Dingen die ik graag doe: met data werken. Ook als het niet echt zeer creatief werk is, maar gewoon tot een bruikbaar resultaat leidt.
Zoals wat ik dit weekend gedaan heb: een uur of 35 bezig geweest met al het werk dat iedereen op mijn werk gedaan heeft de eerste vier weken van het jaar in een nieuwe database steken. Die eigenlijk helemaal anders werkt dan wij nu werken, en dat het niet mogelijk is om het automatisch te laten gebeuren.
Manueel werk dus. Dat redelijk secuur moet gebeuren, en waar ge eigenlijk redelijk goed moet weten wat ge aan het doen zijt, of het loopt allemaal in de soep.
Het is voor het grootste deel gelukt, en de data van die eerste vier weken zit erin. Nu nog kijken hoe ik het –minstens voor rapportering– naadloos doe aansluiten op de gegevens die we in ons oude systeem zitten hebben. En hoe snel iedereen het nieuwe ding kan gebruiken, zodat ik niet om de maand zo lang moet spenderen aan manueel werk. 🙂
We zijn naar Nick Cave geweest. Die mens zijn tournee waar mensen uit het publiek vragen mogen stellen.
Ik ga het nooit begrijpen, wat mensen er toe aanzet om zo tenenkrullend te zijn als ze spreken met beroemde mensen. Allez, dat zijn toch ook maar mensen die ‘s morgens een onderbroek moeten aandoen?
Verder wel een geschikte kerel, zo op het eerste gezicht, meneer Cave. En goede muziek ook, en al.
“Een week of twee,” zei de mens die de verbouwingen ging doen. En dan zou het wel in orde komen. Hoe moeilijk kan het zijn? Een vloer uitbreken, twee niet-dragende scheidingsmuurtjes afbreken, een nieuwe vloer leggen, twee nieuwe muurtjes, twee deuren erin, wat pleisterwerk, een tegel of twee tegen één muur, en dan gewoon een bad, een wasbak, een wc en een douche installeren.
Ah, verbouwingen!
Toen bleek ineens dat de balken aan één kant van de ruimte — daar waar jaren een bad had gestaan — eigenlijk verrot waren en vervangen zouden moeten worden.
En toen bleek ook — zie rechts op de foto hierboven — dat de zeventiende-eeuwse kinderbalken eigenlijk niet meer rusten op de even zeventiende-eeuwse moerbalken. Wat wil zeggen dat er allerlei gedoe met ondersteuning en versteviging en watnog moet gebeuren.
En toen bleek ook dat het niet helemaal 100% duidelijk was wat er precies ging gebeuren met de muren en de vloeren.
Afijn, lang verhaal kort: we werken nu ook gewoon met een echte architect die het allemaal uitdenkt en tekent en begeleidt. Ahem ja. We hadden dat misschien al van het begin moeten doen.
Maar kijk! We hebben allerlei plannen om allerlei dingen te doen om de situatie recht te trekken. En in de loop van februari zal er hier dus nog veel gewerkt worden. We gaan eerst de vloer in orde zetten, met extra balken waar de badkuip komt, met degelijke isolatie, met al wat er moet zijn om het nog eens vierhonderd jaar goed te hebben.
En dan doen we het plafond; afbreken, beter isoleren, terugplaatsen. En dan de muren, maar alleen waar nodig. En dan de rest. Spannend, allemaal.
Wegens vrienden op bezoek bij onze oudste, konden we daar niet meer op het gelijkvloers slapen, en dus hebben we vannacht in de living geslapen.
Op de allerbeste dag ben ik niet zo’n held als het op stof aankomt, en slapen in het bouwstof, dat was dus geen goed idee. Mijn uurwerk verzekert mij dat ik vannacht in totaal twee uur en zeventien minuten in bed geleden heb. Ik schat dat ik daar misschien een kwartier of drie van geslapen heb, en de rest van de nacht druk bezig was te vergaan van de jeuk.
Ik ben zeker Het was zo erg dat ik uiteindelijk rond een uur of halfvijf uit armoe pijnstillers genomen heb.
Om zes uur ging de wekker af, heb ik kleren bij elkaar gezocht en ben ik op de velo naar het station gereden, om op 100 meter van het station gewaar te worden dat ik mijn computer en alles thuis had laten staan. Terug naar huis, terug naar het station, trein van vijfentwintig minuten later gepakt, waardoor ik de bus van 7u50 in plaats van die van 7u30 had in Brussel Centraal, waardoor ik om 8u20 in plaats van om 8u07 op het werk was.
‘t Was gene goeien.
