• Meesterplan

    Ah ha!

    Alleen thuis vandaag. Enfin ja, alleen in Oostduinkerke, dus. Enfin ja, tot deze namiddag, dus.

    Vanmorgen blijven liggen in de zetel met mijn ogen toe omdat ik al van vannacht 2u dacht dat ik een oogontsteking had: uiteindelijk bleek dat het de hele tijd een verdwaalde zandkorrel was.

    Sandra en Hilde zijn met, even tellen, vier plus twee plus één is zeven kinderen naar Plopsaland vertrokken, ik zit sinds 10u en een klets in mijn zetel in de branding. Er was slecht weer voorspeld, maar ’t is al de hele tijd zon.

    Vanmiddag komt er bezoek, en dan hoop ik met twee in de branding te zitten. Tot het tijd is om eten te maken voor Sandra en vier kinderen.

    Here goes voor een fijne dag!

  • Gelukt!

    Helemaal verbrand, van mijn neus tot aan mijn terugtrekkende haarlijn, en van de helft van mijn polsen tot aan mijn vingers, en van net onder mijn knieën tot aan de bovenkant van mijn voeten!

    Blijkt dat dat zelfs zonder fulltime zon mogelijk is, zelfs met factor 9000 zonnebrandolie ingesmeerd — whoever knew?

    Voor de rest een zeer fijne dag gehad: eerst is vriendin één uit Gent met drie dochters toegekomen, zijn we naar het strand getrokken (interludium waarbij Sandra de deur heeft dichtgetrokken met de sleutel aan de andere kant er nog in, resultaat: ik mogen staan wachten op de slotenmaker, die Schrandalig Veel Geld gevraagd heeft om met een plastiek even tussen de deur te wriemelen) —

    20110810-230730.jpg

    en dan is vriendin twee uit Gent die ook net twee weken op vakantie is in het dorp naast Oostduinkerke toegekomen met haar twee dochters, ben ik naar de waterlijn getrokken met mijn plooistoel en mijn geschiedenis van literatuur in de 10de eeuw en Karolingisch-achtige instellingen in Engeland tussen 850 en 950, en pakweg vier uur later weer naar huis getoogd.

    Boodschappen gedaan — verse sardienen en zalm — een behoorlijk mediterraan aandoend avondeten met zalm traditioneel in de pan, sardienen met look in de pan, gebakken aardappelen met rozemarijn, een slaatje met kerstomaten en groen gedoe en ajuin, tartaar van zalm en met tonijn gevulde paprika als hors d’œuvre, afijn: vakantie!

    Relatief harde wind, vandaag, trouwens. Morgen gaan Sandra en vriendin twee en acht van de tien kinderen van vandaag naar Plopsaland, wegens dat er toch slecht weer voorspeld was.

    Ik blijf in Oostduinkerke wegens afgesproken om whisky te drinken en sigaren te roken (minus de sigaren voor mij dan wel).

    Hoera!

  • Buit!

    Vandaag: uren in mijn zetel in de zee gezeten — ik zal dan eens op Flickr moeten kijken wegens er hebben wel tien mensen van mij foto’s staan maken, alsof ze nog nooit iemand met een zonnebril aan een boek hadden zien lezen.

    In een plooizetel zo’n tien meter in zee. Met mijn lange zwarte mantel aan en mijn lange broek opgestroopt. En tot aan mijn knieeën in het water.

    20110809-202619.jpg

    De reden, trouwens, van al de fotografen: ik zat er al een uur of zo en toen kwamen de lijkenpikkers plots in horden afgedrumd — een half strand dat de “oogst” van de toerismus-garnaalvangers onder zich wilde verdelen en/of een authentieke foto van een echte garnaalvisser op een paar in de branding wilden maken.

    Ik had het gisteren al van dichtbij gezien, die hele ceremonie: mijn eerste en vrees ik ook meteen mijn laatste keer. Vandaag ben ik rustig blijven zitten in mijn zetel, op een meter of vijftig van de slachtplaats.

