• Boeken klasseren, deel één

    Ik denk dat ik op elke tien boeken er zeker drie of vier op de stapel “weg te geven” heb gelegd, als het al niet meer was. Met de dood in het hart, maar wat moet, moet. Geen plaats is geen plaats, en alles.

    Het resultaat van de werken vandaag: twee en een halve Billy geklasseerd, met daarin science fiction en fantasy van A tot K. Twee en een halve Billy achter de rug, nog elf Billy’s te gaan. 

    En dan mogen ze nog eens dat vuilblik aanvoeren.

  • Haal het vuilblik! Morgen meer!

    Ik ga mezelf even in bed gaan vegen: voor zover ik dat zo ongeveer zie, zijn alle boeken min of meer in een bibliotheekkast gezet in het achterhuis. 

    Morgen! Begin! Ik! Te! Sorteren!

    Het zal worden, voor zover ik het nu zie:

    1. Fictie — science fiction en fantasy en horror
    2. Fictie — geschiedenis en althist en dergelijke
    3. Fictie — al de rest behalve wijvenboeken
    4. Geschiedenis en biografie
    5. Godsdienst en occultisme
    6. Comics en strips
    7. Woordenboeken en encyclopedieën en naslagwerken
    8. Fictie — wijvenboeken (Judith Kranz en gelijkaardige, in een kast apart in de hoek, serieus, dat moet niet tussen de rest staan)

    Spannend!

  • Kruitfabriek

    Ik ben een groot fan van de Kruitfabriek. Er zijn al bijna veertig afleveringen geweest, en ik denk dat ik ze op twee of drie na allemaal gezien heb. 

    Ze hebben een tijd gezocht naar een balans tussen entertainment en discussie en amusement en controverse en vanalles, tussen vijf interviewers per gast of niet, maar het komt veel meer goed dan dat het niet goed komt. 

    Vandaag bijvoorbeeld: zo ongeveer een hele aflevering met Frank Vandenbroucke en Jan Hoet. Die allebei een méér dan vijf minuten kregen om hun zeg te zeggen. Vandenbroucke die op geen enkel moment in een soundbyte wou spreken en nuances in zijn nuances stak; Hoet die sprak over zijn coma en hoe hij het nu wat rustigeraan doet (ahem), en vol vuur over de Sixtijnse Kapel. 

    Ik kijk naar Kruitfabriek met Yelo, met de Twitterfeed voor #kruitfabriek ernaast, en het is duidelijk dat het redelijk polariseert.

    Vandaag was de Twitterconsensus min of meer in de richting van wat Seppe Dams zegde:

    Wat een verademing: Frank VDB krijgt aangenaam veel tijd voor een genuanceerde uitleg in #kruitfabriek. Ook: kom terug Frank!!!

    Maar er waren toch wel weer mensen zoals Dominiek Leenknecht:

    Het thema van de #Kruitfabriek vanavond was: wollige praters die op geen moment to the point komen. #JanHoet #FrankVanDenBroucke

    Ieder zijn opinie. Ik blijf alvast kijken.

    Crimi Clowns en Kruitfabriek: de revelaties van het seizoen, tot nog toe. 

  • Halloweenland

    Als ik dat zo’n beetje geteld heb, zitten we vanavond met 19 kinderen en 14 volwassenen, of zoiets. 

    Ik heb alvast mijn contactlenzen ingestoken:

    Halloween, tralala

  • Hu wat?

    Te klasseren in de category well smack my ass and call me Daisy: Disney heeft Lucasarts gekocht, brengt in 2015 al Star Wars VII uit, en is van plan om elke twee à drie jaar een nieuwe Star Wars uit te brengen. 

    Moh

  • Het deed al een tijd de ronde van de sociale mediats, het filmpje van 11.11.11, waar Bart Cannaerts een beetje “lachen met negers” doet, en een verongelijkte zwarte medemens zeer verontwaardigd is. 

    Moraal van het verhaal: niet alles is om te lachen, en wanneer o wanneer gaan wij de klimaatverandering eindelijk eens serieus nemen?

    Ik word hier een beetje kwaad van, eigenlijk. Wie probeert wie een schuldgevoel aan te praten? Een vluchteling wiens hele familie is gestorven, en dat is dan mijn schuld omdat ik nog geen dubbel glas heb gestoken in mijn vensters? 

