• Made in Fuji

    Ik had een fototoestelletje gekocht wegens al mijn fotomateriaal gestolen, een paar weken geleden.

    En toen keek ik eens in de zoeker, en ziet:

    IMG_6665

    Binnenin de zoeker van een nieuw fototoestel dat omzeggens nog nooit uit zijn doos geweest is, zit een made. Serieus: vies.

    Dingen die ik mij dan afvraag, onder meer:

    • het is een insect uiteraard, maar wat? een vlieg? ‘t is redelijk groot, vind ik wel
    • hoe geraakt dat daarin? voor zover ik zie aan de diagrammen en gedemonteerde foto’s op internet, is er nergens ruimte om tussen te kruipen!
    • hoe kan dat daarin groeien? ik kan mij alleen inbeelden dat er wat lubricatieolie in zit, verder geen eten
    • en nu? gaat dat verpoppen? gaat dat doodgaan en rotten?

    Eikes, maat.

  • Gelezen: The Soul of a New Machine

    Soul of a New MachineEen journalist die meer dan een jaar in de loopgraven zit, samen met de mensen die een nieuwe computer aan het maken zijn. Die de computer volgt van ontstaan tot oplevering, in een periode dat er nauwelijks sprake was van personal computers: eind de jaren 1970, toen IBM oppermachtig was en Data General de gevaarlijke en hippe New Kid on the Block was.

    Maar nu zit Data General mogelijk zelf in de problemen: DEC’s VAX is sneller en beter dan het beste dat Data General heeft. En dus beslissen ze om op een nieuwe plaats een volledig nieuwe afdeling op te richten om een fantastische nieuwe machine te maken die vele kere beter zal zijn dan de VAX (maar ook veel complexer). De achtergebleven mensen, die niet ana het nieuwste van het nieuwste werken, moeten ondertussen maar incrementele verbetering aan de bestaande Exlipse-lijn doen.

    En dat ziet Tom West, niet zitten. Zijn meesterplan: de bestaande 16-bit Eclipse hermaken in een 32-bit-versie, die backwards compatible zal blijven. Als een soort Plan B, voor in het geval het niet zou lukken met de nieuwe machine.

    Hij stelt een klein team samen van oude rotten, aangevuld met een hele stapel mensen die net afgestudeerd zijn, “zo jong dat ze nog niet weten wat onmogelijk is”, en past er de paddenstoel-magament-theorie op toe: “keep them in the dark, feed them shit, and watch them grow”.

    Het boek slaagt er nooit in om Tom West helemaal te verklaren: hij blijft een mysterieus iemand, in zijn jeugd rebels, een muzikant, heel de wereld afgereisd voor het Smithsonian, en dan bij Data General terechtgekomen waar hij eerst zelf in de loopgraven zat maar redelijk snel ‘management’ werd. Voor zover we zien moet hij totaal schizofreen geleefd hebben: op het werk droog en een imago van bullebak en tiran, maar buiten het werk een compleet andere persoon.

    West usually drove out of Westborough fast after work. “I can’t talk about the machine,” he said one evening, bent forward over the steering wheel. “I’ve gotta keep life and computers separate, or else I’m gonna go mad.”

    En toch tot zijn pensioen bij hetzelfde bedrijf gebleven. Weird.

    Waar Tracy Kidder wel in slaagt, is de heldentocht te omschrijven. Van niet weten of het zelfs maar zou kunnen, over de successen en tegenslagen, tot de uiteindelijke oplevering van de Data General Eclipse MV/8000. Met naast Tom West focus op de Hardy Boys onder Ed Rasala, de mannen die de hardware moesten maken, en de Microkids onder Carl Alsing, die de microcode schreven. En natuurlijk is het maar één computer van de zovele, heeft niet op honderdduizend er ooit zelfs maar van gehoord, is het niet eens een voetnoot in de geschiedenis — maar voor de mensen die hem aan het maken waren, was het dat anderhalf jaar hun hele leven.

