Zondag vertrekken we. De huiszitters zijn gebriefd, de playlist voor de auto is gecompileerd, alleen de valiezen moeten nog gemaakt worden.
Een paar onderbroeken, een paar hemden, mijn peignoir en mijn sletsen, Medisch Materiaal En Geneesmiddelen, een computer en een telefoon en een Kindle en alle nodig kabels — en dat zou het moeten zijn. Met wat geluk past het in een grote plastiekzak.
Ik weet nu al dat ik alles in de loop van zaterdavond bij elkaar zal graaien. 🙂
Ik was altijd al een duts, maar ’t is nu nog erger aan het worden.
Een paar jaar geleden ben ik aan mijn linkerarm geopereerd geweest: juist onder mijn pols hebben ze mijn slagader met mijn ader verbonden.
Dat heeft als gevolg dat ik mijn hartslag kan horen als ik in een stille kamer zit, en dat mijn hortslag voelbaar is door een hemd, een vest en een dikke jas daarboven: ik heb een soort pulserend hart-achtig orgaan aan mijn linkerpols zitten, en ik kan het geen moment van de dag vergeten.
Ik kan met mijn linkerhand geen macht meer zetten op dingen, en ’t is maar als ge dat voorhebt dat ge beseft hoeveel ge eigenlijk doet met uw linkerhand. Een schroef invijzen bijvoorbeeld: onmogelijk als het een beetje meer dan geen weerstand geeft.
En daar is nu een symptoom bijgekomen sinds een paar maand: ’t is gelijk dat ik een permanente blauwe plek heb op mijn ringvinger en middenvinger, en ik kan er bij moment helemaal niets meer mee doen. Soms doet zelfs typen op een keyboard doet pijn (gelijk vandaag).
Ik denk dat ik maar eens advies aan een dokter vraag, als we terugkomen van vakantie. Die mij wellicht zal zeggen dat het ouderdom is en dat ik er maar mee moet leven. En elke keer ik niet op een woord of een naam kan komen, vraag ik mij ook al af of het het begin van het einde is.
De kasten in de kamer hangen allemaal aan mekaar vast! De ruimte aan de linkerkant wordt opgevuld met een strip zwart materiaal, nog geen idee hoe of wat precies, maar de bedoeling is dus: één kastenwand. Met boven deze kasten nog een reeks kastjes die we door een schrijnwerker zullen laten maken, met verzaagde deuren gelijk we nu hebben.
En ’t is verdomme niet alles!
We hebben een plafond in de badkamer!
Vandaag ook nog gedaan: gordijnreling geïnstalleerd in de slaapkamer. Misschien kunnen we daar één dezer zelfs gordijnen aan hangen, dat we niet meer om 5u ’s morgens wakker worden van het zonlicht!
Morgen wordt er verder gewerkt, en het zou zo maar even kunnen dat we dan een vloer zullen hebben in de badkamer en de gang. En misschien ook een muur. En wie weet zelfs al verlichting ook!
In de lange rij afgrijselijkheden en misdadig gemiste kansen die op het conto van de de kiekens aan het hoofd van Game of Thrones te schrijven zijn, staat de manier waarop ze Euron Greyjoy verkloot hebben, ergens helemaal bovenaan.
Euron Greyjoy is een slechte, sléchte mens. Hij heeft er twee van zijn jongere broers regelmatig verkracht toen ze klein waren, en uiteindelijk heeft hij drie van zijn broers vermoord (tot nog toe, de vierde gaat er binnenkort ongetwijfeld aan). In een wereld waar kinslaying. Hij is er vast van overtuigd dat de regels niet voor hem gelden — welke regels dan ook. Hij beschouwt zichzelf als een God, en gedraagt zich ook als dusdanig.
The Forsaken is een hoofdstuk van een paar bladzijden lang uit het nog niet verschenen The Winds of Winter, en het is wellicht het beste hoofdstuk van alle hoofstukken van A Song of Ice and Fire.
Apocalyptisch.
Magistraal.
Euron is de antichrist in de wereld van George R.R. Martin. Absoluut angstaanjagend. Onberekenbaar. Gevaarlijk.
…en dan hebben ze een ongelooflijk goeie acteur, Pilou Asbæk, en dan maken ze van Euron Greyjoy een soort kruising tussen hofnar en Piet Piraat.
Zijn doel in de boeken is niet duidelijk, maar baas zijn over de hele wereld, die naar zijn beeld herschapen zal zijn, komt in de buurt. Zijn enige doel op televisie is in de onderbroek van Cersei geraken.
Het is om te bleiten zo erg.
Lees zéker The Forsaken trouwens. Zeker. Aeron, uit wiens standpunt het verteld wordt, is de ‘forsaken’ uit de titel, in de steek gelaten door de Verdronken God. Hij is de laatste overlevende broer van Euron, en hij is gevangen genomen na de Kingsmoot, waar de Iron Islanders Euron als koning gekozen hebben. En nu is hij gevangen aan boord van Euron’s vlaggenschip The Silence, samen met nog een hele reeks priesters van andere godsdiensten. The Silence, waar elk bemanningslid de tong uitgerukt is.