    Ik persoonlijk vind dat het filmpje meer contraproductief werkt dan wat anders. Ja, het is erg, en ja, we moeten het serieus nemen. Maar er gaat wel meer mis dan enkel klimaatverandering, in Afrika en in de wereld. Slachtpartijen à la Oost-Kongo zijn bijvoorbeeld ook erg, om maar iets te zeggen.

    En ik kan mij inbeelden dat er nog veel gediscussieerd kan worden over wat kip en wat ei is, als het gaat over de ontbossing en de gronderosie en de overbevolking en ondervoeding. Of, om het pakweg over iets anders te hebben, dat het niet met minder klimaatmiserie zal zijn dat neushoorns plots niet gaan bejaagd worden. 

    Ik vind dat filmpje een karikatuur maken van de zaken, en uiteindelijk een misplaatste poging om een goedkope controverse te creëren.

    Het ergste vind ik trouwens nog wel dat het absoluut niet ver genoeg gaat : iemand die écht niet overtuigd is, die gaat helemaal mee in het verhaal van Bart-in-het-filmpje. Die zit op het einde mee te knikken met het publiek: “ah ja, ’t is toch wel waar zeker, wat denken ze wel, die negers?” 

    De wet van Poe, ze zouden hem ondertussen wel mogen kennen. 

  • Tozeur

    Hola, wat zegt mijn kalender mij? Dat het alweer veel te lang geleden was dat er hier Battiato gestaan heeft? Snel!

    …aaaah… ça fait du bien par où ça passe.

  • Winteruur

    Hoera! Vroeg donker!

    Ik heb geen problemen met wisselen van zomer- naar wintercursus of omgekeerd, maar als er één ding is dat fantastisch is, dan is het wel dat het meer donker is.

    Van mij zou het heel de dag donker en koud mogen zijn: ik vond het enorm wijs als ik ’s morgens de trein in kon stappen in bet donker, afstappen in Brussel Centraal, de metro nemen naar de kelder onder het hoofdkwartier van de Post, en dan ’s avonds weer in omgekeerde richting naar huis kon, en nooit daglicht zag.

    Leve de winter, hoezee.

  • Testing, testing

    Ik dacht, ik kijk eens of ik mijn gezicht wat bleker kan krijgen.

    Testing, testing

    ’t Is dat niet. Het zal iets anders worden, peins ik. Zoals dit, pakweg:

    Why hellooooo there little girl

  • Acht

    Ik ga mij daar allemaal niet te veel van aantrekken, van wat de mensen op de televisie en in de gazet zeggen. Ik ben al maanden content van Windows 8 in test- en previewversie, en ik heb het dan ook maar gekocht en op de hoofdcomputer geïnstalleerd.

    Voor 29 euro kan een mens niet sukkelen.

    Een update, dat alles wat erop stond ook nog werkt – en dat ik dan gewoon op Mame Qix kan spelen, of nog eens Baldur’s Gate II, of films kijken op Plex, of duizend andere dingen.

    En als ik dan ergens volgend jaar of zo nog eens een laptop zou nodig hebben, dan koop ik gewoon zo’n dunne computer van Microsoft. Dat ik in mijn bed of op het toilet naar een film kan kijken en comics lezen, én al die andere dingen die ik al kon.

    Te oud geworden om mij bezig te houden met wat andere mensen ervan vinden, denk ik.

  • Yes!

    Uitwisselingsprojecten op school: ongelooflijk wijs, vind ik dat. En nog veel wijzer dat het niet alleen voor laatstejaars is. 

    Er is JEEP, een simulatie van het Europees parlement met zeven scholen van Barcelona tot Vilnius, er is EYE met nog drie scholen uit Bonn, Miskolc in Hongarije en Turijn, er zijn bilaterale dingen met Milaan en met Barcelona en zelfs met Het Mons Van Di Rupo (in het verre Wallonië). 


    View Uitwisselingsprojecten Sint-Barbaracollege in a larger map

    Dat kunnen onvergetelijke ervaringen zijn, van die uitwisselingsprojecten, en ik weet niet of ik meer blij dan trots of meer trots dan blij ben dat Zelie (als alles goed gaat) mee mag doen aan het YES-project in februari. Ze gaat niet naar het buitenland, maar dat geeft niet: ze gaat iets met muziek doen, met telkens tien leerlingen van haar school, van een school in Milaan en van een school in Barcelona. Optrekken met kinderen die van de andere kant van Europa komen, op haar dertien jaar: ik zou er alleen maar van gedroomd kunnen hebben.

