• UNDER CONSTRUCTION

    Ik heb ondertussen de laatste weken en maanden een aantal nieuwe websites gemaakt helemaal met de hand zijn, low tech, geen frameworkgedoe noch javascript noch css.

    Ik vind dat wijs, zo’n beetje luddiet zijn. (Een beetje maar, want ik deploy mijn gerief naar een firebase-platform, editeer het met VS Code dat eigenlijk een website-in-een toepassing is, en houd alles ook bij op Github en alles.)

    Niet dat ik zo ver wil gaan om te doen wat deze mens bijvoorbeeld doet, want wat hij als “dit is hoe ze het vroeger deden ha ha kijk eens hoe stom” voorhoudt, is niet hoe serieuze mensen websites maakten in de tijd. Pagina’s vol dansende baby’s en headbangende Beavissen en Butt-Heads, dat werd alleen gedaan op dingen zoals Geocities, waar het vulgum pecus zich uitleefde.

    (En hoe hard mis ik dat, eigenlijk, mensen die gewoon uit liefhebberij pagina’s aanmaakten over hun huisdier, macramé, de Griekse oudheid, verbouwtechnieken, gelijk wat — in plaats van gelijk nu opinie-ejaculaties of foto’s met twintig hashtags op een voorgekauwd platform te zetten, maar bon, oude zaag schudt vuist naar jeugd, ik weet het.)

    ’t Is niet allemaal verkeerd wat daar staat natuurlijk:

    • Ik herinner mij levendig de discussies in 1996 met grote klanten of wede site voor 800 pixels breed dan wel 1024 pixels breed zouden maken.
    • Jawel, ik heb ook titels gemaakt in afbeeldingen:
    • sIFR heb ik mij nooit mee bezig gehouden, maar ik herinner me wel de miserie met de FOUT in de vroege dagen van CSS.
    • Er is niets mis met <table> als het goed gebruikt is. Het is zeker niet veel beter dan de <div>-en-clearfix-hel waar we vaak in zaten vóór flexbox en grid het leven eindelijk gemakkelijker maakten. (Die mens is trouwens de ergste viezigheid van het layout-met-<table>s-tijdperk vergeten: 1×1-afbeeldingen om alles te spatiëren!)
    • Flash was magisch. Ongelooflijk snel, en ongelooflijk krachtig, en ongelooflijk eenvoudig om ongelooflijk indrukwekkende dingen mee te maken. En door de combinatie van overal aanwezig te zijn en noodgedwongen toegang te hebben tot zeer low-level dingen van de computer was het ook een ahem problematisch ding, ja. Dat ook.
    • Er zijn niet zo enorm veel sitemaps meer tegenwoordig, da’s waar. Wellicht omdat we tegenwoordig betere navigatiepatronen hebben. Of zouden moeten hebben.
    • Guestbooks zijn ook verdwenen, of beter: ze zijn veralgemeend overal aanwezig. Facebook is niet veel meer dan één groot guestbook.
    • GIF-animaties zouden van vroeger zijn? Ha, ze zijn nog altijd overal, animated gifs.

    …maar als er één ding is dat er vroeger wél was en tegenwoordig niet meer, is het wel een “under construction” notice.

    Het is daar een beetje mee zoals de verschillende vormen van online chat tegenwoordig: vroeger was dat een activiteit waar een mens zich voor neerzette, om het dan een tijdje te doen en er dan weer mee op te houden. Vandaar ook dat er op het einde van een gesprek “ttyl” of “gtg” of een andere manier om salut te zeggen was. En dat als een mens naar het wc ging of naar de frigo om iets te drinken te pakken, dat we “brb” zeiden of iets in die zin.

    Tegenwoordig is met elkaar spreken via een netwerk geen speciale aparte modus meer, maar voeren we allemaal eindeloze gesprekken met tientallen gesprekspartners, soms in real time, maar even vaak asynchroon. Er is niets vreemds aan een gesprek dat zich over de loop van uren of dagen afspeelt, en ’t is maar heel zelden dat mensen een gesprek echt formeel afsluiten.

    …maar “under construction” dus. We gingen er vroeger van uit dat een website, of tenminsten een onderdeel van een website, een beetje gelijk een bouwwerf was: er is een moment dat het klaar is, maar vóór het klaar is, is het “in opbouw”.

    Ik denk dat “under construction” min of meer is beginnen verdwijnen is met het opkomen van weblogs, pakweg in 1998: een weblog was duidelijk een ongoing conversation en geen boek dat op een bepaald moment afgesloten was.

