Journalist Joshua Foer gaat naar een geheugenwedstrijd, zo’n evenement waar mensen de volledige volgorde van een pak kaarten van buiten leren, of duizend getallen na elkaar, of allerlei details over een hele stapel mensen.
Hij geraakt erdoor geïntrigeerd en maakt kennis met een aantal van de mededingers. Die vertellen hem allemaal dat zo ongeveer iedereen kan doen wat zij doen, en dat ze echt niet superintelligent of autistisch of zo zijn.
Waarop Foer beslist om het ook te proberen.
De “truuk” is duizenden jaren oud en doodeenvoudig: maak beelden van de dingen die moeten onthouden worden, liefst zo absurd mogelijk, en plaats ze ergens in een ‘geheugenpaleis’. Om de te onthouden dingen te weten te komen: loop het geheugenpaleis af en zie de dingen gewoon voor u staan.
Een voorbeeld. Om de woorden muis en lamp te onthouden, maak ik een verhaal dat bijvoorbeeld zo gaat. Ik sta aan de ingangsdeur van mijn huis (mijn echt huis, dat ik mij dus heel erg levendig kan inbeelden), en in plaats van een klink zit er een roze muis aan de deur. Als ik ze vastneem om de deur open te doen, voelt ze zacht en warm aan, en piept ze alsof ze vermoord wordt. Ik doe de deur open en ik loop voorbij het wc. Door de open deur zie ik een lamp, zo eentje van het model Luxo Jr, op het toilet zitten, hard scheten aan het laten. Als ik nog dertig woorden erna moet onthouden, maak ik nog dertig taferelen.
En ja, dat lukt. Plastische beelden, die in uw hoofd blijven zitten, vastgehamerd op een locatie die u bekend is: mensen zijn gebouwd om dergelijke dingen te onthouden.
Al de rest zijn details, van de methode: begin met elk getal een beeld te geven, en iets als 1873159429720546 is te onthouden als een wandeltocht door de wijk, bijvoorbeeld, met 16 objecten op 16 plaatsen in een duidelijke volgorde, bijvoorbeeld in elk deurgat één. Geef elke combinatie van twee cijfers een beeld, en het wordt 18-73-15-94-29-72-05-46 en het zijn maar 8 zaken meer.
Of doe combinaties: zoek 100 van elkaar onderscheiden onderwerpen (Einstein, de hond van de buren, uw blauwe teddybeer, Armand Pien) en 100 acties (moonwalken, eten, valschermspringen, snorkelen), en hop — elk getal van 0 tot 9999 heeft één duidelijk en onvergetelijk beeld. Dan is 1873-1594-2972-0546 bijvoorbeeld Einstein aan het moonwalken aan de voordeur, de hond van de buren aan het eten in het toilet, uw blauwe teddybeer die met een valscherm van de trap springt, een minuscule Armand Pien aan het snorkelen in de pompbak.
Een vreemd boek, Moonwalking with Einstein. Het leest als een lang artikel over de Foer en zijn belevenissen tussen die eerste keer dat hij het kampioenschap meemaakt, en het jaar erna, als hij van plan was om ook mee te doen; met tussen de verschillende episodes stukken over het geheugen, de gebruikte methodes, portretten van mensen zonder of juist met een heel goed geheugen.
Aangenaam, daar niet van. Snel uit, relaxerend op een fuck wij zitten écht raar in mekaar-manier, wat licht anders bekeken ook wel eens “verontrustend op een fuck wij zitten écht raar in mekaar-manier” zou kunnen zijn.