Hoezee! Ik heb van dokter chirurg een datum gekregen wanneer hij mij gaat opereren: dinsdag 31 januari!
Op die dag gaat hij onder lokale verdoving mijn pols opensnijden, een slagader afknellen en een ader afknippen, en dan mijn pols weer dichtnaaien.
Het gevolg zal zijn dat ik geen arterioveneuze fistel meer zal hebben aan mijn linkerarm, en ook wel dat die ader helemaal vol bloedklonters gaat komen te zitten, waarna dat allemaal gaat ontsteken voor vermoord. Een ontstoken ader, dat kan zeer veel pijn doen, maar er niet echt iets aan te doen: ’t zal stil blijven zitten zijn, en drukverband en ijs en alles, en hopen dat het niet begint te etteren, of andere complicaties.
Maar hey! Een paar weken na 31 januari zal ik weer een relatief normale pols hebben, in plaats van een kloppende pols die twee keer zo dik is als normaal en die lawaai maakt dag en nacht.
Ik ben er eindelijk in geslaagd om een aanval van weerbeesten af te slaan zonder al te veel gevolgen!
De boodschap is: zeer, zeer voorzichtig zijn. Als het beest aanvalt — het was een weerezel, deze keer — stuur ik er zo rap of tel een eskader vechters op af. Die zijn voor het grootste deel met staal geëquipeerd, dus het duurde niet lang voor het beest dood was.
Daarna: elk individu dat met het beest in aanraking is gekomen, van zeer dichtbij inspecteren. Zien of het in het gevecht ooit gebeten is geweest. Indien ja: meteen verbannen. Indien nee: in quarantaine steken.
Ik ga daar heel eerlijk in zijn: quarantaine was van het Cask of Amontillado-type: er bleven twee zwaargewonde dwergen over waar ik niet zeer zeker over was, en ik heb ze in een klein kamertje ingemuurd om te zien wat en hoe. En jawel: de volgende volle maand was één van de twee een weerezel. De andere niet, maar die was dan weer zó gewond dat ik hem alleen zou kunnen versleept hebben. En ik had nul goesting om de muur af te breken en te riskeren dat die andere ervandoor zou gaan.
Dus heeft het enige tijd geduurd, maar zijn ze alletwee van dorst omgekomen.
Dat het geen vet boekenjaar geworden is, 2022. In totaal och here 26 boeken en 8648 pagina’s gelezen. As opposed to in 2021 driehonderd boeken en 100.607 pagina’s, maar bon, dat was misschien ook een beetje overdreven.
Ik ga er in 2023 wel iets aan doen: het is een slecht teken als ik zeer hard moet scharten om een serie te vinden die ik écht wil zien aan de ene kant, en een stapel eigenlijk echt wel te lezen boeken aan de andere kant.
En ja, series kijken is zoveel gemakkelijker en het verstand op nul en ik kan tegelijkertijd nog wat op het interweb rondputteren en Youtube kijken, maar bon. Il faut ce qu’il faut.
Het jaar is low effort maar goed ingezet met Children of Memory, het laatste boek in de Children of Time-trilogie van Adrian Tchaikovsky (goed en aangeraden, zowel serie als boek). Ik ga dan eens de lijsten van prijswinnaars en andere aanraders afgaan om te zien wat ik nog allemaal lees, zie.
Misschien nog een paar andere boeken van diezelfde mens, misschien het derde boek in de Locked Tomb-reeks van Tamsyn Muir — al is dat ondertussen al geleden van februari 2022 en ik niet weet of ik het nog allemaal weet, behalve dan dat ik er toén heel hard naar uitkeek om het vervolg te lezen. Misschien lees ik nog wat Gor-rommel. Misschien is Sara J. Maas’ Crescent City romance die degelijk is. Nikki Erlick’s The Measure klinkt ook intrigerend. En Emily St. John Mandel’s Sea of Tranquility.
En ik heb ook nog altijd het plan om ooit eens mijn hele collectie SF Masterworks en Fantasy Masterworks te herlezen.
Het is allemaal wel wijs, Kerstmis en nieuwjaar en al, maar het is ook wel vermoeiend en veel gedoe.
Vandaag was het laatste traditionele evenement van de eindejaarsperiode — nu ja, “traditioneel”, ’t is nog maar een paar jaar: we gaan met het hele gezin hamburgers in ons hoofd steken in de Quick.
