Zoals in “The best laid schemes o’ Mice an’ Men / Gang aft agley“. Het plan was: ik ga naar mijn moeder, ik neem mijn fotomathilde mee, en dan neem ik foto’s van ongedierte in den hof.
Helaas, driewerf: de ruggenwervels met klachten hadden een quorum vandaag. Het zat er niet in, voorovergebogen op zoek gaan naar beesten. Ja, geen gebrek aan beesten genre spinnen en pissebedden en wantsen en zo, maar die zijn eigenlijk veel te groot voor mijn lens. En het zijn ook niet de beesten waar ik eigenlijk in geïnteresseerd ben. Ik heb nu een goede macrolens, ik ga op zoek naar dingen die ik vroeger niet kon fotograferen.
Probleem is dat die echt klein zijn, en moeilijk te vinden met de lens: als ik een beest zie kruipen met het blote oog, is het is niet zo evident om het terug te vinden met het fototoestel, en al helemaal niet op grote vergrotingen. Ik heb het dan maar na een tijdje opgegeven, met piepende en krakende rug, bedoomde bril en pijnlijke knieën.
De oogst was mager, maar toch een beetje interessant. Een Dicyrtomina ornata, ben ik bijna zeker:
De reden dat ik D. ornata denk en niet D. saundersi is omdat de voelsprieten uniform van kleur zijn; bij D. saundersi is er in het midden een overgang naar licht en dan weer naar donker. Ter vergelijking, een foto van (aargh) vijftien jaar geleden van een D. saundersi:
En een close-up van de D. ornata:
Verder heb ik zeker een kwartier proberen een foto te maken van een minuscuul klein zwart springstaartje, en was ik ervan overtuigd dat het niet gelukt was. Ik had één foto waar ik zeker wist dat ik het beest nét voor het uit het frame verdween had kunnen vatten (mijn werk wordt bemoeilijkt door de miserie dat de batterijen van mijn flash bijna leeg zijn en dat het dus ettelijke seconden duurt voor ik een tweede foto kan nemen van een onderwerp, dat dan meestal al lang uit beeld is). Kijk, hier is het beest:
Ah, niet zo duidelijk te zien? Ik zoom even in op de rechterkant:
Om de schaal een beetje te duiden — dit is als ik het vorige beest uitknip en op ongeveer dezelfde schaal op één beeld zet:
En dan zag ik bij het ontwikkelen dat ik op een foto waarvan ik niet eens vermoedde dat ik dat springstaartje had, er zowaar twee had staan! Ik denk dat het de één of andere Sminthurinus is, maar wat precies, geen idee:
En om het af te sluiten: een bijna-schattige spitsmuismijt (Bdellodes longirostris?). Ik heb er enorm vreselijk veel spijt van dat ik er niet in geslaagd ben om het beest wat meer langszij te fotograferen, dan zou zijn spitse snuit misschien meer in focus geweest zijn. Wel content dat de vier ogen er scherp (achtig) op staan, maar toch. Grr.
In een wereld van series met veel te weinig afleveringen per seizoen[*] dacht ik eigenlijk dat het na aflevering zes, The Eye, gedaan was met het verhaal. Het was een afgesloten geheel: Andor wordt min of meer tegen wil en dank gerecruteerd, band of misfits, heist, gedaan.
Maar dan hoorde ik dat Andy Serkis een kleine maar fijne rol speelde, bedacht ik dat ik die mens nog niet gezien had, en ging ik dus maar eens kijken bij Disney+, en jawel: er stonden gewoon nog twee afleveringen klaar voor mij!
Het is een vreemde reeks, Star Wars: Andor. Veel beter dat het recht heeft om te zijn. Enorm aangenaam dat er weinig of geen callbacks zijn naar vorige Star Warsfilms en -series. Nog meer aangenaam dat er geen jedi of sith in voorkomen. Uitstekend geacteerd door uitstekende acteurs. Een scenario dat niet slecht is. Personages waar ik heel graag nog vele jaren mee zou willen meevolgen — ze zijn er begot in geslaagd om van Mon Mothma een interessant iemand te maken!
