• Artificieel intelligent

    Ik laat MidJourney en DALL·E regelmatig eens iets maken voor mij. Gewoon, meditatief in de artificieel intelligente hersenen van de computer roeren, en zien wat er uit komt.

    Ze hebben allebei hun specialismen; de laatste tijd pruts ik meer met MidJourney, dat standaard de neiging heeft om meer schilderij-achtige dingen te doen. Zoals dit bijvoorbeeld: “Picasso painting of Ronald Reagan at the Berlin Wall”.

    Of “Giant squirrel attacking a group of nuns, by Francis Bacon”:

    Hij maakt ook fantastische portretten. In volgorde: “studio portrait of a geriatric ostrich”, “studio portrait of a bird wearing a bowler hat”, “mad scientist”, vier variaties op “portrait of a Saami girl” en “wet collodion portrait of a 19th century circus performer wearing round dark glasses”.

    Het leutige is ook dat het mogelijk is om de gedachtegang van het ding te volgen — dit is hoe hij tot aan een andere reeks negentiende-eeuwse portretten van circusartiesten raakte:

    Ik ben sinds jaar en dag een fan van klassieke jaren-1970 covers van sciencefictionpockets — zowel J’ai Lu als Meulenhoff hadden er altijd fantastische — en nu kan ik er ook maken. Kijk, drie variaties op “a cyberpunk zeppelin in the sky of an alien planet”:

    Ik kan eenhele tijd lang bezig blijven met gewoon random mogelijke covers van boeken maken in dezelfde stijl, zoals hier “zombie robot chicken”, “secret lair of a mad scientist”, “workbench of a 19th century mad scientist”:

    Of gewoon inspiratie halen uit om het even wat in de buurt, in dit geval de generiek van Extraordinary Attorney Woo, waar walvissen in de lucht zwemmen — met twee verschillende interpretaties van vliegende walvisachtinge dingen:

    ’t Is echt wel zot, als g’er over begint na te denken.

  • Van en naar het werk

    Ik ben oprecht écht content dat ik kan gaan werken. Opstaan op een redelijk uur, de velo nemen naar het werk en ondertussen naar een audioboek luisteren, daar werken, en dan terugrijden met de velo met een audioboek: wijs.

    Ik had geen enkel probleem met die twee en een half jaar (op twee dagen na) uitsluitend thuiswerken, maar ik heb ook geen probleem met uit mijn huis komen.

    Waar ik wél een probleem mee had, was uit mijn huis komen om twee uur heen en twee uur terug in het openbaar vervoer en de shuttlebus te zitten, om daar dan precies hetzelfde te doen als wat ik thuis onder veel betere omstandigheden kon doen.

    Om te beginnen is het geen twee uur openbaar vervoer maar tussen vijf minuten (als het in het Rectoraat te doen is) en vijftien à twintig minuten (al het aan de Sterre te doen is) met de velo.
    Dat maakt een enorm verschil.

    En daar komt bij: het is niet in een bureau zitten met een eigen laptop die degelijk werkt en een laptop van het werk die niet degelijk werkt, en in het allerbeste geval een kleine externe monitor en een eigen muis. Het is met een degelijke werklaptop en een degelijke muis en een degelijk klavier via een docking station op twéé degelijk instelbare groot genoege externe monitors.
    Dat maakt ook een enorm verschil.

    Nu is het zoeken naar de beste weg om van en naar te geraken. Om de één of andere reden heb ik de neiging om voor veel zaken een verschillende heen- en terugweg te hebben, en het is hier niet anders.

    De weg naar en van het rectoraat:

    De weg naar en van de Sterre:

    Ik heb gisteren een andere weg terug van de Sterre genomen (door de Nederkouter), en die ga ik dus niét meer nemen: die tramsporen! Die trams! De gladdigheid aan de Opera! De toeristen die om de één of andere reden altijd bijna van het voetpad dreigen te gaan in de Korte Meer!

    Nog liever de lastige oversteek van de Hofbouwlaan naar de Overpoort dan dat.

    Ik vind dat dus aardig, die verschillende heens en terugs. Ik zou eens moeten kijken of ik heen en terug hetzelfde kan doen en wat dat dan geeft. Want op elkaar gezet, geeft het dit voor de twee trajecten – en dat is dus min of meer dezelfde tijd en dezelfde afstand, maar toch grotendeels anders:

  • Recent gezien en uitstekend

    Ik was gewoon vergeten de écht goeie dingen in de lijst te zetten gisteren.

