• Televisieseries anno 2020

    Ik vraag mij af hoe ze dat gaan doen, met die Corona-historie, in televisieseries.

    Als ze in de reeksen van volgend jaar allemaal mensen met mondmaskers rondlopen hebben en over social distancing dingen doen en alles, zal dat dan zeer snel enorm gedateerd zijn? Of zal het juist omgekeerd zijn? Ik ben nu naar reeksen aan het kijken die zich “nu” zouden moeten afspelen, maar waar mensen op elkaar gepakt zitten of staan, waar iedereen elkaar handen kust of handen geeft, en ik voel mij daar gelijk wat ongemakkelijk bij.

    (In casu de Franse serie Les rivières pourpres, en miljaar wat een onsympathiek hoofdpersonage, ’t is niet te geloven hoe onrealistisch antipathiek en kwaad die voortdurend is.)

  • Warm

    Ik ben een paar keer naar buiten gegaan en miljaar ’t was warm.

    Van die dagen dat ik echt wel twijfel over airconditioning. En met de klimaatmiserie en al, ’t zal niet de laatste dag of het laatste jaar zijn.

    ’s Avonds den hof wat water gegeven, maar dan begon het een paar uur later te onweren. Tss.

  • Dingen in den hof

    Den hof begint er in orde uit te zien, vind ik. De muren moeten nog op de één of andere manier begroeid geraken, maar geen mens kan verwachten dat dat op een jaar tijd in orde zou gekomen zijn. In de hoek staat de witte regen degelijk naar boven te gaan, de clematissen zijn niet overleden en zelfs de vuurdoorn groeit gestaag.

    We hebben zelfs wat opbrengst: om de zoveel tijd wat tomaten, en er zijn een paar pepers aan het groeien!

    Ik vraag mij echt af wat het gaat geven volgend jaar. Of de kruiptijm de winter overleefd, bijvoorbeeld. En de kruiden: de estragon staat degelijk in orde, de bieslook gaat denk ik niet dood gaan, de oregano, tijm en marjolein hebben zichzelf aan honderd per uur uitgezaaid, de salie ziet er ziekelijk uit maar zal het wel halen, ’t is vooral de rozemarijn waar het spannend zal worden (de vorige winter zijn er twee schielijk komen te gaan).

    Volgend jaar wordt het jaar van de kruipplanten, denk ik. De witte regen naar boven en opzij leiden, de rozelaar naar rechts doen gaan, kijken wat de vuurdoorn en de clematissen doen.

  • Niets

    Ik ben niets gedaan vandaag.

    Ik ben van plan niets te doen tot en met zondag 9 augustus.

    Fijn zo.

  • Just one more thing

    Ik ben bijna door de elf seizoenen M*A*S*H (ik zit aan aflevering 3 van seizoen 10), en ik heb al nieuwe dingen op de plank.

    Ik heb het eerste seizoen van Baron noir gezien (House of Cards-achtig maar dan in Frankrijk in plaats van in Engeland of Amerika, en dat ik mij afvraag wat ze gaan doen in het vervolg, wegens dat ik gehoord heb dat het niet zo belachelijk absurd wordt als in Amerika (geen slecht woord over Francis Urquhart!)), en ik denk dat ik elke dag een aflevering van Columbo ga kijken.

    Ik was helemaal vergeten dat dat afleveringen van anderhalf uur waren. 🙂

  • Racisme

    ’t Is eigenlijk wel grappig — of misschien is het eigenlijk wel triestig. Ik lees al zo lang op het internet discussies rond gender en huidskleur en andere dat ik heelder discussies van begin tot einde kan voorspellen.

    Zoals meestal is het niet zwart of wit maar zeer zeer grijs, in die discussies. Maar nuance, dat pakt niet zo hard. Noch aan de ene, noch aan de andere kant. (En trouwens, het concept dat er een ene en een andere kant is, is al op voorhand een verkeerde framing.)

    Gisteren in de auto hadden we het even over het interview met Sabrine Ingabire in De Morgen. Ingabire houdt het standaard-discours dat op het internet al jaren aan de gang is, en kom daarmee in botsing met mensen die niet het equivalent van een master in gender en diversiteit heeft.

