• Links van 30 juni 2014 tot 3 juli 2014

    The Internet’s Own Boy. Aaron Swartz HD – YouTube
    The story of programming prodigy and information activist Aaron Swartz, who took his own life at the age of 26.

    Terry Pratchett forced to cancel appearance by Alzheimer’s | Books | theguardian.com
    Urgh. Right in the feels: "the Embuggerance is finally catching up with me".

    Eric’s Archived Thoughts: What Not To Say to a Grieving Parent
    In the face of tragedy and grief, it’s hard to know what to say or do.  And one thing I’ve noticed is that some people—not most, maybe even not many, but more than enough—say and do what they think would help them, without really considering what might be helpful to the person who’s grieving.

    10 Tricks to Appear Smart During Meetings — Medium
    It’s important to find out if things will scale no matter what it is you’re discussing. No one even really knows what that means, but it’s a good catch-all question that generally applies and drives engineers nuts.

    De niet zo onschuldige knipoog-journalistiek van Newsmonkey: de treinstaking | Maarten is benieuwd
    Bij Newsmonkey geldt entertainment als uitvlucht voor slechte journalistiek.

  • Duitse boeken

    Wij hadden ooit in de humaniora ergens één uur Duits per week. “Ruim voldoende”, wist de leraar, “om jullie een degout van Duits te geven. Maar lang niet genoeg om jullie in de buut van voldoende aan te leren.”

    En dus was er een soort min of meer uitgesproken afspraak: wij zouden zijn hoofd met rust laten, hij zou het onze met rust laten, we zouden allemaal doen alsof we ons best deden, en op het einde van het jaar zou er een soort ‘examen’ zijn waarbij we een paar woorden Duits mochten uitkramen, en dan zouden we daar voldoende punten op krijgen dat niemand zich vragen zou stellen.

    Wie lang ist die Gorch Fock en Seid ihr hier die Gruppe 1A en ook wel vaag aus-bei-mit-nach-von-zu-seit en durch-für-gegen-ohne-um-bis en hier en daar wat woorden en uitdrukkingen (die Straße überqueren, dat bellen niet bellen is en mögen niet mogen en dürfen niet durven) — dat moet het zowat geweest zijn, wat we dat jaar geleerd hebben in de Duitse les. Of toch wat ik ervan onthouden heb.

    Het jaar daarna was het marginaal beter, denk ik. Ik herinner me flarden gedichten (Ich weiß nicht, was soll es bedeuten, daß ich so traurig bin // Ein Märchen aus uralten Zeiten, das kommt mir nicht aus dem Sinn en Wer reitet so spät durch Nacht und Wind? Es ist der Vater mit seinem Kind) en Goethe’s Von hier und heute geht eine neue Epoche der Weltgeschichte aus, und ihr könnt sagen, ihr seid dabei gewesen zal ook wel voor altijd in mijn hoofd blijven zitten.

    Maar alles bij elkaar: geen grote vrienden, den Duits en ik.

    Ja, zoals iedereen in die tijd naar Tatort en Ein Fall für zwei en Derrick kijken, en bij mijn grootouders de zaterdag de grote shows op ZDF, maar behalve dat keken wij vooral Frans thuis. En lazen we Frans en later Engels, en nooit Duits.

    Een jaar of twintig geleden heb ik ooit nog eens een jaar Duits gevolgd, gewoon zomaar, maar uiteindelijk was dat ook maar bezigheidstherapie, en is het daar wat bij gebleven. Ik begrijp gesproken taal zonder veel problemen en geschreven taal nog wat beter, maar voor de dooie dood weiger ik ook maar één woord te spreken in publiek: nog liever doodstuiken dan mij belachelijk maken in een taal die ik voor mezelf niet voldoende beheers, zo is het maar net meneer mevrouw.

    Maar: ik vind het zó een mooie taal. En met de jaren meer en meer, zelfs.