    • Strange New Worlds: zonder enige overdrijving in mijn top drie van alles Star Trek. Misschien zelfs in mijn top-één.
    • Prehistoric Planet: ik was al onder de indruk van Walking With Dinosaurs, bijna 25 jaar geleden, maar dit is zo enorm veel stappen verder. Mijn enige klacht is dat het niet lang genoeg duurde, dat er niet genoeg afleveringen waren, en dat we niet méér omgevingen verkend hebben. Ik zou ook enorm graag een verschrikkelijk uitgebreide making of willen zien.
    • Borgen: Power & Glory: jaren na de vorige serie, en griezelig dicht op de realiteit van nu. Zeer zeer goed.
    • Starship Troopers: gewoon één van de beste films ooit. Mike en Jay leggen uit waarom, en ze hebben zoals meestal gelijk. Ik heb het in de cinema gezien en ik vond het toen al uitstekend. Het wordt alleen maar beter met de jaren.
    • Stardust: ook dit blijft zovele jaren later een fantastische film.
    • The Ipcress File: ’t is spionage, en ’t is zó schoon gefilmd en gedesigned. Ook spannend en zeer goed in het algemeen.
    • The Dragon Prince: het ziet er voor kinderen uit, maar daar trek ik mij zelden iets van aan, als het goed lijkt te zijn. Het lijkt niet alleen goed, het is ook goed — in dezelfde zin en op dezelfde manier dat Avatar the Last Airbender uitstekend was. Uitkijken naar het seizoen vier, dat ergens in de herfst zou moeten droppen.
    • Prey: een Predator-prequel! Meer nog, een fantastische Predator-prequel! Ge zoudt het al moeten aan het bekijken zijn!
    • The Sandman: ik had nooit gedacht dat dit verfilmd zou raken. Ik heb The Sandman, de comic graphic novel, grijs gelezen, en dit is precies hoe het in mijn hoofd zat. Voor de leute heb ik mijn Absolute Sandman nog eens bovengehaald, en het was raar: nu zit de Netflix-versie méér in mijn hoofd dan het origineel. Om maar te zeggen hoe spot on de casting was (alleen Despair was mij te cute en cuddly).
    • Extraordinary Attorney Woo: het seizoen is nog niet gedaan, maar het kan niet meer stuk. Echt een fantastische serie.
    • The Orville, seizoen drie: om te eindigen waarmee ik begonnen ben: The Orville staat zonder enige overdrijving in mijn top drie van alles Star Trek. Ja, zó goed is het.

  • Recent gezien

    Veel goeie dingen, een paar meh dingen, een paar kakdingen ook.

    In de reeks kak:

    • Car Masters: Rust to Riches. De derde reeks van een een serie autoverbouwingen. Concept: ze kopen een auto en verbouwen die, waar ze dan een beetje geld en een andere auto voor krijgen, die dan ook verbouwd wordt en voor meer geld en één of meer nóg betere auto’s geruild wordt, enzoverder. Elk seizoen hebben ze een einddoel voor ogen, dat hen dan naar de “next level” zal krijgen. Op het einde van seizoen twee hadden ze een soort supercar gebouwd en weggegeven aan een museum, met het doel een beter soort (rijkere) klanten te krijgen. En dan krijgen ze die, en zijn ze niet content, want de baas kan zijn ‘visie’ niet kwijt. ’s Mans visie is: lelijke bling en jaren-1990-spinnenwebben. Enfin ja, het loopt weer meer verkeerd dan wat anders, en op het einde zijn ze wel een stapje verder: er komt een investeerder bij die twee werknemers aanbrengt. Ik voorzie conflicten tussen de investeerder en de baas, volgend jaar.
    • Dream Home Makeover: dominante vrouw en haar flauwe plezante onderdeur van een man doen keer op keer dezelfde makeover. Veel wit, een donkere accentkleur en instagramdecor. Of het budget maar een paar tienduizend dollar of verscheidene miljoenen is, maakt niet zoveel uit: het blijft min of meer hetzelfde. En het gezin is op het griezelige af gesuikerd perfect. En zij spreekt heel de tijd met irritante vocal fry en vraagintonatie en alles is awesome en aaargh.
      Nog drie afleveringen en ik heb de drie seizoenen op Netflix gezien. Pff.
    • Persuasion: ik was bereid om het, tegen de opinie van het internet, niét slecht te vinden. Helaas. Echt niet goed. Het kan mij geen knijt schelen dat het niet “echt” Jane Austen is, het kan mij wél schelen dat er negatieve chemistry is tussen de twee personen die eigenlijk hopeloos op elkaar verliefd zouden moeten zijn.
    • Kids in the Hall. Het spijt me verschrikkelijk, maar neen. Ik heb de originele reeks niet gezien, ik heb de film niet gezien, ik heb alleen dit om mij een idee te vormen. Ik vond dit gênant slecht. Ik heb anderhalve aflevering gezien. Meer lukte niet.

