We zijn vandaag naar twee scholen geweest: Sint-Bavo om te gaan luisteren naar de uitleg over de nieuwe STEM-richting, en dan naar Sint-Barbara voor de openklasdag (oud-leraars geven les, veel oud-leerlingen komen af, goedkope barbecue, allemaal wijs).
Maar die STEM-richting dus.
Het watervalsysteem is een vuiligheid, maar er is blijkbaar niet aan onderuit te komen: in elke school is er een duidelijke hiërarchie, met Latijn bovenaan, en dan dingen met wiskunde, en dan wetenschappen, en zo verder.
Op de school van onze kinderne is er in het eerste jaar ASO Latijn voor de slimme kindjes, en Moderne voor de niet-zo-slimme kindjes. In de tweede graad gaat het van Grieks-Latijn met vijf uur wiskunde en Latijn-Wiskunde met 5 uur wiskunde naar beneden over Latijn-Wiskunde met 4 uur wiskunde, Wetenschappen en uiteindelijk Economie. In de derde graad gaat het van Grieks-Latijn en Latijn-Wiskunde met acht uur wiskunde tot Economie-Moderne Talen.
Het zijn, voor de duidelijkheid, niet wij die dat zeggen, van dat “slim” en “niet slim”, maar dat is in ieder geval wel de perceptie — en niet alleen bij ouders en leerlingen.
Dat is redelijk kut, vinden wij. Want uiteindelijk, zeker in de eerste graad, zou het allemaal gemeenschappelijk moeten zijn: geschiedenis blijft geschiedenis, aardrijkskunde is aardrijkskunde, en er zijn uiteindelijk 27 van de 32 uur die in theorie helemaal gelijk zouden moeten zijn tussen Latijn en Modern. De vijf overgebleven uren worden in de Latijnse opgevuld met Latijn, maar in de Moderne worden ze niet opgevuld met andere interessante dingen. In de Moderne wordt er van uitgegaan dat de kindjes niet zo slim zijn, en gaat het tempo ferm naar beneden.
De leerstof is –in theorie toch, we gaan er nog altijd van uit dat het echt zo is ook– dezelfde als in de Latijnse, maar het lespakket Wiskunde, Nederlands en Frans wordt op meer uren gegeven. Zes uur wiskunde en zes uur Frans om de leerstof te zien die de collega’s in de Latijnse op vier uur moeten verwerken, en ook zes uur Nederlands in plaats van vijf.
Dat is demotiverend. Het is niet omdat je geen Latijn wil studeren, dat je daarom als een minus habens moet behandeld worden. Akkoord dat er een plaats is voor een richting waar het tempo niet zo hoog ligt, maar het is onlogisch dat de enige richting in de eerste graad waar het tempo wat hoger ligt, de richting met vijf uur Latijn is.
En dus vandaar: een nieuwe richting in de eerste graad. Waar het tempo net zo hoog ligt als in de Latijnse, en waar die vijf uur in het eerste jaar ingevuld worden met twee extra uren wiskunde, een uur programmeren, en twee uur wetenschappelijk project. In het eerste jaar krijg je dus zes uur wiskunde, waarvan twee specifiek met leerstof die gebruikt zal worden in het wetenschappelijk project en het programmeren.
In de tweede graad wordt dat dan Wetenschappen-STEM, met een extra uur toegepaste fysica en een uur programmeren, én vijf uur wiskunde. De twee uren extra worden afgepakt van talen, die wel nog hetzelfde leerpakket hebben, maar op minder uren.
Een volwaardig alternatief voor Latijnse, dus. Ik dénk dat het als een bom zal inslaan.