Ik heb een nieuw project.
Volgens de tellingen van de politie rijden in Gent zo’n 20% van de fietsers zonder licht. De burgemeester zegt dat hij het gevoel heeft dat het veel meer dan 20% is, misschien wel de helft.
Oh, hoe de usual suspects daar op springen! Fietsers zijn des duivels, fietsers hier, fietsers daar. En ze rijden allemaal op het plankier! En de wetten gelden niet voor fietsers!
Natuurlijk dat die cijfers niet kloppen met wat de mensen denken dat de cijfers zijn. Om te beginnen: als er ergens een groep politie staat, gaan mensen die een slecht of geen licht hebben, misschien wel een andere straat inslaan. Daarnaast: schoolvoorbeelden van statistische problemen, hallo, iemand?
De plaats waarop de politie checkt, de plaats waar de mensen met kritiek op de resultaten van de politie naar fietsers kijken: als die al verschillen, dan kijken ze allebei naar verschillende soorten mensen (forenzen die elke dag een paar kilometer doen vs. studenten die een paar honderd meter fietsen, bijvoorbeeld, of schoolkinderen vs. ambtenaren pakweg).
Of nog: de fietsers zonder lichten vallen u meer op, en dus lijkt het alsof er meer zijn — een soort Baader Meinhoffenomeen, kijk, nog een fietser zonder lichten, en kijk, nog zo’n idioot!
Twee drie politietellingen op twee drie plaatsen, en dan extrapoleren naar heel Gent? Twee drie tijdstippen en dan extrapoleren? Enfin, een prof statistiek maakt er een examenvraag van waar van te snoepen valt.
Ik rijd elke dag heen (rond 8u) en terug (rond 17u15) van centrum Gent via Visserij en Keizerspark naar Gentbrugge.
Mijn indruk, zonder het ooit geteld te hebben, was dat zo ongeveer 60% van de fietsen goed verlicht waren, 20% excuuslichten hadden (nauwelijks zichtbare LEDjes, aan het onderbeen of de schouder bengelende knipperlichtjes), en 20% niet verlicht waren. (Dat, en die ene flitsende witte ligfiets met zijn verblindende koplampen.)
Bruno had in januari ook zo’n gevoel:
Over criminaliteit gesproken: van de talloze fietsers die ik ben tegen gekomen, reed ruim de helft zonder licht. En natuurlijk zijn het net die fietsers, die donker gekleed gaan (laat staan dat ze een fluovestje zouden aan hebben). Van de overblijvende helft, reed nog eens ruim de helft met excuuslichtjes.
Vorige week heeft hij het dan ook effectief geteld, op hetzelfde traject:
Vorige week reed ik, toen het ‘s ochtends nog donker was, heen en terug van de stationsbuurt naar het UZ (in totaal een vijftal kilometer). Ik ben 97 fietsers tegengekomen (ik heb ze geteld, jawel). Daarvan hadden er exact 29 iets wat op een licht geleek (ik dacht 23 echte lichten, 6 excuuslichten die ge pas opmerkt als ge de fietser aangereden hebt). En bijna allemaal hadden ze dikke maar donkere wintervesten aan (ik heb 7 fluohesjes geteld).
Dat is redelijk dramatisch, en nog erger dan zijn buikgevoel van januari dit jaar. In een grafiekje gezet:

…maar dat komt dus niet overeen met wat mijn aanvoelen was over “mijn” route. Logisch, natuurlijk: tussen station en UZ rijden er denk ik disproportioneel veel studenten met vaak aftandse fietsen, die zich allemaal onsterfelijk wagen.
Terwijl mijn route behoorlijk gezapig is, met mensen die ofwel van relatief ver buiten Gent naar hun werk gaan, ofwel kinderen zijn die naar school gaan en die (hoop ik dan) beter zouden moeten opgevoed zijn.
De resultaten van twee tellingen:

De eerste ’s morgens om 7u55, de tweede ’s avonds om 17u20. Bij elkaar geteld een volledig ander taartje, en minder erg dan mijn inschatting — toch na twee tellingen:

(En jawel: de mensen die geen licht hadden, waren voornamelijk mensen die er studentachtig uitzagen.)
Ik ga dat eens blijven tellen, denk ik. Al was het voor mijn eigen plezier.