    In de reeks meh:

    • Trainwreck: Woodstock ’99. Documentaire over Woodstock 1999. Drie afleveringen, had ook op een half uur gekund.
    • The Most Hated Man on the Internet: Documentaire over Hunter Moore, de mens die met Is Anyone Up? zowat revenge porn uitgevonden heeft. Drie afleveringen, had ook op een half uur gekund.
    • The Terminal List: Chris Pratt doet zijn best, daar niet van, maar het blijft toch een redelijk meh-serie. Het is zeventien dagen geleden dat ik het zag, en ik moest al naar de interwebs gaan om te weten te komen waar het over ging.
      Oh en ook: acht afleveringen, had ook in een aflevering of drie gekund.
    • Resident Evil: opnieuw iets waar ik me niet veel van aantrek dat het niet precies de lore van het hele Resident Eviluniversum volgt, maar dat ik me wel aantrek van de algemene saaiheid. Dit zou immens spannend moeten zijn, het was het niet.
    • Starship Troopers 2: Hero of the Federation: ik had Starship Troopers herbekeken, en het plan opgevat de hele serie te bekijken. Na de tweede film heb ik dat plan maar weer even op ijs gezet. Echt geen goeie film, dit. En nog zoveel teleurstellender omdat Startshop Troopers zó enorm goed is.
    • Iron Chef: Quest for an Iron Legend. Het punt van Iron Chef is dat er enorm bekende Iron Chefs zijn. Dit is een nieuwe reeks en iedereen is nieuw, dus ik heb nooit het gevoel dat er echt Iron Chefs zijn. En het is allemaal zó duidelijk niét op het moment zelf uitgevonden, dat ik er op den duur gewoon mee gestopt ben.
    • Thor: Love and Thunder

    Niet slecht, maar ook niet echt uitstekend:

    • Treadstone: ’t is Jason Bourne-achtig. Spannend en degelijk hé, daar niet van. Maar ik was er niet van omvergeblazen.
    • Manifest: pfffja. Een soort rehash van Lost en nog wat andere dingen. Gecanceld na drie seizoenen met een cliffhanger op het einde. Het schijnt dat de serie ergens anders verder zou gaan, ooit. We zien dan wel, zeker?
    • Girl in the Picture: moeilijk om dit “goed” te noemen, of er eigenlijk gelijk wat over te zeggen. Zo een verschrikkelijk verhaal, bah.
    • Snowflake Mountain: een soort bootcamp voor kinderen die veel te hard verwend zijn. Té veel scripted content, niet slecht in zijn genre, maar ook niet goed.
    • Nonkels: ik heb soms hard gelachen. Maar niet genoeg om het uitstekend te vinden.
    • The Staircase: ik had de Franse documentaire al gezien, wat dus wou zeggen dat ik hier zo ongeveer alles al van wist. Het zou wellicht beter geweest zijn als dat niet het geval was. Maar bon.
    • Curb Your Enthusiasm, seizoen 11: degelijk maar niet uitstekend.
    • The Boys, seizoen 3: ik vond het gelijk minder dan de vorige seizoenen. Nog goed hé, daar niet van.