Er moest nog vanalles aangepast worden aan een ontwerp, en het was zeer zeer moeilijk om er met mijn hoofd rond te geraken. Uiteindelijk is het wel gelukt, maar na het middageten was het helemaal om zeep.
In plaats van nog een paar uur op een monitor te zitten kijken, ben ik kort na de middag naar huis getrokken. Vanavond eens serieus vroeg in mijn nest kruipen.
Met dat het alsmaar dichter komt, dat verbouwen van de slaapkamer, moeten we ook nadenken over kasten en muren en alles.
Dit is de toestand nu, met overal bouwstof van de afgebroken badkamer aan de andere kant van de muur:
Het bed verhuist naar de tegeovergestelde muur, in mijn rug zijn twee grote vensters, en aan de verste muur komen kasten. De muur waar het bed nu tegen staat, komt een paar centimeter minder ver (hij eindigt nu een paar centimeter voorbij het begin van het raam in de badkamer, redelijk stom). En tegen de verste muur komt van boven tot onder kasten. De deur verhuist een centimeter of 60 naar rechts, zodat we de kast tot tegen de muur kunnen doen.
De vloer wordt eik, zoals in de rest van het eerste verdiep. De gordijnen zijn drie meter lange zware donkerrood fluwelen antieke dingen. De muren: nog geen idee. Het is cliché en al wat ge wilt, maar één muur met een schoon behangpapier dat ons helemaal aanstaat misschien? De kasten, dat zal pragmatisch worden: de basis zullen Pax-kasten van bij de mensen Ikea zijn, 3 meter 25 breed in de slaapkamer (+1 meter 25 aan de andere kant van de muur in de gang) op 2 meter 36 hoog op 60 diep, met daarboven dan nog bijkomende kasten om een volledige kastenwand te maken.
Jaja, het zou ook in maatwerk kunnen, maar de pocketboek is niet onmetelijk diep, en die Paxen zijn eigenlijk wel degelijk.
Sandra zou de deuren van de kasten in een soort tweedehandshoudhout willen laten maken, ik ben daar nog niet zo overtuigd van. We gaan nog eens moeten kijken en spreken dus. Vooral omdat minstens de meest rechtse twee deuren schuifdeuren zou moeten zijn, want een normale deur zou in het vaarwater van de deur van de slaapkamer komen.
De indeling van de kast in de slaapkamer, daar zijn we het in beginsel over eens: veel lades en genoeg stangen. Geen schappen tenzij ze te hoog zijn om in een lade te kijken of dat het moet wegens scharnier. Dat geeft dan zoiets, zonder de bijkomende kastjes bovenaan:
Niet dat we alles al tegelijk in huis gaan nemen, natuurlijk: we gaan eerst de kasten kopen met een paar schuiven en een paar stangen, en dan zien we wel wat we nog nodig hebben en hoe we het precies gaan doen.
En dan ook nog de electriciteit ook: er moet verlichting in die kasten, er moet verlichting in de kamer die we (elk) van in het bed kunnen uit doen, en ik eis genoeg stopcontacten aan mijn bed — dus om te beginnen minstens vier aan elke kant (het bed zelf dat op en neer kan gaan, oplader voor telefoon, oplader voor pakweg koptelefoon, en dan bijvoorbeeld plaats om een laptop in te steken als ik dat zou willen).
Geen nachtlampen. Nachtlampen zijn alleen nodig voor neanderthalers die nog papieren boeken willen lezen in bed.
En nog een heikel punt: we hebben zeer goeie matrassen en we hebben een zeer degelijk elektrisch bed-onderstel-gedoe, maar die passen eigenlijk niet in ons bed. Het bed-onderstel, of hoe dat ook heet, steekt eigenlijk al 15 centimeter boven het bed uit. En de matras ligt daar nog eens bovenop. Idealiter zouden we dus misschien ook wel eens kunnen kijken naar een nieuw bed. En dus nieuwe nachtkastjes ook.
Een kleine existentiële crisis, deze avond. Zo van “waar ben ik eigenlijk mee bezig”? Ik las een aantal krantenartikels in New York Times en Standaard en Morgen, ik klikte vijf minuutjes rond op Twitter, en ik dacht dan aan al wat ik de afgelopen dagen en weken en maanden gedaan heb, en dat geen van de dingen die ik de afgelopen dagen en weken en maanden gedaan heb ook maar één ding veranderen aan de miserabele toestand van de wereld.
Niet dat ik weet of ik er iets aan zou kunnen doen, maar zelfs niet geprobeerd hebben, dat steekt.
Bah.
Bleh.
