• Oogpijn

    Ik ben te laat (of te vroeg, hangt ervan af) in mijn bed gekropen, en dan ben ik na te weinig slapen opgestaan met ogen gelijk alsof er een mengeling van minuscule glasscherven en ajuin in zat.

    Het heeft anderhalf uur geduurd voor ik in staat was om normaal naar een monitor te kijken — ziet wat mijn werkstatistieken vertellen vandaag:

    Verder vertellen ze vooral dat ik geworsteld heb met testen maken in Python, en dat ik nog altijd niet weet waarom iets dat zou moeten werken niet werkt. Misschien een uur zitten kijken naar verschillende manieren om een stomme page.get_by_test_id("contact") aan de praat te krijgen, en het uiteindelijk opgegeven en dan maar page.locator('p[data-test-id="contact"]') gebruikt, dat hetzelfde doet maar waar ik onredelijk kwaad van word.

    En het zal ongetwijfeld iets zo minuscuul kleins en stoms zijn, aargh.

    OH FUCK NU DAT IK HET SCHRIJF ZIE IK HET GEDOMME.
    KZWEERTUMAAT, EEN UUR VAN MIJN LEVEN.

    De method heet get_by_test_id() en geeft mij een Locator terug. Het is eigenlijk een shortcut voor wat ik uiteindelijk zelf gebruikte, of toch bijna. Kijk:

    Aaaaaaaaaaaaaaarrrrggggghhhhh:

    By default, the data-testid attribute is used as a test id.

    En wat stond er in mijn code?

    Ah ja, want wat een TOTAAL ONREDELIJKE VERWACHTING dat een method die get_by_test_id() heet niet naar test-id of naar test_id zoekt, maar naar testid.

    Grr. Enfin goed, probleem opgelost en ik kan er morgen weer met iets frissere moed tegenaan gaan.

    Maar serieus.

  • Een computerdag

    De statistieken zeggen dit:

    De statistieken zeggen ook dat ik HTML gedaan heb, maar dat is niet waar want ik heb voornamelijk Hugo en dingen gedaan. ’t Is wel wijs, daar niet van, maar toch ook wat slow going wegens soms veel te lang zitten zoeken op zaken die eigenlijk allemaal zo ingewikkeld niet waren.

    Maar hey, bijleren is altijd fijn.

    Ik vraag mij vaak af of het efficiënter zou zijn om dingen te leren in een soort min of meer formele opleiding dan wel gewoon on the job. Ik dénk dat het tweede beter gaat, zelfs al betekent het in het begin veel minder efficiënt zijn, en onvermijdelijke fouten maken die dan moeten rechtgetrokken worden.

  • Alleen op de wereld

    Mijn vrouw en mijn oudste dochter zijn op reis naar Schotland. Mijn oudste zoon werkt de meeste avonden. Mijn jongste zoon heeft hier en daar wat opleiding ’s avonds. Mijn jongste dochter gaat naar school maar werkt ook een paar dagen in de week.

    Zie mij hier alleen thuis zitten.

    (Niet dat ik er last van heb, daar niet van. :))

  • Triomf van de mediocriteit

    Het was quiz en we deden mee en we hebben al met degelijk gespeeld op één ronde na, maar één slechte ronde is natuurlijk totaal dodelijk.

    We blijven maar in poule 2 ronddolen, hoe goed of hoe slecht we het ook doen: gemiddeldheid is zowat onze definiërende eigenschap.

    We doen ons best natuurlijk wel, maar we zijn doorgaans te gemiddeld om zelfs maar de prijs van de meest gemiddelde ploeg te halen — dan is het eens op één plaats na, of zitten we op het gemiddelde maar heeft een andere ploeg evenveel punten en een betere schiftingsvraag en enfin bon ’t is al lang geleden dat we nog eens lotjes gewonnen hadden.

    Deze keer niet! We waren de! meest! gemiddelde! ploeg!