    Allemaal zeer confronterend, voor wie ooit iets in IT gedaan heeft.

    Geen boek om managementtechnieken te leren, geen boek om een geschiedenisles te krijgen, geen boek waar veel over computers in staat, maar toch verplichte lectuur voor al wie iets met computers en management doet, denk ik.

    Pulitzerprijs ook, en doet mij goesting krijgen om andere boeken van Kidder te lezen.

    [van op Boeggn]

  • Weird

    De kinderen zitten naar Back to the Future II te kijken. Die zich in oktober 2015 afspeelt.

    Jaja, iedereen en zijn schoonmoeder hebben het er al over gehad, maar het is maar door er naar te kijken dat het doordringt hoe oud we geworden zijn.

  • Spannende dagen

    Allemaal spannend!

    We hebben thuis nieuw internet — of beter, ‘t is te zeggen, de modem is vervangen. Hopelijk zouden we nu in de programmagids op tv ook méér dan één dag naar voor moeten kunnen kijken, en lukt het ook om programma’s te herbekijken en zo.

    We hebben een hele bundel met persoonlijke informatie neergelegd en we kijken uit naar opvolginterviews daarover, we zijn in blijde verwachting van nieuws over de laatste loodjes van de keukenverbouwing, en er is perspectief op een nieuwe voordeur en we gaan ook zwaar op zoek (premiezoeker to the rescue) naar wie er ons voor welk deel van de verbouwiningen eventueel geld zou geven.

    En! Vanavond! Is! Het! K3! Zoekt! K3!

    (Benieuwd of de transparante poging van Studio 100 om Jindra underdog-achtig sympathiek te maken zal gelukt zijn.)

  • Harde lessen

    ‘t Waren vanmorgen traantjes. Jan was wakker geworden en had plots beseft dat hij, in tegenstelling tot alle andere woensdagen in zijn ervaring, gisteren tóch dingen te doen had voor school.

    Hij was zijn schoolagenda vergeten op school, en er was huiswerk te doen tegen vandaag, en hij had vandaag ook een toets, en het zou dus allemaal niet zo goed zijn.

    Pech.

    Daar dient het zesde leerjaar ook voor, natuurlijk: leren plannen, en omgaan met dagen dat er geen tijd is.

    ‘t Is te hopen dat hij het een beetje leert. Want zo erg leutig wakker worden is dat niet, zo’n snikkend kindje op een paar meter van uw bed.

  • Gelezen: Ancillary Mercy

    Ancillary MercySchal de klaroenen! Het laatste deel van de Imperial Radch-trilogie is er!

    Ik was absoluut niet zeker of Ann Leckie er zou in slagen om het verhaal tot een degelijke conclusie te brengen in één boek, en hoboy, ’t is helemaal gelukt.

    Een wijvenboek en goede sciencefiction, en grappig en spannend tegelijk. En had ik al gezegd een wijvenboek? Ik ben er zeker van dat het iets is dat mijn dochter van zestien het ook graag zou lezen.

    Ik wil zelfs niet beginnen aan een soort van korte inhoud omdat spoilers, maar het was al lang geleden dat ik zo content was op het einde van een verhaal.

    A++ would recommend.

    [van op Boeggn]

  • Gelezen: The Satanic Verses

    Prieres-TheSatanicVersesIk houd van de taal van Salman Rushdie, van tussen Engeland en Indië.

    Zeker, ’t is een uitslover, en zeker, hij doet soms té veel zijn best, en zeker, ’t is in het echt ongetwijfeld geen gemakkelijke mens, maar dat maakt mij niet uit.

    Saladin Chamcha is een Indische acteur die vooral zijn roots achter zich wil laten. Hij idoliseert Engeland en Engels zijn, en een van zijn grote frustraties is dat hij wegens zijn uiterlijk nooit echt Engels kan zijn op toneel of film. Alleen met zijn stem kan hij om het even wie zijn: hij is een gevierd stemacteur — de stem van ontelbare reclamespots, van diepvrieserwtjes en van pizza. En ja, het ligt er nogal dik op: zijn sterrol is als een alien in een tekenfilm. Buitenstaander, hellow.