    Dus denk ik dat ik maar eens wat boeken ga lezen in het Duits. Science fiction of fantasy of horror of zo, wegens geen zin in andere fictie of non-fictie. Het jubileumnummer van Nova lijkt me geen slecht begin.

  • Gruwelijke taferelen te Gent

    Ziet nu!

    Piep zegt het ijzer

    En ziet hier, in beweging!

    Het ziet er al niet meer zo ontstoken uit, en wie het al een beetje gewoon is, kan er zonder al te veel overgeefneigingen naar kijken, dus da’s wel goed, veronderstel ik?

  • Gelezen: Up in the Old Hotel

    up in the old hotelEr zijn van die auteurs en van die boeken die mij sprakeloos achterlaten van bewondering voor hun taal — Marguerite Yourcenar, Jack Vance. Er zijn boeken en auteurs die mij doen duizelen van de wereld en de personages en de verhalen die ze opbouwen — Martin’s Song of Ice and Fire, Erikson’s Malazan Book of the Fallen.

    En dan is er zo’n Joseph Mitchell, die in moeiteloos en schaamteloos gewone mensentaal schrijft over echte plaatsen en echte mensen. In korte zinnen, to the point, matter of fact, met oog voor detail zonder het overzicht te verliezen. Die mij even doet denken dat ik dat ook zou kunnen, of zou gekund hebben, als ik maar was waar hij was toen hij er was.

    Nonsens, natuurlijk.

    Up in the Old Hotel is eigenlijk vier boeken: McSorley’s Wonderful Saloon (1943), Old Mr. Flood (1948), The Bottom of the Harbor (1960) en Joe Gould’s Secret (1965), en die vier boeken bevatten allemaal stukken die eerder in The New Yorker verschenen.

    In McSorley’s Wonderful Saloon schrijft Mitchell over een New York dat zo ongeveer helemaal verdwenen is: profielen van sympathieke dronkaards, een ticketdame van een cinema, een kindgenie, een straatpredikant, zigeuners, een vrouw met een baard. Over Commodore Dutch, die toen hij jong was in de jaren 1880 een soort mascotte was van een plaatselijke gangsterbaas, en die sindsdien al heel zijn leven overleeft op ingangstickets voor een jaarlijks bal dat hij te zijner ere organiseert. Of Joe Gould, een man die ook op giften overleeft, en die in schrift na schrift al decennia lang een magnum opus schrijft, een mondelinge geschiedenis van de wereld, die ondertussen al vele keren zo lang als de Bijbel is. Of “John S. Smith of Riga, Latvia, Europe”, een oude man die de hele VS rondreisde, en die we enkel kennen van de honderden cheques die hij uitschreef, soms voor duizenden dollars, voor een kom soep of een warme maaltijd.

    Het wonderlijke is, dat het allemaal echte mensen en plaatsen zijn, die toen ook al eigenlijk grotendeels voorbije glorie waren, maar dat er met het moderne internet toch nog allerlei van terug te vinden is. McSorley’s saloon bestaat nog altijd, zelfs al is de hele buurt er rond veranderd. Joe Gould, daar zijn foto’s van:

    joe gould

    En Commodore Dutch, die staat in al zijn glorie in de kranten van toen:

    Commodore Dutch

    Old Mr. Flood vond ik een lichte teleurstelling: Mitchell zegt expliciet dat het een waar verhaal is, in die zin dat de personages en de situaties die erin voorkomen amalgamen zijn van die die écht waren. Flood is een man die besloten heeft 115 jaar te worden, die al jaren een strikte seafoodtarian is, en die vooral zijn dagen lijkt te slijten met zijn beklag te doen over hoe het niet meer is zoals het vroeger was. Dat, en helemaal opgewekt worden als nog maar eens iemand uit zijn omgeving gestorven is.

