• Een kerkorgel zonder kerk en Das Boot

    Sam Battle van Look Mum No Computer (fantastisch Youtubekanaal, van harte aangeraden) heeft een tijdje geleden een kerkorgel uit een huis gehaald. Het orgel zat er door het hele huis, maar het huis moest verkocht worden en het orgel was niet meer gewenst.

    Ik dacht: ha leutig, een afbraakvideo en we zien binnenkort wie weet wel hier en daar een stuk van dat orgel in één van zijn projectjes opduiken.

    Wel: neen dus. Hij heeft op géén tijd dat orgel al bijna helemaal herbouwd, verbonden met moderne keyboards en/of midi, er lichten in gestoken, ’t is wreed wijs. Dit is aflevering vijf, maar bekijk vooral de andere ook:

    Op het einde van de aflevering speelt het orgel een midibestand en hoera! ’t Is het muziekje van Das Boot, en hoe goed is dat niet?

    (Ik heb het ontdekt, zoals vermoed ik veel van mijn generatiegenoten, via de techno-versie, die ik ook nog altijd fantastisch vind. 1992 jong, ondertussen ook al dertig jaar geleden.)

    (Ik moet bekennen dat ik de film zelf nog niet gezien heb. Schaam op mij. Ik probeer ergens een gat te vinden in mijn drukke programma van K-Drama-zooi en slechte Halo-boeken lezen.)

  • Love & Thunder

    We zijn met het hele gezin naar de nieuwe Thor gaan kijken.

    Ten eerste: ik begin het alsmaar minder leutig te vinden om in de cinema naar een film te kijken. De zaal was bijna leeg, maar er zaten toch nog te veel mensen naar mijn goesting te veel lawaai te maken. En de zetel is oncomfortabel, en het licht van de nooduitgang links van het scherm schittert heel de tijd in mijn oog.

    Ten tweede: wat een rare film. Het is gelijk een sketch-comedy-reeks, waar een reeks afzonderlijke vignetten naast elkaar gemonteerd zijn zonder al te veel samenhang. Ik ben ervan overtuigd dat er veel meer gefilmd is dat er voor hetzelfde geld ook had kunnen in zitten. Misschien dat er dan wel wat meer samenhang had geweest, maar ik vermoed van niet.

    De toon gaat van serieus naar niet-serieus en terug, ’t is om emotionele whiplash van te krijgen. Er zitten plotgaten zo groot als een olifant in, van begin tot einde. Er wordt zelfs niet meer gedaan alsof dat er een zekere vorm van realisme in moet zitten.

    En Chris Hemsworth staat ondertussen zó stijf van de anabole steroïden of godweetwatanders dat hij zijn gezicht gelijk niet meer kan bewegen.

    Nee, ik vond het niet goed.

    Spijtig.

  • Oh nooo

    De velo heeft een platte band en ik ben te leeg om hem zelf te vervangen. Ik heb geen rustieken om een gat in een binnenband te dichten, ik heb geen nieuwe binnenband voor als de binnenband helemaal om zeep zou zijn, en ik heb nog minder een buitenband als de buitendband er ook zou aan zijn.

    De reparateur die aan huis komt, is op vakantie, dus ’t zal met de velo naar de dichtste reparateur te sleuren zijn. Snirf.

    (Jaja, ik weet het, leeg vel en alles. Oud worden, zeg ik. En de economie moet draaien. En al.)

  • Gentse Feesten 2022

    Het gaat niet lukken, dit jaar.

    Ik geraak niet buiten. Geen goesting om mensen te zien. Geen goesting om dingen te doen. Goesting om te blijven binnen zitten.

    Volgend jaar zeker. Maar niet meer dit jaar.

  • Een test voor een senior UX designer

    We zijn op zoek naar iemand om mij te vervangen, op mijn bijna-oud werk.

    Dat is niet evident, natuurlijk. Mensen vinden in het algemeen is al moeilijk, maar senior mensen vinden is nog wat moeilijker. Er zijn CV’s die bekeken worden, en dan een introducerend gesprek, en dan een tweede gesprek waar onder meer door projecten gegaan wordt en dieper doorgevraagd wordt, en dan is er op het einde een test.