    Gibreel Farishta is een Indische acteur die gevierd en geïdoliseerd wordt in Indië. Hij speelt er godheid na godheid in blockbuster na Bollywood-blockbuster.

    In eht begin van het boek bevinden ze zich samen in een vliegtuig dat gekaapt wordt, en dat uiteindelijk ontploft boven het Kanaal. Ze vallen samen naar beneden maar worden op de één of andere manier miraculeus gered; Chamcha wordt een duivel (compleet met hoornen en staart), Farishta wordt een engel (compleet met halo).

    Hoezee! ’t Is magisch realisme! Een mens weet niet wat echt is en wat niet!

    Gibreel had, nog voor de ontploffing, voortdurend dromen waar hij zichzelf als de engel Gabriël ziet, en dat wordt nu alleen maar erger. (Magisch realisme allemaal goed en wel, maar het is redelijk duidelijk dat Gibreel Farishta mentaal niet in orde is.) Zijn dromen komen in een reeks sub-plots terug, die op verschillende manieren parallel lopen met de raamvertelling: het verhaal van Mohammed (‘Mahound’ in het boek) en hoe de Islam ontstond en de Koran geschreven werd, een vignet over een nauwelijks verholen Ayatollah Khomeini, een verhaal over een fanatisch Indisch moslimmeisje dat haar hele dorp op sleeptouw neemt in een pelgrimstocht naar Mekka.

    Alledrie personages die zeggen geïnspireerd te zijn door Gabriël, maar Gibreel-als-Gabriël beseft dat hij het niet echt is die inpireert, en dat hij gevangen zit in het (droom)verhaal.

    Ah well. Duizend dingen te zeggen over het boek, natuurlijk: wat het zegt over geloof, over wat thuis is, over liefde, familie, obsessie. Over de chutneyficatie van cultuur, het unieke perspectief van migrant. En postmodernisme en intertextualiteit en bla die bla.

    Een mens kan het boek lezen met een notablok ernaast en notities nemen en lezen en herlezen. Een mens kan het ook gewoon lezen als een spannend boek vol humor en ontroering.

    Zeer aangeraden.

    [van op Boeggn]

  • Kapot

    Just my luck: een nieuwe Surface in dienst genomen, en hij is al kapot.

    Jaren aan een stuk niéts van problemen gehad met de Pro 2, en nu na een week of twee: in slaap gevallen en niet meer wakker te krijgen. En ik had nota bene juist mijn keyboard gekregen ook.

    De mensen van de winkel wisten mij te zeggen dat ik ofwel morgen mijn computer terug zal hebben, ofwel dat het zéker drie weken zou duren. Euh, vervangcomputer, iemand?

    En ook nog zoiets: ik had alles op OneDrive staan, maar om de één of andere mijn niet bekende reden, was dat ding gestopt met synchroniseren 26 dagen geleden. Zesentwintig dagen.

    Fuck.

  • Phubbing

    Hoera! Uitwisselingsproject op school!

    We hebben sinds donderdag een gaste op bezoek uit Barcelona. Een groot gemak, eigenlijk. Ik had gedacht dat het misschien moeilijk zou zijn om te communiceren — niet alle Spaanse mensen spreken even goed andere talen — maar daar was geen enkel probleem: het meisje woonde tot voor kort in Australië, dus van Engels loopt het wel los.

    Mijn tweede vrees was dat het moeilijk zou zijn om gespreksonderwerpen te vinden. Ik herinner mij van toen ik dat deed, naar het buitenland gaan, dat het vooral veel aftasten was in het begin, en dat het altijd moeilijk was in te schatten of het niet te snel over godsdienst en politiek zou gaan, of over God weet welke andere onderwerpen hier wel gevoelig lagen en daar niet, of omgekeerd.