Ik ben tenandere enorm content dat ik een week vakantie na nieuwjaar genomen heb: de rest van het huis studeert en/of werkt en/of doet school, maar ik ga gewoon niets doen. Lang slapen. Nog langer opblijven.
Hopelijk wat uitrusten, want dat is eigenlijk wel nodig.
En donderdag naar de vaatchirurg. Niet dat ik daar echt naar uitkijk, maar toch.
Ik heb het altijd raar gevonden dat ik normaal gezien altijd de jongste was in een gezelschap en nu alsmaar meer de oudste.
Nieuwjaaravond was altijd met mensen van één en twee generaties ouder dan mij, en nu was het de eerste keer dat ik de oudste was. Voor de rest waren er onze vier kinderen en hun vrienden, en vrienden van vrienden.
’t Was wel wijs, daar niet van.
Maar het deed raar.
Net voor middernacht is iedereen naar het vuurwerk gaan kijken dat een paar minuten daarvoor aangekondigd werd toch door te gaan. Ik ben thuisgebleven, ik zie wel wanneer ze terugkomen.
Red Letter Media is en blijft één van de allerbeste Youtubekanalen ooit. Eén van de constanten, de afgelopen jaren, is hun alsmaar groeiende collectie Nukie-VHS-tapes. Nukie is een afgrijselijk slechte film, en om de één of andere reden zijn ze die beginnen verzamelen. Hier en daar kopen, en kijkers sturen ze ook cassettes op, tot ze een hele muur vol hadden — waarschijnlijk de grootste Nukie-collectie op de planeet.
Hun laatste video heeft het over speculatie met VHS-cassettes. Nukie speelt een hoofdrol. ’t Is serieus de moeite waard:
Ik dacht, zou het geen goed idee zijn om eens een quizronde te maken waar elk antwoord een letter langer is dan het vorige antwoord? En ook, dat elk antwoord een isogram is, ’t is te zeggen, een woord waar geen enkele letter in herhaald wordt? En ook, dat de antwoorden alfabetisch op elkaar volgen? En om het mij gemakkelijk te maken, dat ik alle artikels van Wikipedia in het Nederlands en in het Engels als input zou nemen?
Welzeker, dacht ik. Python to the rescue!
import sys
import string
import gzip
import re
import unicodedata
from prettytable import PrettyTable
if len(sys.argv) != 4:
print("Please specify a starting letter, a lengte, and a taal as command lijn arguments.")
sys.exit()
begin = sys.argv[1].lower()
lengte = int(sys.argv[2])
taal = sys.argv[3].lower()
if taal == "nl":
text_file = "nlwiki-20221230-all-titles-in-ns-0.gz"
elif taal == "en":
text_file = "enwiki-20221230-all-titles-in-ns-0.gz"
else:
print("Invalid taal. Please specify 'nl' or 'en'.")
sys.exit()
with gzip.open(text_file, 'rt', encoding='utf-8', errors='ignore') as f:
isograms = set()
for lijn in f:
woorden = lijn.split()
for woord in woorden:
woord = re.sub(r'\(.+\)', '', woord)
woord_lengte = 0
for ch in woord:
ch = unicodedata.normalize("NFKD", ch)
if ch in string.ascii_letters:
woord_lengte += 1
if woord_lengte == lengte and woord[0].lower() == begin:
woord = woord.lower()
uniekeletters = set()
for letter in woord:
if letter not in string.ascii_lowercase:
continue
elif letter in uniekeletters:
break
else:
uniekeletters.add(letter)
else:
woord = woord.replace('_', ' ').title().rstrip()
isograms.add(woord)
table = PrettyTable()
table.field_names = ['1', '2', '3', '4', '5', '6']
isograms = list(isograms)
for i in range(0, len(isograms), 6):
row = isograms[i:i+6]
while len(row) < 6:
row.append('')
table.add_row(row)
print(table)
Dat krijgt een beginletter, een lengte en een taal mee, opent dan het archief met alle wikipedia-titels in de taal, haalt de tekst tussen haakjes uit de titels en zoekt dan naar unieke isogrammen waarbij alleen de letters tellen (om bijvoorbeeld “The Musical Box (band)” niet voor 22 maar voor 13 karakters te laten tellen). En dan print het dat allemaal in een tabelletje uit.
