De dag vandaag is gisteren begonnen. ’t Is te zeggen, het was maandag quiz (derde geworden, poule gewonnen, relatief goed dus), en dan ben ik blijven zitten babbelen en voor ge het wist, was het twintig voor vijf ’s ochtends voor ik in slaap viel.

Het deed een béétje pijn, vanmorgen opstaan en de trein naar het werk pakken.

MAAR!

Schets mijn verbazing toen ik het stampvolle metrostel betrad!

Voor de allereerste keer in mijn leven!

Ik stond recht wegens dus stampensvol, en toen deed een jong meisje met een hoofddoek dat neerzat naar mij van “zet u maar meneer”. Ik natuurlijk “neenee, ’t is in orde, blijf maar zitten”, maar zij “neenee, zet u maar meneer, ziet ik sta al recht”. (Ze is nog vijf haltes blijven rechtstaan, de vriendelijke dutsin.)

Ouder worden meneer, ik kan het iedereen aanraden.

En dan was het babbelen over informatiearchitectuur en dan dan eten en dan werken en dan naar huis gaan. De examens waren vandaag goed, verzekeren de kinders mij. Zelie heeft iets geprobeerd met paars in haar haar. En Louis heeft zijn Kindle kapot gemaakt, en ik ga er hem géén nieuwe kopen, het zal van zijn spaargeld mogen komen.

En dan besefte ik dat ik gedimme eten moest maken voor de kinders die hier rondhingen wegens Sandra naar de kookles in Brugge.

Toevalligerwijs had ik subzero goesting maar MEESTARPLAAN! ! Ik ben de diepvries ingedoken en ik heb er vier hespenrollen uitgehaald en een portie lasagna en een dubbele portie ballen in tomatensaus, die ik aangelengd heb met de overschot van de passata van de pizza van dit weekend en wat room en sriracha wegens sriracha.

En zo heeft iedereen gegeten en zijn we weer een dag verder hoezee. Ik denk dat ik eens naar mijn bed trek.

Einde.

(Maar eerst nog wat tjoetjoep kijken.)