    (Die keer dat de vraag “en wat doen uw ouders eigenlijk van werk?” bijn mijn uitwisselingsgezien zeer moeilijk lag, omdat “euh, gewoon, euh, kweetniet” het antwoord was wegens dat er zó enorm veel geld was dat het nooit duidelijk was waar het vandaan kwam en dat er niet over gesproken werd, brr.) (Die keer dat ik bij een Portugees terechtkwam die in één kamer leefde, met een draad waarover een laken gespannen om ‘slaapkamer’ van ‘keuken+badkamer’ af te scheiden, en dat het weliswaar gezellig slapen was in één zetelbed, maar waar elk gesprek en elke vraag onvermijdelijk in zeer zeer zéér geanimeerde politieke discussies terechtkwam waar het enige probleem was dat Rui de Lissabonees zo ongeveer vijf woorden Engels en tien woorden Frans sprak.)

    Maar we hebben opnieuw zeer veel geluk: zo ongeveer het eerste dat onze gaste gedaan heeft toen ze toekwam, was kijken waar de stopcontacten zaten, daar haar gsm-oplader in gestoken, en dat was dat dan. Hello en goodnight lukt nog min of meer, en na één avond in de zetel in de living gezeten te hebben (naar Castle kijken) (en ondertussen Spaande Youtubekanalen beluisteren) is ze definitief verhuisd naar het stopcontact onderaan de trap.

    ‘t Is een gemak, veronderstel ik. Maar ‘t is toch niet zó enorm wijs.

  • The Net

    Ik deed al een tijdje ‘internetdinges’ voor mijn beroep toen The Net uitkwam in 1995, en ja, de film was toen even belachelijk als hij nu overkomt.

    Maar wél Sandra Bullock. Getver, jong.

    traque-sur-internet-1995-09-g

  • Oudercontact

    Een nieuw schooljaar, nieuwe oudercontacten. Vandaag was het voor de twee meisjes, en we hebben bij allebei te horen gekregen wat we verwachtten.

    Dat ze dat goed doen, namelijk.

    Een groot gemak, als het academisch allemaal in orde is. Dat is dan toch één zorg minder.

  • Opgegeven

    Misselijk rondlopen en alles, dat lukt nog. Maar als er daar ook nog niezen en snotteren en koppijn en koorts bij komen, dan zie ik het niet meer zitten: deze namiddag naar huis gefietst en linea recta met een deken in de zetel gaan liggen.

    Geen kookles vanavond, geen werk morgen. Warm citroensap met een lepel honing, platte rust, dat soort zaken. Uuuuurgh ik voel mij gelijk een kapotte dweil.

  • MH17

    Een model van duidelijkheid. Proper gedaan.

    Zo zouden alle dergelijke onderzoeken moeten afgesloten worden.

  • Gelezen: Southern Bastards v2: Gridiron

    southernbastards2Euless Boss in het eerste deel van Southern Bastards is een slechte slechterik. Een mens voelt dat er meer achter zit dan wat er op de pagina staat, en in Gridiron krijgen we dat te zien.

    En jawel, het heeft alweer met vaders te maken. De grootste droom van Euless Boss was om één van Running Rebs te worden, maar zijn familie heeft een minder dan goede reputatie en zijn vader is de ergste van al. Cue een al met al traditioneel verhaal, compleet met oude mentor erbij.

    Het vleest Euless Boss uit, het geeft meer achtergrond, maar het voelt toch aan alsof het minder met de geplogenheden van het genre speelt dan het eerste deel. Een oude mentor okay, tot daar aan toe — de coach in Rocky, Yoda in Star Wars, Mr. Miyagi in Karate Kid, so far so monomyth — maar in het diepe Zuiden van de VS er een zwart van maken, en dan nog een blinde zwarte, da’s mij nét iets te veel in de magical negro-richting.