Voor python .\iso.py q 10 nl krijg ik dan bijvoorbeeld:
Ik heb het al meer dan eens gezegd, maar het is zo fantastisch om op eentweedrie te kunnen wat er in uw hoofd zit. Nu nog goede antwoorden vinden en daar dan goede vragen op maken.
Ahem ja. Ik was dus een quiz aan het maken en ik had al vier degelijke vragen en antwoorden (van de tien in een ronde), en dan dacht ik: “ik steek er nog een link in ook”.
Lang verhaal kort: ik heb mij het leven bijzonder ingewikkeld gemaakt. Ik zou er zonder computer en programmeren nooit in geslaagd zijn om de link te doen kloppen.
En ja, ik heb er veel te veel tijd in gestoken. Dat ook. Procrastinatie is soms (vaak) (meestal) (altijd) mijn grootste motivator om dingen te doen die ik eigenlijk niet zou moeten doen in de plaats van de dingen die ik eigenlijk wel zou moeten doen.
Ik heb al enige tijd de regel dat ik te oud geworden ben om dingen te doen die helemaal tegen mijn goesting zijn, maar aargh ik heb het vlaggen. En dan nog tijdens de vakantie, die ik normaal gezien heilig beschouw.
Dit waren de allerlaatste gedachten van mijn burgemeester.
Even terugspoelen. Cerol Idkan is één van de oorspronkelijke zeven waarmee ik Rigòthbudam, “Craftsyearlings” oprichtte, in de heuvels van The Respectful Point in het Continent of Woods. De omgeving was rustig, de natuur over het algemeen vriendelijk, en het grootste probleem was dat ik mijn landbouw niet degelijk aan de praat kreeg, waardoor ik een chronisch gebrek aan alcoholische drank had.
Maar behalve dat was alles in orde: mijn vesting groeide, trok alsmaar meer dwergen aan, en we waren cosmopolitisch genoeg dat mensen, trollen en zelfs elfen getolereerd werden. Als barden, acrobaten of andere entertainers natuurlijk — niet meer dan dat.
Cerol Idkan wordt al sinds jaar en dag herverkozen als burgemeester van de vesting — ook misschien omdat hij er telkens weer in slaagt om de beste deals met handelskaravanen te sluiten. Hij ziet er indrukwekkend uit:
…maar het is ook gewoon een sympathieke kerel:
He has a natural ability with music, a great deal of patience, a very good feel for social relationships, willpower and a good spatial sense, but he has a meager kinesthetic sense.
He doesn’t often feel envious of others. He has little interest in joking around. He takes offered help and gifts without feeling particularly grateful. He tends to think before acting. He likes to take it easy. He doesn’t focus on material goods. He has a calm demeanour. He generally acts with a narrow focus on the current activity. He tends to consider what others think of him.
When he’s thinking, he clicks his tongue repeatedly.
He needs alcohol to get through the working day.
Like others in his culture, he holds craftsdwarfship to be of the highest ideals and celebrates talented artisans and their masterworks has a great deal of respect for the law, greatly prizes loyalty, values family greatly, sees friendship as one of the finer things in life, believes that honesty is a high ideal, greatly respects artists and their works, really respects those that take the tine to master a skill, deeply respects those that work hard at their labors, respects fair-dealing and fair-play, finds merrymaking and partying worthwhile activities, values martial prowess, values leisure time, respects commerce, values knowledge and finds nature somewhat disturbing. He personally dislikes cooperation. He dreams of creating a great work of art.
Het enige probleem dat ik met Burgemeesten Ceran heb, is dat hij, nu onze vesting boven de honderd bewoners heeft, extravagante eisen begint te stellen over zijn accommodaties. Hij heeft, zoals het een burgemeester betaamt, een bureau om afspraken in te houden en besprekingen te doen, een eigen fancy eetkamer en een ruime, luxueuze slaapkamer, maar hij is niet tevreden. Ik weet wat zijn wensen zijn, en de standbeelden en meubels die ik in zijn kamer heb laten installeren zijn niet naar zijn goesting:
Ik doe letterlijk maanden aan een stuk mijn best om olivijn te proberen mijnen, ik probeer hemel en aarde te bewegen om iemand een zilveren standbeeld van een uil te laten maken, ik vraag zelfs aan alle handelaren die voorbijkomen of ze geen kippen kunnen meenemen, die ik dan in een kooi zou kunnen zetten om de burgemeester content te maken.