    Ik ben geen fan van veel druk en nervositeit, als het op testen aankomt. Zo van die dingen van “hier, een opdracht, en begin er maar aan, en trek uw plan”: ik heb daar niet noodzakelijk een probleem mee, maar ik denk niet dat het de juiste soort test is om dat soort profiel mee te beoordelen.

    (Tussen haken: het is wel het soort test dat ik heb gedaan om aan de UGent te beginnen werken. De boodschap dat ik de baas van een bedrijf van 120 man geworden ben, een pak papier gekregen met memo’s en organogrammen en alles, en dan als opdracht: maak een presentatie voor de Raad van Bestuur met een situatieschets en plannen voor de korte en de lange termijn. Ik vond dat geestig hé, daar niet van, maar geen idee of er echt veel overlap was met mijn verwachte takenpakket.)

    En dus heb ik het volgende op poten gezet:

    • Ik heb een korte briefing van een pagina of twee geschreven. Een realistische briefing voor een nieuw project, met genoeg informatie om over te brainstormen.
    • We sturen die briefing de dag vóór de test door naar de kandidaat. Niet met de bedoeling dat die al iets klaar zou hebben tegen de volgende dag, maar wel om de dag van de test niet totaal uit de lucht te vallen.
    • Ik geef in die briefing meteen ook mee wat we gaan doen de dag erna:
      1. We brainstormen een uur of anderhalf uur. Hoe zouden we dit project aanpakken? Kunnen we eventueel al een paar hypotheses formuleren rond een eventuele oplossing? In die brainstorm spelen mijn collega en ik de rol van mededesigners en experten-van-de-klant.
      2. We verwachten van de kandidaat tegen het einde van de dag van de test een kort geschreven verslag, als was het een verslag voor de eindklant: wat hebben we gedaan, wat plannen we te doen, wat zijn de volgende stappen.

    Op die manier leren we (1) hoe de kandidaat in een groep werkt, of die initiatief neemt, de juiste vragen stelt, dingen kan schetsen, inzicht heeft in dingen en dat soort zaken, en (2) hoe de kandidaat schriftelijk communiceert.

    Het is namelijk bijna niet te bevatten hoe moeilijk dat ligt, schriftelijk communiceren, voor veel mensen. Ik heb het nog niet eens over gestructureerd en overtuigend schrijven, maar gewoon over schrijven zonder taalfouten.

    Afijn. Zeer binnenkort twee van dat soort testen. Hopelijk binnenkort meer.

  • Hoera België

    21 juli, tralala. Ik werd wakker met regen en ik dacht “yep, drache nationale”. Ik vond het bijna spijtig dat het niet stikheet was, nu ik een ventilator heb.

    Normaliter zou ik vrijdag een brugdag nemen, maar er zijn vergaderingen te doen, dus ’t zal niet gaan. Niet dat ik er hard mee inzit, ’t is niet alsof het enorm moeilijk of lastig werk is. Gewoon werk dat moet gedaan worden.

    En dan weekend, en dan nog een week.

  • Ventilator

    Met de warmte en alles heb ik dan alsnog een ventilator gekocht. Ik heb even overwogen om een verkoelend ding te kopen, maar dat zag er mij allemaal veel te veel hassle uit. Ik dacht ook even aan zo’n dure Dyson, maar het is een veel goedkopere (maar nog altijd dure) Duux Whisper geworden.

    Ik ben er content van: stevig, afstandsbediening, beweegt links en rechts en op en neer (eventueel tegelijk indien gevraagd), en fluisterstil.

    Meer moet daar niet over gezegd worden: ik overleef de warmte, zelfs bij 40 graden buiten, zonder veel problemen in huis. Niet teveel bewegen, de vensters dicht laten overdag en openzetten ’s nachts.

    Als het blijft duren met die hittegolven heel de tijd, gaan we misschien wel meer radikale maatregelen moeten treffen: luiken aan de vensters, of zo.

  • “Misschien wel de laatste keer”

    Dat is wat ik al meer dan een paar keer bedacht heb, deze week.

