• Is dat nu écht zo moeilijk?

    Het is een gemeenplaats, dat wat moeilijk lijkt voor niet-IT-mensen soms helemaal niet moeilijk is. En uiteraard ook omgekeerd, dat wat doodsimpel lijkt eigenlijk absoluut niet zo gemakkelijk is.

    “Alle 25.000 pagina’s van de website een volledig andere hoofding geven”, bijvoorbeeld, dat is doodsimpel.

    “Gewoon het onderschrift van de 110.000 foto’s splitsen in ‘echt’ onderschrift en naam van de fotograaf”, bijvoorbeeld, dat is niet zo gemakkelijk, als er dingen staan zoals “Foto door Johan van de rondleiding in de werkplek © 1998” en “Myriam en haar collega’s © Johan” en “Sinterklaasfeest 2003, Johan en de decaan”.

    Die al dan niet échte moeilijkheid uitleggen, dat is iets dat mensen aangenaam of onaangenaam kan verrassen, maar het maakt het wel duidelijk. Ik krijg ik het enorm moeilijk van IT-mensen die zeggen dat iets “onmogelijk” is of “ja, toch absoluut niet evident” zal zijn, als ik wéét dat het echt niet zo ingewikkeld is. Dat ze misschien gewoon geen zin hebben om iets te doen, om verschillende redenen waar er misschien zelfs goede tussen zitten.

    Dan heb ik meer begrip voor eerlijkheid. Zeggen “we gaan dat niet doen, omdat we geen werk meer willen steken in een verouderd platform”. Of “Dit is haalbaar, maar jullie budget is al even op en we kunnen het echt niet meer rekken”. En dan gewoon linea recta zeggen “het zal x euro kosten als het écht moet”. (Ik ben zelf van het type “ik zal dat wel gewoon doen dan”, wat van mij een bijzonder slechte zakenman maakt.)

    En uiteindelijk feitelijk zijn heel vaak zaken eigenlijk niet écht zo moeilijk, eens ge weet waar ge mee bezig zijt. Niet alleen in de zin van gewoon een goed vakman zijn uiteraard, maar ook “goed weten wat er u gevraagd wordt”: er is niets zo stom als tijd verdoen aan iets waarvan ge dénkt dat is dat de klant wil, maar dat het dan uiteindelijk niet blijkt te zijn.

    Ik kom alle mogelijke situaties voortdurend tegen. Het is dan ook verfrissend als er gebeurt wat zonet gebeurde in een mail: een bedrijf dat zegt, na drie gesprekken van variërende intensiteit en techniciteit, dat ze nu goed begrepen hebben wat we willen, en dat ze niet denken dat ze een goede match zijn.

    Ze hadden ook kunnen zeggen “natuurlijk kunnen wij dat doen”, maar ze hebben ons en zichzelf het schaduwboksen en de tot mislukken gedoemde paringsdans vermeden. Durven zeggen “ik begrijp het niet helemaal, kunt ge het wat verduidelijken”, en dan durven het slechte nieuws snel geven: zeer fijn.

  • Het werk

    Ik word helemaal blij van op het werk rondlopen. Elk gebouw heeft zijn eigen atmosfeer en zijn eigen charme.

    Mijn hoofdkwartier is gebouw S9 aan de campus Sterre, dat zo hard de jaren 1970 ademt — geen idee hoe een gebouw bijna vijftig jaar na datum nog altijd kan ruiken naar dat decennium. Er is vanalles gerenoveerd, maar de vloer en de muren, dat is nog altijd een houvast.

    Vandaag was ik in de Plateau/Rozier. Het was ook al jaren en jaren geleden dat ik daar geweest was, maar vreemd genoeg had ik daar niét de indruk teruggevoerd te worden naar honderd jaar geleden. Het is wel een zeer zeer fijn gebouw, dat nog fijner zal zijn als de werken er ooit helemaal klaar zullen zijn.

    Ik zou eigenlijk eens op pad moeten gaan met een echt fototoestel.

  • Dwarf Steam Fortress!

    Maar zo schoon! En zo wijs!

    Ik kijk er al lang naar uit, maar nu nog meer: Steam Fortress, de Steam Edition, gedemonstreerd een paar dagen geleden.

  • Stom maar wijs

    Ik wou een representatief staal van gegevens van iets hebben. Ik had kunnen vragen om toegang te krijgen tot de database.

    Het was leutiger om wat tijd te spenderen met Beautifulsoup en sqlite om een stukje data te reconstrueren op basis van de gegenereerde webpagina’s.