Ik ben zo bezig dat ik ergens gemist heb dat er een schermutseling is geweest met een baby-weerwrattenzwijn. Het ding was op eentweedrie doodgeklopt — het was Datan Uzollenod, de 71 jaar jonge miliecommandante, die de genadeslag gaf met haar kruisboog van vingerlindenhout. Genadeslag en niet genadeschot, omdat ze vergeten was kruisboogpijlen mee te nemen, ahem.
Typische soldaat ook, Datan — nuchter, stressbestendig, met focus op het hier en nu:
She likes to present herself boldly, even if it would offend an average sense of modesty. She is generally unhindered by the thoughts of others concerning her actions. She is very ambitious, always looking for a way to better her situation. She is grateful when others help her out and tries to return favours. She does not easily hate or develop negative feelings She is often cheerful, though she remains put off by deliberate merrymaking. She is often nervous. She is curious and eager to learn. She isn’t given to flights of fancy. She can handle stress. She likes to brawl. She generally acts with a narrow focus on the current activity. She has little interest in joking around. She is trusting. She enjoys the company of others.
She winks during conversations. She speaks very deliberately when she’s angry.
She needs alcohol to get through the working day.
Wat ik niet gemerkt had, was dat zij een beet of een krab of wat dan ook van dat weerwrattenzwijn moet gekregen hebben. Waardoor deze situatie ontstond: de maand na de aanval verandert Datan in een weerwrattenzwijn, en voor ik het goed en wel besef heeft ze een stapel dwergen gedood, maar veel erger: nog een grotere stapel besmet. Waardoor maand na maand meer en meer van mijn dwergen vermoord worden door meer en meer weerwrattenzwijnen.
Tot we in de situatie geraken waarmee ik begon:
“I feel so good!”, zegt de burgemeester. Maar eigenlijk voelt hij zich natuurlijk niet goed. Nu net heeft hij het lijk van zijn goede vriend, de dichter Daslut Cloutdream, zien liggen. Daslut was één van de eerste slachtoffers van Datan die het overleefde. Nu ja, “overleven”:
Het lijk van Daslut ligt naast dat van een andere goede vriendin van Ceran, de bard Cadi “Puzzlepleats” Nekariki, die er net voor ze stierf zo uitzag:
She almost never feels discouraged. She lives an orderly life, organized and neat. She is slow to trust others. She isn’t particularly curious about the world. She is stubborn. She doesn’t tend to hold on to grievances. When she is excited during conversations, she often can’t help interrupting others. She licks her lips when she’s nervous.
…maar zoals bijna iedereen tegen nu:
She doesn’t really care about anything anymore.
Ook Ceran is getraumatiseerd tot in de kern van zijn bestaan. De volle maan komt eraan. Hij waadt door lijken en stukken lijken, poelen van opgedroogd bloed en overgeefsel, van het ene miasme naar het andere, en zet zich, compleet murw van de emotie, in zijn bureau. Hij wordt er aangeklampt door de nog overlevende dwergen, waarvan niemand weet of ze al dan niet besmet zijn en dreigen weerwrattenzwijnen te worden. Hij bedenkt nog dat hij trots is herverkozen te zijn als burgemeester (er waren nog zes stemgerechtigde dwergen), en ook wel dat hij zijn omgeving écht niet in orde vindt — He doesn’t feel anything after conducting a meeting in a poor setting — en dan verandert zijn trouwe militiecommandante Datan Uzollenod in een weerwrattenzwijn en stampt ze hem zó hard in het gezicht dat zijn hoofd letterlijk ontploft en zijn tanden tot achteraan zijn slaapkamer terechtkomen:
…en dan veranderen de twee monsters die in het bureau van de burgemeester stonden terug in dwergen. Samen met elders in de vesting een derde dwerg en een goblin-dichter.