    Dat, en “fuck het wordt nu gelijk nog warmer”. Hier binnen in huis is het helemaal doenbaar tot de late namiddag — het was 24.5 graden rond een uur of halfvier terwijl het bij mijn collega met een moderner huis tien graden warmer was, en het op straat 39.5 graden was. Helaas: een huis dat langzaam opwarmt, is natuurlijk een huis dat ook uiteindelijk opwarmt. Het is nu 22u40 en mijn thermostaat binnen zegt dat het 28 graden is, bleh, terwijl het buiten nog altijd een beetje warmer is. Binnen een half uur is het weer kouder buiten en kunnen de vensters open.

    En morgen komt er een ventilator toe die ik gekocht heb op het interwebs wegens beu van in de warmte te zitten.

  • Twice more unto the breach

    Zozo, de laatste twee weken op mijn huidig werk gaan in.

    Ik heb voorlopig 28 meetings ingepland de volgende twee weken, maar dat gaan er ongetwijfeld dubbel zoveel worden.

    Het wordt langzaamaan loslaten ook — ik zie redelijk wat dingen waar ik eigenlijk graag iets anders zou zien, maar ce ne sont plus mes oignons, natuurlijk. Dat doet soms, wat zeg ik, meestal pijn.

    Zo van aaargh neen, maar dan ook van inademen, uitademen.

    Ik kijk er alvast naar uit om binnenkort een hele nieuwe set dingen te hebben waar ik mij over kan nerveus maken. 🙂

  • Een mysterieus mysterie, opgelost

    We waren op weg naar Oradour. We hadden net gegeten in Mably, Vichy voorbijgereden, en ergens vóór Montmarault zag ik in een flits terwijl we voorbij één van de stapels boerderijen reden, in het midden van het erf iets staan dat verdacht op een kerk leek.

    Geen tijd voor een foto, maar wel een mentale nota gemaakt, dat ik eens moest proberen te vinden wat het was.

    En nu ben ik thuis en kan ik dus zoeken. De weg naar Montmarault zorgvuldig afgegaan op Google Earth tot ik het zag. Het is een boerderij in de buurt van Fleuriel, in het midden van Frankrijk:

    Een gewone boerderij, en daar dan in het midden van de gebouwen iets dat er niet modern uitziet, en dat er niet als een stal of een opslagplaats of een ander gebouw uitziet, maar eerder als een kapel of een kerk.

    Zo ziet het eruit op Streetview — zeg nu zelf:

    Een heel klein beetje zoeken op het interwebs, en wat blijkt? Het is de kapel van Reugny, wellicht gebouwd op het einde van de jaren-1100 als onderdeel van een kleine priorij van Augustijnen. De priorij is ergens tussen 1565 en 1570 door de hugenoten vernield; de kapel is blijven staan en is tegenwoordig helemaal een ruïne, met bomen die door het dak groeien en scheuren in de muren, maar!

    In het begin van de 20ste eeuw waren de binnenmuren nog beschilderd, en vooral: er was een rijk gebeeldhouwd portaal.

    Dat portaal is in zijn geheel naar New York verscheept, en maakt nu deel uit van het fantastische Cloistersmuseum:

    Zeg nu zelf, hoe fantastisch is dit?

  • Thuis

    We zijn thuis.

    Den hof is nog in leven.

    De kat herkent mij.

    Het huis is niet leeggeroofd of in brand gestoken.

    Ik heb al in een comfortabele trekzetel gezeten met de kat op mijn schoot.

    Ik schrijf dit terwijl ik op een ander scherm naar een serie aan het kijken ben.

    Ik heb een ijsblokmachine en een literglas bij de hand.

    Ik ga straks in een goed bed kunnen slapen.

    Wie zijn die zotten die op vakantie gaan, eigenlijk?

