Ik dacht: ik schrijf mij in voor zo’n cursus ’s avonds, dan heb ik nog eens een doel in het leven. 

’t Is niet zo evident als het klinkt, want de plaatsen zijn beperkt en het is een kwestie van er op tijd bij te zijn en zo. Ik had dat al een paar keer geprobeerd, maar ’t was dan altijd een paar uur te laat en geen plaats meer en wachtlijsten. 

Zorgvuldig gepland, dit jaar: websites, planningen, kaarten van trein- en busroutes, twintig keer gecheckt en gedubbelcheckt. (Dubbelgechecked?)

De trein op vanmorgen. Ruim op tijd. De bus, ruim op tijd. Eerste tegenslag: bus zit vol! Ack! Wachten op volgende bus!

Volgende bus genomen, ter plaatste de minuut dat de inschrijvingen beginnen: om tien uur stipt. Enfin, tien uur stipt aan de deur, vijf minuten later aan het lokaal waar de inschrijving is. 

Tiketje gekregen: nummer 699, en kijk: nu zijn ze bezig aan nummer 663. Ah ja, ze zijn tien minuten vroeger begonnen, en zelfs voor ze begonnen, stonden er al mensen binnen. Hoe? Geen idee, maar hey, zo is het: nummer 699.

Even wachten, dus. 

En dan komen er mensen bij, en nog mensen, en nog mensen. Nummer 672 blijkt een contingent van zes man te zijn, die zich allemaal samen gaan inschrijven.

Nummer 677 zijn twee mannenmensen. De oudere doet in slechte woordspelingen — hij wijst naar het ticket en dan: hebt g’hem? Euh nee, zegt de jongere. Allez, wat staat er? Het duurt een tijdje voor zijn jonge vriend er op komt: 677, zes zeven zeven, ze zevenen, ze zeveren

En ondertussen stijgt de nervositeit: zijn er nog wel plaatsen? Is het nog niet volzet? Iemand heeft al  nummer 823 gekregen.

Nummer 676 is er niet: misschien heeft hij of zij het opgegeven. Nummer 681 en 682 zijn er ook niet meer. We zijn een uur later. Nummer 686 is bezig, en dan plots besluit de iTunes op de computer met het nummerscherm dat het een nieuwe versie nodig heeft, en kunnen we niet meer zien welk nummer het is.

Een meneer voor mij doet luidruchtige gsm-gesprekkken, hij klinkt aannemer-achtig. ’t Schijnt dat ik mij niet mag opwinden over mensen die te luid spreken aan de telefoon, dus ik doe mijn best om dat niet te doen. Zonder veel succes: serieus, hoe is dat mogelijk, zo luid spreken in publiek?

Er wordt meer en meer gefluisterd over wachtlijsten, en de mensen die nu nog toekomen, nemen niet eens meer een nummer. 

Nummer 688, 689, 690, 691. De computer toont weer getallen. De meneer met nummer 800-en-nog-iets stelt vragen aan een kleine mevrouw die veel autoriteit uitstraalt: of ze eigenlijk niet beter hadden voorzien dat er getoond zou worden hoeveel plaatsen er nog voor wat waren. Ik denk vooral aargh don’t make a fuss don’t make a fuss.

692? Geen 692. 693? Geen 693. Het wachtlokaal loopt leeg. Links zitten een moeder en haar dochter, of een tante en haar nicht, zeer misschien twee collega’s. Ze willen absoluut naar die cursus, maar ze zitten er serieus mee in dat er geen plaats meer zal zijn. 

De computer zegt 696. Een meisje dat zich net aan het inschrijven is, komt snel terug en doet met twee duimen in de lucht “er zijn nog plaatsen!” tegen de mensen links. Ze stralen: “oef” en “ziede wel?”.

697 is er niet meer, 698, 699: op het schavot.

De vriendelijke mevrouw aan de inschrijvingstafel vraagt waar ik precies voor kom, ik leg het uit. 

Zeker dat er nog plaats is. Eéntje maandag, en ééntje donderdag. Euh okay… maandag, dan maar. En net op dat moment vraagt meneer 698 achter mij of hij zijn dochter ook nog kan inschrijven op dezelfde dag als hem. Dat kon, zei zijn inschrijvingsmevrouw. Er is nog net één plaats vrij op maandag. Euh neen, zegt mijn mevrouw, maandag is volzet, meneer hier heeft juist de laatste plaats… 

Ik zit er zo niet mee in, dus ik verzet dan maar naar donderdag.

En dat was dus de aller-allerlaatste plaats van de hele cursus. 



Reacties

2 reacties op “Nummer 699”

  1. En als je denkt dat we nu gaan vragen voor welke cursus, no way!

  2. Ik moet het al niet meer weten! Nah!