    Hopelijk krijgen we één van die buitenlanders op gastgezin — dat lijkt mij ook ongelooflijk wijs om te doen.

  • Frankenweenie

    Frankenweenie, de nieuwe Tim Burton, speelt op dit eigenste ogenblik ongetwijfeld in een cinema ergens in uw buurt. Ik mocht van Enchanté een tijdje geleden gaan kijken naar een preview, op het Filmfestival in Gent. Het was er nog niet van gekomen om er over te schrijven — het leven zat in de weg, duizend dingen te doen, hoe gaat dat? — maar bij deze dus. 

    Ik ben geweest met Louis (die in het zesde leerjaar zit en het nogal heeft voor monsters en fantasie en dingen), en die vond het fantastisch. Hij heeft hard gelachen, hij vond het spannend, hij heeft soms eens vanachter zijn vingers gekeken, hij was er helemaal mee weg. In het kort: een familiefilm voor jong en oud, ontroerend en grappig bij momenten, spannend en een beetje angstaanjagend bij andere momenten. Bring the kids

    Frankenweenie

    Frankenweenie is een Disney-film die een remake is van een kortfilm met dezelfde naam die Burton in 1984 maakte voor Disney. In 1984 was het een zwart-witfilm met echte acteurs van vlees en bloed, in 2012 is het een 3D-zwart-witfilm met stop-motion poppetjes. 

    In 1984 werd Burton ervoor aan de deur gezet, wegens het verkwanselen van Disney-geld aan een film die veel te angstaanjagend zou zijn voor kinderen. Goed voor hem, denk ik dan: go Burton! Is dat in de 2012-versie nog zo? Neen, vrees ik. Frankenweenie is bijna karikaturaal Disney. Een getemde Burton, met bijzonder weinig uitsteeksels of weerhaken, en erg, érg braaf. 

    Victor Frankenstein is de zoon van Susan en Edward Frankenstein. Hij heeft een hond, Sparky, en ze wonen in een jaren-1950-aandoend Amerikaans dorpje dat wellicht gesticht is door Nederlanders: het heet New Holland, er staat een molen op de achtergrond en het grote jaarlijkse festival is Dutch Day

    Victor zit in de klas met een groep kinderen die allemaal lijken te verwijzen naar beroemde horrorfilms-van-lang-geleden: er zit een monster-van-Frankenstein-achtig kindje, een Igor-achtig-kindje, er is een schildpad die Shell(e)y heet, er is een Elsa Van Helsing, enfin, dat soort zaken. 

    Voor de leraar Wetenschappen, Mr. Rzykruski, moet er een science project gedaan worden, en daar hebben we element twee van de film: de concurrentieslag tussen de kinderen, die elk het meest indrukwekkende project willen maken. (Element één was “een jongen en zijn trouwe viervoeter”). 

    Frankenweenie  1

    Het duurt niet lang of Sparky komt schielijk te gaan, en het duurt ook niet lang voor –element twee, meet element één– Victor erin slaagt om Sparky weer tot leven te brengen. En dan zou je kunnen gaan denken dat het tijd is voor element drie (“monster” dat alleen maar goed wil doen wordt verkeerd begrepen en opgejaagd — denk Edward Scissorhands, denk al die andere films), maar neen. 

    Kattenkwaad en slapstick als Sparky niet op mooi op zolder blijft. En dat is het dan. 

    “Het is een kinderfilm“, moest ik mezelf voortdurend inspreken. En ook: “Zit u eens niet zo op te winden!”

    Ik herhaal: Louis vond het fantastisch, en mensen rond mij leken ervan te genieten, en ik lees op het internet dat de overgrote meerderheid van de filmcritici en de gewone mensen het zeer goed vinden. En ik houd van Tim Burton-films, zelfs van zijn meer recente die andere mensen minder lijken te vinden, en ik ben zot van oude griezelfilms, maar.

    Ik heb me de laatste tijd zelden zo zitten nerveus maken. 