  • Nog één keer slapen

    Die ene keer dat we nog moeten slapen voor we terugkeren naar België is in een wel zeer grappig huis:

    Het geboortehuis van Bernard Le Bouyer de Fontenelle, een van de gangmakers van de Verlichting in Frankrijk. Daarom alleen al is het wijs, maar kijk eens op de foto rechts: dat is het dus hé. Twee meter breed, misschien vijf of zes meter diep. Plaats voor een bibliotheekmeubeltje, een uitklapzetel, een uitklaptafel tegen de muur, een wasbak en een kookplaat met daaronder een koelkast, en dan een minuscuul badkamertjes met een WC, een wasbakje en een douche.

    Zeer gerieflijk en proper ingericht, pal in het centrum van Rouen, een ideale plaats om te blijven overnachten — als het u niet stoort dat er enorm veel lawaai is. Die garagedeur rechts is de deur naar een stuk of twintig denk ik appartementen en woonsten erachter, en de enige vensters in het huisje geven uit op die garage / doorgang. Wat wil zeggen dat we tot halfdrie om het denk ik kwartier wel mensen hadden die binenn en buiten kwamen, luid lawaai makend.

    Ah well.

    Behalve dat was Rouen zeer fijn. Ik heb er niet zoveel in rondgelopen als ik eigenlijk had moeten doen, maar de pijp was redelijk af, zo op het einde van die twee weken. We hebben het afgesloten op een terras op de markt, en dan in een restaurant dat qua naam — Hygge — Scandinavisch leek, maar dat vooral glutenvrij was. Zeer lekker ook.

    Zeer opvallend trouwens: van alle steden en plaatsen die we bezocht hebben, was Rouen de allereerste die echt lévend aanvoelde. Misschien is het omdat de vakantie net begonnen was, misschien omdat Rouen echt wel een grote stad is. In alle geval een aangename plaats.

  • Fontevraud

    Doel één van de reis, voor mij, was Radegonde — één van de twee machtigste en meest interessante vrouwen van Europa in de zesde eeuw. Doel twee was Eleonora van Aquitanië — ongetwijfeld dé machtigste en meest interessante vrouw van de twaalfde eeuw. Koningin van Frankrijk geweest en Koningin van Engeland; drie van haar zoons werden later ook koning, en onder haar kleinkinderen waren er daarnaast ook onder meer ook de koning van Jeruzalem, de keizer van het Latijnse Keizerrijk en de keizer van het Heilige Roomse Rijk.

    Haar lichaam ligt er al lang niet meer, maar haar grafsteen wel, in de abdij van Fontevraud.

    Het is confronterend, het verschil te zien tussen het Gravensteen en de kapel van de abdij — allebei ongeveer rond dezelfde periode gebouwd, maar het eerste gebouw een (we moeten dat toegeven) een rustiek donker provinciaal hol vergeleken met de ongelooflijke grootte, en ruimte, en lichtheid van het tweede.

    De abdij heeft (of eigenlijk de abdijen hebben, want er waren er eigenlijk tot vier op een bepaald moment) eeuwen van ups en downs gekend, tot het hele complex bij de Franse Revolutie openbaar verkocht is geweest. Eén van de abdijen is gewoon gebruikt als steengroeve en steen voor steen weggevoerd, een andere is meteen helemaal afgebroken, maar de rest heeft het geluk bij een ongeluk gehad om uiteindelijk als gevangenis gebruikt te worden. Tot begot in het jaar 1974. Daardoor zijn veel gebouwen weliswaar serieus verminkt, maar ook en vooral niét afgebroken.

    Na een intense periode van restauratie, is het hele domein nu echt prachtig, met tuinen en moestuinen en kruidtuinen, en massieve zalen en enorme ruimtes, en met zowaar een romaanse keuken, integraal met zes verschillende haarden met elk een schouw, en een volledig stenen dak.

    (Na tientallen jaren waar men vooral alle sporen van het gebruik als gevangenis wou weggommen — onder meer de massieve kapel die in verdiepingen werd opgedeeld, awoert — gaan er meer en meer stemmen op om ook het gebruik als gevangenis een plaats te geven in de beleving, en daar is nu al een voorzichtige aanzet met een paar zalen en een tentoonstelling met documentaires.)

    Nog een locatie die ik liever in de winter zou bezocht hebben wegens dat ik mij een mad dog dan wel een Englishman voelde, zo om 13u rondlopen met de zon loodrecht boven ons in een temperatuur van 36°C, maar alla. Zeker de omweg, wat zeg ik, de reis waard.