    We hebben collectief gejuicht alsof we een poule gewonnen hadden. Iemand aan een tafel iets verder beet ons “losers!” toe. Ha!

  • The Glory, deel 1

    Netflix heeft mij liggen gehad.

    Ik was niet van plan naar series te kijken, en dan zag ik The Glory en het concept leek mij wel iets — meisje wordt gepest op school, neemt jaren later wraak — en dan begon ik te kijken en stopt het toch wel na acht afleveringen zeker!!!

    Gelukkig komen de tweede reeks van acht afleveringen in de loop van maart op Netflix, maar toch.

    Bait and switch gedomme.

    Wél een uitstekende, uitstekende serie.

  • Nog prutserij

    Er was een proof of concept gemaakt voor iets. Nee, ’t is te zeggen: mijn fijne collega Yvan had een proof of concept gemaakt, en dat deed helemaal wat zo’n proof of concept moet doen.

    Maar het voelde niet goed dat er een paar dingen niet helemaal naar mijn goesting waren. Zelfs al is het hele ding waarschijnlijk toch helemaal opnieuw te doen wegens, inderdaad, proof of concept.

    Het bleef in mijn hoofd zitten. En dus heb ik er, tijdens het weekend begot, wat aan geprutst tot het dichter kwam bij wat ik in mijn hoofd had zitten.

    En kijk: ik ben geen fan van css-frameworks, maar op een bepaalde manier is Tailwind wel een gemak.

    Niét, haast ik mij te zeggen, als er ergens iets zó specifiek gedefinieerd is in niet-Tailwind dat het met geen moeite te overriden is: het ging om de stijl op <a>, die blauw en onderlijnd was en die ik in tekstkleur en niet-onderlijnd wou. Tekstkleur lukte nog, maar de onderlijning bleef tot ik er manu militari een inline style="text-decoration: none !important" op mikte.

    (De css mag niet aangepast worden, don’t ask.)

    Wat een miserie jong, leven met een erfenis van jaren.

    update: het was omdat Tailwind alleen maar de gebruikte classes meeneemt, en dat de instellingen stonden op “kijk alleen in de templatefolders” en niet “kijk ook op alle gegenereerde content”. En als ik dan iets gebruik gelijk .leading dat nog nergens gebruikt werd, dat het dan natuurlijk niet werkte. Grr.

  • Hoera programmeerprutswerk

    Ik had het even nodig, van dat programmeerwerk dat eigenlijk geen programmeerwerk is maar gepruts met gegevens om ze ergens uit en ergens op te krijgen.

    En zo leer ik ook nog eens wat bij: ’t is in Hugo en al te doen.

    Dat is eigenlijk wel wijs — ik had natuurlijk ooit wel eens Hugo een stamp gegeven lang geleden, en toen ik wist dat we op het werk de nieuwe website met Hugo zouden genereren, heb ik een paar eigen websites ook eens hermaakt met Hugo, maar toch.

    Dit is een eind ingewikkelder, en ’t is daarmee ook leutiger.

    Het is ook — toeters en bellen! — de allereerste keer dat ik voor ’t echt een paar testen geschreven heb. Echt TDD it ain’t, want ik heb het niet volgehouden om overal testen voor te schrijven (vooral omdat ik niet weet of ik het wel goed doe), maar toch. Maar toch.

    Het voelt gelijk echt aan.

  • Dammit

    Het overkomt mij niet echt veel, maar ik heb het moeten opgeven.

    Er was iets met een rapport in Power BI en de cijfers die erin stonden waren niet juist, en ik heb hard gezocht maar niet gevonden waarom ze niet juist waren.

    Het werd er ook allemaal niet gemakkelijker op dat ik maar om het uur of zo nieuwe cijfers uit de bron kon halen, omdat er ergens iemand een limiet gezet heeft of een cache ingesteld heeft of ik weet niet wat.

    Maar serieus: frustrerend. Iets is x uur, en dan is het plotseling 2 maar x uur. Bah.

