug te keren, zegt dat de grootste problemen op het werk Managers en Meetings zijn. Al die plaatsen en omstandigheden waar mensen zeggen dat ze hun beste werk doen, weet Fried, zoals het vliegtuig en de veranda en laat ’s avonds en vroeg ’s morgens, hebben één ding gemeen: er zijn nooit Managers of Meetings. Fried:

Managers are basically people whose job it is to interrupt people. That’s pretty much what managers are for, they’re for interrupting people. They don’t really do the work, so they have to make sure everyone else is doing the work, and that’s why the interruptions.

Goed voor hem, en hij heeft recht op zijn opinie, maar ik vréés dat dat meer zegt over zijn Managers dan over wat dan ook anders. Of over hoe hij zelf een manager is. De eerste taak van een goeie manager is ervoor zorgen dat het bedrijf overleeft (of het project goed loopt, het departement zijn werk doet, whatever). En zo ongeveer het belangrijkste aspect daarvan is zorgen voor een omgeving waarin zijn mensen hun werk goed kunnen doen. Kuist de zooi op — geld, contracten, klanten, verkoop, whatever — waar een gewone werknemer niet mee in aanraking wil komen. Regelt, coördineert, faciliteert.

En ja, daar zit ook bij: ervoor zorgen dat hij genoeg op de hoogte is van hoe het zit met het werk (het project, het departement) en het werkvolk. Niet noodzakelijk van naaldje tot draadje volledig op de hoogte via rapporten of watnog, maar wel genoeg op de hoogte. Het efficiëntste, als je ervan uit kan gaan dat iedereen te goeder trouw is, is dan vaak om het gewoon even te vragen.

En dan komen we aan Fried’s volgende bête noire:

But what’s even worse is the thing that managers do most of all, which is: Meetings. And meetings are just toxic. It’s terrible. Poisonous things during the day at work. We all know this to be true, and you would never see a spontaneous meeting called by employees.

In Fried’s wereld roept de manager om de zoveel tijd met de megafoon op de werkvloer om dat iedereen moet stoppen met werken en naar zijn meeting moet komen.

Ik wil gerust aanvaarden dat er plaatsen zijn waar dat gebeurt. Maar in ’s hemelsnaam, om dat te veralgemenen? Een wereld waar alleen bazen een meeting bij elkaar roepen, waar meetings blijkbaar per definitie tijdsverlies zijn, waar blijkbaar per definitie elke meeting ook mensen bevat die er niet moeten zijn.

Meetings aren’t work. Meetings are places where you talk about things you’re supposed to do later.

Euh. ja. Spreken over dingen die we later gaan doen, en beslissen wie ze wanneer gaat doen, dat is ook werk, meneer Fried. Fijn voor hem dat hij op zo’n TED mag staan wentelen in aandacht, zelfs al is het “maar” een TEDx, maar ik zou toch wel ergens verwachten dat er een verhaal gebracht wodt dat een beetje met de realiteit verbonden is.

…maar goed, Fried gaat over naar Goede Raad. Wat kunnen managers doen om een kantoor beter te maken?

  1. No Talk Thursdays. Zoals vroeger wel eens Casual Fridays, maar dan één donderdag per maand. En in plaats van een dag niet in kostuum te komen, een halve dag niet praten. Euh. Seriously?
  2. Passieve communicatie. Geen gesprekken in ’t echt meer, maar email of chat. Dit is zo ongeveer het enige waar ik de mens kan volgen. Als ik niet wil gestoord worden, zet ik mijn email en mijn chat niet op, is de redenering dan.
  3. Zeg de volgende meeting af. Gewoon, zeg de meeting af. Yeah right. Ik ga ervan uit dat er alléén nuttig meetings zijn. Als er nutteloze meetings zijn, dan is er iets mis met de manager.

Ach ja. Een set meninkjes om snel te vergeten, denk ik. Ik vind het eigenlijk vooral jammer dat meneer Fried blijkbaar niet veel goede managers tegenkomt. Dat moet een ongelukkige mens zijn.

Ik heb deze week, wegens zieke zoon, twee halve dagen thuis gewerkt. En een dag in Nederland gezeten. En morgen zit ik in Brussel op een beurs. Verder heb ik op het bureau gezeten. Met collega’s die elkaar bestookten met Nerf-geweren. Met Gran Turismo 5 op de PlayStation. Met slechte muziek op de radio. Met stapels onderbrekingen. Met woensdag zelfs kinderen die karaoke deden (die klonk als een geslaagde imitatie van een koppel vuvuzela’s).

Maar ook met veel concentratie en redelijk efficiënt aan het werk. Met collega’s waar een beroep op gedaan kon worden, en met een paar meetings van twee of drie man als het nodig was. En vooral: met veel goesting en veel plezier.

Leve het bureau.



Reacties

8 reacties op “Leve het bureau”

  1. Hij heeft punten, maar die gaan verloren door te ver doorgedreven veralgemening (zoals je zelf aanhaalt).

    Zelf hou ik wel meer van het passieve soort manager dat dagelijks geupdate wordt maar niet om het uur aan je bureau staat (in de zone geraken, weetwel) — dat verkrijg je door vertrouwen, en goede afspraken.

    De passieve communicatie is ook een goede tip; en enkel meeting houden als het echt nodig is OF als het efficiënter is om iets mondeling te doen (e.g. brainstorm, kennismaking).

    Maar ja, zoals met het meeste business advies: het ligt nogal voor de hand.

  2. Wow, die mens werkt zeker als onderzoeker in een fysica domein, liefst in een groot lab. Voor de rest zou k graag zo een manager hebben als jij blijkbaar hebt Michel, moest k nog eens voor een baas werken.

  3. Ik kan niet klagen. 🙂

  4. Naar dezelfde gedachte maar toch anders: the four hour work week – Tim Ferris.

    Gelezen, besloten dat het overdreven was maar dat er misschien (zoals bij Jason) soms wel wat mogelijkheden inzitten.

  5. mijn bloeikes van kinderen hun eerste zangpogingen op de ps3 vergelijken met vuvuzelas … ge moet maar durven.

  6. Ach die jongens van 37s, ooit een web applicatie gemaakt en iets teveel eigen mening. Iedereen die zelf werk doet kan dit op waarde schatten.

    Voor de rest aardig voer voor beginners en obsessief compulsieve lifehackers die niets beters te doen hebben dan process-wankery. Ik zou zeggen laat hen en laat ons gewoon ons werk gedaan krijgen.

  7. Ik denk dat het er ergens tussenin ligt. Verplichte meetings per week van verplicht een uur en een half: geen hond die dat gelooft en ziet als werk. Meetings op tijd en stond als dat nodig geacht wordt: go.
    Zelfde voor de tijd, locatie en communicatie: begin vroeger of werk later door als je je daar goed bij voelt, maar thuis is thuis en werk werk en café café. Denk ik.
    Mara ik heb dan ook alleen nog maar boeken gelezen over hoe het kan.
    En mijn manager heeft het niet zo op vergaderingen… 🙂

  8. dit moet ergens zijn blijven hangen bij mij, want vannacht droomde ik dat ik bij jullie op het werk een seminarie volgde over het heuristisch Internet (wat dat ook moge zijn) en dat er ’s middags frieten met stoverij op het menu stond. Houd me op de hoogte als het zover is 🙂