    …maar ik vind het wel zijn charme hebben. En dus heb ik op een paar van mijn statische websites een under construction-ding gezet. En ’t is toch wel wreed hoe de zaken veranderd zijn, dat dat tegenwoordig niet meer is dan  <div class="construction">Under construction</div> zetten en daar dan wat css op te plooien:

    Under construction

    De breedte op 100% zetten, de tekst horizontaal en vertikaal centreren, ervoor zorgen dat de lijnhoogte hetzelfde is als de dooshoogte, een herhalende linear gradient erop zetten die -45° gedraaid en afwisselend geel en zwart is, witte letters met wat extra spatiëring en in hoofdletters, en dan een hele stapel schaduw op die letter om te doen alsof er een lijn rond staat. De wereld is magisch.

  • Verkeerd verbonden

    Dat was raar. We kregen op het werk een boodschap via het websitecontactformulier: iemand die vroeg of hij eens met iemand kon spreken, over beroepskeuzes en hoe UX/UI en ander design daar zou kunnen in passen.

    Ik spreek wel eens graag met mensen, dus ik zei dat ik hem wel zou opbellen als mijn vergadering er op zat.

    Vergadering was gedaan (spannend, ’t was een website verzetten van één adres naar een ander, dat kan altijd op interessante en onverwachte manieren fout lopen), ik neem mijn telefoon, ik bel.

    Een Franstalige stem neemt op. Qu’à cela ne tienne, ik stel mezelf beleefd voor en vraag of Vincent (de mens die ik zou spreken) er was.

    Ik kreeg een antwoord waar ik niéts van begreep. Maar serieus: een klankenbrij waar kop, staart noch watdanook anders aan te knopen was.

    Ik herhaal mijn vraag, of ik Vincent kan spreken.

    Stem aan de andere kant wordt zeer boos. Ik vraag om trager en duidelijker te spreken. Stem aan de andere kant wordt hysterisch kwaad. Ik begrijp half dat mij gevraagd wordt waarom ik bel.

    Ik verontschuldig mij, zeg dat het een verkeerd nummer zal zijn, en leg af.

    Ik kijk naar het nummer dat ik belde op mijn telefoon, zie 0473 39 9x xx staan, herlees het nummer in de mail en zie daar 339.xxx staan, bedenk “oh damn, ik heb 399 in de plaats van 339 gedraaid”.

    Ik ben opnieuw, krijg dezelfde persoon aan de lijn. Die zelfs niet wacht tot ik iets zegt om te beginnen krijsen. Ik begrijp er weer geen snars van, vraag om alstublieft minder snel en duidelijker te spreken. Ik begrijp het nog maar half, maar plots begint de persoon aan de andere kant iets als een mantra te herhalen, en hoor plots dat hij een naam en voornaam wil. Ik zeg de naam die ik probeer te telefoneren, de persoon aan de andere kant wordt nog kwader en blijft een naam en voornaam vragen.

    W e i r d .

    Ik heb er mij zo snel als mogelijk van af gemaakt, gezegd dat het een eerlijke vergissing was, dat ik een nummer had gedraaid maar dat ik dacht dat ik een verkeerd nummer had gedraaid en dan een tweede nummer dacht te draaien, maar dat het hetzelfde nummer was en dus nog altijd verkeerd was (0473 39 9x xx en 0473 399 xxx, het kan iedereen overkomen) en sorry maar salut, ik zal die mens wel een mail sturen salut daag merci tchauwkes merci daaag.

    *
    * *

    Die Vincent een mail gestuurd dat zijn nummer wellicht verkeerd stond in de mail en dat hij mij kon bellen.

    Tien seconden later, telefoon. Ik heb zelfs geen tijd om hallo te zeggen: ’t is de vreemde meneer waarmee ik verkeerd verbonden was. Die mij weer een gezinsverpakking lettergrepen toekrijst waar ik niets van begrijp. Ik leg nog eens, zeer traag en duidelijk uit wat er gebeurde: eerlijke vergissing, nummer gekregen, nummer gebeld, dacht ik fout gebeld had en nummer opnieuw gebeld, duidelijk geworden dat het nummer zelf fout was einde verhaal.

    Niét einde verhaal voor de mens aan de andere kant van de lijn. Dat hij wist wat mijn nummer was. Dat hij eiste dat ik zijn nummer zou verwijderen. Dat hij mijn naam en voornaam wou. Dat hij klacht zou neerleggen. Dat hij het allemaal niet vertrouwt. Dat ik anders nooit twee keer zou bellen. Dat hij NU mijn naam en voornaam wou omdat hij naar de politie zou gaan.