Ze hebben geen flauw idee wat er gebeurd is, behalve dat ze wakker worden in een kamer die één plas bloed is. Ze dwalen door de vesting en vinden alleen maar lijken. Stapels en stapels voedsel en alcohol, maar geen mensen meer. Ze zijn nog met drie dwergen en een goblin. Ze weten niet wat doen, en beginnen dan maar lijken op te ruimen. Een maand later veranderen ze weer in monsters, en als ze een nacht later wakker worden, zijn ze nog met twee dwergen: Atîs Keskalidek de herborist, die na de laatste nacht waar er nog anderen waren om tegen te vechten nog moeilijk dingen kan vastpakken, en alleen nog kan kruipen:
…en Mûthkat Arrosid de dokter met een specialiteit in diagnoses stellen, die als bij wonder geen enkele zichtbare wonde (meer) heeft:
Ze weigeren Craftsyearlings te laten ondergaan, en met heelder kelders vol eten en drank, zitten ze vast in een breindodende routine: dag en nacht opkuisen, lijken wegdragen, schade herstellen, en dan bij volle maan monsters worden, en alles in de buurt kapot maken, en dan weer wakker worden en herstellen en opkuisen.
Ze weigeren op te geven, om de één of ander reden. Met de maand worden ze depressiever, met de maand verergeren de wonden van Atîs, en hoeveel ze ook werken, de skeletten en lijken geraken niet opgeruimd — ook al omdat er wielde dieren binnenkomen, die ze dan afslachten en liggen te rotten.
⁂
Als zij niet opgeven, geef ik ook niet op, dacht ik. Ik volg ze tot ze wie weet vermoord worden door een inval van vijanden. Maar plots, drie en een half jaar nadat Ceran, de burgemeester en ook de laatste niet-besmette dwerg is vermoord, komt er een stapel dwergen geïmmigreerd. Ondanks dat het al jaren stil was en handelskaravanen geen nieuws meer brengen van Craftsyearlings. Ze komen een lege vesting tegen, met buiten de poorten een enorme stapel lijken en beenderen van dwergen, mensen, goblins en elven. Het enige geluid is het onophoudelijke zoemen van miljoenen bijen, in lange rijen bijenkorven aan de ingang.
Ze zien of horen niemand, en nemen dan maar de vesting in hun bezit:
Een paar dagen later, in een ijselijk stille vesting vol lijken en vernieling, zien ze twee dwergen, overduidelijk met zware PTSD, die uit een diepe mijnschacht naar boven komen om drinken te komen halen.
Ze puzzelen bijeen wat er moet gebeurd zijn, en nemen het enige mogelijke besluit: Atîs Keskalidek en Mûthkat Arrosid worden meteen verbannen. Nieuwe bewoners in Craftsyearlings, die met een nieuwe lei kunnen beginnen.
…ware het niet dat er niet alleen overal nog skeletten rondliggen, maar ook dat de geesten van de niet-begraven slachtoffers de vesting een levende nachtmerrie maken:
Er zit maar één ding op: iedereen inschakelen in de begrafenisondernemerij. Een industrie van gedenktekens en doodskisten maken:
En, met een tweede en derde golf aan immigranten, beginnen aan een massieve necropolis. Iedereen ongelukkig. Iedereen depressief. Maar er zijn stapels lijken te begraven en geesten die moeten rust krijgen met gedenktekens. Chop chop.
De hecatombe van Craftsyearlings en de opofferingen van Atîs Keskalidek en Mûthkat Arrosid zullen nooit vergeten worden!
15 uur spelen later, vrees ik dat dit dan het einde is van mijn Dwarf Fortress. Ik had een weerwrattenzwijn overwonnen, en alles zag er in orde uit, maar dan was het volle maan en ahem ja.
Een spoor van bloed en vernieling, en aangezien iedereen die gebeten wordt, zelf ook een weerwrattenzwijn riskeert te worden…
Gruwelijke situaties — vooral omdat zelfs weerwrattenzwijn zijnde, ze allemaal ook nog gevoelens hebben. Hie hebben we Cadi Necariki, die ooit een bard was, die content is dat hij zijn bijt-skills heeft verbeterd nadat hij een baby-alpaca zijn poot afgebeten heeft, om dan zó hard in de nek geraakt te worden door een dwerg met een pikhouweel dat hij zijn hoofd verliest en schielijk komt te gaan:
En bijna iedereen heeft gevochten, dus bijna iedereen kan besmet zijn. Damned.
…en jawel, een maand later was het weer van dat, en in plaats van 100 contente bewoners heb ik nu nog 21 boze bewoners. En overal geesten en miasmen en dode lijken.