(Jaja, ik weet dat ze in de boeken zeer belangrijk is en alles, maar in de films was ze nooit meer dan een vluchtige verschijning die niet veel indruk maakte.)
Ik zit ondertussen aan aflevering 8 van de 12, en er komt een tweede seizoen van ook vermoed ik 12 afleveringen, en dan zitten we aan de gebeurtenissen van Rogue One, dat dan zelf naadloos overgaat in Aflevering IV. Ik kijk er heel hard naar uit: Andor is er, net als House of the Dragon (voor Song of Ice & Fire) en Strange New Worlds / Lower Decks (voor Star Trek), in geslaagd om de hele franchise weer nieuw leven in te blazen.
Alleen spijtig dat ze niet zoveel kijkers hebben.
Maar dat komt hopelijk wel. Ooit.
* Veel te korte series in het Westen — de series in Korea blijven voorspelbaar lang, en soms eigenlijk echt wel serieus té lang. Ik heb juist twee seizoenen van Stranger gekeken. Dat is een uitstekende serie, daar niet van. Maar het kon echt wel sneller verteld worden dan in de in totaal meer dan dertig uur dat ze ervoor genomen hebben.
Ik vond dat helemaal niet slecht, wat ik gisteren gemaakt heb. Het is, gelijk de titel van het boek van Ottolenghi waar het in staat, simple. Maar wel lekker.
Het principe is: stoofpot van lam, en daar dan bovenop een kort van tahini.
Voor de stoofpot:
ajuinen en selder stoven, baharat en een beetje tomatenpuree aan toevoegen
lam afbakken, bij de ajuinen en de selder doen
tomaten in grove stukken erbij snijden, wat paprikapoeder bijdoen
laten koken en dan een dik uur laten sudderen tot het vlees smoutzacht is; tegen het einde wat geroosterde pijnboompitten in smijten
Dan kan die stoofpot afkoelen en in de frigo voor later de tweede stap te doen. In n ons geval hebben we een uur of zo later verder gedaan:
tahini aanlengen met water en citroensap tot de consistentie vna ongeveer slappe slagroom
bovenop de stoofpot gieten zodanig dat alles bedekt is, en een minuut of twintig met het deksel erop in de oven dat de saus wat indikt
dan nog een minuut of twintig tot de tahini een korst maakt
Klaar!
Sandra heeft daar een geroosterde bloemkool met harissa bijgemaakt, ook een recept van Ottolenghi, en geroosterde aubergine met chiffonade van kruiden, ook van Ottolenghi, en a splendid time was had by all.
Er is een all-in-one pakket voor consultancy-achtige bedrijven. Daar zitten projecten in. Projecten hebben taken. Taken kunnen voor het gemak in een folder gestoken worden. Een folder kan in een andere folder gestoken worden, onbeperkt diep.
Dat wil dus zeggen dat er dingen kunnen bestaan als
Er zijn allerlei manieren om data uit dat pakket te krijgen, maar helaas: er is geen enkele manier om dat volledige “pad” te krijgen. Ik kan een lijst van taken krijgen, met per taak het project, de folder waarin een taak zit, en zelfs nog de folder waarin die folder zit. Maar dan krijg ik voor bovenstaande dus iets als dit:
taak
project
folder
parentFolder
taak 1
projectA
(geen)
(geen)
taak 2
projectA
(geen)
(geen)
taak 3
projectA
folder1
(geen)
taak 4
projectA
folder1
(geen)
taak 5
projectA
folder2
(geen)
taak 6
projectA
folder2
(geen)
taak 7
projectA
folder3
folder2
taak 8
projectA
folder3
folder2
taak 9
projectA
folder4
folder3
taak 10
projectA
folder4
folder3
In het geval hierboven ziet dat er nog min of meer doenbaar uit, omdat ik op de één of andere manier alle folders heb staan, en dus alles zou kunnen reconstrueren. Helaas: in de werkelijkheid zitten er dingen als dit in:
project > departement1 > 2022Q3 > soort werk A > profielnaam X > project management
project > departement1 > 2022Q3 > soort werk A > profielnaam X > sales
project > departement1 > 2022Q3 > soort werk A > profielnaam X > werk
project > departement1 > 2022Q3 > soort werk B > profielnaam X > project management
project > departement1 > 2022Q3 > soort werk B > profielnaam X > sales
project > departement1 > 2022Q3 > soort werk B > profielnaam X > werk