    Echt niets voor mij, levende beesten ziendelingen en zonder reden dood doen. Dan gaan die vissers namelijk helemaal pittoresk een toertje doen met hun paard, en kappen ze na afloop hun netten uit op het strand: garnaen, krabben, kwallen, van die kleine blinkende visjes, van die naaldachtige vissen, van die platvisachtige vissen, zeewier, verdwaalde mossels.

    Het begint met een paar hoopjes zeefauna meer levend dan dood, en dat wordt op zo ongeveer een half uur tijd een miasma van meer dood dan levend: krabben met poten af (“kijk mama een kra– oh! kijk mama! ik heb een poot van een krab! en hij beweegt nog!”) schielijk komen te gane vissen (“papa! een visje! het geeft mij kusjes! kijk papa! kijk! maar kijk dan to– oh ’t is gestopt met kusjes geven”), fijngeknepen garnalen, in stukken gehakte kwallen, strandemmers vol miserie, eigenlijk.

    Gisteren heb ik een paar grote garnalen, twee krabben en zo’n plat visje weer in zee gezeten op hopelijk groot genoege afstand van die smeerlappen van meeuwen die op het hele gedoe afkomen. Vandaag had ik geen zin om het allemaal te aanzien. En ben ik dus in mijn mantel in elkaar gedoken blijven lezen over wat de echte gevolgen van het Verdrag van Verdun nu eigenlijk waren in 843 (niet zo erg veel, blijkt) en wat er allemaal gebeurde met de economie in Egypte tussen 750 en 850.

    Toen iedereen terug weg was, de meeuwen de zieltogende resten van onder het omwoeld zand met zeewier hadden gevist en ook afgedropen waren, en ik het beu begon te worden om mijn stoel om de vijf minuten verder richting dijk te moeten zetten wegens te snel eb aan het worden, heb ik mijn stoel opgeplooid en opgeborgen, en richting huis getrokken.

    Op de dijk bleek ene Stan, naar het schijnt van het gehucht Samangh, aan het zingen. Ik heb het begin van het optreden gemist, helaas. En het einde ook, en vrees ik het midden ook: gewoon doorgelopen naar het appartement.

    Onderweg Sandra tegengekomen, die net van daar kwam en de kinderen ging vervoegen: die hebben het allemaal wél meegemaakt. En alle mogelijke spelletjes en wedstrijden ook — ze zijn later met heelder zakken schwag teruggekomen:

    20110809-195119.jpg

    Stylo’s met flessentrekkers erin, waardebonnen, dat soort dingen. Oh, en Zelie heeft een ticket Bellewaerde gewonnen, ’t schijnt. Altijd leutig; dat wil dan gewoon in de praktijk zeggen dat wij vijf tiketten moeten kopen, ha!

    Afijn. Toen ik thuiskwam, was er nog buit te bekennen: in de wasbak stonden zowaar twee emmers vol gelijkgepikte garnalen. Een halve kilo, die we in zout water met wat chili gekookt hebben.

    Want morgen komt er volk: we zullen met dertien tot vijftien man zijn, en we gaan ze zelfgeviste (nu ja, zelf vantussen het ramptoeristische aas bij elkaar geraapte) garnalen voorschotelen, ha!

    Ik ga ervan uit dat als een paar van die beesten nog in leven waren toen ze in het kokend water gedumpt werden, dat ze allemaal wel eetbaar zullen zijn. En zoniet, dan zien we dat wel te regelen met een paar dozen Immodium of zo:

    20110809-202912.jpg

    (Ideale dag vandaag trouwens: mooie zon, veel wind, niet geregend en vooral niet te warm. Een dag dat ik aan zee kan zitten boeken lezen mét mijn mantel aan is een perfecte dag, wat mij betreft.)

  • Ongehoord!

    Er belde zonet een mevrouw naar het contactnummer van Gentblogt–mijn GSM– het nummer waar bij staat dat het enkel voor erg dringende gevallen is, en dat al de rest best via het redactie@-emailadres gaat.

    Ze had in eerste instantie Sandra aan de lijn, en het was blijkbaar zowel verward als heel erg boos. Dat ze drie jaar geleden iets op de site van Gent had gezet en waarom staat dat er nog altijd op?

    (Een reactie geplaatst op Gentblogt, dus.)