Behalve dat wel goed nieuws: donderdag beginnen de verbouwingen hier in alle ernst. We streven ernaar om zo snel mogelijk weer een bruikbare slaapkamer te hebben, en voorlopig slapen we op de grond in het achterhuis, onder Zelie. Ze zal stil mogen zijn, want ik moet morgen om zes uur weg.
Ik dacht eigenlijk dat het er niet meer van zou komen, maar toch toch. Dit is wat ik zag toen ik vanavond van de quiz thuiskwam:
Een badkamer met niets meer in. Er is geen bad meer, geen wastafel meer en geen wc meer.
En er is al één muur helemaal uitgebroken en een andere half. Dit is het zicht van aan de deur van de slaapkamer:
En dit is wat het zicht is vanuit de badkamer naar de muur die er niet meer is:
Donker wegens geen licht meer, maar ook wegens volledig stoffig. Het hele huis is nu één stofwolk. Te hopen dat het niet enorm zeer vreselijk lang zal duren. 🙂
Morgen hebben we een dag om de slaapkamer definitief leeg te maken, en dan wordt die ook afgebroken.
Allez, ‘t is te zeggen, it has not yet heeltegans begun, but it does have already min of meer begun: het zou zo maar even kunnen dat maandag de mensen van de badkamer-en-slaapkamer in ons huis staan om te beginnen werken.
Dat wil dus zeggen dat onze slaapkamer en onze badkamer leeg zouden moeten zijn.
De eerste horde was één hoek van de kamer, waar dingen liggen die er al jaren en jaren liggen. We hebben onder veel meer gevonden:
stapels kleren die eigenlijk kapot gedragen waren en dus eigenlijk in de vuilbak hadden mogen gesmeten worden
stapels kleren die helemaal goed zijn en in orde maar die geen van ons nog gaan dragen, en die dus naar EHVV gaan
speelgoed idemdito
veel kapotte schoenen en sletsen
legplanken die we te geef hebben gezet op het interwebs
een zitbankje dat reddeloos kapot is maar dat we graag zouden restaureren
dikke dikke zware rode fluwelen gordijnen, die we gaan proberen gebruiken voor als de slaapkamer klaar zal zijn
dozen en dozen vol papieren, die ik één voor één bekeken heb en gesorteerd: vijftien jaar betaalde facturen, loonbrieven, papieren voor belastingen, gerechtelijke en medische dossiers, en al. Ik heb er de medische en gerechtelijke dossiers en facturen voor verbouwingen en foto’s en geboorte- en doodskaartjes en te houden contracten uit gehaald, de rest gaat onverbiddelijk naar het papier.
veel oud computermateriaal dat ik na dertig of meer jaar dan toch maar weg ga doen (zeer oude joysticks, een Kempton interface voor ZX Spectrum, een hele resem PCMCIA-kaarten, toetsenborden met verkeerde aansluitingen, SCSI-drives en -kabels, …)
een aantal Afrikaanse beeldjes die ik toch ga houden
een map met grafisch werk van de vorige, overleden, eigenaar van het huis
zeer, zeer, zéér veel stof
Ik heb het in schuifkes moeten doen wegens zware allergie-aanvallen, maar die ene hoek is nu wel opgekuist.
De rest, not so much.
Blijven over: mijn kleren, Sandra haar kleren, de zooit rond het nachtkastje, de zooi op de kast aan de ene kant en op de kast aan de andere kant, de twee kasten, en ons bed.
En dat zou eigenlijk allemaal nog moeten gebeuren in de loop van zondag. Ahem.
We werken om dingen klaar te hebben tegen donderdag, daar hebben we dan een lange vergadering over om hier en daar nog wat dingen aan te passen, maar de eerstvolgende ingeplande werkdag op datzelfde project is pas de volgende maandag. Vrijdag de hele dag vergadering voor iets anders, maandag heb ik twee uur en drie kwartier om er aan te werken, dinsdag workshop voor iets anders, woensdag een hele werkdag ontwerp voor nog iets anders, en dan donderdag een dag om een belangrijke presentatie met onder meer de wijzigingen (en het werk van de afgelopen maand) te maken die dan vrijdagnamiddag gegeven zal worden.
En, eigenlijk, nu ik het zo bekijk, een vergadering vrijdag voor iets anders een uur vóór die belangrijke presentatie.
En ziet, de hele volgende week is al ingepland. En er is nog welgeteld 2 uur en 15 minuten over die niet vol zit met dingen.
Ik keek in mijn agenda gisterenavond en ik dacht: “Ziet! Een hele dag rustig ontwerpwerk!” En dus besloot ik thuis te werken.