    Zeer goed:

    • Night Sky: J. K. Simmons en Sissy Spacek doen dat fantastisch, een ouder koppel spelen. We moeten daar eerlijk over zijn: dit had ook een film kunnen zijn in plaats van een serie van 8 afleveringen, maar in dit geval stoorde het mij niet. Meditatief, soms. Spijtig dat er geen degelijk einde was, en dat de serie dan ook nog eens niet hernieuwd is.
    • Reacher: gebaseerd op Killing Floor, het eerste boek in de Jack Reacherserie van Lee Child. Spannend, goed geacteerd, uitstekende special effects, zeer zeer content van.
    • Ms. Marvel: meer uit sympathie, misschien, want ik vond dat er eigenlijk wel wat méér had mogen gebeuren in dit eerste seizoen. Of beter, dat er meer afleveringen hadden mogen in zitten.
    • The Umbrella Academy: een zeer goed seizoen, vond ik.
    • RRR: belachelijk, maar zeer goed.
    • Keep Breathing: een survivalserie. Vrouw stort neer met vliegtuig, moet op de één of andere manier overleven in de wildernis. Ik vond het bijzonder goed. En een uitstekend einde, ook.
    • Carter: ongeveer hetzelfde gevoel als bij RRR: zó hard over the top dat het uitstekend wordt. Ik kan mij geen andere film herinneren met een zó lange en zó overdreven actiesequentie: vliegtuigen en auto’s en helicopters en treinen en al. Zot.

  • Netwerkmiserie

    We hebben een huis en een hof en dan een achterhuis.

    Als we het huis gekocht hebben, moest er onder meer overal nieuwe elektriciteit gestoken worden. We waren toch bezig met kabels, dus hebben we de elektricien gevraagd om direct heel het huis ook vol UTP-kabel te leggen.

    Er zitten netwerkgaten in de living, in de slaapkamers van de kinderen, in het achterhuis, in de wc beneden en in de wc boven. In de keuken zijn ze er niet meer, en in onze slaapkamer ook niet meer.

    Dat is omdat een paar jaar na de verbouwing bleek dat geen enkele van de kabels nog werkte. Of, wie weet, ooit gewerkt heeft. Om een verscheidenheid van redenen wellicht: verkeerde gelegd, verstorven, te hard gekneld tussen dingen, wie weet.

    De enige kabel die altijd gewerkt heeft, is die naar het achterhuis. Ik heb daar jaren aan een stuk computers staan gehad, waar we dan met de kinders op speelden — Freddi Fish en Minecraft en al.

    En dan hebben we ook daar verbouwd, stond er een bibliotheek, woonde Zelie op het eerste verdiep, en moest ze op het internet geraken. Ik heb er eerste één van de internetdozen gezet die ik nog in huis had, en toen die de geest gaf een tijd geleden, heb ik een propere Ubiquiti-doos gekocht.

    En dan kwam Zelie ineens af met de boodschap dat haar internet niet meer werkte.

    Zucht.

    Ik heb de meest voor de hand liggende dingen gedaan: kijken of het Ubiquiti-ding nog werkte (ja), en of de kabel die in het achterhuis uitkomt nog internet heeft (neen).

    En dan zonk de moed mij in de schoenen: in het bureau beneden waar het internet het huis binnenkomt, zijn er duuzd UTP-kabels: al de uiteinden van de kabels die in heel het huis liggen en niet (meer) werken. Ik zag nog maar twee mogelijkheden:

    1. De kabel die naar het achterhuis loopt, heeft de geest gegeven ergens tussen het bureau en het achterhuis. Geen goed nieuws, want totaal ondoenbaar om vloeren op te breken en hof op te graven om nieuwe kabel te leggen. (Tenzij het ene klein iets is, gelijk de aansluiting van de kabel aan het begin of het einde).
    2. De verkeerde kabel zit in de doos, in het bureau. Geen goed nieuws, want het zijn misschien niet letter duuzd kabels, maar het zijn er wel een paar tiental, en ik heb geen kabeltester die ik nog kan terugvinden (er is er zeker ergens één in huis, maar ik weet niet meer waar).

    Ik was al op zoek naar een bedrijf of een mens naar wie ik geld kon smijten om het allemaal voor mij uit te zoeken, maar dan bood fijne ex-collega Jan aan om te komen kijken met zijn rugzak vol Gerief.

    We zijn er samen doorgegaan: Ubiquiti-doos niet kapot, kabel tussen achterhuis en huis ook niet kapot. En de juiste kabel zit aan de bureaukant wel degelijk in de internetdoos.