    Zegt Sandra dat dat nu eenmaal zo is op het internet, en dat ze altijd eens kan mailen naar de Redactie van Gentblogt. Telefoon eindigt onverrichterzake, blijkbaar.

    Vijf minuten later: SMS.

    Voila,uw privenr staat dus ook op gentblogt, vervelend als mensen uwe prive voor altijd kunnen vinden veronderstel ik. Misschien kunt u er toch alles afkrijgen.?

    Uuuuurgh. Dát soort mensen dus, ja.

    Die in 2009 borderline lasterlijke zooi plaatsen op het internet, en dan onhebbelijk doen als ze jaren na dato niet onmiddelijk hun goesting krijgen.

    Ik heb ze met mijn meest officiële stem opgebeld, ze nam niet op — ier ies ut áántwoeërt ápperoat iek zén ur nie — maar belde dan even later toch op.

    Het verhaal opnieuw: dat drie jaar toch veel te lang is en dat ze wel eens op voorhand mochten zeggen dat dat bleef staan, en dat het nu allemaal weg moest. En DAT ZE VT4 AL GEBELD HEEFT!!

    Ik haar uitgelegd dat dat niet zomaar gaat, dat ik zo kan zeggen dat ik Jan De Smet ben en dat alles wat door alle Jannen De Smet op het internet is gezegd, weg moet.

    Dat ze dus best met hetzelfde emailadres als waarmee ze reageerde, naar de redactie mailt. En dat we dan die reacties wel wegdoen. Dan. Als.

    Ik had er aan toe kunnen voegen, als ik snel genoeg internet had gehad om op minder dan tien minuten haar reacties op Gentblogt terug te vinden, dat ze zich zou moeten schamen over wat ze schreef, en dat het eigenlijk haar verdiende straf zou zijn dat die zooi het eerste resultaat op Google zou zijn tot ze iets beter op het internet presteert.

    Maar goed. Ik blijf in die omstandigheden — zéker in officiële Gentblogt-capaciteit — ijzig kalm en beleefd. En ik had geen internet dus ik wist tot zonet niet wie het was en wat ze precies had gezegd.

    En dus zal het, na bevestiging van het emailadres, gewoon eventjes damnatio memoriæ worden. Dat van archive.org, daar hebben we het een andere keer wel over.

    Tsss.

  • Moe

    Hoe minder ik doe, blijkbaar, hoe meer ik moe word.

    Vandaag, even kijken: wakker om halfnegen, eten, comics lezen, eten, aangezet naar het strand, anderhalf uur of zo in de branding gezeten met een geschiedenis van het Byzantijnse Rijk ca. 800-1050.

    Het waaide enorm hard en het was niet echt warm, maar zo erg was dat niet.

    Het was iets minder leutig toen het ook hard begon te regenen, en dan ben ik maar naar huis gemiezerd — de rest zat al thuis wegens te koud, de quitters.

    En dan ben ik thuis gekomen en gecrasht. Geslapen van denk ik 16u tot 20u.

    Vakantie!

  • Tja

    Zo gaat het ook, natuurlijk: opgestaan, boeken gelezen / papieren bloemen gemaakt / was naar wasserette gedaan, gegeten, alles
    klaargemaakt om naar het strand te gaan…

    En dan zien dat het is beginnen miezeren. En dus maar binnen gebleven, Scrabble gespeeld, boeken gelezen / eten gemaakt, gegeten en hopla, de dag is voorbij.

    Volgende keer, trouwens, onderzoek ik hoe mijn trekzetel en mijn bed mee te nemen. Zoals de zaken nu staan, rugsgewijs, zal het een mirakel zijn als ik het einde van volgende week haal.

    Maar hey! Vakantie!

  • Een boek lezen aan zee, check

    Louis is aan het verbroederen met twee visserskinderen, en ik lees over de politiek van Childeric II.

    Op een kilometer van de dijk, in het midden van de zee die in vloed aan het komen is.

    De dag kan niet meer stuk. 🙂

    20110806-202316.jpg

  • Projecten

    Ha. Ik ben dus naar de zee aangezet met een zak vol fotogerief, en daar ben ik enorm hard vast van plan om dingen mee te doen.