    Gotcha-dingen zoals “zwarte mensen kunnen niet racistisch zijn”, komen voor de gemiddelde mens als totale nonsens over, bijvoorbeeld — terwijl het mits een totaal aanvaarde herdefinitie van “racisme = discriminatie + macht” wél klopt. Mutatis mutandis is een turnleraar die een kind van veertien voor de hele school belachelijk maakt omdat hij de Coopertest niet goed genoeg deed een verwerpelijke pester, maar als datzelfde kind een briefje doorgeeft met een karikatuur van die leraar géén verwerpelijke pester.

    Daar kan een slechte mens mee spelen, natuurlijk. Want mits herinterpretatie (of net niet) en contextualisatie (of net niet) kan álles kwetsend of verkeerd zijn. Het kan duidelijk gemeend racisme zijn, of als het goed bedoeld is maar gewoon ongemakkelijk verwoord (denk ‘allochtoon’ zeggen anno 2020), dan is het een micro-agressie en moet de persoon beter weten. En als de persoon dan vraagt “euh hoezo sorry ik bedoelde niets slecht”, dan krijgt ze gemakkelijk een “ik ben er niet om het u te leren” of “zoek het zelf maar op”.

    Pak bijvoorbeeld als een iemand zegt tegen iemand anders “ik vind u echt wel sterk”, misschien om te zeggen “ik bewonder u”. Hoe kan dat verkeerd begrepen worden? Zó kan dat verkeerd begrepen worden:

    Als ze tegen mij zeggen: ‘Sabrine, jij bent zo’n sterke vrouw’, dan past dat bijvoorbeeld in een cliché van zwarte vrouwen als ‘sterk’. Amerikaans onderzoek toont aan dat zwarte vrouwen minder pijnstillers krijgen en vaker sterven aan complicaties tijdens de zwangerschap. Dat heeft niet enkel te maken met slechtere gezondheidszorg, maar ook met het koloniaal geïnspireerde ‘geloof’ dat wij beter tegen pijn kunnen.

    “Veel zwarte vrouwen in mijn omgeving zijn in afschuwelijke omstandigheden bevallen, omdat dokters hun pijnklachten niet serieus namen. Zo kunnen zelfs schijnbaar positieve of onschuldige stereotypes psychisch en fysiek leed veroorzaken, en bijdragen tot ongelijkheid en onveiligheid.”

    Tjaha.

    Dat is op twee paragrafen en niet eens subtiel gegaan van iemand die bewondering uit naar iemand die zwarte vrouwen vergelijkt met wilde beesten die minder pijn voelen.

    (Het pijnlijke is dat het ook not done is dat een man tegen een witte vrouw zou zeggen “ik vind u echt wel sterk”, want dat is om een totaal verschillende reden fout: het impliceert verwondering dat zelfs een vrouw soms haar mannetje kan staan — een beetje zoals zeggen “zeg, gij kunt nog goed Vlaams hé?” tegen een Belg met migratie-achtergrond.)

    En ik lach dat dus niet allemaal categoriek weg hé. Absoluut niet. De grond van de zaak is dat sommige mensen, nog vóór ze iets gezegd of gedaan hebben, veroordeeld worden. Een jonge vrouw versus een oudere man in een consultancy-situatie. Een jongen met grootouders uit Turkije versus een meisje met alleen West-Europese voorouders als er een kot moet gehuurd worden. Een zwart versus een wit kind dat wild speelt in de speeltuin.

    De grond van de zaak is dat het voor veel mensen enorm moeilijk is om zich daar iets bij voor te stellen: dat is die privilege-discussie. De relatieve vanzelfsprekendheid waarmee alles gaat bij sommige mensen in tegenstelling tot bij andere mensen: probeer het u maar eens in te beelden: élke interactie moeten beginnen met een achterstand, bij élke nieuwe persoon die ge tegenkomt dat onbewuste vooroordeel moeten proberen weg te werken.