    Enfin, back to de mens die het in de eerste instantie grotendeels gemaakt heeft, dus. Ik ga er geen dagen insteken, als die mens dat misschien op een kwartier gedaan krijgt.

  • Nikki Erlick: The Measure

    Ik ben begonnen aan een reeks van “beste sciencefiction van 2022”, en deze zat in verschillende lijsten op de interwebs.

    Niet echt sciencefiction, awoert. Meer fantasy, als een mens eerlijk zou zijn, dan sciencefiction. Maar zelfs dat zou alleen maar “per definitie” zijn, en niet naar gevoel.

    Per definitie, omdat sciencefiction in mijn hoofd gaat over dingen die op de één of andere manier wetenschappelijk te verklaren zijn, hoe onwaarschijnlijk of met hoeveel handengezwaai ook, en dat fantasy gaat over dingen die niét wetenschappelijk te verklaren zijn en alleen op de één of andere manier via magie.

    Vandaar dat pakweg Anne McCaffrey’s Dragonriders of Pern-reeks uiteindelijk sciencefiction is en geen fantasy, ondanks de middeleeuwsachtige settingen en de draken en de telepathische band tussen draak en drakenrijder: we komen ergens in de loop van de reeks te weten dat het eigenlijk genetische manipulatie is van ruimtevaarders, en dat de bewoners van Pern afstammelingen zijn van die ruimtevaarders.

    Maar alla. Niets van dat alles in The Measure. Het is eigenlijk gewoon een boek over gewone mensen en hun gevoelens en gedachten en alles — met maar één ding dat anders is dan bij ons: op een bepaalde dag krijgt iedereen die ouder dan 22 is, een doos. Op de doos staat hun naam, en in de doos zit een draad, en de lengte van die draad geeft aan hoe lang de persoon zal leven. Mits wat zoeken blijkt dat de sterfdatum van iedereen tot op een paar weken na kan voorspeld worden, en dat er niets aan te doen is.

    De dood kan een totaal ongeluk zijn, of na een slepende ziekte, maar ze komt op het afgesproken moment.

    Het omgekeerde is ook waar natuurlijk: mensen met een lange draad weten dat ze niet dood zullen gaan. Niemand zegt dat ze niet gruwelijk verminkt zullen worden of als een plant in een bed zullen liggen, maar behalve dat wéét iedereen hoe lang ze nog zullen leven.

    Het boek volgt een reeks personages. Die goed of minder goed omgaan met het gegeven. Sommigen kijken niet eens in hun doos, anderen komen het onvrijwillig te weten, de meerderheid heeft gewoon meteen gekeken.

    Een fijn boekje.

    Traantjes, ook.

    Maar wel fijn.

  • De wereld is vreemd

    Ik kwam gisteren op de reddits deze tegen:

    Het stond er onder de titel Whales might as well be spec evo 🥴 they’re just that weird, waar “spec evo” voor “speculative evolution” staat, ’t is te zeggen “wat als”, maar dan met evolutie. Eén van de meest uitgewerkte van het genre is “wat als we een lege planeet zouden populeren met alleen een paar grassen, paardebloemen, wat soorten zonnebloemen en klaver, mieren, twee soorten karpers, en een koppel kanaries” — het gevolg is het fantastische Serina.

    Maar onder die post van de walvissen maakte iemand de opmerking dat de meeste spec evo-projecten niet echt ambitieus zijn, en uiteindelijk varianten maken op wat wij nu al kennen. Terwijl evolutie bij ons echt wel enorm rare dingen heeft gedaan.

    Voorbeelden!

    Een dinosaurus zo klein als een bij die nectar eet

    Vertrek van een dinosaurus die meters groot is, tonnen weegt en vlees eet, eindig bij een vliegend beestje van een paar centimeters dat anderhalve gram weegt en nectar eet.