project > departement1 > 2022Q4 > soort werk A > profielnaam X > project management
project > departement1 > 2022Q4 > soort werk A > profielnaam X > sales
project > departement1 > 2022Q4 > soort werk A > profielnaam X > werk
project > departement1 > 2022Q4 > soort werk B > profielnaam X > project management
project > departement1 > 2022Q4 > soort werk B > profielnaam X > sales
project > departement1 > 2022Q4 > soort werk B > profielnaam X > werk
project > departement2 > 2022Q3 > soort werk A > profielnaam X > project management
project > departement2 > 2022Q3 > soort werk A > profielnaam X > sales
project > departement2 > 2022Q3 > soort werk A > profielnaam X > werk
project > departement2 > 2022Q3 > soort werk B > profielnaam X > project management
project > departement2 > 2022Q3 > soort werk B > profielnaam X > sales
project > departement2 > 2022Q3 > soort werk B > profielnaam X > werk
project > departement2 > 2022Q4 > soort werk A > profielnaam X > project management
project > departement2 > 2022Q4 > soort werk A > profielnaam X > sales
project > departement2 > 2022Q4 > soort werk A > profielnaam X > werk
project > departement2 > 2022Q4 > soort werk B > profielnaam X > project management
project > departement2 > 2022Q4 > soort werk B > profielnaam X > sales
project > departement2 > 2022Q4 > soort werk B > profielnaam X > werk
…en dát geeft dan iets als dit:
taak
project
folder
parentFolder
project management
project
profielnaam X
soort werk A
sales
project
profielnaam X
soort werk A
werk
project
profielnaam X
soort werk A
project management
project
profielnaam X
soort werk B
sales
project
profielnaam X
soort werk B
werk
project
profielnaam X
soort werk B
Wat dus een vervelende zaak is.
Een mens zou dus verwachten dat er ergens een ingebouwde methode zou zijn om een lijstje van de bovenliggende folders te kunnen krijgen — maar neen. Het moet met een verschrikkelijke omweg:
de lijst van de folders binnentrekken; die hebben telkens ofwel een parentFolder, ofwel geen parentFolder (in welk geval ze rechtstreeks onder het project hangen)
de lijst van de taken binnentrekken; die hebben telkens ofwel een folder waar ze in zitten, ofwel geen folder waar ze in zitten (in welk geval ze rechtstreeks onder het project hangen)
Ik wil daar een platte lijst uit krijgen zoals hierboven (dus project [ > folder niveau 1 [ > folder niveau 2 [ > ... ] ] ] > taak). En ik heb geen flauw idee hoe ik dat het meest proper zou kunnen doen in Power BI. Ik heb dus maar een Pythonscriptje geschreven dat doet wat het moet doen — dit is het relevant stukje, eens ik folders (“chapters”) en projecten in een lijst heb staan:
tasks = {}
response = session.get(TASKS_ENDPOINT)
content = xmltodict.parse(response.content)
for item in content["DATA"]["ROWS"]["ROW"]:
if item["projectID"] is not None:
#if no chapter: taskID, projectName > taskName
if item["chapterID"] is None:
tasks[item["taskID"]] = item["projectName"] + " > " + item["taskName"]
#if chapter: taskID, projectName > all intermediary chapterNames > taskName
else:
done = False
path = ""
parent = item["chapterID"]
while not done:
thispath = next((x for x in items if x.ID == parent), None)
path = thispath.name + " > " + path
if thispath.parentID is None:
done = True
else:
parent = thispath.parentID
tasks[item["taskID"]] = path + item["taskName"]
# sort tasks by path
tasks = sorted(tasks. Items(), key=lambda val:(val[1], val[0]))
En ja ik weet dat het beter kan, er is ongetwijfeld een manier om het allemaal in één trok in de een of andere daarvoor geëigende datastructuur te pleuren zonder inefficiënte omwegen — laat mijn hoofd met grust ik ben geen ontwikkelaar. En behalve dat: ja ik ben half aan het spelen met het idee dat dat script dan maar periodiek zal moeten gerund worden en zijn resultaat ergens zal moeten wegschrijven in csv of json of zo op een plaats dat Power BI het kan inlezen.