    The Bottom of the Harbor is een verdwenen wereld in een verdwenen wereld: allerlei vertellingen van en door de vissers en de inwoners van de eilanden in de haven van New York — die uiteraard alsmaar meer vervuild raakte en die tegen dat het boek verscheen wellicht praktisch geen eetbare vissen meer bevatte, laat staan oesters of andere schaaldieren. Meer dan alleen nostalgie, de gesprekken tussen Mitchell en Harry Lyons en twee vrienden van Lyons in The Rivermen: ze hebben het over alles en niets, en over de manieren waarop ze op rivierharing vissen, maar altijd en voortdurend is er het besef dat hun leven voorbij is en niet meer terug komt, en dat ze eigenlijk niet weten hoe ze hun leven nog zin moeten geven.

    Joe Gould’s Secret keert terug naar Joe Gould — Professor Seagull — de man van de Oral History of Our Time. Het is veruit het stuk waar Mitchell zelf het meest op de voorgrond komt: Gould valt er van zijn ‘charmante excentriekeling’-voetstuk, Mitchell valt uit zijn rol van geëngageerde maar afstandelijke obesrvator.

    Ik lees dat mensen dit het minst goede van de vier delen vonden: ik ben het er niet mee eens. Waar de andere verhalen open eindes hebben, en we kunnen dromen, eindigt dit met de dood van Gould. Geen ruimte voor verbloeming, geen plaats voor romantisering: met de voeten op de grond en verplicht geconfronteerd met de menselijkheid van het verhaal.

    En meteen ook met al het voorgaande: op McSorley’s Saloon na, zijn alle personages ondertussen overleden. Ook Mitchell. Joe Gould’s Secret was zijn laatste boek, in 1964.

    From 1964 until his death in 1996, Mitchell would go to work at his office on a daily basis, but he never published anything significant again. In a remembrance of Mitchell printed in the June 10, 1996, issue of The New Yorker, his colleague Roger Angell wrote: “Each morning, he stepped out of the elevator with a preoccupied air, nodded wordlessly if you were just coming down the hall, and closed himself in his office. He emerged at lunchtime, always wearing his natty brown fedora (in summer, a straw one) and a tan raincoat; an hour and a half later, he reversed the process, again closing the door. Not much typing was heard from within, and people who called on Joe reported that his desktop was empty of everything but paper and pencils. When the end of the day came, he went home. Sometimes, in the evening elevator, I heard him emit a small sigh, but he never complained, never explained.”

    Machtig boek, van harte aangeraden.

    [van op Boeggn]

  • Voetbal

    Muuuuuuh er zijn hier vanavond halve hartaanvallen geweest. Verlengingen!

  • Volksliederen

    Wat ik dus enorm raar vind, is dat het volkslied van Duitsland zo anemisch is.

    Eenheid en gerechtigheid en vrijheid voor het Duitse vaderland! Laat ons daar allemaal broederlijk naar streven, met hart en hand! Eenheid en gerechtigheid en vrijheid zorgen voor geluk; bloei in de weerschijn van dat geluk, bloei, Duits vaderland!

    Allez jong, dat is gelijk het clublied van de club voor pacifistische watjes. Serieus, een mens zou denken dat het een beetje strijdvaardiger zou zijn. Nee, dán dat van Frankrijk!

    Komaan, kinderen van het vaderland, het uur van de glorie is aangebroken! De bloederige vlag van de tyrannie is tegen ons gehesen — hoort gij in de velden de woeste soldaten brullen? Ze komen tot in uw armen, de keel van uw zonen en uw vrouw oversnijden! Te wapen, burgers! Vorm uw bataljons! Marcheer, marcheer! Dat onze degens akkers onzuiver bloed drinken!

    Zó moet dat. Marchons, marchons, qu’un sang impur abreuve nos sillons!

  • Links van 26 juni 2014 tot 30 juni 2014

    random thoughts: Dissecting the 128-byte raycaster
    Lately a Reddit post caught my attention which is about a raycaster demo, animated, with mouse control and texture mapping,  in only 128 bytes. Out of curiosity, I took a look at the source code  and spent some time trying to figure out how it works.

