Ik dacht, ik lees eens iets dat ik anders niet zou lezen: een western.
Wel.
Wat een boek.
Wat een personages. Het is zó goed dat ik geen zin heb om het vervolg of de prequels van te lezen (die allebei bestaan), zo perfect is het verhaal.
In het begin van het boek komen we Captain Augustus “Gus” McCrae en Captain Woodrow F. Call tegen, twee ex-Texas Rangers, die in Lonesome Dove, een vergeten Texaans gat aan de Mexicaanse grens, het Hat Creek Cattle Company and Livery Emporium uitbaten. Ze wonen samen Pea Eye Parker (vroeger hun korporaal, nu smid), met Deets (zwart, ook een voormalige Ranger) en met de 17-jarige Newt Dobbs (bijna zeker de zoon van Call, maar hij wil het aan niemand en zelfs niet aan zichzelf toegeven). Ze hebben ook Bolivar, een ex-Mexicaanse bandiet, in dienst als kok.
In het dorp Lonesome Dove is het meest opvallende personage de beeldschone Lorena Wood, de enige prostituee van het dorp. (Niet dat ze het enige memorabele personage is, want élk personage is memorabel in dit boek, van de meest tot de minst belangrijke — zelfs een personage dat het hele verhaal breindood in een coma doorbrengt, is niet tweedimensionaal).
Komt op een dag Jake Spoon toe, nog een voormalige Ranger, die per ongeluk een tandarts doodgeschoten heeft en op de vlucht is. Hij heeft het terloops over Montana, dat hij omschrijft als het beloofde land om een ranch te starten, en geeft zo Call het idee om met een kudde koeien de meer dan tweeduizend kilometer naar Montana mee af te leggen.
Gus McCrae ziet het in eerste instantie niet zitten, maar als hij beseft dat ze zullen passeren langs de plaats waar Clara Allen (de liefde van zijn leven, die hem bijna twintig jaar geleden heeft laten staan voor en saaie paardenverkoper) woont, geeft hij toe.
Ze verzamelen een troep cowboys (onder meer de Ierse broers Sean en Allen O’Brien, de pianist van het saloon Lippy Jones, en een hele reeks anderen — Dishwater “Dish” Boggett, Jimmy en Ben Rainey, Soupy Jones, Needle Nelson, Bill en Pete Spettle, Jasper Fant, Bert Borum) en ze zetten aan. Later vissen ze nog Po Campo als kok op, en geloof het of niet: elk van die personages zie ik zó voor mij.
De tandarts die doodgeschoten was, ws de broer van de sheriff, July Johnson. Die in een liefdeloos huwelijk zit met Elmira, een voormalige prostituee die eigenlijk terug wil naar haar ex-geliefde. Johnson zet aan om Spoon te vatten en neemt Joe mee, de zoon van Elmira (waar ze al heel zijn twaalf jaar absoluut niet in geïnteresseerd is). Het moment dat hij vertrekt, neemt Elmira de benen — en zet Roscoe Brown, de hulpsheriff, aan om July Johnson terug te halen.
Jake Spoon, die de aanleiding was voor de hele reis naar Montana, heeft geen zin om mee te doen, maar overtuigt Lorena Woods wel om met hem mee te gaan. Zij denkt/hoopt dat ze naar San Francisco zullen gaan en overtuigt hem ervan om minstens een tijdje lang mee te gaan met Call en McCrae en hun bende.
…en dat is zo’n beetje de setup.
In totaal een kleine duizend pagina’s, met niets menselijks dat hen vreemd is, en liefde, dood, verdriet, leven, melancholie, avontuur, en alles daartussen.
Ik vond het een ongelooflijk goed boek.