Ik was er vanmorgen 100% van overtuigd dat het zaterdag was, maar het was al zondag.
Dat is geen goed teken, vermoed ik.
Ook geen goed teken: ik vind mijn schoenen niet meer. Ik weet zeker dat ik twee paar schoenen heb die bruikbaar zijn — wat zeg ik, bruikbaar? die nog nooit gedragen zijn! — maar ik weet van ver noch van dicht waar ze zouden kunnen zijn. Ze hebben maanden en maanden en maanden onderaan de trap gestaan in de keuken, tot Sandra zei dat ik ze écht moest opruimen, en nu weet ik niet meer waar ze zijn.
Nog een week om ze te vinden, anders ga ik op mijn sletsen op vakantie.
De grondbedekking in het midden is rapper dan verwacht in orde gekomen, linksboven is nog a work in progress, rechtsboven ziet er nu wat schraal uit wegens dat ik net de donkere ooievaarsbek tot onderaan gesnoeid heb.
De ooievaarsbek was uitgebloeid, en de bladeren begonnen enerzijds bruin te worden en anderzijds wit van de meeldauw, dus ik heb het zekere voor het onzekere genomen en meteen alles weggeknipt.
Benieuwd of het kleine kattenkruid (Nepeta faassenii ‘Snowflake’) het gat zal opvullen — het grote kattenkruid (Nepeta faassenii ‘Six Hills Giant’) en de klokjesbloem (Campanula latifolia ‘Alba’) doen in alle geval nu al hun best.
…maar daar linksboven dus, daar gaan we toch eens moeten hard over nadenken. Met een beetje geluk zal het gras (prachtriet, Miscanthus sinensis ‘Ferner oster’) volgend jaar voldoende uitgedikt zijn om wat meer volume te geven, en met nog wat meer geluk is de witte regen (Wisteria floribunda ‘Alba’) binnen nog een paar jaar er helemaal bovenuit en hopelijk wat naar rechts onder de vensters gegroeid.
Nu staan er tomaten en pepers, en ik weet niet echt of dat een groot succes is. Er staan twee soorten kleine vlambloemen (Phlox subulata ‘Purple Beauty’ en Phlox subulata ‘Amazing grace’) die heel mooi waren zo lang ze bloeiden, en die hopelijk zouden moeten uitbreiden en een tapijt zouden kunnen vormen, maar ik heb er niet echt een goed oog in. En er ook twee vlambloemen (Phlox paniculata ‘Logan black’) die wel mooi zijn, maar niet echt passen en die bovendien ook zwaar last hebben van meeldauw. Eén van de twee prachtklokjes (Campanula persicifolia ‘Alba’) is schielijk komen te overlijden. En de edelweiss (Leontopodium alpinum) zou met wat geluk volgend jaar weer moeten bloeien.
Yup, inderdaad: een zootje zonder rijm of reden. Rationalisatie dringt zich op. Op het einde van het seizoen neem ik beslissingen.
(En het geheel wordt nog gecompliceerd door de miserie dat Nephthys het daar als kattenbak beschouwt, en dat ze te oud is geworden om nog anders te leren, dus dat elke bodembedekker gedoemd is om weggekrabd te worden.)
Verder ziet de salie er nog altijd ongezond uit en veel te geel. Het zal er veel mee te maken hebben vrees ik, dat de salie ondersteboven vol zit met Eupteryx-dwergcicaden, en dat ik niet goed weet hoe ik daar iets aan kan doen. De bladluizen, by and large, worden onder de duim gehouden door een combinatie van zweefvlieglarven en spannen en lieveheersbeesten en oorbeesten, maar die dwergcicaden blijven in een zwerm op mijn salie zitten.
Ik doe ook mijn best om de salie wat compact te houden door ze om de zoveel tijd wat bij te snoeien, en dan ziet het er tijdelijk nog bruiner en geler uit, maar alla.
Rechtsonder staan er vier Japanse zegges (Carex morrowii ‘goldband’) waarvan er twee het goed doe en twee niet. En drie clematissen (Clematis armandii ‘Apple blossom’) die in de week of twee na planten enorm opgeschoten zijn, maar nu al een maand of meer gelijk niets meer doen, weird.
’t Is uitkijken naar volgend jaar, en het jaar daarna en het jaar daarna. Als ’t God belieft.
Enfin ja, ’t is te zeggen: drie weken thuis na 121 dagen thuis gezeten te hebben waar ik welgeteld drie keer voorbij de voordeur gegaan ben, drie keer om naar het hospitaal te gaan voor verplichte bezoeken.
En dus binnen een week een week naar het buitenland. Hoe dichter het komt, hoe moeilijker ik het er mee heb.
In het begin van de week zag de rest van de week er zo maagdelijk blank en eenvoudig uit, ge kunt het u niet voorstellen: vier dagen één ding en één dag een ander ding. En nu zijn we woensdag en is het al de tweede dag op rij dat ik moet vaststellen dat wat ik wou doen, niet gelukt is.