    Fontblog | Ed Sheeran’s Album Cover Fail
    Ein Pa­ra­de­bei­spiel dafür, warum es in der Ty­po­gra­fie auf Klei­nig­kei­ten an­kom­met, die eine große Wir­kung haben kön­nen.

    Discover more works by Bach – All of Bach
    At the moment, The Netherlands Bach Society has re-recorded 14 of the 1080 works by Bach. A new number will be added each week.

    Tchau Orkut – Orkut Blog
    Another one bites the dust: "We will shut down Orkut on September 30, 2014."

    Advanced A/B testing: Make more profit, learn more about customers | Customer Laboratories
    In this article, I'd like to introduce 2 improvements over traditional A/B testing in the hopes that other people can profit from it as well.

    Probabilistic Models of Cognition
    In this book, we explore the probabilistic approach to cognitive science, which models learning and reasoning as inference in complex probabilistic models. In particular, we examine how a broad range of empirical phenomena in cognitive science (including intuitive physics, concept learning, causal reasoning, social cognition, and language understanding) can be modeled using a functional probabilistic programming language called Church.

    Wikipedia Editors Hit With $10 Million Defamation Suit – Slashdot
    Wikipedia is a MMORPG where the guy with most free time always wins. Anybody who takes it seriously is a victim of either ignorance or zeal.

    Piano Phase
    In "Piano Phase", [Reich] has the two pianists begin by playing a rapid twelve-note melodic figure over and over again in unison (E4 F♯4 B4 C♯5 D5 F♯4 E4 C♯5 B4 F♯4 D5 C♯5). After a while, one of the pianists begins to play his part slightly faster than the other. When he is playing the second note of the figure at the same time the other pianist is playing the first note, the two pianists play at the same tempo again. They are therefore playing notes at exactly the same time, but they are not the same notes as they were at the start of the piece. The process is repeated, so that the second pianist plays the third note as the first pianist is playing the first, then the fourth, and so on until the process has gone full circle, and the two pianists are playing in perfect unison again.

  • Otto

    In de annalen van “het leek allemaal veel vanzelfsprekender dan het uiteindelijk werd”: vandaag gingen we Jan afzetten op kamp en dan naar een babyborrel gaan.

    Topplan!

    Behalve dat het kamp in Stoumont in Hol van Pluto, Ardennen was. En de babyborrel op de Oude Graanmarkt in centrum centrum Brussel.

    Mpfff.

    Zeven uur auto gedaan vandaag.

  • Leve de moderne geneeskunde

    Korte samenvatting van Zelie’s arm-saga: spaakbeen en ellepijp gebroken, in Aalst stomgaweg in een definitieve plaaster gestoken zonder veel controle, beginnen zwellen, nieuwe voorlopige plaaster, controle, beenderen volledig verkeerd gezet, geopereerd met spillen in de beenderen, in plaaster, pijn aan haar pols waar de spil er uit komt, nieuwe plaaster met verzorgingsgat en dagelijkse ontsmetting.

    Dat laatste was deze maandag. Maar het betert niet, die pijn aan haar pols, in tegendeel. In het hospitaal hadden ze ‘irritatie’ als diagnose gesteld, en Isobetadine-zalf voorgeschreven. Nu is het opgezwollen en ettert het: de dokter van wacht was er niet goed van. Linea recta massale dosissen olifanten-antibiotica voorgeschreven, en absoluut imperatief naar het hospitaal gaan, eerste ding maandagochtend.

    Zucht.

    Update: even later, toch maar naar het hospitaal gegaan. Bloed laten trekken en zien wat er in zit. Een mens kan niet voorzichtig genoeg zijn.

  • Voortgezette opvoeding

    Nu alle kinderen hun A-attesten hebben, wordt het tijd om ze de Echt Nuttige Dingen Des Levens te leren kennen. Eergisteren Young Frankenstein, vandaag was het Blazing Saddles.

    Reken maar van yes.