    Maar bon. De tekeningen van Latour blijven uitstekend, en dit deel twee is een uitstekend opstapje naar deel drie, waar de dochter van Earl Tubb op het toneel komt. Yay!

    gridiron

    [van op Boeggn]

  • Gelezen: Titus Groan

    Titus GroanAh, heerlijk. Een boek dat gemaakt is om te beluisteren, en om van te genieten. Jawel: audioboek! Er zijn mensen die er absoluut niet van moeten weten, maar dat zijn mensen die verkeerd zijn. Wij zijn gemaakt om verhalen te vertellen aan mekaar, en er is iets visceraal anders aan een voorgelezen verhaal, dat er niet is als je het zelf leest.

    Als ik zelf lees, dan is dat tegen wil en dank aan tweehonderd per uur, kan ik bijna niet stil staan, wil ik altijd vooruit, verder, het vervolg weten. Voorgelezen is dat niet mogelijk. Is het de auteur die beslist, niet ik. En voor sommige verhalen is dat meer dan de moeite waard: Gormenghast is er één van, en Simon Vance zet het kasteel en zijn bewoners magistraal neer. Meer nog: Gormenghast is beter als het door Simon Vance voorgelezen wordt dan als ik het zelf lees.

    Mervyn Peake is de anti-Tolkien: geen draken, geen magie, geen kaart die landmark voor landmark afgegaan wordt, en jawel, geschreven in 1946 maar niéts clichématigs. Het is de reis die belangrijk is, niet de bestemming. Euh, niet dat er een reis of een bestemming is in Titus Groan, wegens iedereen blijft in de buurt van het kasteel, maar toch.

    Sepulchrave is de 76ste graaf van Groan. Hij heeft zich er al jaren bij neergelegd dat hij van zijn geboorte tot zijn dood geleefd zal worden, met een ritueel voor bijna elk uur van elke dag van het jaar en met precedenten voor al wat er ooit zou kunnen gebeuren. Zijn vrouw, Gertrude, heeft schijnbaar alleen oog voor haar legioen witte katten, en voor de dozijnen vogels die ze voortdurend rond haar heeft. Hij heeft een dochter van 15, Fuchsia, die zowat alleen in haar eigen wereld leeft en nog het meest contact heeft met de quasi-demente Nannie Slagg, al generaties lang kinderverzorgster. Dan zijn er nog de twee zussen van Sepulchrave, de tweeling Cora en Clarice: jaloers op Getrude en de wereld, willen de macht veroveren zonder eigenlijk goed te begrijpen wat ‘macht’ is, en en zonder eigenlijk om het even wat goed te begrijpen.

    Het kasteel van Gormenghast is een microcosmos waar jaar na jaar quasi niets verandert. En dan, om het met de krantenkoppen van de laatste jaren te zeggen, gebeurt dit.

    In de gigantische keukens van het kasteel, waar de al even gigantische Swelter de plak zwaait, is de zeventienjarige Steerpike het zodanig beu dat hij ontsnapt. Op de dag dat Titus geboren wordt, de zoon van Sepulchrave en Getrude, en dus de toekomstige 77ste graaf.

    Steerpike werkt zich in het leven van Fuchsia en van de tweeling, en wordt de helper van Dr. Prunesquallor, de dokter van het kasteel.

    Verandering! In een wereld die niet kan omgaan met verandering!

    Ik vind dit een heerlijk boek. Fantastisch. Wondermooi van taal, hilarisch grappig en diep ontroerend bij momenten, verschrikkelijk spannend ook. Oh, en ik heb het niet eens gehad over mijn favoriete personage: Flay, waarschijnlijk de meest onveranderlijke van alle onveranderlijke mensen in het kasteel (denk Christopher Lee op zijn droogst), die pas begint te leven als hij noodgedwongen moet veranderen. Meesterwerk.

    (Fair warning: er zijn mensen die zot zijn van Gormenghast, en dan zijn er mensen die Gormenghast haten. Ik denk niet dat er veel mensen zijn die ergens tussenin zweven, zo van “mwofja, niet slecht maar ook niet goed”.)

    [van op Boeggn]