Elf jaar geleden hoorde ik op Wim Helsens nochtans onvolprezen Vrienden van de poëzie een afgrijselijk slechte vertaling/hertaling van Lewis Carroll’s Jabberwocky.
Het origineel begint zo:
‘Twas brillig, and the slithy toves
Did gyre and gimble in the wabe:
All mimsy were the borogoves,
And the mome raths outgrabe.
“Beware the Jabberwock, my son!
The jaws that bite, the claws that catch!
Beware the Jubjub bird, and shun
The frumious Bandersnatch!”
Daarvan maakten een zekere Kossmann en een zekere Reedijk dit van:
‘t Wier bradig, en de spiramants
Bedroorden slendig in het zwiets:
Hoe klarm waren de ooiefants,
Bij ’t bluifen der beriets.
Pas op de Wauwelwok, mijn kind!
Zo scherp getand, van klauw zo wreed!
Zorg dat Tsjoep-Tsjoep je nimmer vindt,
Vermijd de Barbeleet.
Helemaal fout, vond ik elf jaar geleden, en helemaal fout, vind ik nog steeds. En elf jaar geleden was dat met redenen omkleed waar iknog onverdeeld achter sta, onder meer deze:
To jabber, het actieve ingrediënt daarin is snelheid. Snel, frenetisch, herhaald, onbegrijpbaar. Wauwelen is ook onbegrijpbaar, maar het heeft een slome connotatie. Een jabberwock is een beest dat je van ver hoort aankomen, met verschrikkelijke klauwen, en vleugels, en een lange nek en poten, en dat griezelig klinkt, zoals een bende apen in de verte in de jungle.
Een wauwelwok is een beest dat zijn slachtoffers doodt door verveling.
Tsjoep-Tsjoep. Goeie help. Om te beginnen: het klinkt veel te scherp. Jubjub bird is het origineel. Dat klinkt donker, een sinistere vogel, die misschien vanuit het struikgewas opduikt en met een stompe bek vreselijke wonden slaat in des mensens kuiten. Tsjoep-Tsjoep is een clown die uit een circus ontsnapt is.
Zelfde laken een wambuis voor frumious Bandersnatch. Frumious. Frumious! Een bandersnatch, dat is een beest dat dingen weggrist. Dingen zoals ogen, of buikspieren, of bovenbenen. In vertaling wordt die frumious Bandersnatch een “barbeleet”.
Uh huh. Een vis, quoi.
Daarnet kreeg ik een LinkedIn-boodschap van Jur Koksma, van het recent heropgestane Lewis Carroll Genootschap. Hij was op mijn tekst gestoten, vond zich wel in de kritiek, en vroeg zich af:
We zijn momenteel met van alles bezig om het genootschap weer zo snel mogelijk op de kaart te zetten; onder meer me een bibliofiele uitgave van alle Nederlandse vertalingen van Jabberwocky, waaraan we een nieuwe vertaling willen toevoegen (van ondergetekende) en ook willen we vertalingen in het Fries, Afrikaans opnemen en nieuwe vertalingen in het Nederlands taalgebied stimuleren: Vlaams? Of in dialect: Gronings, Twents, Limburgs. Ik wilde vragen of je geinteresseerd bent om vriend/belangstellende van het genootschap te worden en wellicht (andere) Carroll-adepten in Vlaanderen kent, of vertalers die het aardig vinden de tanden in de Jabberwock te zetten en een Vlaamse versie te bezorgen?
Ik ken helemaal niets van vertalen, maar als ik het zou moeten doen, ik zou het veel dichter bij de tekst proberen houden, iets als
‘t Was klarig, en de slijnde doofs
Griemelden gluipig in het weeb
Heel mimzig waren de borogoofs
En de moomraag volgreep
Pas op! de Gibberwok, mijn zoon
Kaken die bijten! Klauwen die vangen!
Hoed je voor de dubdubkraai en vlucht
De greselijke Bandertang
Nee, ‘t is geen literatuur. 🙂
Maar als er dus mensen zouden zijn die beter weten: Jur Koksma is de te contacteren mens.