    Zucht. Ik heb het een laatste keer vriendelijk uitgelegd en dan zonder veel pardon afgelegd.

    Een minuut later belt die persoon mij wéér op.

    Dan heb ik mij wél kwaad gemaakt. Serieus. Wat voor manieren zijn dat nu?

    (Eén van de 9’s moest een 6 zijn, in het telefoonnummer, blijkbaar, trouwens.)

  • Te lang wegens geen tijd

    Ik moest een stukje schrijven voor een newsletter op het werk, en het was mijn vaste overtuiging dat ik het op 1500 woorden of minder zou houden, maar het is niet gelukt. Het zijn er 3837 geworden, en dat is zuiver en alleen omdat ik niet genoeg tijd had.

    Dat lukt mij nochtans meestal redelijk tot zeer goed, teksten korter maken, zowel in de zin van samenvattingen maken als in de zin van “help ik moet een paper schrijven van 1000 woorden en ik zit aan 1200!”.

    Maar helaas: geen tijd, geen tijd. Ik heb mij al serieus moeten inhouden om geen vijf keer langere tekst te schrijven, want bij elk deelonderwerp had ik goesting om verder in detail te gaan, en voorbeelden op te sommen, en tips te geven, en aargh.

    Ik heb een outline gemaakt en dan geschreven en dan één keer nagelezen en dat is dat. En dan nog een tekeningetje gemaakt om als header boven het artikel te zetten. (Niet mijn stijl, de stijl van het werk, haast ik mij te zeggen.)

    ’t Is eigens eigenlijk wel spijtig, vind ik, want ik zou kunnen blijven schrijven en schrijven.

  • Kampen en vakantie

    Boodschappen, paniek en gedoe: de kinders gaan op kamp met de scoutsen!

    Het is coronagewijs allemaal wat behelpen, met individuele bubbels en geen tochten van meer dan een dag, maar ze zijn bijzonder zeer content, de kinders.

    Zelie en Louis vertrekken woensdagochtend vroeg om allerlei dingen op te zetten en wc’s te graven en zo, vermoed ik, en Jan en Anna vertrekken zondagochtend. Dan zijn ze een week weg, en dan komen ze terug en is het voor mij ook vakantie! Hoera!

    (Ik kijk er nu al enorm tegen op dat ik tijdens de vakantie mijn huis zal moeten verlaten, maar hey, il faut ce qu’il faut en we zullen wel zien. Ik hoop heel hard dat ik de hele vakantie door mijn peignoir mag aanhouden.)

  • Maar allez

    Is dat nu echt omdat er gisteren bezoek was? Ik heb niet minder geslapen dan anders, maar tegen een uur of twee was de kaars uit. Ik ben mijn bed gaan liggen met het gedacht ‘even rusten’, en ik ben drie uur later wakker geworden, nog altijd moe.

    Er was een regelmaat in mijn leven geslopen, met niet meer naar Brussel te moeten reizen elke dag dacht ik — maar het zou wel eens kunnen zijn dat het voornamelijk was dat ik geen andere mensen meer in ’t echt moest zien dat de regelmaat gebracht heeft.

    Tsk.

  • Bezoek!

    Serieus spannend: vanavond het eerste bezoek sinds het Begin Van De Crisis.

    Ik blijf daar nerveus van zijn, ik.

  • De Grote Vertraging

    Zeer ambetant: mijn laptop doet raar.

    Ik versta er mij niet aan. Het is een meer dan degelijke computer, met meer dan genoeg geheugen, een meer dan goede grafische kaart en alles. Die het al jaren meer dan goed genoeg doet.

    Maar sinds kort is het om zeep. Gelijk echt: hondstraag. Niets open staan hebben, en met geen stokken vooruit te krijgen. En traag op een zeer, zéér laag niveau: van het genre waarbij de muis blijft stil staan op het scherm en tekst typen maar lukt in horten en stoten.

    En ’t is niet alleen op mijn laptop, ’t is ook op mijn desktopcomputer, die nog meer dan degelijk is dan mijn laptop.

    Ik kan bijna niet anders dan de schuld steken op Windows en/of Chrome: het is echt bijna niet te bevatten hoeveel resources Chrome vreet. En ik ben bang dat de laatste update van Windows iets serieus kaport gemaakt heeft ergens.