    Het is al decennia geleden dat ik voor het werk iets moest programmeren (en eigenlijk heb ik dat nooit écht gedaan, er waren altijd beter programmeurs dan mij), maar elke keer ik iets voor de leute maak, moet ik denken aan Asimov’s kortverhaal The Feeling of Power.

    Dat dat allemaal werkt en doet wat ik zeg dat het moet doen: ik blijf daar jaar na jaar van content gelijk een klein kind.

  • Quiz!

    ’t Is weer begonnen, het seizoen, hoezee!

    Het is dit jaar afwisselend in VØLXŮS en in het Geuzenhuis, niet meer in De Ploeg en dus niet meer een schrikkelijk moeilijke ijzeren trap.

    We zaten op onze plaats, in de tweede poule, en we zijn geëindigd waar we thuishoren, ergens in de tweede poule. Ik ben nijdig op mezelf omdat ik een antwoord wel wist (Millie Bobby Brown), en op mijn eigen blad goed opgeschreven had, maar op een ander blad slecht opgeschreven en dat de slechte versie overgeschreven is geraakt op het antwoordblad en ’t had geen effect op de stand of niets, maar ik ben er wel lastig van grr.

    Content dat ik Megan Thee Stallion herkend had, dat wel.

  • Negen euro tnegentig uitgespaard

    Ik kwam een advertentie tegen die mij zei dat ik voor €9.90 (down from € 59.90!) creatief kon leren coderen:

    Stuff that, dacht ik. Ik kan dat zonder cursus:

    Het meeste werk was uiteindelijk:

    1. Over en weer palaberen in welke taal ik het zou doen (’t is javascript geworden, na eliminatie van Lua en Python).
    2. Beslissen of ik het een of het ander framework zou gebruiken of niet (niet).
    3. Beslissen of het SVG of gewoon divs of canvas zou worden (canvas).
    4. Hard nadenken hoe dat weer zat met translate en rotate en alles (.save() en .restore() van de 2D-context to the rescue).
    5. Prutsen met sin en cos om een plaats te vinden die een beetje leek op het voorbeeld. Excel to the rescue, daar:

    Jaja, ’t is niet perfect, en ik zou dat allemaal kunnen animeren alles. Bladiebla.

  • Twee afleveringen bekeken, en kijk, ik ga niet lastig doen. Ik vond het niet slecht. Het stoort mij niet mateloos dat er Elven Van Kleur tussen zitten, en dat bloody Lenny Henry plots een Hobbit (sorry, Harefoot) blijkt te zijn, en dat de dwergen nu niet alleen een pijnlijke karikatuur van Der Ewige Jude zijn maar dat er ook hier en daar Dwergen Van Kleur meedoen.

    Het is wél een beetje raar dat in de continuïteit van het verhaal we die alleen in de prequel te zien krijgen en dat alle personages (buiten de Schlechteriken natuurlijk) melkwit van vel zijn in Lord of the Rings in plaats van toch minstens een beetje mokka, maar bon, passons, passons.

    Het was niet enorm geloofwaardig, die eerste twee afleveringen. Het was gelijk ook wisselend van acteerprestaties en schijven en alles. Het zag er wel degelijk uit, behalve soms als het er knullig en niet zo goed uitzag.

    Ik houd mijn hart een beetje vast, want ’t is niet alsof er enorm veel afleveringen zijn om het allemaal recht te trekken.

    Maar bon. Ik ben nog mild, een mens weet nooit.

  • Gekeken augustus, te kijken september

    Het was een rustige kijkmaand, augustus. September zou wel eens minder rustig kunnen zijn.

    Gezien:

    • Rookie Historian Goo Hae-ryung. De macguffin is een boek over iets dat twintig jaar geleden gebeurde, en dat The Powers That Be ten allen koste willen verborgen houden. In Josean — Korea ruwweg van 1400 tot 1900 — is het de gewoonte dat al wat de koning en hoge medewerkers zeggen, door historici genoteerd wordt en dan in geheime archieven opgeslagen. De koning wil meer controle over zijn omgeving. Dat wil zeggen dat hij ook bij vrouwen aan het hof historici wil zetten, wat dan weer wil zeggen dat er vrouwen moeten toegelaten worden tot het ingangsexamen voor historicus. Hae-ryung is bij de eerste lichting.
      Oh, en er ontstaat een relatie tussen haar en de kroonprins, die heel zijn leven In Het Verborgene leeft, maar een alter ego heeft dat stationsromans schrijft. Waar iedere vrouw in Korea voor valt, maar niet Hae-ryung.
      We komen uiteraard te weten wat er twintig jaar geleden gebeurd is, en ’t is niet proper. En de historici spelen een heldhaftige rol.
      Schoon, spannend, meer dan degelijk.
    • Extraordinary Attorney Woo. Briljante advocate met autismespectrumstoornis. Blijft verrassend uitstekend. Ik kijk vandaag naar de laatste twee afleveringen.
    • For All Mankind: wat als de Russen eerst een amn op de maan hadden gekregen? Wel, zo blijkt, dan was de koude oorlog langer blijven duren en was de space race een ding gebleven. As mentioned before. Ik kijk nog altijd uit naar seizoen vier.
    • Brain on Fire (film): meh. Had de helft van een mindere aflevering van House kunnen zijn.
    • The Black Phone (film): uitstekend — ik ben het zoals vaak helemaal eens met de mannen van Redlettermedia.
    • She-Hulk: Attorney at Law: Ik geef het nog een paar afleveringen, natuurlijk, maar ik ben niet echt overtuigd. Hoe graag ik Tatiana Maslany ook zie en hoe hard ik het haar ook gun.
    • Echoes: zeven afleveringen en eurgh. Een eeneiige tweeling met elk een totaal ander karakter, maar dat ze er toch in slagen om heel hun volwassen leven lang elk jaar van leven te wisselen. In het begin om dat de ene een kind had en het kind niet aankon, en later zomaar omdat het een gewoonte geworden was. Shenanigans ensue, the drama is real, de suspension of disbelief is op den duur niet meer houdbaar.
    • My Love from the Star: een alien die op aarde terechtkomt en vierhonderd jaar later bijna weer terug kan gaan naar zijn planeet, maar dan onverwacht een vrouw ziet die enorm hard lijkt op het meisje waar hij vierhonderd jaar geleden op verliefd was geworden. Ik zou het vier sterren op vijf gegeven hebben, ware het niet dat het een serie uit 2013 is, wat wil zeggen dat het hoofdpersonage een kapsel heeft waar het heel moeilijk mee leven is:
    • House of the Dragon: ik weet wat er komt wegens het boek gelezen, maar ik vind het alvast zeer onderhoudend. Ook fijn dat ik nu zal zien wat er écht is gebeurd, en niet moet lezen tussen de lijnen van Septon Eustace (saai) en Mushroom (sensationalistisch en zwaar pro-Rhaenyra) en Runciter (officieel, anti-Rhaenyra en ook saai).
    • Mr. Sunshine: ongelooflijk schone mensen (Lee Byung-hun, mrrawr, en Kim Tae-ri, mmm), maar ook ongelooflijk lange afleveringen (tot 1u40, dacht ik), en ook ongelooflijk véél afleveringen (24). Speelt zich af in de laatste jaren van Joseon en daarna, waar eerst Chinese en daarna Amerikaanse en vooral Japanse buitenlanders zich alsmaar meer mengen in de zaken in Korea, tot ze uiteindelijk gewoon het hele land overnemen.
      Géén min of meer rooskleurige kijk van “oh Joseon was zó goed” in deze serie, in tegendeel: de endemische corruptie en mishandeling en het degoutante klassensysteem worden zwaar in de verf gezet. De hoofdpersonages zijn allemaal op de één of andere manier gebroken: kinderen met vermoorde verdwenen of afwezige ouders, en/of niet “écht” Koreaans wegens half-Japans, of wegens opgegroeid in de Verenigde Staten na gevlucht te zijn.
      Het is de kroniek van een aangekondigd miserabel einde, natuurlijk: de hoofdmoot van het verhaal speelt zich af in het begin van de 20ste eeuw, en het zal nog decennia duren voor Korea die periode te boven komt (en één kant nog altijd niet, uiteraard).
      Het was wél wat teleurstellend, zo meteen nadat ik de laatste aflevering had gezien:

    Op de plank:

    • The Lord of the Rings: The Rings of Power: tja, we zien wel zeker?
    • Hotel Del Luna: Koreaans en met geesten en al
    • House of the Dragon verder kijken
    • She-Hulk: Attorney at Law verder kijken
    • Run On: Koreaan en romantisch en met een sporter en een journalist en veel positieve communicatie, zegt mijn oudste dochter mij (as opposed to situaties die zestien afleveringen geleden hadden kunnen opgelost zijn als één van de twee partijen zijn of haar mond had opengedaan en gewoon gezégd wat er aan de hand is in plaats van stom te mokken).
    • Only Murders in the Building: ik hoor goeie zaken.
    • Tokyo Vice: Koreaans en misdaad
    • Sky Castle: Koreaans en rijke mensen en drama en niet om te lachen
    • Moon Lovers: Scarlet Heart Ryeo: Koreaans en historisch en episch wegens iedereen die iemand is, speelt mee

  • Ik heb een jaar en vier dagen geleden een prachtig verjaardagscadeau gekregen: een ijsblokmaakmachine.

