Het was vandaag functioneringsgesprek op het werk. Enfin nee, geen functioneringsgesprek, dat klinkt akelig. Gewoon, gesprek. Er zijn op het werk twee partners en er is voor iedereen op het werk elke maand een half uurtje gesprek met één van de twee. En om de zoveel tijd wisselt het met dewelke, en om de zoveel tijd is het met de twee, en er is een structuur, en er is een lijst van dingen waar ge goed of minder goed in zijt, en waar ge nu staat en waar ge wilt geraken, en allerlei.

Ik ben er natuurlijk nog maar anderhalve week, maar tegelijkertijd ben ik er eigenlijk ook al een aantal jaar: in 2006 was ik er al eens gaan werken, namelijk.

En dat doet dus heel erg raar. Vanalles is veranderd, maar vanalles is ook niét veranderd.

Het laatste grote project dat ik er deed vóór ik er in 2010 wegging was het ontwerpen van de nieuwe productpagina’s van Sony (en al met al zijn die niet zó heel veel anders dan toen). Dat was toen een groot aantal dagen per week werken in Zaventem, samen met fijne collega Johan.

Toen ik vorige maandag toekwam, was het eerste werk zoeken naar een plaats. Er was er eentje op overschot in een ruimte, en wat graadt gij? Ik deel het bureau met Johan.

En dat doet dus dubbel heel erg raar. Want het lijkt alsof het geen acht jaar maar acht weken was. En tegelijkertijd zijn onze kinderen allemaal acht jaar ouder geworden en dat is niét niets — Zelie is van het vierde leerjaar naar afgestudeerd gegaan, om maar iets te zeggen.

En die routine: haja. Deze week ben ik maandag naar huis gegaan met mijn brooddoos nog op mijn bureau (en dus dinsdag boterhammen in vershoudfolie). En dinsdag was ik naar huis met de sleutels van mijn fietsslot nog op mijn bureau (en dus te voet van en naar het station). ’t Is nog een beetje gewoon worden. Maar het gaat wel griezelig snel, dat gewoon worden.

(Zoals bijvoorbeeld dat ik om dit te posten ctrl-Enter deed — het is weer Outlook gebruiken op het werk, na acht jaar geen Outlook open gedaan te hebben, en ctrl-Enter om te versturen zit nú al weer in mijn muscle memory. Zeker nu ik heb ontdekt dat het in Gmail ook werkt.)