    Nog een geluk dat ik zo’n groot deel van mijn tijd in Emacs spendeer. Daar blijft alles werken gelijk een mens zou verwachten dat het werkt.

    Het raarste van al is dat het de laatste paar dagen echt de spuigaten uitloopt. Gisteren was ik op mijn laptop een vergadering aan het doen en tegelijkertijd aan het opnemen met OBS, zoals ik altijd doe met belangrijke vergaderingen, en dat lukte perfect — tot ik het woord moest nemen en een PowerPoint moest tonen. Ik had diezelfde dag al een paar andere vergaderingen gehad waar dat allemaal lukte, maar nu lukte het niét.

    En het lukte zó niet, dat mijn computer zò hard vastliep, dat ik hem zelfs niet met een harde reset kon doodmaken: ik duwde vijftien seconden op de aan/uit-knop en er kwam een zeer proper gelayoute boodschap op het scherm in de zin van “ja sorry ge gaat wat moeten wachten voor we een harde reset kunnen doen, baas”.

    Ik heb dan ingebeld op Webex met mijn telefoon om te spreken, en met mijn desktopcomputer (waar geen microfoon op webcam op zit) om te presenteren, en het is ook gelukt, maar ’t was verdomme wel spannend.

    Microsoft Teams is ook zoiets raars: dat werkt maanden aan een stuk zonder enig probleem, en dan ineens, ook de laatste paar dagen, valt mijn camera bijna consequent elke dag op het einde van de dag uit. Het cameralichtje is wel nog aan, maar er staat een boodschap “de camera werkt niet meer”, en ik zie een zwart scherm waar normaal gezien mijn wezen moet staan. Allen herstarten helpt, maar de camera werkt wél in pakweg Hangouts, Skype (dat begot ook in Teams zit tegenwoordig!), Zoom, WebEx, etc.

    Ik hoop dat het allemaal van voorbijgaande aard is, dedju.

  • Een fijne meeting

    He he.

    Het was meeting met allemaal mensen die heel goed weten waar ze mee bezig zijn, vandaag.

    Begin vorig jaar zijn we bij een aantal van hen op bezoek geweest, in Kopenhagen, Parijs, Leeds en elders, om te zien het ze hun werk doen in de controlekamers. Daar hebben we een aantal dingen gehoord die vaak gelijk liepen, en zijn we beginnen denken aan manieren om daar mouwen aan te passen.

    We zijn beginnen tekenen en nadenken, we hebben samengewerkt met analysten en vakexperten, we hebben onze ideeën heel de tijd afgetoetst en verfijnd. We zijn begonnen met één ontwikkelaar en ondertussen is het een heel team back- en front-end mensen en worden de zeswekelijkse presentatiesessies alsmaar concreter en concreter.

    Vandaag hebben we kunnen tonen hoe een zeer belangrijke functie ondertussen écht werkt, en hebben we een ontwerp getoond voor een zeer belangrijk onderdeel van de toepassing.

    En allebei zijn ongelooflijk goed ontvangen door iedereen. Ik werk al heel lang, en het is eerlijk waar zelden dat een zo groot en complex project zo op tijd en vooral zo goed verloopt. Zeer, zeer content. Van het project, van ons werk, en van de collega’s.

  • De nierupdate

    Op controle geweest, de resultaten van het bloedonderzoek en alles.

    Résultat des courses: ik ben nog altijd terminaal, maar voorlopig stabiel.

    En ik zou eigenlijk best voor altijd binnen blijven, behalve om buiten te komen voor vitamine D en wat beweging en al.

    Maar bon, ik ga niet in de onmiddellijke toekomst doodgaan. Toch niet de eerste maanden.

    Allez ju, ’t is altijd dat.

  • Verbouwingen: de badkamer: tegels!

    Ziet, ziet: de tegels hangen aan de muur en plakken tegen de vloer!

    Ik weet niet goed meer wat de volgende stap is, nu. Eerst nog de naad in de hoek afwerken, maar daarna? De vloer eerst? De muren? Of nee, het plafond, waarschijnlijk?

    Het is een moeilijke kleur om op foto te krijgen, die tegels. Maar in ’t echt ziet het er echt wijs uit. En ik denk dat het schoon zal zijn als de houten vloer naast zal liggen. Dat zal — opnieuw zeer moeilijk te fotograferen zonder vermoed ik meer professionele belichting — iets in deze zin geven:

    Ja, wel wijs.

