Geen horror zoals in een slasherfilm, maar vignetten van het leven waar alles verkeerd is, dat is wat ik tegenwoordig om de paar maand eens heb als nachtmerrie waar ik dan niet meer can kan slapen.

Vannacht was het dat ik weer leefde bij mijn ouders — een oudere mens zoals ik heeft op den duur alsmaar meer overleden familie, dus het was met mijn overleden vader, moeder en broer. Normaal gezien heb ik slechte dromen van dat genre maar met één van de drie, maar nu dus alledrie.

De situatie was dat ik het gras ging afrijden naast het huis, dat ik de tweetakt grasmachine in gang wou steken en dat dat niet ging, gelijk. En op de een of andere reden was er ook een vos die daar leefde, en die deed al even weinig als de grasmachine. De grasmachine, waar de brandstof ondertussen op straat aan het gutsen was.

En dan besefte ik dat de vos aan het doodgaan was — juist zoals ik dat besefte van onze kat, een paar maand geleden.

Ik ga dat zeggen aan de rest van het gezin, en zie dat mijn moeder in den duik een sigaret aan het roken is in bed, onder het deken.

Ik ga weer naar buiten, naar de vos die een geliefd beest was dat we al jaren kenden, en ik zie dat hij nu helemaal dood is, zonder vacht. Of nee, niét helemaal dood: als ik het lichaam beweeg, zie ik dat zijn achterpoten, waar ondertussen de onderpoten van afgevallen zijn, nog wat bewegen.

En dan besef ik dat ik, bij het in gang trekken van de machine, wellicht de nafte in brand heb gestoken en dat de vos in onzichtbare vlammen is terechtgekomen en dat hij nu nog aan het doodbranden is — vandaar dat hij geen vacht neer heeft. Hij blijft sterven.

Het is 3u19. Ik denk dat ik maar eens een boek lees in bed, nu.