Oh man… hebt ge dat soms, zo van die situaties waar het lijkt alsof het erg is, maar dan wordt het nog wat erger, en nog wat erger, en nog, en nog? Zo van die slow train wrecks, van die clusterfucks, van die kronieken van aangekondigde accidenten, die men van enigte mijlen afstand ziet gebeuren en dat schijnbaar niets ze kan verhinderen?

En dat zelfs in zo’n rampologische toestanden, als het lijkt alsof het nu écht niet veel erger kan worden, er dan nóg iets gebeurt? Tot er eigenlijk niet veel anders aan te doen is dan met een leeg gevoel in het middenrif er mee te lachen?

Ach, een mens troost zich dan dat er maar twee uitkomsten zijn: ofwel ontploft het helemaal (niet veel kans toe in deze), ofwel hangt wie achterblijft om de miserie op te kuisen, veel vaster aan mekaar dan ooit. Binnen een maand of zo kunnen we er allemaal om lachen, denk ik dan.

Tot zover deze cryptische boodschap.

En dan verdiep ik me bij deze verder in een PowerPoint voor deze namiddag. Had ik al gezegd dat PowerPoint eigenlijk een bijzonder fijn programma is, trouwens?



Reacties

Eén reactie op “Ad astra”

  1. Amai, je verwoordt hier echt het gevoel waar ik al een aantal weken mee rondloop, en dan plots, vanmorgen, merk ik dat niemand minder dan James Gosling over mij geblogd heeft. (Hij vindt mijn boek goed! Hij vindt mijn boek goed!)
    Of hoe de diepste ellende soms kan doorbroken kan worden door het opperste geluk.
    Maar dan zegt de collega waar je je geluk mee wil delen: wie is James Gosling? En dan zak je terug meters diep in de grond natuurlijk. Waarom? Waarom?