    Maar dus laat ons zeggen eerst plafond, en dan moet er tegelijkertijd aan het venster nog iets afgewerkt worden, en dan de vloer vermoed ik, en dan kan dit wellicht eindelijk op zijn plaats, na maanden in de keuken en weken in de living:

    En dan kan er een muur aan onze badkamer gebreid worden. En tegen dan is het einde min of meer in zicht, denk ik. Als we een schilder zullen gevonden hebben om badkamer en slaapkamer te schilderen en behangselen.

    En dán kunnen we aan het dak beginnen denken en de voorgevel en de deur.

    Ik voel mij een beetje Arya Stark, met mijn litanie, soms. Slaapkamer, badkamer, dak, voorgevel, voordeur, Raff the Sweetling, Ser Ilyn, Ser Meryn, Queen Cersei.

  • The New Pope en andere series

    Ik ben nog maar begonnen aan de eerste aflevering, en ik vind het nu al fantastisch goed.

    En behalve dat heb ik ook de laatste twee seizoenen van Doctor Who in één trok bekeken. Ik was in het begin niet helemaal overtuigd, maar het laatste seizoen was denk ik bij de betere van de laatste jaren. Ik had graag wat meer karakterontwikkeling gezien bij de companions, maar dat kan misschien nog komen.

    En behalve dat ben ik ook door de vier seizoenen van Legend of Korra geraakt. Ik had die om de één of ander reden nooit helemaal uitgekeken, maar ik kon mij voor de dooie dood niet herinneren waar ik eigenlijk opgehouden was. Ergens in het midden van het derde seizoen, denk ik, nu ik het helemaal gezien heb.

    En behalve dat zit Agents of S.H.I.E.L.D. aan aflevering vier, en ik ben er zeer content van.

    Het derde seizoen van Killing Eve was mja. Niet wat het eerste en tweede seizoen waren, en ’t is gelijk toch wel te voelen dat Phoebe Waller-Bridge er niet meer aan het roer staat. Niet dat het slecht was, absoluut niet, maar ik had er gelijk meer van verwacht.

    Afijn. The New Pope nu dus. En dan, denk ik, The Plot Against America. Misschien ook Stargirl? Ik heb vage herinneringen aan Dead To Me, dat ik denk ik niet slecht vond. Seizoen twee schijnt ook goed te zijn, dus hey waarom niet? Idem voor What We Do in the Shadows, dat ik al uitstekend vind van het allereerste dat ik er ooit van zag, en dat nu een goed tweede seizoen heeft. En o ja, Better Call Saul: ik was er even mee gestopt omdat ik ze allemaal na elkaar wou zien, en ik bedenk dat het vijfde seizoen klaar is, dus ik weet wat gedaan.

    Al die dingen te doen, jong. Al die dingen.

  • Allez ju

    Ik moet volgende week drie keer buiten de deur naar het hospitaal.

    Maandag bloedonderzoek, dinsdag specialist 1, vrijdag specialist 2.

    Not looking forward to that.

  • Een computer voor op school

    Jan gaat naar het vierde jaar, en vanaf het vierde jaar moeten ze een laptop hebben op school.

    ’t Is te zeggen: het is eigenlijk sinds minstens het eerste middelbaar dat ze een eigen computer moeten hebben want anders lukt het gewoon niet om het werk te doen, maar vanaf het vierde moeten ze de laptop elke dat mee naar school nemen.

    En dus moeten we nu een tweede laptop kopen. Ze hebben op school een degelijke keuze gemaakt: een Lenove Chromebook 300E. De manier om het te bekijken, is dat het eigenlijk een telefoon is met een lagere resolutie en een ingebouwd keyboard.

    Voordelen: goede batterij (realistisch 10 uur blijkbaar), stevig (kan van een tafel op de grond vallen zonder problemen), waterdicht toetsenbord (kan een glas drank omver smijten op computer), 2-in-1-design (kan scherm omplooien tot tablet), en uiteraard het enorme voordeel dat iedereen op dezelfde computer zit.

    Het heeft een touch screen dat niet enorm degelijk is, maar het geestige is wel dat het ook werkt met een gewoon potlood op een scherm. Het heeft een camera, het heeft Bluetooth en USB dus er kan een muis en een beter toetsenbord aan gehangen worden.

    En alles van de Play Store kan er op draaien, wat wil zeggen dat ze er hun Tiktok en Insta en watnogallemaal kunnen mee doen — maar ook dat er degelijke Microsoft-apps op kunnen draaien, naast Google’s dingen.