    Ik weet niet hoe het opgelost kan worden. Ik leef in dubio: enerzijds hoop ik dat het allemaal vanzelf verdwijnt op een paar generaties tijd (maar dan moet ik maar naar Amerika kijken of eigenlijk gelijk waar ter wereld om mijn hoop de kop ingeslagen te zien worden), en anderzijds hoop ik dat het allemaal veel meer expliciet zal worden en dat de gedachten dan wel eens zeer snel zouden kunnen keren. Dan denk ik aan hoe relatief snel de gedachten over homo-huwelijk veranderden (maar besef ik ook zeer hard dat die veldslag absoluut nog niét beslecht is).

    Ik weet het echt niet, dus.

    Maar wat ik wél vrees (in de volle wetenschap dat niemand op mijn opinie zit te wachten en dat ik als witte hetero cis man op jaren geen recht van spreken heb over veel zaken): met veralgemeningen als in dat interview zal het niet lukken. Op het neerbuigend patroniserende af: alleen maar problemen vaststellen, de indruk geven te weigeren oplossingen aan te reiken of er zelfs maar over na te denken, en iedereen die niet in uw denkkader zit schofferen, dat brengt geen zoden aan de dijk. En het is objectief contraproductief wegens alleen maar koren op de molen van Welbepaalde Klootzakken.

    (En ja, alle argumenten tégen wat ik in bovenstaande paragraaf schreef, ken ik ook. Zucht.)

  • Frankrijk 7

    …eeeeeeennnnn ’t zit er helemaal op.

    Ik ben zo slim geweest om de dag dat we gingen vertrekken en heel de dag in de auto moesten zitten, te liggen lezen in bed tot 6 uur ’s morgens (Lest Darkness Falls and Related Stories, L. Sprague de Camp en anderen, zeer hard aangeraden). ’t Was eventjes moeilijk net voor de middag, maar uiteindelijk thuisgeraakt zonder in slaap te vallen, hoera!

    Dit is wat we gedaan hebben:

    We dachten eerst nog eens terug te keren naar Vienne voor nog meer Romeinse ruïnes, maar de consensus was dat we gewoon door zouden rijden.

    Iets na de middag gestopt in Bourg-en Bresse, in de hoop dat we daar een poulet de Bresse zouden kunnen eten. Neen dus. Dat gat lag helemaal op zijn gat: niéts open. Een stadscentrum dat zo leeg was als iets. We zijn uiteindelijk uit armoe een lokaal frietkot binnengestapt, Bourg Fried Chicken. Gastronomie:

    Echt teleurstellende stad. We zijn de kathedraal binnngestapt, maar dat was ook niet wreed vet. De streek in de wijde omtrek was dan wél weer schoon:

    In de namiddag zijn we gestopt in het centrum van Besançon, met echt wel een zeer vreemde kathedraal: tegen een berg gebouwd ergens in de 3de eeuw, met overlevende stukken van vóór de 11de eeuw, en dan stukken romaans, gotisch, renaissance en classissistisch — en een grondplan dat niets regelmatigs heeft (twéé koren begot! geen voorportaal!):

    Er is ook een zeer spectaculaire astronomische klok, maar die was helaas niet bezichtbaar.

    Besançon, in tegenstelling tot Bourg-en-Bresse, was wél zeer interessant, en levendig, en een boog waar we onder gereden waren bleek zowaar een triomfboog voor Marcus Aurelius te zijn, uit 175 na Christus!

    We hebben een milkshake gedronken in een lokaal kattencafé (fijn concept, uitstekende milkshake, jammer van het kattenhaar tot in het midden van de koekjes, teleurgesteld in de staat van de katten: veel en veel en vééél te vet) en dan zijn we verder getrokken.

    Rond een uur of halfnegen zijn we in Metz aangekomen, alwaar we zeer lekker en goedkoop gegeten hebben (merci, Tripadvisor), en dan de laatste trok naar huis gereden.

    En fini vakantie in het buitenland. Terug in quarantaine!

  • Frankrijk 6

    Voorlaatste dag! We zijn naar Vienne geweest, dat in de Romeinse tijd een grootstad was.

    ’t Was indrukwekkend. Een gallo-romeins museum op stelten, met dezelfde oppervlakte als het enorme huis er net onder, waar vooral de prachtige maquettes en de mozaïeken indrukwekkend waren. Veel geometrische mozaïeken, maar ook veel figuratieve, met onder meer een prachtige marteling van Lycurgus, met een diepgroene achtergrond:

    En dan buiten het museum een heel stuk stad, met winkels en huizen en alles. En dan te denken dat wat er nog begraven is, groter is dan de huidige stad van Vienne.