    Een blind haarloos zoogdier dat geen pijn voelt, nooit water drinkt, leeft zoals bijen en mieren, en beweeglijke tanden heeft

    Vertrek van iets dat er als een cavia uitziet, eindig bij een beest dat in kolonies leeft met een koningin, een klein knaagdier is dat meer dan dertig jaar oud kan worden, een kwart van zijn gewicht in zijn kaakspieren heeft, zijn tanden onafhankelijk kan bewegen en gebruiken als chopsticks, en zijn eigen uitwerpselen opeet. Oh, en geen pijn voelt.

    Een vis met twee ogen aan één kant van zijn kop, die met zijn rug- en buikvinnen loopt zoals een miljoenpoot

    Vertrek van een vis die zoals al zijn collega’s proper symmetrisch is, met aan elke kant van zijn hoofd een oog. Eindig bij een vis die symmetrisch geboren wordt, maar waarbij naarmate hij ouder wordt zijn ene oog naar boven verhuist, en dan gewoon helemaal naar de andere kant.

    Een vliegend zoogdier dat leeft van bloed en roept om te zien waar het vliegt

    Vertrek van een insectenetend beest dat in de bomen leeft, eindig met een vampier.

    (En ik hoop dat we ooit een fossiel vinden van een primitieve vleermuis die er nog niet als een vleermuis uitziet.)

    Een vliegend reptiel zo groot als een giraf, dat kan vliegen van zodra het uit het ei komt

    Begin met een klein reptiel dat op insecten jaagt, eindig met een vliegend reptiel van bijna vijf meter hoog met een vleugelspanwijdte van elf meter.

    Een reptiel met ribben buiten zijn lichaam en alleen spieren aan de binnenkant van zijn schedel, dat kieuwen in zijn achterwerk heeft en dat ademt door zijn lever te bewegen

    Begin met een normaal uitziende hagedis, eindig met een beest dat ademt met zijn lever en zijn gat. Serieus.

  • RIP Jan De Grauwe

    Jan De Grauwe is overleden. Meneer De Grauwe. Hij was 93.

    Heerlijke man. Fantastische leraar. Kenner van kartuizers.

    Hij is als koloniaal de Congo opgevaren met alleen Xenophon en een Franse grammatica, en toen hij terug aan de monding van de stroom was, kende hij beide van buiten — mogelijks herinner ik me na meer dan 35 jaar de precieze details niet meer, maar dat is wat hij was.

    Jan De Grauwe was een leraar die in het midden van het examentoezicht kon zeggen dat hij naar het toilet ging en dat we braaf moesten zijn, en die zó veel gezag had dat niemand een woord sprak of zelfs maar aanstalten deed om af te kijken.

    Hij was mijn klastitularis in het vijfde jaar, en op die ongenaakbare (en helaas ook al een tijd overleden) andere Jan, de beste leraar die ik ooit heb gehad.

  • Velo-herstellingen

    Ik heb, nadat mijn jongste dochter mijn goede velo kwijtgeraakt was (wie kon raden dat een dure elektrische velo op een lege parking laten staan terwijl ge een half uur met een vriendin naar het wc gaat een recept was voor een gestolen dure elektrische velo?) uit arren moede de goedkoopste velo in de winkel gekocht.

    Een zoveelste voorbeeld van Sam Vimes’ theorie van sociaaleconomische oneerlijkheid: ik heb er ondertussen denk ik al de helft van de aankoopprijs aan reparaties aan gehad.

    The reason that the rich were so rich, Vimes reasoned, was because they managed to spend less money. Take boots, for example. He earned thirty-eight dollars a month plus allowances. A really good pair of leather boots cost fifty dollars. But an affordable pair of boots, which were sort of OK for a season or two and then leaked like hell when the cardboard gave out, cost about ten dollars. Those were the kind of boots Vimes always bought, and wore until the soles were so thin that he could tell where he was in Ankh-Morpork on a foggy night by the feel of the cobbles. But the thing was that good boots lasted for years and years. A man who could afford fifty dollars had a pair of boots that’d still be keeping his feet dry in ten years’ time, while a poor man who could only afford cheap boots would have spent a hundred dollars on boots in the same time and would still have wet feet. This was the Captain Samuel Vimes “Boots” theory of socioeconomic unfairness.

