Serieus waar: ik ben echt content van het hospitaal. Misschien dat ik geluk heb, maar de mensen zijn hier zonder uitzondering fantastisch.
Ik hoop dat ik over het algemeen geen lastige patiënt bent, maar zelfs met de moeilijke mensen: iedereen blijft rustig, iedereen heeft gelijk engelengeduld. Zoals bij de oude meneer in de kamer rechttegenover mij, die suikerziekte heeft en met denk ik iets viraals in zijn buik opgenomen moet geweest zijn. Die niet kan lezen (geen idee of hij blind of analfabeet is), en die alles tien keer na elkaar uitgelegd krijgt, onvermoeibaar, tot hij het van buiten kan opzeggen. En die nu al een kwartier aan een stuk uitgelegd wordt dat hij drié boterhammen van 50 g moet eten ’s morgens, maar die zegt dat hij soms wat minder honger heeft en dat het er dan twee worden, wat niet in orde is omdat hij nogal schommelachtig is, en dat hij dan eventueel wat minder zou moeten spuiten.
(Terloops trouwens: miljaar ik ben content dat ik geen diabetes heb.) (Euh, en ik moet daar “Hout vasthouden” aan toevoegen, vermoed ik.)
Voortvanderest is het hier allemaal wel in orde, denk ik. Het doet allemaal niet enorm veel pijn, en ik heb een volledig nieuw gevoel in mijn arm: ik kan letterlijk het bloed voelen en horen ruisen. Ik mag van de dokter nooit meer spannende kledij mag dragen aan die arm (waar ik niet mee in zit), maar begot ook geen uurwerk meer (bleh).
Nu is het wachten op de nefroloog, om te zien of ik naar huis mag. Ik vermoed dat het allemaal geen probleem zal zijn: geen koorts, bloeddruk in orde, zo op het eerste zicht denk ik geen ontsteking, doorbloeding denk ik OK, bla die bla. Ik heb alvast mijn gewone kleren weer aangetrokken.
…eeeennnnn ’t zal in orde zijn. Gewoon nog een drain uittrekken en dan mag ik naar huis (enfin ja, naar mijn werk). Hoera!