    Enfin bon, ik ben niet ontevreden. De prijs is ook relatief laag gehouden: de meest voor de hand liggend formule is een waarborg van 66 € betalen, en dan 28 maanden lang een maandelijkse huurprijs van 11 €. De duurdere formule is meteen 340 € betalen. In beide gevallen is er een uitgebreide garantie voor kapotgaan (gratis reparatie of vervanging, maar een franchise van 50 € als het uw eigen schuld is).

    Update Een review van een échte gebruiker in de context waarin hij gaat gebruikt worden. Blijkbaar niet zo leutig voor de IT-afdeling van de school, en niet zeker dat ze lang gaan meegaan. Tja.

  • Een kleine paniekaanval

    Enfin ja, “paniek” is een groot woord, maar toch.

    Een collega vroeg of ik volgende week dinsdag naar Brussel kon komen voor een vergadering.

    As it so happens kon ik niet, wegens periodieke check-up bij de Specialist Ter Zake in het hospitaal in de late namiddag, maar behalve dat sloeg er mij iets om het hart.

    Ik vergader, oprecht eerlijk waar, enorm veel liever niet in persoon dan wel, besef ik. Ik word lichamelijk moe als ik met mensen in één ruimte moet zitten. Serieus: al die mensen die zeggen dat online vergaderen veel vermoeiender is, ik snap wel wat ze zeggen, maar voor mij gaat het niet op.

    De luxe om even uit beeld te gaan of de camera uit te zetten en naar adem te happen, het gemak van wie ge wilt uw volle aandacht te geven zonder te moeten lastig lopen dat ge niet aan het kijken zijt naar de juiste persoon — of omgekeerd, de mogelijkheid om tegelijkertijd iets anders te doen als er geen 100% aandacht nodig is.

    Het whiteboard op mijn computer is vele keren beter dan een fysiek whiteboard, een scherm delen online is tien keer gemakkelijker dan een scherm delen in een vergaderzaal (de helft van de tijd is het projectie waar de kleuren op geen reet trekken en niets leesbaar is van op afstand, de andere helft van de tijd is het klooien met monitors en schermresoluties en aanpassingsstukken en gedoe).

    Alleen het hoofd telt — letterlijk: alle hoofden op hetzelfde scherm naast elkaar. Of, zoals bij de vergaderingen bij Eurocontrol: alleen de stem telt, want de camera staat niet aan. Iedereen op gelijke voet, geen fysieke intimidatie, mij niet ongemakkelijk voelen omdat mijn kleren niet goed zitten of omdat ik rugpijn heb: als ik de rest van mijn leven kan werken van aan mijn bureau thuis, ik teken er meteen voor.

    Dus toen het ging over allemaal samen in Brussel vergaderen, kreeg ik het helemaal benauwd. Ik zie het praktische nut niet van met onze lichamen samen in een kamer te moeten gaan zitten. Mensen zullen het misschien gaan hebben over “lichaamstaal” en “het is toch niet hetzelfde op een scherm”, maar ik betrouw meer op de taal van het gezicht en het stemgeluid dan op die van de rest van het lichaam. Van de rest word ik nerveus en ongemakkelijk.

    En dat is uiteraard nog helemaal los van de absurditeit van door regen en wind twee nutteloze uren heen met fiets en trein en metro/bus en te voet en twee even nutteloze uren terug te voet en met metro/bus en trein en fiets.

    Ik heb er geen zin meer in. Ik had vroeger het probleem dat ik niet graag thuis werkte omdat ik het gevoel had dat ik dan altijd op mijn werk was en dat ik de deur niet kon dichtdoen, maar dat is uiteindelijk ook maar een ingesteldheid: als mijn werk klaar is, is mijn werk klaar. En is het niet klaar maar zijn de uren op en is het niet enorm vreselijk dringend, dan is het voor de volgende werkdag, en dat is dat.

    I have been up to the mountain and I’ve looked over. And I’ve seen the Promised Land. Tenzij het echt, écht onmogelijk is, wil ik elke dag thuis werken.

  • Vergadering

    Ik heb vandaag vergaderd van 9u30 tot 17u30, met hier en daar eens een kwartier onderbreking (en over de middagpauze een andere vergadering).

    Een vergadering van een hele dag lang, met een man of 75 tegelijk.

    Ik was een beetje uitvergaderd op het einde.

    Maar kijk: morgen is het meer van dat.