    Eén deel van mijn problemen is dat ik ooit een stamp heb gekregen op mijn achterwiel van een andere weggebruiker (auto, moto, voetganger, geen idee) waardoor een paar spaken verbogen waren. Ik heb dat wegens geen tijd niet meteen laten repareren, tot er een paar spaken gesprongen waren, en mijn wiel waarschijnlijk wat verbogen was, waardoor ik nu al voor de tweede keer een paar spaken moet laten vervangen.

    De velomaker komt dinsdag om nieuwe remblokken te zetten (ik weet hoe ik dat zelf moet doen, maar ik heb geen goesting om mijn wielen eruit te halen, sue me), dus moet ik dinsdag ofwel met de bus naar het werk, ofwel van thuis werken. En die spaken gaan op één dag en thuis niet gerepareerd raken, dus zal het nog wat rondrijden worden met kapotte spaken. Wat niet ideaal is, want het wiel, en ja, ik weet het.

  • Op de lijst

    Een preliminaire lijst van boeken in de nabije toekomst te lezen:

    • Adrian Tchaikovsky, One Day All This Will Be Yours
    • Nikki Erlick, The Measure
    • Emily St. John Mandel, Sea of Tranquillity
    • R.F. Kuang, Babel, or the Necessity of Violence
    • Paul McAuley, Beyond the Burn Line
    • Juno Dawson, Her Majesty’s Royal Coven
    • Sarah Tolmi, All the Horses of Iceland
    • Hiron Ennes, Leech
    • Delilah S. Dawon, The Violence
    • Neal L. Asher, Jack Four
    • Rachel Barenbaum, Atomic Anna
    • S.A. Barnes, Dead Silence
    • A.G. Riddle, Lost in Time
    • Adrian Tchaikovsky, Shards of Earth
    • Adrian Tchaikovsky, Eyes of the Void
    • Tamsyn Muir, Nona the Ninth

    Ik ga er werk van maken, van dat geen series meer kijken tot in het holst van de nacht.

  • Today, I have been mostly…

    …playing Dwarf Fortress. Maar serieus, wat voor een verslavend ding is dat jong.

    Ik heb een aantal weerbeestspiralen kunnen vermijden, ik ben aan het kijken wat ik allemaal kan aanvangen in de grotten, ik heb mijn hele basis ommuurd zodat ik belegeringen zonder het minste probleem zou moeten kunnen overleven, ik heb een economie die robuust genoeg is om redelijk proper rond te draaien, ik heb een aantal eskaders soldaten die helemaal in staal bewapend zijn en een regelmatige routine hebben, ik heb vredesverdragen met een aantal omringende plaatsen.

    Ik dénk dat ik misschien wel klaar ben om wat ambitieuzer te zijn. Maar miljaar, wat voor een werk gaat daar weer in kruipen!

  • Onder het mes, en flebitis

    Hoezee! Ik heb van dokter chirurg een datum gekregen wanneer hij mij gaat opereren: dinsdag 31 januari!

    Op die dag gaat hij onder lokale verdoving mijn pols opensnijden, een slagader afknellen en een ader afknippen, en dan mijn pols weer dichtnaaien.

    Het gevolg zal zijn dat ik geen arterioveneuze fistel meer zal hebben aan mijn linkerarm, en ook wel dat die ader helemaal vol bloedklonters gaat komen te zitten, waarna dat allemaal gaat ontsteken voor vermoord. Een ontstoken ader, dat kan zeer veel pijn doen, maar er niet echt iets aan te doen: ’t zal stil blijven zitten zijn, en drukverband en ijs en alles, en hopen dat het niet begint te etteren, of andere complicaties.

    Maar hey! Een paar weken na 31 januari zal ik weer een relatief normale pols hebben, in plaats van een kloppende pols die twee keer zo dik is als normaal en die lawaai maakt dag en nacht.