    Bij elke scène die voorbij kwam, dacht ik “oh kijk, nog een poppetje dat ze gaan kunnen verkopen”. Of dacht ik “oh kijk, dát demografisch segment hadden ze nog niet gehad”. Of dacht ik “getver, het enige wat de mensen rond mij hier goed aan vinden, is wat er 100% pixel voor pixel letterlijk gekopieerd is uit films van 70, 80 jaar geleden”.

    Rzykruski

    Dat laatste is wat mij nog het meeste stoorde, denk ik. Ik kan er geen vinger op leggen, maar vergelijk hoe Mel Brooks in Young Frankenstein dezelfde scènes citeert als Burton in Frankenweenie, en het contrast kan niet groter zijn. Young Frankenstein is een liefdevolle pastiche van het genre en voegt toe aan het origineel. Frankenweenie: ik vond het respectloos gedaan, cynische copy-paste, zonder ziel of passie.

    De manier bijvoorbeeld waarop Rzykruski een karikatuur is van Vincent Price, maar dan wel door Martin Landau ingesproken wordt als een soort bastaard-Bela Lugosi: ik kreeg er rillingen van. Ik vind dat stámpen op het graf van zowel Price als Lugosi. De manier waarop mijn ideale vrouw, Elsa Lanchester, als een poedel opgevoerd werd… mijn hart bloedt, het was ternauwernood dat ik mezelf kon tegenhouden om geen schoen naar het scherm te smijten.

    Elsa Lanchester

    En ik vond het eigenlijk bij momenten ook saai en langdradig, en onsamenhangend, alsof dit — verrassing!– een film was die nodeloos twee of drie keer zo lang gemaakt was als het idee eigenlijk kon ondersteunen.

    And don’t even get me started about the ending

    Ik vind de film niet eens slécht: ik vind het een bwoafja, run of the mill fotokopie van een fotokopie van een Tim Burton-film, door een happy end Disney-mangel gedraaid. Maar ik word er kwaad van. Dit is een film die met wat meer passie, wat meer zelfkritiek en niet eens zó veel gesleutel wél goed had kunnen zijn.

    Een film die ik nooit van mijn leven nog wil zien. 

    (Maar ga dus vooral kijken met uw kinderen, en wijs ze dan de weg naar al de originelen.)

  • You win soms, you lose soms

    Kwam ik vanavond thuis, wist Anna mij te zeggen dat ik macaroni moest maken maar alles staat klaar en de pasta staat naast het water en de saus moet nog met kaas en mama heeft gezegd dat zij (Anna dus) zeker op tijd in bed moet.

    Euh… okay…?

    Dat was terwijl ik de fiets nog door de voordeur aan het wurmen was, Anna vanuit het deurgat van het bureau.

    Tien seconden later, telefoon van Sandra. Of ik al thuis was? Euh ja, ik ben al thuis. Ah goed, dan zitten de kinderen niet te lang alleen, en of ik wist dat ik macaroni moest maken en dat alles klaar stond maar dat er in de saus zeker van die feta of geitenfetta moest omdat het anders te zoet zou zijn. 

    Euh… okay, dus. 

    Er stond een ketel met water op het vuur, waarnaast een pak macaroni. Naast het vuur twee potten fetta-achtige dinges. En nog op het: een tweede ketel, met een soort oranje iets erin. Oh bloederige hel, dacht ik: pompoen. 

    “Hij had het niet zo voor pompoen,” zei hij met het understatement van de week. 

    Water doen koken, macaroni erin, oranje bocht opgewarmd, de nog aanwezige kinderen aan tafel geroepen (Sandra zat met Jan op het voetbal, Zelie moest gaan turnen of zo), macaroni in hun kommen gegoten, kaas erbij, en ze met min of meer smaak zien eten. Niet vreselijk enthousiast, maar toch ook niet met tegenzin.

    Zo ver zo goed, ik heb er geen groot spel van gemaakt, ik heb niet eens geproefd. Bij mij was het warme pasta met gewoon wat peper en zout, een leksken goede olijfolie en parmezaan, en dat was ongetwijfeld vele tientallen keren lekkerder. 

    En toen kwam Sandra een paar uur later thuis, en bleek dat ik de soep van ’s middags over de pasta gegoten had. De pastasaus zat in de derde pot die op het vuur stond.