’t Is raar, hoe die recepten van Ottolenghi met nauwelijks een handvol ingrediënten en weinig om handen, zo goed uitdraaien.
Er waren twee lamsbouten, ingewreven met een pasta, een nacht in de frigo, dan een uur of vier vijf in de oven met zilverpapier erop, en dan nog anderhalf uur zonder: perfect zacht, niet verbrand, niet uitgedroogd of niets.
(Hierboven liggen ze nog in één braadslee, uiteindelijk moest het in twee schotels anders konden de groenten er niet meer bij.)
’t Was de eerste keer dat we het hier gemaakt hebben; voor de volgende keer hebben we geleerd dat we er de groenten best niet vanaf het begin bijsmijten omdat die voorbij gekaramelliseerd naar gemummificeerd raken, maar behalve dat: voor herhaling vatbaar.
Hierzo recept:
2 lemons, zest finely grated, to get 1 tbsp, then juiced, to get 4 tbsp 6 garlic cloves, peeled and crushed 1 tbsp paprika ½ tsp fenugreek seeds, lightly crushed 2 tsp ground cumin 25g mint leaves 15g coriander 3 tbsp olive oil Salt and black pepper 1 large lamb shoulder (about 2kg) 1 celeriac, peeled and cut into 3cm-wide wedges (850g net weight) 5 large carrots, peeled and cut in half, widthways (600g net weight) 2 whole heads garlic, cut in half widthways
Put the lemon zest, lemon juice, crushed garlic, spices, herbs, and oil in the small bowl of a food processor with a teaspoon and a half of salt and plenty of pepper. Blitz to a rough paste and set aside.
Put the lamb in a large bowl and stab the meat all over about 30 times with a small, sharp knife. Rub the spice paste all over the meat, massaging it into the incisions, then cover with clingfilm and refrigerate for at least four hours (and ideally overnight).
Heat the oven to 170° C. Transfer the lamb and all its marinade into a large, high-sided baking dish about 30cm x 40cm. Cover the tray tightly with tin foil and roast for an hour, then turn down the heat to 160° C, add the celeriac, carrots, and half garlic heads (put these in cut side up) to the tray, and cover again with the same foil. Roast for another four hours, basting three or four times during the cooking time (and resealing the tray with foil each time).
Remove the foil and roast for another hour and a half, until the lamb is browned all over, the meat is falling apart, and the vegetables are caramelised.
Ik maak van tijd tot tijd eens een quiz. Daar kruipt altijd zo belachelijk veel werk in, maar het is zo geestig om te doen.
Het is soms, denk ik, gelijk cadeaus: ik geef ze eigenlijk liever dan dat ik ze krijg. En het is ook gelijk met cadeaus: het moeilijkste is om de juiste vragen voor het juiste publiek te vinden.
Duizend jaar geleden, of misschien was het wel 35 jaar geleden, was er een fijn programmaatje dat Babble heette.
Dat had een aantal teksten in zich zitten, en met wat sliders kon een mens dan zeggen hoe die gemengd moesten worden om een nieuwe tekst te maken. Verre van artificiële intelligentie natuurlijk: gewoon gepruts met Markovketens. Tekst wordt ingelezen, er wordt één lange lijst van woorden van gemaakt, en dan wordt er een woordenboek van n-grammen gemaakt om te zien welke woorden meestal volgen op welke andere woorden — pak dat de tekst “Dit is een test, allo allo” zou zijn, dan zou dat woordenboek iets zijn als
(“Dit”, “is”): “een”
(“is”, “een”): “test”
(“een”, “test”): “allo”
(“test”, “allo”): “allo”
Dan is het gewoon een zaak van te beginnen met een n-gram, en te zoeken naar een plausibel volgend woord, en dan daarmee weer op zoek te gaan naar nog een volgend woord, enzoverder.
Hopladiejee, rap eens maken zie. Waarom? Ah zomaar.
Dat geeft, als ik als input Simon Carmiggelts boekje “Vogeltjes” uit 1974 neem:
Onderaan had iemand met een bruin soort inkt de naam Leenders op een rij puntjes geschreven. “Kamer dertien, tweede etage,” zei de portier. Berustend in het feit dat ik de kleur van zijn kijkers nooit zou kennen, besteeg ik wat trappen en liep door lange, droevige gangen, beschilderd met zo’n ondefinieerbare rijkskleur, die aan de uitwerpselen van een hagedis doet denken. Op een donkere deur had iemand aan het begin ’s nachts een paar maal geschreeuwd, dat neemt ze me natuurlijk kwalijk: ‘Wijf, leg je kop neer en snork, dat doen ik ook’.