  • Journaille en begrijpend luisteren

    Er is mij altijd gezegd dat in een vraaggespreksituatie het allerbelangrijkste is te luisteren naar wat de andere partij zegt. Dat het dodelijk is om veel te vroeg met een opvolgvraag klaar te zitten.

    Bruno Tobback staat (weer eens) in het oog van een (proper door de media geframed) stormpje: vanmorgen heeft hij zicht boos gemaakt op radiojournalist Bert Rymen. Helemaal fout, natuurlijk, en hij had het moeten weten. Interviews zijn voor politici een beetje zoals omgaan met een wilde hond op straat: het maakt niet uit wat je zegt, het is vooral belangrijk dat het schuimbekkend beest de indruk heeft dat je de situatie meester bent en dat je kalm blijft.

    In casu is het géén probleem als de politicus naast de kwestie antwoordt, weigert te antwoorden, niet naar de vraag luistert, zijn eigen vragen uitvindt, de meest gore flagrante leugens uitkraamt. En is het wél een probleem als de politicus oprechte emotie toont. Want dan is hij aangeschoten wild, is het “ongehoord”, not done, “je zwakte tonen”, “niet slilm” (sic, De Standaard), dan weten kenners, ik citeer:

    Wie dat interview vanmorgen hoorde, denkt niet “Tobback heeft gelijk” maar wel “Tobback zit slecht in zijn vel”. 

    Bull fucking crap. De enige reden waarom mensen dat denken is omdat de media dat rapporteert.

    Terwijl om het even wie die naar méér dan alleen de toon van een gesprek luistert, meteen door heeft wat er aan de hand was, deze ochtend: Bert Rymen was niet aan het luisteren, en had zin om gnuifelend een plagerig vraagje te kunnen stellen.

    Wat Tobback redelijk duidelijk zei, was: “De sossen hebben een inhoudelijke vernieuwing gedaan, maar organisatorisch lukt het niet om die vernieuwing aan de mensen diets te maken.” Wie het filmpje van de webcam van de radio ziet, ziet Rymen terwijl Tobback dat zegt smalend opzij kijken (op 7:06). Op 7:17 laat hij Tobback niet uitspreken omdat hij zijn vraag waar hij al tien seconden mee zit wil stellen: “Wat kan dat dan nog zijn, die inhoudelijke vernieuwing?”

    PLETS.

    Hij vraagt wat die (nieuwe) inhoudelijke vernieuwing nog zou kunnen zijn — terwijl Tobback nét gezégd heeft dat het niét over de inhoudelijke vernieuwing gaat.

    Tobback werkt zijn zin verder af, zegt dat die organisatorische en structurele veranderingen tijd vergen — maar Rymen heeft bloed geroken: Tobback heeft niet op zijn vraag geantwoord! Hij zit te draaien van contentement op zijn stoel en te wachten tot er een pauze valt — en op 7:35 is het zover.

    Tobback was geëindigd met “dat (die organisatorische vernieuwing) is een verderzetting van het proces waar we vandaag aan bezig zijn”, een andere journalist had kunnen doorvragen over die structurele problemen in communicatie en het aan de man brengen, waar die aan gelegen zijn en wat ze van plan zijn. Maar neen: Rymen heeft nog altijd niet door dat er hier over twee verschillende “vernieuwingen” gesproken worden, één van inhoud die achter de rug is, en één van structuur die bezig is en verder moet gaan.

    En hij begint knullig lachend een “gotcha”-vraagje te stellen: “Maar als ik u zo hoor, dan is het een vernieuwing die u al op gang heeft gezet en die u nu verder zet en dus (gniffel) niet echt een vernieuwende vernieuwing is, dat soort (hu hu) rare termen (gnigni) van stal te halen…”

    Waarop Tobback hem op 7:45, vind ik, helemaal terecht zegt dat hij met onnozeliteiten bezig is, en het voor de goede verstaander — en deze keer niet onderbroken — nog eens helemaal uitlegt. Waarop Rymen vindt dat het tijd is om het interview af te sluiten.

