Nog maar een paar dagen geleden heb ik van mijn oom gehoord dat hij in zijn keuken een infestatie heeft van kleine kleine donkere ovale beestjes, en dat hij niet weet wat het precies is, behalve dat ze hard en ovaal en klein zijn, en dat ze blijkbaar graag eiwit eten. Ik vraag mij al de hele tijd af wat die beesten zouden kunnen zijn: geen mieren, geen wantsen, geen pissebedden, misschien kleine kevertjes? Maar wat dan?
Met dat in mijn hoofd: ik ga gisteren naar mijn bed, en ik passeer langs de badkamer. Als ik de rol wc-papier ophef, zie ik dat er aan de onderkant een klein donker ovaal vlekje op zit. Dat bij nadere inspectie een kevertje blijkt te zijn.
Ik heb het in de wasbak gezet en een paar foto’s gemaakt, om vandaag te zoeken op de interwebs wat het zou kunnen zijn.
Zo zag het er ongeveer uit als het op de wc-rol zat:
Pootjes en hoofd ingetrokken, zonder te bewegen.
De flits kreeg het beest wakker — zo zag het eruit als het aan het rondlopen was:
En in volle ornaat, verzeker een millimeter of drie lang:
Geen idee of het dit was dat bij mijn oom in de keuken zat, maar weinig waarschijnlijk: dit is een Reesa vespulae, een Noord-Amerikaanse wespkever. Het beestje is in 1939 ontdekt in een oud wespennest, en sindsdien verspreidt het zich blijkbaar overal. De volwassen beesten eten nectar en stuifmeel (dus zeker geen vochtig eiwit). De larven eten droog plantaardig en dierlijk materiaal, en zijn een enorm probleem in musea: één kever is genoeg om een infestatie te hebben en een hele collectie op te vreten, want die krengen zijn blijkbaar parthenogenetisch, ’t is te zeggen dat ze geen mannetjes nodig hebben om zich voort te planten.
Ik ben een beetje vereerd dat ik de observatie heb kunnen doen. Ik ben ook content dat ik het beest heb doen inslapen. Geen goesting om overal van die kevers te vinden, namelijk.