Het cahier dat ik mocht inzien bevat twee verhalen: ‘Een lumbale punctie’ en ‘Zondag’. Ze zijn lang niet zo gaaf van vorm als het grotendeels voor de oorlog geschreven werk dat haar naam in de literatuur vestigde, maar er staan toch wel erg mooie zinnen en observaties in. Natuurlijk moest het Mary Dorna gebeuren dat haar ‘lumbale punctie’ werd verricht op een dag toen het vertrek waar deze onaangename ingreep plaatsvond, in verband met iets feestelijks was gepavoiseerd met bloemen en slingers. De zusters, die haar stevig omklemd hielden, keken glimlachend, wetend en oneindig barbaars. Ik werd wel niet met teer ingesmeerd en met veren versierd, maar hetgeen volgde zal in elk geval meer pijn hebben gedaan dan teer en veren. Toen het voorbij was merkte ik dat er tranen langs mijn wangen liepen en honger had ik ook nog.
Of nog:
Vorige week woensdag ging ’s middags de telefoon. Ik nam de hoorn op en riep mijn naam. Aan de andere kant klonk enige tijd gekraak. Toen sprak een heldere jongensstem: “O ja, meneer. Die jongen, die u net heeft opgebeld, hé…” Sprak ik nu met de leider? “Ja, wat is daar mee?” “Hij weet niet of hij eronder leed. Het schoonheidsideaal is erg veranderd sinds mijn jeugd. Hij stond vlak naast mij in de eivolle bus, die over de dijk reed, en hij wierp schichtige blikken de wereld in. Langs allerlei nodeloze omwegen kwamen die blikken zonder uitzondering te land bij een blond meisje dat, op een bankje naast het onze. Een van hen ving mijn blik met koele ogen en vroeg opeens: “You hate Americans?” “No,” zei ik. Hij wendde zijn hoofd af. Het meisje bleef even staan bij de twee negers en zei: “Jullie kunnen beter hier uitstappen en een taxi nemen, anders moeten jullie bij de volgende halte eruit.” Ze bleven zitten. De chauffeur kwam achter zijn stuurwiel vandaan, ging voor in de bus staan en zei nijdig: “Laten ze teruggaan naar Amerika! Ik kan niet eeuwig blijven staan. Ginds ligt dat rotschip van ze.” Ik zei in mijn beste Engels: “U moet eruit.” Het had geen uitwerking. Ze bleven zitten, een en al wantrouwen. Nu stond de lange, eenzame neger op. Hij liep, een beetje gebogen, om zijn hoofd niet te stoten, door de bus en zei, in het dialect van de streek: “Wat-ie deed weet ik niet. Maar eh … hij was ’n goeie buur.” Daarop knikte hij enige malen met mijn vinger langs mijn jasje en gaf mijn gezicht een vragende uitdrukking.
Het is een kort boekje met weinig herhaling, dus zijn er hele stukken die aan één stuk uit het origineel komen. Als ik een andere tekst neem, pakweg, ik zeg maar iets, het verkiezingsprogramma van Vlaams Belang uit 2019:
Vanaf 1970 werd België omgevormd tot een (schijnbaar) federale staat, in een poging Vlamingen en Walen bij elkaar te houden door hun een zekere autonomie te geven. Het resultaat is vaak een inefficiënt bestuursapparaat, dat bovendien bezeten is door regelneverij door zich met alles en nog wat te willen moeien. En als klap op de vuurpijl kost het ons nog handenvol geld ook. Ook op het uitvoerende vlak dient een daadwerkelijke machtsparticipatie van de Nederlandstaligen gegarandeerd te zijn.
Het Vlaams Belang wil een afschaffing van de ‘Snel Belg’-wet, anders blijft de fameuze ‘Belgenfabriek’ onverminderd verder draaien. Dat hoeft op zich ook niet te verwonderen, aangezien de beruchte wet hooguit werd vervangen door een gezonde munt die wordt gedeeld door een aantal Noord-Europese landen met de nodige begrotingsdiscipline.