    Om te beginnen: van die clichématige filmpjes met zonsopgangen en zonsondergangen en eb en vloed en zo, Koyaanisqatsigewijs versneld afgespeeld met een muziekje erachter.

    En ook: macrofoto’s gaan trekken van de Vuile Beesten in de duinen en de Aardige Dingen in het zand. Van wat ik mij herinner van toen ik klein was, zitten er in het zand ook allemaal kleine schelpen en zee-egels en zo, dat kan niet anders dan goed fotomateriaal opleveren.

    En ook: ik hoor dat er onweer op komst is, ik hoop van ganser harte dat er bliksem en zo ook is, dan kan ik daar ook foto’s van trekken.

    Serieus, zonder projecten om te doen zit ik hier dag na dag niets te doen, anders.

  • Goed begonnen!

    ’t Was te peizen natuurlijk: op vakantie gaan, da’s een perfect recept om allerlei ziektes en dingen te krijgen.

    Ik bespaar iedereen de details, maar the upshot of it all is dat ik er naar uitkijk om morgenochtend of zo voor het eerst sinds maandag (ha!) het appartement hier te verlaten, en misschien eens naar het strand te trekken.

    Gnn.

    (Van de internetsituatie hier, trouwens: 90% van de tijd in het appartement geen internet op de telefoon, zelfs geen ultratraag-dat-ding-dat-normaal-overal-een-beetje-zou-moeten-aanwezig-zijn, laat staan 3G, laat staan wifi. Er is net genoeg om een keer of twee per dag de mailheaders te downloaden. En om zo’n weblogberichtje de wijde wereld in te sturen.)

    (En ik ben daar niet rouwig om, ha!.)

    Er is televisie, maar er is veel storing op, dus daar kijken we ook niet naar: ik hou me bezig met boeken en comics lezen. A Dance with Dragons was al van dag één uit; nu ben ik bezig in Chris Wickham’s fijne The Inheritance of Rome: A History of Europe from 400 to 1000. En ik heb eindelijk Y: The Last Man uitgelezen (uitstekend), en de verschillende reeksen 1602 (op de eerste, van Neil Gaiman na, teleurstellend).

    Verder op de planning: DMZ en Northlanders.

    En morgen dus Wickham, op de Kindle, in een stoeltje met mijn voeten in de zee. (Hout vasthouden.)

  • Dode beesten

    We leven hier van jacht en visvangst! Gevangen daarnet:

    20110802-115434.jpg

    En al meteen schielijk komen te gaan, kijk, nog dampend van het kokende water waar ze levend in gedumpt zijn:

    20110802-115552.jpg

    (En voor de volgende keer weten we dat die bessten best in zeewater en/of met veel zout gekookt worden. ’t Is erg om zeggen, maar alhoewel ze levende vers waren en goed gekookt en alles,: het was maar flets.)

  • Toegekomen!

    Ha, ’t was al direkt goed: vertrokken in Gent na veel vijven en zessen, getankt, de abonnementen op zoo en Plopsaland en zo niet gevonden, op naar Oostduinkerke, in de file, achter een gevaarlijke zottin van schat ik 50 in een Mercedes A die het derde baanvak als een soort slalom-tweede-baanvak beschouwde, al met al pakweg anderhalf uur later ter plaatse geraakt, appartement gevonden, garage binnen gere…

    Oh hang on. Wie had de sleutel alweer mee? Was dat Sandra, die al de rest meehad, of was dat ik, die maar de mee te nemen had?

    Ah, geen van beiden dus. 😀

    Het zag er even naar uit dat we over en weer terug naar Gent zouden mogen gaan, maar Sandra heeft haar stoutste schoenen aangetrokken en een wild loslopende syndicus vastgestekt. Die ons binnen heeft gelaten, de goede ziel.

    En daar lag een reservesleutel, en dus zijn we helemaal gezet!

    (Nog een geluk dat er in dikke vette letters op de appartement-vakantie-handleiding stond dat we ZEKERE DE SLEUTEL NIET MOCHTEN VERGETEN, arhem.)