‘t Is mij namelijk lichtjes beu, dat worstelen met Power BI en dat all-in-one systeem dat net dat ene nuttige ding niet heeft. Grr.
Ik was bij een collega (ik heb tegenwoordig duizenden collega’s, en ik vind dat zeer wijs) om te spreken over iets op de website van de universiteit. Een paar dagen later mailt ze mij terug omdat ze nu pas op iets kwam waar ze tijdens de meeting niet op kwam — ze kwam erop omdat er een pagina was waar iets dubbel moest gedaan worden, en of dat in de toekomst zou kunnen vermeden worden.
(Het zou kunnen om dat dubbel werk te vermijden, maar er zijn andere situaties die dan onoplosbaar zouden gemaakt worden als er geen ‘dubbel werk’ mogelijk zou zijn.)
De inhoud waar het over ging, was een reeks lezingen over de middag. Eentje per maand, over onderwerpen die ik eigenlijk allemaal interessant vind. De allereerste gaat over Triplayev, en dan nog een over DBNL en een over dialecten en een over de toekomst van bibliotheken en lang verhaal kort ik heb mij dan maar ingeschreven voor allevier de dingen waar nu al op ingeschreven kon worden.
Werken aan een universiteit, het is een gevaarlijk iets. Met al die interessante mensen die interessante dingen vertellen. En die onbeperkte boeken en artikels die zomaar gratis te lezen zijn, pakweg.
Plink plink plink, zei mijn achterwiel: een stuk of drie kapotte spaken.
Ik had al direct een doomscenario voor ogen, waarbij spaak na spaak in een soort dominogedoe het zouden begeven en ik ergens op weg van werk naar huis of omgekeerd plots met een dubbelgeplooide banaan in plaats van een achterwiel zou zitten.
Luiaard dat ik ben, heb ik de velomaker-aan-huis gemaild om te komen repareren, maar spaken vervangen kan blijkbaar niet aan huis, en dus komt de goede man mijn velo afhalen, neemt hij die mee naar zijn atelier, en zal hij het daar allemaal in orde maken.
Ik ben er wat bang voor dat het wiel nu al een beetje vervormd is, en dat ik binnen de kortste keren opnieuw kapotte spaken zal hebben en dat het hele wiel zal moeten vervangen worden, maar ik heb gelijk de indruk dat dat wiel een motor bevat wegens elektrische velo en aargh kosten kosten dedju.
Typisch natuurlijk: mijn vorige was een meer dan degelijk ongetwijfeld oorspronkelijk duur tweedehands model; die is gestolen wegens onoplettende dochter (grr) en ik heb dan maar een bottom of the barrel goedkoop ding gekocht wegens niet genoeg geld. Ik heb nu al het gevoel dat ik mijn besparingen dubbel en dik ga betalen de volgende jaren. Grr nog eens.
The reason that the rich were so rich, Vimes reasoned, was because they managed to spend less money. Take boots, for example. He earned thirty-eight dollars a month plus allowances. A really good pair of leather boots cost fifty dollars. But an affordable pair of boots, which were sort of OK for a season or two and then leaked like hell when the cardboard gave out, cost about ten dollars. Those were the kind of boots Vimes always bought, and wore until the soles were so thin that he could tell where he was in Ankh-Morpork on a foggy night by the feel of the cobbles. But the thing was that good boots lasted for years and years. A man who could afford fifty dollars had a pair of boots that’d still be keeping his feet dry in ten years’ time, while a poor man who could only afford cheap boots would have spent a hundred dollars on boots in the same time and would still have wet feet. This was the Captain Samuel Vimes “Boots” theory of socioeconomic unfairness.