  • De grote weggeef

    Gnnnnnnn… De kogel door de kerk, in mijn hoofd: ik ga een hele reeks boeken en cd’s en dvd’s wegdoen.

    Er is nu eenmaal niet genoeg plaats, is niets aan te doen. Gho ja, ik zou kunnen beginnen verkopen en zo, maar wie gaat daar ooit geld voor geven, en wat ga ik nog recupereren van wat ik er aan uitgegeven heb?

    Ik denk dat ik ga op zoek gaan naar goede doelen. De schoolbibliotheek, bijvoorbeeld — wie weet zijn die wel content met een collectie van een paar honderd films op dvd? Of van stapels en stapels pockets science fiction en fantasy?

    Of iets anders? ’t Moet in alle geval weg, helaas.

    Met pijn in het hart, maar hey.

  • Improvisatielam

    Sandra had allemaal stukken lam gekocht om op te eten.

    Zaterdag was het dit:

    Lamstongen

    Lamstongen! Yay! Koken in bouillon, pellen, in schijven snijden, tomatensaus maken, champignons in schijven klaarmaken, tong en champignons in saus, en hopla klaar.

    Wij hebben geluk met de kinderen, qua eten — enfin ja ’t is te zeggen, ze zijn goed opgevoed. Zo van “okay dat g’er niet van wilt eten, maarrrrr wel éérst proeven, al was het een koffielepel”. En zo gebeurt het dat we kinderen hebben die met veel overgaven tong opeten. En olijven. En dingen.

    En kijk, Zelie die tongen van lammetjes staat te pellen, hoe wijs is dat niet?

    Zelie pelt lamstongen

    Gepelde tongen

    De tong was aan het gepeld worden, en dan zei Sandra “ah, maakt gij eens de tomatensaus”. Ik vraag, voor de zekerheid, een mens weet nooit dat het een eeuwenoud familierecept is, of ze een idee heeft hoe dat precies zou moeten, maar neen dus. ’t Was te improviseren.

    Een roux, de boullion erbij als vloeistof, tomatenpureee, peper, zout, madeira, room, en dat was het dan. Hoeveelheden? Geen flauw idee: een paar vette klodders boter, ongeveer zó veel bloem, een liter of twee van die bouillon maar schiet mij dood het kan minder geweest zijn, drie of vier van die grote dozen tomatenpuree, een paar geuten room, een hoeveelheid madeira.

    En dan van het ene of het andere bij doen tot het min of meer smaakt zoals een mens zou verwachten dat het zou moeten smaken.

    Tomatensaus

    En dan alles bij elkaar doen:

    Tong in saus

    Tong in saus

    En puree maken, en opeten. Ik vond het alvast bijzonder geslaagd. Yiha!

    Vandaag was het weer van dat: kwart voor vijf, Sandra gaat de Louis halen bij een vriendinnetje, roept in het weggaan “ah ja, maakt eens een lamsbout klaar tegen dat we terug zijn”.

    Euh een lamsbout? Euh ja: er zat een lamsbout in de frigo, en die moest klaargemaakt worden. Was er een recept of een idee? Neen, niet echt, nee.

    Enfin bon, dan maar gekeken of er nog dingen te vinden waren in de kasten of de tuin: neen, niet echt, nee. Ik dacht eerst iets te doen met rozemarijn en look, maar er was geen versie rozemarijn meer, en er was nog maar een half bolletje niet-echt-meer-verse look.

    Er was wel bij de drie kilo lamsbout, met been en alles erop en eraan.

    Improviseren, dus: een beetje een patroon ingesneden, aangebakken in de grootste pan die ik kon vonden, peper en zout, een stapel honing op gedaan, een paar grote ajuinen in grote stukken gesneden, wortels idem, met olijfolie in braadslee, aangebakken bout erop, en dan in een voorverwarmde oven. Op 180° of zo, regelmatig overgoten met de olie-en-honing, en dan na een uur en een beetje nog een half uur of drie kwartier of zo op 150° gezet met een zilverpapier erop.

    Ik heb geen foto’s: het was op voor ik mijn fototoestel gevonden had. Met twee volwassenen en vier kleine kinderen twee en een halve kilo vlees. ’t Moet zijn dat het goed was. 🙂