    Ik dacht in eerste instantie dat ik dat eigenlijk niet nodig had, wegens we hebben toch ook gewoon een diepvries met ijsblokken en een grote frigo waar ik flessen in kan laten afkoelen. Niets was minder waar.

    Dat toestel geeft mij elke dag — élke dag! — stapels en stapels ijsblokken voor koude dranken zoveel als ik wil. Ik drink uit een groot glas van een liter (ik heb er een eeltbobbel van, op het onderste vingerkootje van mijn linkerswijsvinger): ik ga naar beneden, vul dat ding stampensvol ijsblokken, en giet er dan mijn drank in.

    Altijd ijskoud, altijd ter beschikking: een groot gemak.

    Behalve. Behalve dat het eigenlijk niet echt zo een enorm goed toestel is. Het is ongetwijfeld goed voor mensen die het zo soms een opzetten tijdens een feestje in het weekend, als er volk komt en er cocktails gemaakt worden — maar ik heb zo de indruk dat ik er misschien iets te professioneelachtigniveau gebruik van maak. Elke dag bijna de hele dag, ik vermoed niet dat die machine daar eigenlijk feitelijk voor gemaakt is.

    Maar! Maar! En dat is het fantastische: toen Sandra het ding kocht, heeft ze er ook een vijf-jaar-no-questions-asked-vervang-garantie bijgekocht.

    Die nu vandaag voor de tweede keer zal gebruikt worden: de eerste keer weet ik al niet meer wat er mee aan de hand was. Deze keer heeft het toestel twee volledige dagen gewoon niet gewerkt (eerst voortdurend ‘ice full’-lichtje, en dan voortdurend op en neer met het bakje waarin het water bevroren wordt). Daarvóór was het al een tijd dat er periodes waren dat dat bakje gewoon weigerde zonder manuele tussenkomst naar boven te komen, waardoor ik voortdurend voor het toestel stond en alleen maar half gesmolten ijsblokken in het mandje vond. En sinds kort was het systeem om te zien of het mandje vol zat, ook al om zeep, waardoor er soms een enorme ophoping van volledig in en door en aan mekaar gesmolten ijsklompen in het hele mechanisme zaten.

    Als alles goed gaat, heb ik straks een nieuw toestel, en kan ik weer een klein jaar verder. Ze gaan er bij Krëfel misschien hun broek aan scheuren, maar het is niet alsof ik er onvoorzichtig mee ben of zo: het toestel wordt akkoord veel maar ook oordeelkundig gebruikt, ik houd mij aan alle voorschriften, het wordt regelmatig gekuist (zelfs al is dat een ongelooflijk moeilijke job).

    Ah well. Kapitalisme. En first world problems.

  • Hoera de vakantie is gedaan

    Ik geef grif toe dat het gemeen is van mij, maar: ik ben zó content dat de vakantie gedaan is. Het is mij echt serieus beu, mensen constant op het randje van (of vaak er ook gewoon vér over) Dansaertvlamingen-gewijs te zien doen “kijk eens hoe goed wij bezig zijn #hashtag #hashtag”.

    Performatief hip zijn: brrr.

    Ieder het zijne natuurlijk hé, daar absoluut niet van. Maar toch content dat het allemaal stilletjesaan weer naar normaal leven terugkeert.

    Voor de rest heb ik mij blauw betaald aan een nieuwe band voor mijn velo, en ben ik vandaag twee keer aangenaam verrast geweest door dingen waar ik al de hoop had opgegeven om aangenaam verrast te zijn. Which is nice, vermoed ik dan.

    Morgen is mijn eerste dag live naar het werk gaan deze week — ik was helemaal van plan veel meer dagen te gaan, maar de velo stond in panne en ik ben zo geen mens om dan naar een winkel te gaan en zelf banden te kopen en alles. Ik mag niet vergeten een fles vlierbessensiroop mee te nemen, en ik hoop dat mijn uurwerk het lang genoeg uithoudt en zo neen moet ik de oplader van dat ding meenemen. (Een smartwatch al wat ge wilt, maar als dat ding het geen twee volle dagen uithoudt, dan vind ik dat gelijk toch wat ambetant. Misschien ligt het er natuurlijk ook wel aan dat ik dat horloge gezegd heb om ALLES DAT MEETBAAR IS te meten om de gelijk vijf minuten, maar hey.)