Het Vlaams Belang wil de Belgische unitaire sociale zekerheid splitsen tussen toerekeningsvatbare en ontoerekeningsvatbare kavels en mensen met een beperking op de wachtlijst.
De samenleving moet studenten financieel stimuleren om opleidingen te volgen voor beroepen waar vaak niet eens de moeite gedaan wordt om de feiten te onderzoeken.
We moeten ons niet beperken tot één tekst, natuurlijk. Ik kan pakweg VB en Groen en CD&V uit 2019 samenkappen, en dat geeft dan dit:
Een pan-Europese investeringsstrategie maakt Europa koolstofarm, onafhankelijk van fossiele energie, remt de gevolgen van de verplichte bedenktijd. Bij draagmoederschap vragen wensouders aan een andere vrouw om zwanger te zijn met de nodige competenties voor de uitdagende functie van directeur. In het kader van het antidiscriminatiebeleid: geen praktijktesten of mystery calls. De burger moet met betrekking tot het bosbeleid ter bescherming van zwakke weggebruikers, een zwarte doos in elke wagen, een intelligente snelheidsassistent, een interface voor een alcoholslot en een achteruitrijcamera. Als er tóch iets gebeurt, telt elk moment. Een EHBO-cursus volgen in het kader van langdurige, perspectiefbiedende pleegzorg, moeten recht krijgen op een aangepaste (werkloosheids)uitkering en statuut. Daarnaast onderzoeken we hoe we voor mensen die zorg nodig hebben, een andere ingesteldheid en een leercultuur bij werknemers en werkgevers inzien. Dat wordt ondersteund door een multidisciplinair netwerk. In dat netwerk staat de mantelzorger staat aan de zijlijn. De organisatie van parkeergelegenheid en uitstapzones voor mensen met een handicap worden weggewerkt.
Eindeloos plezier. En hoe meer idiosyncratisch een tekst is, hoe leutiger het wordt. Dit is met de tekst van The Blade Itself, het heerlijke eerste boek in de First Law-serie van Joe Abercrombie:
Logen plunged through the air. It was very good: well balanced, the long blade from its sheath with a faint hissing sound. Glokta mentally compared his features to those of Bayaz’ statue in the Kingsway. Both bald, both stern, both bearded… but what am I thinking? Major West is such an unattractive man. How could I have expected so beautiful a sister?’ West snorted with laughter. He’d been in a lot of fights, they didn’t say whether he’d won. It was other things. The way he sat—still but not quite so violently.
‘I have a more pressing task for you.’ Glokta looked up.
‘Really? And?’
‘And not a lot. An old house. Very old and very well respected. Their notes are good as gold among the merchants. They’ve got offices all across Midderland, Angland, Starikland, in Westport, in Dagoska. Even outside the Union. Powerful people, by all accounts. All kind of folk owe them money, I reckon. Strange thing though, no one seems ever to have met a Valint or a Balk. Who can tell with banks though, eh? They love secrets. You want me to bring these Northmen to heel. Twelve regiments of the King’s palace and partially… eaten?’
‘Er…’ Kandelau gave a worried glance sideways towards the entrance. Glokta turned to Barnam, and the old man and the stinking woman behind him. His head was splitting. The eye was still staring down at her. A pretty girl certainly, but too dark, too tanned, too clever by half, simply dressed with no jewels, and with a man for long enough, you get an understanding. You learn how he thinks and you come to us for the night-time stuff, eh, friend?’
‘Who is this Bayaz?’
‘The First of the—’
‘Yes. He’s here.’
But the door swung open, and Glokta shielded his leg. He was going to make all the effort. He gave a gormless grin. Secret meetings in the darkness? His skin prickled with excitement at the prospect. But secrets have a way of coming to the surface, and what if her brother found out? That thought brought on a fresh rush of nerves. He took the slip of paper in both hands, ready to tear it in half, but he ranted on. And what happens if, as is far more likely, you give the Adeptus Metallic a good view of his missing finger?
‘Logen Ninefingers, then. The one they call the King of the Union?’ Goodman Heath licked his lips. The Bloody-Nine. That was far in the past, but not far enough for his liking. His mouth still tasted like metal, like salt, like blood. Touching a man with a big boil on his face, round his eyes, long hair plastered to his skull with spilled wine. ‘Going sho shoon?’ ‘Mmm,’ said Jezal as he took his mark.