Pratchett, Terry (1993). Men at Arms. London: Gollancz. p. 32.
Dus vanmorgen rij ik naar het rectoraat voor een wekelijkse vergadering, John le Carré’s heerlijke A Legacy of Spies in mijn oren. Fiets in het fietsenrek, binnen, hallo tegen de mensen achter de balie, richting lift. Hm, eerst eens naar het toilet gaan? Welja, ik heb nog tien minuten. Toilet, lift, vergaderzaal ruim op tijd.
Eén collega was er al, twee collega’s komen toe, vergader vergader, minuut of vijftig later is de vergadering gedaan en zitten we klaar voor de vergadering die erop volgt — nog een collega vervoegt ons via teams, vergader vergader, een kwartier of zo later zijn we er ook mee klaar.
Nog wat nababbelen, en dan terug naar huis. Buiten de vergaderzaal mijn oortjes insteken, Audible weer opstarten… ah. Euh. Wacht. Où est le telephone? Terug naar vergaderzaal, geen telefoon te zien. Zoeken in rugzak: geen telefoon. Nog eens zoeken in rugzak: geen telefoon. Berichtje op teams naar collega’s die op weg naar huis/werk zijn of ze per abuis geen telefoon meegenomen hebben.
Ik was er gerust in, omdat ik weet dat ik nog aan het luisteren was naar le Carré toen ik aan de lift stond, dus ik heb de telefoon bijna zeker niet pakweg op mijn bagagedrager laten liggen (in welk geval ik hem zeker kwijt was). Een collega heeft hem, het kan bijna niet anders.
En dan sta ik aan mijn fiets, maak ik hem los en begin ik naar huis te rijden. De tijd tussen fietsrek en uitgang parking begon ik toch gelijk een klein angstje te krijgen. Wie weet was mijn telefoon uit mijn zak gevallen terwijl ik op weg was van fietsrek naar rectoraat? Tóch maar al mijn irrationele mensenschuwheid opzij gezet en gevraagd aan de balie of er misschien niemand een telefoon had…
In twee tweets, waarom ik het vaak niet meer zie zitten, met de wereld:
Los van het onderwerp en de betrokken personen en wat dan ook: gewoon, sec, er zijn geen referenties meer. Want het is nu ‘De Standaard’ — voor hetzelfde geld staat er gelijk wat anders. “Die Belgische wet bestaat? Ja, en volgens wie? Het Stáátsblad? Haha, en wie betaalt dié gasten?”
Nog één aflevering! Het heeft de hele week geduurd voor de samen waren om de aflevering van vorige week te bekijken. Met wat geluk zal het maandag of dinsdag zijn en hebben we heel het eerste seizoen allemaal samen bekeken (nu ja, behalve de twee zoons wegens die waren niet geïnteresseerd).
Het wordt alsmaar meer zelden dat we dingen samen bekijken. Geen idee of we tegen volgend seizoen nog allemaal in hetzelfde huis wonen, zelfs.
Ik ben namelijk zoals veel ouder wordende mensen: elke dag een reeks pillen te nemen, en dan maandelijks nog dingen, en om de zeven weken nog wat anders, en yada yada.
Eén van de pillen is het lastigste als ik ze vergeet: de pil die haar best doet om mij geen jichtaanvallen te doen krijgen. Het is ongetwijfeld totaal psychosomatisch, maar als ik die een dag — of nog erger, twéé dagen — vergeet te nemen, heb ik de indruk dat dat zich meteen wreekt. Dan krijg ik van die jicht-precursoren, in de ene of de andere voet, of doet mijn hand raar.
Ik heb dan maar vandaag mijn pillen heel heel vroeg genomen, en dan neem ik ze nog eens heel heel laat, als het eigenlijk al morgen is, en dan die ik morgen in de late namiddag, en zo heb ik het alsnog toch gecompenseerd.
Zeer wetenschappelijk is dat niet, en ik weet eigenlijk ook niet of het medische verantwoord is, maar ik doe het placebogewijs voor mijn gemoedsrust.