    Tobback is niet mijn grootste kameraad, maar ik vind dat hem onrecht aangedaan werd. De openbare omroep mag gerust eisen dat politici minder wollig en meer duidelijk zijn, maar er moet dan ook een minimum aan begrijpend luisteren zijn.

  • Feestje!

    Ik heb mijn Feast for Crows en Dance with Dragons opengesleurd, en in mekaar geduwd.

    Dit is hoe Feast eindigde, in 2005, namelijk:

    Hey, wait a minute!” some of you may be saying about now. “Wait a minute, wait a minute! Where’s Dany and the dragons? Where’s Tyrion? We hardly saw Jon Snow. That can’t be all of it…”

    Well, no. There’s more to come. Another book as big as this one.

    I did not forget to write about the other characters. Far from it. I wrote lots about them. Pages and pages and pages. Chapters and more chapters. I was still writing when it dawned on me that the book had become too big to publish in a single volume… and I wasn’t close to finished yet. To tell all of the story that I wanted to tell, I was going to have to cut the book in two.

    The simplest way to do that would have been to take what I had, chop it in half around the middle, and end with “To Be Continued.” The more I thought about that, however, the more I felt that the readers would be better served by a book that told all the story for half the characters, rather than half the story for all the characters. So that’s the route I chose to take.

    Tyrion, Jon, Dany, Stannis and Melisandre, Davos Seaworth, and all the rest of the characters you love or love to hate will be along next year (I devoutly hope) in A Dance with Dragons, which will focus on events along the Wall and across the sea, just as the present book focused on King’s Landing.

    En dit is hoe Dance begon, in 2011 (dus niet “next year”, grrr):

    It has been a while between books, I know. So a reminder may be in order.

    The book you hold in your hands is the fifth volume of A Song of Ice and Fire. The fourth volume was A Feast for Crows. However, this volume does not follow that one in the traditional sense, so much as run in tandem with it.

    Both Dance and Feast take up the story immediately after the events of the third volume in the series, A Storm of Swords. Whereas Feast focused on events in and around King’s Landing, on the Iron Islands, and down in Dorne, Dance takes us north to Castle Black and the Wall (and beyond), and across the narrow sea to Pentos and Slaver’s Bay, to pick up the tales of Tyrion Lannister, Jon Snow, Daenerys Targaryen, and all the other characters you did not see in the preceding volume. Rather than being sequential, the two books are parallel … divided geographically, rather than chronologically.

    But only up to a point.

    A Dance with Dragons is a longer book than A Feast for Crows, and covers a longer time period. In the latter half of this volume, you will notice certain of the viewpoint characters from A Feast for Crows popping up again. And that means just what you think it means: the narrative has moved past the time frame of Feast, and the two streams have once again rejoined each other.

    Next up, The Winds of Winter. Wherein, I hope, everybody will be shivering together once again.

    Twee boeken dus die eigenlijk één groot boek zouden kunnen geweest zijn: het internet zou het internet niet zijn (en de fans van Song of Ice and Fire niet de fans van Song of Ice and Fire) als er geen alternatieve leesvolgorde zou in elkaar gebokst zijn.

    Meer dan één, zelfs. Ik ben een fan van de volgorde van Sean T. Collins en Stefan Sasse, de mannen van Boiled Leather Audio Hour (en All LEather Must Be Boiled, en Rolling Stone, en Tower of the Hand and Nerdstream Era en en en en): volgorde voor wie het al gelezen had en volgorde voor wie het voor het eerst leest.

    Feast with Dragons

    ‘t Zal voor deze zomer zijn.