    En toch werkte het niet.

    Yep.

    Het meest onwaarschijnlijke was het geval: van de vier UTP-stekkers die op de internetdoos zitten is die ene waar de achterhuiskabel in zat, naar de zak.

    Stom.

    Enfin bon. Het internet in het achterhuis werkt weer. En als er nog eens een internetprobleem is in huis, is die internetdoos het eerste waar ik naar kijk.

  • En dat was dus week één

    Ik ben content van mijn werk. Meer moet daar niet over gezegd worden.

    🙂

  • De natuur in Gent

    Ik reed vanmorgen naar het werk, door het Zuidpark, en ik ben begot ratten tegengekomen.

    Drié ratten. Niet eens allemaal samen, maar op drie verschillende plaatsen.

    Schone beestjes, daar niet van. Wel raar.

  • GSM-situatie en velo

    Ik zit tussen GSM-abonnementen. Dat zorgt eigenlijk voor zeer weinig problemen, behalve dat ik niet bereikbaar ben per telefoon of per SMS. Oh, en dat mijn GPS niet werkt op de telefoon.

    En dat was miserie, gisteren. Ik moest ’s morgens vroeg ergens zijn waar ik nog maar één keer geweest ben. Andere leden van de familie gingen ook meegaan. Zij vertrokken eerder, om geen aantoonbare reden. Ik vertrok anderhalve minuut later, en ik reed gelijk een bezetene in de algemene richting van waar ik dacht dat het was, in de veronderstelling dat ik ze wel zou inhalen.

    Neen dus. Ik geraak ergens in de buurt van Mariakerke, en dan weet ik niet waar ik moet zijn. Ik heb zeker tachtig mensen moeten aanspreken op straat om de weg te vinden: mijn idee van de hel.

    Daar maar met een paar minuten vertraging geraakt, en dan naar mijn werk gefietst, waar bleek dat ik ergens anders moest zijn op het werk, en dus naar dat ergens anders gefietst, en dan terug naar het eerste werk, en dan naar huis. Meer dan dertig kilometer gedaan. ’t Is proper.

    (Maar serieus: ik vind het wel wijs. Op voorwaarde dat ik de weg weet. En mij niet moet haasten gelijk een zot. En het niet te warm is. En niet te koud. En niet te regen.)

  • 이상한 변호사 우영우

    Extraordinary Attorney Woo op Netflix is bijzonder zeer goed. Hoofdpersonage Woo Young-woo is een geniale advocate met autismespectrumstoornis. Haar sociale vaardigheden trekken op niets, ze werkt hard aan strategieën om een modicum aan emotionele intelligentie te kunnen simuleren, maar dat lukt maar moeilijk.

    De serie loopt op een slap koord tussen drama en humor, en ik dacht dat het redelijk typisch zou zijn: karikaturale personages, rechtszaak-van-de-week waar Woo telkens een Columbo-achtige ingeving zou krijgen om ter elfder uren en totaal onverwacht de rechtszaak winnen, en ondertussen het tergend langzaam verliefd worden van twee koppels waaronder het hoofdpersonage, die dan rond aflevering 12 van de 20 voor het eerst een zedige kus op de wang doen.

    Neen dus. Niet helemaal.

    Een case of the week, ja, maar ze wint niet alles. En zelfs als ze wint, is niet altijd goed dat ze wint — serieuze are we the baddies-vibes.

    Degelijke verhalen, interessante evoluties, fijne personages, een grote plot twist die ik niét in de allereerste aflevering zag afkomen, maar vooral: wat een acteerprestatie van Park Eun-bin.

    Probeer hier maar eens naar te kijken en niet op haar acteren verliefd te worden:

  • Everything old is new again

    Ik heb vanaf vandaag een nieuw werk, hoezee! Het is met veel spijt in het hart dat ik van mijn oud werk afscheid neem, maar het is met kweetniethoeveel goesting dat ik aan mijn nieuw werk begin. Deze week allemaal meetings om te leren wat en hoe, en dan, euh, ik weet nog niet goed wat ik precies ga doen.