    En zodus: een zeer schoon appartement, we zijn uitgepakt geraakt, hoezee hoera!

    De stapelbedden zijn verdeeld voor de rest van de vakantie volgens een rotatiesysteem dat ongetwijfeld nog voor miserie zal zorgen, maar in hoogste nood doen we dan wel een papiertje aan de deur of zo.

    En dan nu: op verkenning! Zouden we al naar het strand gaan? Of zouden we eerst kijken of we ergens zouden eten vanavond? Of zouden we gewoon gaan wandelen? De mogelijkheden, ze zijn schier eindeloos.

  • Enfin ’t is te zeggen…

    Ja, ’t is weer helemaal last minute geworden. Om te vieren dat het vakantie was, zijn we tot ruim veel te laat opgebleven, en dus was het vanmorgen niet zo vroeg als ideaal was geweest. En euh ja, we hadden best op voorhand wat nagedacht over wat we moesten doen met het huis als we het aan de huiszitters achter lieten: ee modicum van opkuisen en zo waren misschien wat beter geweest.

    En euh ja, we hadden ook misschien best gepland wat er allemaal in de auto moest, want nu zitten we met een volle koffer en iedereen met nog eens een stapel gerief op zijn schoot.

    Oh, en mijn beste nieuws van de ochtend: ik heb mijn zonnebril gevonden, en alle telefoon- en foto- en videoapparaatopladers zijn ook mee.

    We gaan daar een heel appartement volstouwen, vrees ik, maar hey.

    (En last last minute heeft Sandra nog de afwas gedaan, tee hee. :))

  • De laatste

    ’t Is allemaal weer een beetje typisch last minute: morgen ergens rond de middag vertrekken we in Gent en laten we het huis over aan de huiszitters (dienst wederdienst), en de kinderen zijn nét ingepakt. Euh ja, de kinderen hun gerief, bedoel ik dus.

    Ik moet nog eens hard nadenken wat ik allemaal meeneem van entertainment. In alle geval boeken, maar wat is nu in ’s hemelsnaam goede vakantielectuur? En waar lag nu ook alweer mijn zonnebril? En waar is het fotogerief dat ik wil meenemen, en waar liggen alle nodige transformatoren en dergelijke?

    Afijn. Morgenochtend is er ook nog tijd.

  • Vakantie!

    Tralala, tralala, ’t is vakantie, ’t is vakantie

    Twee weken niets doen! Maandag gaan we naar Oostduinkerke, en is het twee weken geen internet, geen dingen te doen, geen werk, geen niets!

    (enfin ja, ik heb een paar dingen die ik zou willen doen, maar dat is dat is dan ten persoonlijken titel en dat telt dus niet)

    Ik ben gisteren alvast begonnen met een avond uitgaan, van café en sushi en café, en vandaag met onder meer een crumble te maken voor tien man en tien kilo patatten te schillen en tot frieten te snijden — straks mosselen met frieten!

    Het weerbericht zegt goed weer maandag en dinsdag en dan slecht weer: en ik ga mij daar nu eens helemaal niets van aantrekken!

  • 20 frank

    Ik heb, al zeg ik het zelf, een uitstekend idee voor de binnenhuisdecoratie: een groot — één meter hoog, twee meter breed — kader tegen de muur, met dit erin:

    twintig frank.jpg

    Het mooiste bankbriefje ooit! Die kleuren! Dat onderwerp! Dat ontwerp!

    Enig (voorlopig) probleem: ik vind geen briefje van twintig dat er even proper uitziet al dat hierboven. En ik wil er geen fortuin aan uitgeven: ’t is uiteindelijk alleen maar om even in te scannen en dan weer terug te geven. (Ik was vroeger deze week eventjes heel erg content dat ik een briefje van twintig in goede staat gevonden had op Ebay, bleek na betaling van 2 euro 45 of zo dat het een muntstuk van 20 was. Daar heeft iedereen er nog een lade vol van liggen, natuurlijk. Zucht.)

    Maar er is hoop: ik heb een collega die iemand kent die álles verzamelt van het Atomium, en die zou toch zeker een briefje met een ijzeratoom erop moeten hebben. Spannend!