  • Vijfentwintig jaar South Park

    Dit is zo fantastische schoon. Ik heb het van begin tot einde met een enorme smile bekeken.

  • Onverwacht alsnog

    Ik ben al eventjes allerlei SaaS-dingen aan het uittesten.

    Dat zijn zaken die van leuke dingetjes gaan over mwof tot tgoja — er zitten overal wel interessante zaken in, maar ’t is meestal toch “euh neen”.

    En dan totaal onverwacht zit er plots wél iets tussen dat op het eerste zicht beantwoordt aan mijn verwachtingen. Waar ik niet te veel lastige vragen moet stellen aan de mensen die u contacteren na het opstarten van een demo. Waar ik na een gesprek een versie voor gevorderden krijg om een tijd te evalueren, en waar ik gelijk wel wat perspectief in zie.

    Het was echt serieus onverwacht, want ik was het al een beetje aan het beginnen opgeven.

    Alla. Morgen (wegens vandaag heb ik een halve dag vakantie) test ik het allemaal eens uit met die Enterprise-versie die ik kreeg. Dat we misschien eens een soort proof of concept in mekaar kunnen steken later deze of volgende week.

    Aan de andere kant: ik dacht dat er een hoeveelheid tijd X was, maar er is zeer waarschijnlijk géén hoeveelheid tijd X, maar een kleinere hoeveelheid tijd Y om allerlei dingen gedaan te krijgen. Hrm.

    Spannende tijden jong.

  • Snoeien

    Ik heb het dit jaar zonder extra bijplanten gedaan, in den hof. Er staat vanalles te bloeien en in alle mogelijke richtingen te groeien, ’t wordt langzaamaan tijd om te snoeien.

    De lavendel staat paraplu, de roos doet niet wat er van een roos verwacht wordt, de kruiden verspreiden zich of verhouten — veel werk dus.

    Ik ga nog een par Youtubefimpjes bekijken en dan begin ik eraan. In september of zo. ’t Is niet dat ik geen idee heb van waar ik naartoe wil, daar niet van. ’t Is dat het jaren en jaren en jaren zal duren. En dat er elke winter en elke lente het risico is dat alles gewoon dood gaat gaan van te veel vocht, zucht.

  • Spreekbeurt

    Grmbl. Ik had een tijd geleden gezegd dat gho ja, ik wil wel een spreekbeurt geven over UX, geen probleem.

    Een tijd geleden, dat is gelijk een maand of twee denk ik ondertussen, en ge ziet van hier dat ik vandaag pas mijn presentatie gemaakt heb. ’t Is grotendeels af, morgen nog eens over gaan, en dan zien we wel dinsdag.

    Ik moet echt leren om nee te zeggen, gedomme.

    Niet dat ik dat niet graag doe hé, daar niet van. Maar toch.

    Een mens ontziet zich dat allemaal.

  • Vlierbessensiroop

    Ik heb een paar dagen geleden vlierbessen geplukt, en ik heb er vandaag siroop van gemaakt.

    Ze hebben een paar dagen in de frigo gezeten in een zak; toen ik ze er uithaalde, zaten er bovenaan twee grote groene wantsen. Verder heb ik nog twee mieren gevonden en zes spinnen — maar ik vind dat dat serieus meevalt, voor een hele zak vol in het wil geplukte dingen.

    Er zijn een stapel recepten om er siroop van te maken. De meeste zeggen van de bessen in water te koken en dan af te gieten. Ik heb dat niet gedaan: ik heb gewoon zoals een goede Vlaming het recept van de Boerinnenbond gevolgd:

    • bessen van de takken geritst (met de slechte en nog niet rijpe er niet bij)
    • goed gespoeld en laten uitlekken
    • uitpersen
    • de helft van het gewicht sap in suiker toevoegen
    • koken

    Het uitpersen was het lastigste, vond ik. Normaal gezien zou dat in een neteldoek moeten, zegt Ons Kookboek, maar ik vond geen neteldoeken meer (dammit), en dus heb ik het in een zeer zeer fijne dubbele puntzeef gedaan. Stampen, en dan persen, en dan nog stampen, en nog persen. Uiteindelijk heb ik er meer dan een liter sap uitgekregen, en bleef er alleen maar (vind ik) zeer fotogenieke overschot over:

    (En ja, er zou nog meer sap uitgekomen zijn als ik het in het neteldoek had gestoken en dan in een hydraulische pers gestoken, maar alla.)

    Het staat nu af te koelen. Ik hoop dat ik genoeg flessen en dink heb om het morgen in te gieten.