    Wél veel ideeën om dingen te doen, daar niet van. Maar geen idee of dat dingen zijn die eigenlijk bij mijn job horen. Ik heb, besef ik, eigenlijk nog nooit bij een zó grote organisatie gewerkt. Okay, wel bij de poowst en Sony en dingen gelijk KBC en BNP Paribas Fortis en Belfius toen het nog Dexia was en zo, maar dat was als consultant, en dus niet écht echt bij het bedrijf zelf.

    En akkoord, EUROCONTROL is ook wel groot, en de gebruikers waren eigenlijk “iedereen in de hele wereld die ook maar iéts met vluchten of vliegende toestellen in Europa te maken heeft”. Al met al was ik er redelijk embedded, en waren er redelijk wat momenten dat ik echt de indruk had om te werken als werknemer bij EUROCONTROL en niet als consultant, maar uiteindelijk bleven het timesheets en facturatie en altijd en overal ergens in het achterhoofd “ik word hier x per uur betaald” en “het contract is voor bedrag y en/of timeframe z”.

    Dit is dus helemaal anders. We werken voor het goed van het algemeen, en we doen ons best, en ja, we moeten ook (of zelfs méér) op tijd en middelen kijken — maar het is geen tikkende tijdbom op de achtergrond van “we moeten dit of we verliezen misschien wel de klant”.

    Ik ga het allemaal ongetwijfeld nog leren kennen, en ik weet honderd procent zeker dat ik mij meer dan veel keer ga afvragen maar allez, hoe is dat mógelijk? en dat ik meer dan zeker ga geconfronteerd worden met het is zo omdat het zo is. Maar wat een verademing, verlost te zijn van — draai of keer het hoe ge wilt, het is zo — winst als begin, midden en einde van alles wat ge doet op uw werk.

    Als er mij gevraagd werd wat ik het allerliefst wou, op mijn vorig werd, was dat meestal een variatie op “gewoon goed werk kunnen doen, zonder al die verkoop erbij”.

    ’t Is moeilijk uit te leggen. Het is niet de verkoop zelf die mij tegensteekt: ik doe dat zelfs graag, uitleggen wat we willen doen en andere mensen ervan overtuigen dat het de moeite waard is om erin te investeren. Het is de finaliteit die mij tegensteekt. Winst versus gewoon goed werk.

    Afijn. Op naar de rest van de week.

  • Ongelooflijk

    Kim Jung Gi is echt maar dan écht ongelooflijk.

    Ik kan er uren naar kijken. Dit is hoe hij bijna drie uur aan een stuk het ene na het andere meesterwerk maakt, zonder referentie of klad of wat dan ook. Magisch.

  • Dooce

    Qua blast from the past: terwijl ik links aan het verbeteren was, kwam ik een tegen die naar dooce.com verwees. Waar blijkbaar niets meer op staat behalve één post, van begin april dit jaar.

    Er is geen navigatie meer, maar ik vond ook deze, van 2021.

    In een voetnoot staat, voor wie Heather Armstrong en Dooce niet zou kennen, het verhaal tot nog toe:

    A very public misunderstanding happened in downtown San Francisco on July 19, 2008. I turned 33 years old that day. If you have no idea what I’m talking about, all you need to know is that someone got a book deal and went on to write multiple bestsellers because of that misunderstanding. Someone else almost lost her life to her alcoholism.

    Mijn hart sloeg een paar slagen over. Ik hoop zo hard dat alles in orde komt.

  • Leve Ian Dury

    Eén van de vele dingen die bijna niet te bevatten zijn: Ian Dury is al meer dan 22 jaar geleden gestorven.

    Ik kwam totaal toevallig dit tegen op de youtubes:

    Ik word altijd blij van de muziek (die sax! dat samenspel tussen lead en backing! die beat!) en van de tekst (Dury is een ongelooflijke schrijver).

    En hier werd ik ook blij van de clip zelf: allerlei Dury-dingen in de achtergrond, geen letterlijke tekst maar fijne animatie, en oh die letrasetletters, hoe enorm veel heb ik dáár niet meer gespeeld als ik klein was. Fantastisch.