Nog een dag vergaderen morgen, en dan nog één dag om allerlei dingen klaar te krijgen, en dan is het vakantie. Een week of drie of iets in die zin: eerst een week thuis om mij mentaal voor te bereiden voor het buitenland, dan een week in het buitenland, en dan nog een week thuis om uit te rusten van het buitenland.
Ze staan nog scheef want ze moeten nog aan elkaar en aan de muur vastgemaakt worden, maar ze staan er wel al. ’t Was bloed, zweet en tranen (of toch zeker zweet), want met een kapotte linkerhand en een kapotte rechterarm was het evident, maar hoera!
De verlichting is ook geleverd:
Meters en meters lang, klaar om tegen het plafond te vijzen, en zeer benieuwd wat het gaat geven van licht.
De werken zouden in de loop van volgende week herbeginnen. Ik weet niet precies wát er gaat gebeuren, maar in principe zou dit nog allemaal moeten gebeuren in de badkamer:
verluchting in orde krijgen
planken op de vloer
bad plaatsen
douche plaatsen
WC zetten
muur plaatsen
deur installeren
spiegelkast in elkaar zetten en ophangen
En in de badkamer en de slaapkamer en de gang:
licht installeren
afdekplaten en schakelaars
deur installeren
muren schilderen
plinten
plafond schilderen
’t Is dus niet dat er te weinig werk is dus, ha! Schilderen en behangen (in de slaapkamer) zal nog niet mogelijk zijn vermoed ik, maar in principe zou al de rest wel al kunnen, dus ’t is redelijk spannend.
Ik ben de elf seizoenen van M*A*S*H aan het bekijken.
Zo goed jong. Zo goed.
Ik had er natuurlijk wel hier en daar wat afleveringen van gezien, maar zo zonder lachband en onderbrekingen is het echt wel goed.
Ik had in mijn hoofd het gedacht dat het zeer gedateerd en seksistisch en zo zou zijn, met dokters en verplegers. Er is zeer veel casual sexism, zeker dat, maar het is absoluut niet zo erg als ik het mij herinnerde. En het heeft zeer veel mededogen in alle mogelijke richtingen, met uiteindelijk wel karikaturen, maar driedimensionale karikaturen.
Ik herinnerde mij bijvoorbeeld helemaal niet dat Hot Lips zovee l diepgang had als personage, of hoe Radar groeide over de serie. Seizoen drie, en dan nog acht seizoenen. Benieuwd of het even goed blijft. En hoe ze omgaan met een serie over een mobiel hospitaal in de Koreaanse oorlog, die langer duurt dan de oorlog zelf.
Bah, we worden geïnterviewd. Of beter: bah, we worden geïnterviewd én gefotografeerd. Ik heb nul problemen met interviews, ik heb wél problemen met interviews in persoon en nog veel meer met foto’s.
De keuken ligt er ook als Srebrenica in juli 1995 bij, en we hebben zijn alletwee niet in fysieke staat om het op te ruimen.
Mijn computer was hondstraag geworden. Maar echt, gelijk zó traag dat het ondoenbaar was. De druppel die de emmer deed overlopen, was dat het zelfs in emacs niet meer vooruit ging: als ge in een terminalvenster sneller kunt typen dan dat de terminal kan bijhouden, en als een programma dat geschreven is in de jaren 1970 het niet meer houdt, dan hebt ge een écht probleem.
Ik dus op zoek.
Geen malware of andere zooi op de computer. Ruimte genoeg op alle schijven. Niet enorm veel dingen open staan. Alle mogelijke extensies in Chrome afgezet. Chrome zelf niet meer gebruikt. Geen dingen in de achtergrond draaien.
Niets hielp.
…en dan ging ik kijken naar mijn page file: ik had daar een tijd geleden al eens problemen mee gehad, omdat die op een zeer trage harde schijf stond in plaats van op mijn SSD.
…en jawel: het was de page file. Ze stond op mijn SSD, dus dat is goed, en dat verklaart ook waarom ik geen thrashende harde schijven hoorde, maar: ze was 200 gigabyte groot, wat dus veel en veel te groot is. Vinkje aangezet van “Automatically manage page file size for all drives”, computer herstart, en alles werkt weer gelijk een lierken.
Oef. Ik zat al met “computer helemaal leeg maken en alles opnieuw installeren?” in mijn hoofd.
Eén van de allerbeste seizoenen van de laatste jaren, het zevende seizoen van Agents of S.H.I.E.LD.
Echt serieus: elke aflevering is al uitstekend geweest, die van deze week (zes) was enorm zeer goed, en het ziet er naar uit dat de aflevering van volgende week weer fantastisch wordt.
Ik vind het enorm spijtig dat het het laatste seizoen is, maar als dit de manier is waarop alle series eindigen, dan mogen er nog veel eindigen van mij. (Ja, ik kijk naar u, laatste vier seizoenen van Game of Thrones).