  • Frankrijk 5

    Een halve dag werk, vandaag: jobinterview/test afnemen/helpen/begeleiden.

    Al de rest is naar Marseille naar de architectuur gaan kijken. Ik ben na mijn werk overgestapt op verder niets doen.

    En een waterslang gezien vandaag in de vijver.

  • Frankrijk 4

    Even maar Beaurepaire, dorp in de buurt, gegaan om op een terras ijs te eten en dan naar de winkel te gaan.

    Voor de rest niéts gedaan. Aan de rand van de vijver naar de jagende insekten en de kikkers gekeken.

  • Frankrijk 3

    Boodschappen gedaan in een lokaal grootwarenhuis: genoeg drank in huis voor de volgende dagen.

    Voor de rest spendeer ik mijn dagen met een audioboek op een bank aan de rand van de vijver:

    We zijn in de auto gestapt en we hebben een tour van een paar dorpen in de buurt gedaan, en ook een fijne middeleeuwse stad gezien met de relieken van de Heilige Antonius, en dan begon het te regenen en zag het er zo uit:

  • Frankrijk 2

    Vandaag bijna niets gedaan. Fijn zo.

    We zijn wel gaan kijken naar het ideaal paleis van facteur Cheval:

    Wel wijs.

  • Frankrijk

    We zijn toegekomen en we zitten hier goed.

    Ontbijt ’s morgens, boek lezen tot ’s middags, eten, boek lezen tot ’s avonds, eten, samen wat dingen doen (Hamilton gekeken!), slapen

    En herhalen. Voor de rest komt daar nog zwembad en zon bij, trouwens. 🙂

  • Nodig eens een vreemde uit

    Dus we stonden de laatste instructies te bespreken met de huiszittende buren, toen er een pakweg 20-jarige hippie uit 1969 kwam aangefietst, enof hij eventueel bij ons konden slapen.

    Wij moesten om 7u ’s morgens weg dus het was wat lastig, maar uiteindelijk hebben we toch maar gezegd dat hij mocht blijven.

    Een vreemde! In coronatijden!

    (We zijn er uit de buurt van gebleven en zo, natuurlijk.)

    De mens was blijkbaar al een paar jaar Europa aan het rondfietsen. Weird.

    Meer info alhier.

  • Sabotage

    Ik was mijn kredietkaart kwijt en ik was mijn rugzak-van-het-werk kwijt.

    Mijn kinders krijgen regelmatig mijn plastiek om boodschappen mee te doen, en we waren zo ver dat ik drié kaarten kwijt was: mijn bankkaart, mijn kredietkaart en mijn maaltijdchecque-kaart.

    Die laatste zit zéker in de zak van één van Zelie haar kledingsstukken, maar ze weet niet meer wat ze aan hand toen ze naar de winkel ging dus ’t is reddeloos verloren.

    De bankkaart is verdwenen. Niemand weet waar ze is. De kinderen zweren dat ze ze teruggegeven hebben, ik weet zeker van niet.

    De kredietkaart, ik ga het ootmoedig toegeven, die had ik mislegd. Ik wist redelijk zeker dat ze op mijn bureau lag, maar ik heb alles opgeheft en ze niet gevonden — tot een dag later, dat ik een onderleggen naar beneden bracht en dag dat mijn kaart aan de onderkant van de onderlegger plakte.

    En mijn rugzak-van-het-werk: heel het huis doorzocht, en uiteindelijk bleek het ding gewoon in de keuken te staan, achte de strijkplank. Waar die rugzak dus al sinds maart staat, blijkbaar, want dat is al hoe lang ik niet meer naar Brussel getogen ben.

    Serieus: hoe lang dingen hier op één bepaalde plaats kunnen blijven staan in huis, een mens verstaat zich daar niet aan. Ik kijk er zeer, zéér hard naar uit dat de verbouwingen gedaan zullen zijn, en dat we een gaan proberen alles een definitieve plaats te geven.