En toen was het vijf voor negen vanmorgen en was ik tewege te beginnen, toen mijn andere kalender mij wist te zeggen dat ik om 9u een meeting had over de agenda van een workshop.
En dat ik daar meteen na een meeting had om een protocol voor interviews te bespreken.
Oops.
De twee meetings dan maar per Skype gedaan. En een derde meeting per telefoon.
Maar dat “rustig ontwerpen”, dat is er dus niet van gekomen. Het was alsnog onverwacht druk.
Maar wél content dat ik vandaag een vernuftige omweg gevonden heb om de individuele bars van een stacked bar graph in PowerBI te laten sorteren op exact de manier dat ik het wou.
En nu is het 19u10 en ga ik slapen. Koppijn en misselijk.
Morgen nog een dag en dan is het vrijdag. En dan is het weekend.
De laatste tijd op het werk — pakt het laatste anderhalf jaar — heb ik eigenlijk voornamelijk tijd besteed aan één groot project.
Dat is eigenlijk wel aangenaam: ge moet niet al te veel over en weer switchen tussen contexten, en het is gemakkelijk om wat flow te kweken en voort te doen.
Aan de andere kant: ik heb het wel graag, als er veel dingen tegelijk moeten gedaan worden.
En kijk: nu is het (een beetje) van dat: de afgelopen paar dagen heb ik complexe UX gedaan voor één project, een storyboard getekend voor een ander, een workshop voor een derde, en een begin van informatie-architectuur slash detailontwerk voor een vierde.
En tegelijk daarmee ben ik ook piloot voor een nieuw systeem van uurregistratie en projectopvolging en alles, dat het allemaal veel eenvoudiger maakt dan vroeger om vanalles bij te houden. Veel vroeger deed ik dat zo’n beetje uit het blote hoofd, op het einde van de week — zo van “ik weet dat ik op maandag dat en dat gedaan heb, en dat was samen ongeveer zoveel uur”. Iets later deed ik het in Excel, wanneer ik het niet vergat. Het afgelopen jaar of zo houd ik alles bij in emacs, met timestamps en alles.
Maar nu is het dus veel gemakkelijker, en hou ik het bij terwijl ik het werk doe. Dat geeft dan zoiets — whee!
Een kwartiertje hier, een kwartiertje daar, en voor ge’t weet is een dag gevuld. 🙂
Het was vandaag, overigens, een bijzonder aangename namiddag werken: detailontwerp van een al bij al eigenlijk toch wel behoorlijk ingewikkeld stuk van een op zich al complexe toepassing, waar een hele stapel use cases bij elkaar komen. We hebben knopen doorgehakt, en het was een wonder van schoonheid, hoe alles uiteindelijk proper consistent op zijn plaats viel: het stuk dat we eigenlijk dachten het moeilijkste te zijn, bleek achteraf het sluitstuk van alle open problemen te zijn.
Meest verwarrende moment in zeer lange tijd, in de quiz gisteren.
Er was een vraag die ging over wellicht de meest fascinerende Egyptische farao. Een zeer lange vraag, die begon in de zin van “Akhenaten, die geboren werd als zoon van Amenhotep III en koningin Teye, regeerde van dan tot dan, voerde wellicht het monotheïsme in, yada yada, enzoverder enzovoorts” en eindigde een minuut of twee later met iets als “Deze farao was bekend als Amenhotep IV, maar hoe kennen we hem nog?”
We waren het begin van de vraag al half vergeten, en ik had ergens halverwege al “Akhenaten” opgeschreven als antwoord, uiteraard!, maar toen bedachten we hang on, hadden ze al niet Akhenaten gezegd in het begin van de vraag?
We vragen dus om de vraag nog eens te herhalen, en inderdaad: “Akhenaten was ook gekend als Amenhotep IV, maar welke naam had hij ook nog?”
Wij dus in totale opperste verwarring. We weten dat hij Amon-Ra verving door Aten, maar dat zit al in zijn naamsverandeing van Amen-iets naar iets-Aten. En een derde naam? Het kan zijn dat er ergens nog een ons onbekende naam was, natuurlijk dat, maar we hadden er echt geen enkel flauw idee van.
…en wat bleek het antwoord te zijn: Achnaton. Aaaarhgh! Dat is gewoon een spellingsvariant! Dat is geen andere naam! Awoert! Da’s gelijk vragen “wat is een andere naam voor de stad Parijs?” en verwachten dat we “Paris” antwoorden.
We hebben (iets te geïrriteerd, geef ik meteen zeer grif toe) ons beklag gedaan.