     

  • Links van 24 juni 2014 tot 26 juni 2014

    The Elephant was a Trojan Horse: On the Death of Map-Reduce at Google : Paper Trail
    Map-Reduce is on its way out. But we shouldn’t measure its importance in the number of bytes it crunches, but the fundamental shift in data processing architectures it helped popularise. This morning, at their I/O Conference, Google revealed that they’re not using Map-Reduce to process data internally at all any more.

    crr » Words known by men and women
    Some words are better known to men than to women and the other way around. But which are they? On the basis of our vocabulary test, we can start to answer this question (on the basis of the first 500K tests completed). These are the 12 words with the largest difference in favor of men (between brackets: %men who know the word, %women who know the word):

    Visualizing Algorithms
    Heerlijk — Algorithms are a fascinating use case for visualization. To visualize an algorithm, we don’t merely fit data to a chart; there is no primary dataset. Instead there are logical rules that describe behavior. This may be why algorithm visualizations are so unusual, as designers experiment with novel forms to better communicate. This is reason enough to study them.

    De Wever is niet zo onschuldig – Chris Serroyen
    Ook rechtvaardige fiscaliteit wordt begraven. De nota heeft het wel over een tax shift. Maar dan richting hogere BTW. Dit is de minst rechtvaardige van alle belastingen want ze treft consumenten met lagere inkomens harder dan de hoge inkomens. Lagere inkomens consumeren immers een groter deel van hun inkomen. Hoge inkomens sparen veel meer. Werknemers betalen die BTW-verhogingen trouwens nog een tweede keer. Want de nota wil het effect van die BTW-verhogingen neutraliseren in de index.  Raken aan de vermogens en kapitalen, dat ziet De Wever dan weer duidelijk niet zitten. Want die zijn al oh zo zwaar belast.

    Meet Moondog, a Blind Genius in Circus-Freak Clothing and a Great, Forgotten New Yorker | Vanity Fair
    Louis Hardin was born in Kansas in 1916, banged a drum on an Arapaho chief’s lap in Wyoming, and lost his sight in a farming accident in Missouri as a teenager. But the world knew him as Moondog. And the world did, for a time, know him. While mostly forgotten today outside the rarified halls of experimental music festivals, Moondog's genius-in-circus-freak’s-clothing story makes him one of the essential characters of American subculture.

    The Sharing Economy and the Mystery of the Mystery of Inequality | Op-Eds & Columns
    Uber, like Amazon, has allowed a small number of people to become extremely rich by evading regulations and/or taxes that apply to their middle class competitors.

  • Logeren: dag twee

    Gisteren is er volk voor Louis blijven slapen, vandaag is het aan Anna. Ik dénk dat ik een stuk of zeven meisjes geteld heb uit het derde leerjaar. Gibber, gibber, gibber. Giechel, giechel, giechel. Druk, druk, druk.

    (Nog een geluk dat we ze rond een uur of acht of zo naar bed kunnen sturen. Die van gisteren zijn allemaal tot een stuk na middernacht opgebleven, én ze hadden de hele living opgeëist.)

  • Leeftijdsgericht entertainment

    Er blijven drie vriendinnen en een vriend van Louis slapen, en blijven slapen wil meestal zeggen langer op blijven en dus film kijken.

    Ze gingen stoer doen, van de hoogte van hun 13 jaar, blijkbaar: toen ik de living binnen kwam waren ze al een tijdje naar Ringu aan het kijken.

    Met veel meer bravoure dan goesting, schatte ik op tien seconden in. Een andere film dus maar. Serieus, als ze doodsbang willen gaan slapen: ‘t zal niet liggen aan mij, dat ik ze zo’n dingen laat bekijken.

    The Princess Bride was een eerste alternatief, maar de dvd bleek geen ondertitels te hebben. Nog wat rondgekeken — er staan hier gelijk honderden dvd’s — maar zo simpel was het niet: films die niemand gezien had en die niet kinderachtig of te volwassen waren, zoek maar eens.

    De oplossing: Young Frankenstein!

    “Bah, zwart-wit, saai”, was de eerste reactie, maar ik ben content te kunnen meedelen dat ze van begin tot einde geschaterlacht hebben, ha!

    “Maar hoe komt dat toch dat dat zo grappig is?” vroeg er eentje zich af. Trrr. Omdat het een uitstekend geschreven, geregisseerde, geacteerde, gemonteerde film is, misschien?