Tadzing, ’t is prijs: Juliette en Warner zijn een item.

Ik ga niet overdrijven en zeggen dat er enorm veel gebeurde in dit boek. Het was op geen tijd uit, dat wel.

En het was marginaal beter dan de vorige boeken. Al zijn de plot twists soms echt wel zeer hard bij het haar getrokken. Voorbeeld: Warner was overduidelijk een Schlechterik, met minstens een aantal dingen die moeilijk te vergeven zouden zijn, ongeacht de omstandigheden.

Eén van die dingen was dat hij Juliette in een soort Saw-achtige martelkamer opgesloten had, en er dan een baby in gedumpt had. Ze had geen andere keuze dan die baby aan te raken om hem buiten gevaar te houden. En dat was net één van haar grootste trauma’s: dat ze ooit, om goed te doen, een baby had opgepakt die omver gevallen was — en dat ze te laat besefte dat ze hem daarmee ook zou dood maken.

Blijkt nu dat het helemaal niet écht was, maar enkel een simulatie. Uh huh. Magische technologie, die meer realistisch is dan Star Trek’s holodeck. En ook: dat hij helemaal niet wist wat Juliette aan het meemaken was. Tja.

Okay, tot daar nog.

Maar een ander ding dat hij deed, was dat hij Adam aan een vleeshaak opgehangen had in een hermetisch gesloten stalen doos. Om het te laten creperen, dus. Daar wordt even over gesproken, maar zeer zeer snel overheen gegaan.

Adam, daarentegen, blijkt eigenlijk niet alleen verliefd geweest te zijn op een Juliette die eigenlijk alleen maar in zijn eigen hoofd bestaat — hij blijkt gewoon een 100% smerige klootzak te zijn. Dat eerste, daar ben ik mee. Dat tweede: een beetje des Guten zuviel.

Maar bon. Dit is boek 5 van de 10. De helft is gedaan, de helft moet nog komen. Ik ga nu niet meer stoppen. Hoezee de sunk cost fallacy!