De kat doet het weer wat minder goed. Niet dat ze echt aan het sukkelen is behalve de dagelijkse paniek als ze ergens in het midden van de nacht van ons bed naar beneden is gegaan om ik weet niet wat te doen, en dan stomverbaasd is dat er niemand in de living zit en dat het dus gebleit is tot één van ons ze roept en ze ineens weer weet dat we in de slaapkamer liggen.
Dat dus niet, en ook niet écht de leeftijd — ze ziet er wel jaar na jaar ouder en versletener uit, maar ze springt nog op en af dingen, ze speelt nog, ze eet nog, ze is niet doof of blind, en ze is niet incontinent. Ze kwijlt soms wat, maar dat heeft ze altijd al gehad. En ze kan uren aan een stuk gewoon op de schoot liggen, maar zo zijn katten nu eenmaal.
Er is wel haar ongeveer jaarlijks terugkerende allergie. Geen flauw idee waar ze precies allergisch aan is — gras lijkt weinig waarschijnlijk want er is er geen in onzen hof — maar het zorgt er wel voor dat ze zichzelf overal openkrabt. En vermagert. En sukkelt. Dan moeten we naar de veerarts om een spuit, en dan is ze weer een jaar of iets meer goed.
Maandag eens afspreken en dan iemand met een mand sturen tot bij die mens.
Soms snap ik niet waarom mensen dingen op een bepaalde manier maken.
Er is ooit een rapport gemaakt in Power BI, om productie en backlog en planning op te kunnen volgen die in een ander systeem bijgehouden worden. Eén van de dingen was daarbij dat in het andere systeem dingen op dagen ingepland staan, terwijl we in het rapport naar weken willen kijken. De omslag tussen dagen en weken wordt gemaakt door alles van een bepaalde week voor het rapport op de eerste maandag van die week te zetten, en daar dan verder mee te werken.
Okay, tot daar volg ik.
Maar dan is er een hulptabel aangemaakt met de cijfers 1 tot 53 bevat (WeekNumbers = GENERATESERIES(2201, 2253)), en een veld met de naam van de week (Weekname = "Week " & [Value]). Dat wordt dan gejoined met een andere tabel waar het weeknummer in staat, enkel en alleen om in een matrix een label “Week 1” tot “Week 53” te kunnen hebben.
Dat loopt natuurlijk in de soep rond een jaarwisseling, waar in plaats van pakweg week 50-51-52-1-2-3 ineens week 1-2-3-50-51-52 staat.
Ik heb dan maar een veld bijgemaakt in de oorspronkelijke tabel, waar ik jaar en week in zet. Wordt het 22w50 tot 23w03. Nem.
We waren op weekend en ik had een fles drank op de salontafel staan. Ineens zei iemand dat er een vlieg in gevlogen was. Ik keek, en inderdaad, in het bodempje Orange van Everyday dreef, in een wolk van koolzuurgasluchtbellen en suiker en kleurstof een groene vleesvlieg.
Ik keek wat dichter en het beest bewoog nog wat!
Geen idee hoe het met u zit, maar met uitzondering van muggen, fruitvliegjes, kleer- en meelmotten, doe ik geen beesten opzettelijk dood. Zelfs geen vliegen. Ik dus naar de gootsteen, bodempje van de fles uitgegoten, vlieg op wat absorberende Kleenex gelegd en voorzichtig droog geblazen.
Na een tijdje, als ze meer begon te bewegen, op de vensterbank achter mij gelegd en om de zoveel tijd hoorde ik gezoem van vleugels.
Een klein uur later is ze weggekropen en dan uiteindelijk weggevlogen. Ik was oprecht content.
Weekends, dat is leutig en al, maar thuis zijn is toch eigenlijk ook wel iets.
Ik ben zo content dat ik weer in mijn goeie stoel kan zitten voor genoeg grote schermen, met een degelijk klavier en een goede muis en een werkend snel internet.
En de kinderen zien (mijn madam slaapt elders met het werk, zag ik juist), en mijn zetel, en mijn bed.
En niet te vergeten de kat, die gelijk een bezetene op mij sprong alsof ze mij echt gemist had.