    Ik had de tekst niet zo lang geleden — hang on, even checken — zestien jaar geleden dammit, ook al eens gepost, met links op dingen die niet noodzakelijk voor iedereen duidelijk zouden kunnen geweest zijn. Genius.com bestond toen nog niet (en toen het wel bestond, in 2009, was het rapgenius.com en op dat ene genre gefocust), en er zitten allerlei dingen in de tekst die niet evident zijn, ik dacht: ik ga eens op zoek en ik maak het de wereld kond.

    Helaas: ik was even heel blij met het nummer en de clip en de letraset in mijn hoofd, maar dan zag ik mijn post en voor elke link die wel nog werkt (Bonar Colleano, link naar BBC-artikel dat gewoon heerlijk is blijven bestaan zoals in 2006) zijn er een hele hoop die niet meer werken. Dode sites, verdwenen geschiedenis, allemaal weg.

    Linkrot. Alles gaat onherroepelijk kapot, op het internet.

    En nu ben ik weer een beetje verdrietig.

    Heb ik daarom, in een soort futiele poging tot anti-entropie, zoveel mogelijk nietmeerwerkende links omgezet naar de archive.org-versies van rond die tijd in 2006? Jazeker. Alleen de Geocities-links heb ik kapot laten zijn, als eeuwige middelvinger naar de klootzakken van Yahoo.

  • Vaarwel, privé

    Ik ga veel mensen missen. Gelijk, echt zeer veel. En het was zeer vaak zeer zeer leutig.

    Maar kijk: ’t is gedaan. Vandaag was mijn laatste officiële werkdag bij Namahn. (Ik ga dit weekend wel nog wat dingen afmaken, maar bon.)

    Maandag begin ik te werken aan de UGent. Spannend, ik moet het u niet zeggen. En ik kijk er naar uit om meer met de fiets te rijden dan ik tegenwoordig doe. Ik mis audioboeken op de fiets.

    Ik ga van de occasie gebruik maken om nog wat dingen te veranderen, als we toch bezig zijn. Maar dat zien we dán wel, vermoed ik.

  • Het is moeilijk positief te blijven

    Iets meer dan vijftien jaar geleden was ik al met al redelijk relatief optimistisch over het internet en de wereld. Redelijk. Relatief. Ik gaf er ooit een spreekbeurt over — wie wil, kan er de slides nog altijd van zien.

    Tegenwoordig: not so much.

    Het ligt natuurlijk zeer delicaat dat ik daar iets over zou zeggen, want oud en niet van kleur en cis en man. En ja, ik weet dat zelfs dat schrijven overkomt als “we mogen niéts meer zeggen”. Terwijl ik het natuurlijk wel mag zeggen, kijk maar, ik bén het aan het zeggen.

    Maar niemand kan ontkennen dat er méér dan een zeker chilling effect aan de gang is. En dat net de mensen die er eigenlijk van zichzelf het meest gevoelig aan zouden zijn, er mee te maken hebben, en alsmaar meer extreme zelfcensuur gaan doen. De Rikken Torfs en Mia’s Doornaert dezer wereld trekken er zich uiteraard stuk niets van aan — ’t is te zeggen, alleen om erover te klagen.

    Ik heb er een theorie over: online leven wil zeggen dat mensen de dingen vaak totaal zonder context zien — geen gezichtsuitdrukking, geen intonatie, geen idee van wat er vóór en er ná kwam. Twitter (en Tumblr vóór Twitter) is een perfecte microcosmos van al wat aan de hand is: contextloos, quasi- of totaal anoniem en zonder enige frictie reageren op een bericht van één paragraaf maximum, herhaal dat tot in de oneindigheid en het spel zit op de wagen.

    Er is nu een generatie die het nooit anders geweten heeft, en die dat soort houding gewoon doorgetrokken heeft naar het offline leven.

    Mijn opinie is altijd juist. Er is geen grijs, er is alleen zwart en wit. Niets heeft context. Xavier Waterslaeghers die 25 jaar geleden Zwarte Piet speelde, is precies even schuldig aan blackface als die fascisten van by Gucci.

    De comedian die tijdens de Gentse Feesten zegt dat dreadlocks het terrein moeten verlaten, is even hard te veroordelen als de racisten die het aandurfden om als niet-persoon-van-kleur dreadlocks te hebben en reggae te spelen:

    Slachtoffercultuur en virtue signaling: verontwaardigd worden in de plaats van andere mensen. Gatekeeping en tone policing.

    Zucht.