  • Old age strikes again

    Wat ik zeker wist dat ik niet wou doen: Futuroscope. Okay dat het het tweedemeestbezochte pretparkachtig ding is in Frankrijk na Eurodisney, maar voor de dooie dood ga ik daar niet gaan rondlopen.

    Het ene ding dat we nog niet gezien hadden dat op mijn lijst stond van absoluut te ziene dingen, was een doopkapel uit de tijd tussen romeinen en merovingers: le baptistère Saint-Jean.

    Het ding ligt op iets meer dan een kilometer van waar we slapen, maar om er te geraken moesten we gelijk ook 600 meter in de hoogte afleggen: het is hier nogal op en neer in Poiters, namelijk.

    De kern van het gebouw is van de jaren 400, maar in de jaren 500 en 600 is er aan verbouwd, en wat we nu zien, is hoe het er in de jaren 1000 uitzag:

    Oorspronkelijk was het een gespecialiseerde ruimte om volwassenen te dopen, met een put in de grond waar via een leiding water in kwam, maar in de loop van de tijd is het gebouw uitgebreid, en uiteindelijk is het een kerk geworden, met de put in het midden gedempt.

    Normaal gezien had het gebouw al een aantal keer vernietigd geweest, maar op de één of andere reden heeft het die meer dan duizend jaar overleefd. Nu is het al bijna 140 jaar beheerd door de Société des antiquaires de l’Ouest, en we zullen het geweten hebben: het was de allereerste ruimte waar we moesten betalen om binnen te mogen.

    Niet veel geld, en het wel waard natuurlijk, maar toch het deed raar.

    Het interieur is, eum, raar. De doopput is weer open gemaakt, met een houten reconstructie van hoe hij er oorspronkelijk uitzag (de put is in de loop der eeuwen ook gebruikt om klokken in te gieten, de oorspronkelijke trappen zijn al eeuwen weg). De muren zijn blank met hier en daar muurschilderingen uit de elfde eeuw. In de vloer zitten hier en daar gaten met een venster in die een zicht geven op opgravingen van de 19de en 20ste eeuw. En voor de rest staat het volgestapeld met bovenkanten van merovingische sarcofagen.

    Daarna zijn we naar het museum gegaan dat er net naast ligt: een zeer fijn museum, zo bleek, met dingen van archeologie over oudheid tot nu, in een mooi decor en met overal degelijke uitleg en alles.

    Er was net een tentoonstelling van Camille Claudel, en ’t is toch wel ongelooflijk hoe getalenteerd zij was — die ene bronzen kop van de oude meid in hun huis, gemaakt als Claudel zeventien was — adembenemend. Er was ook een tentoonstelling over de Guerilla Girls, van feminismen: echt een museum naar mijn hart. Eclectisch maar toch ook niet. Content van.

    Daarna… kijk, er zijn veel dingen te doen in Poitiers hé, daar absoluut niet van. Er is ook zoiets als gewoon wat rondwandelen en eens op een terras zitten en dan weer rondwandelen. Dat is wat Sandra gedaan heeft.

    Ik ben naar huis gestrompeld en ineengezegen op het bed, alwaar ik de volgende paar uur doorgebracht heb al stilletjes snikkend. 🙂

    En ’s avonds hebben we samen naar RRR gekeken — zo werd het alsnog een fijne afsluiting van de dag!

  • Opdracht volbracht

    Ik heb vandaag in de kerk van de heilige Radegonde, met haar graf in zicht, dit laten afspelen:

    Vexilla regis prodeunt, geschreven door Venantius Fortunatus, vriend van Radegonde, en voor het eerst gezongen tijdens de processie waarbij een stuk van het Heilig Kruis naar Poitiers kwam, op 19 november 569. Radegonde had keizer Justinus II daarom gevraagd, namelijk.

    Ik vind dat dus magisch, zo dicht bij de geschiedenis zijn.

    De kerk zelf is modern — herbouwd in 1083 — maar de sarcofaag is wel degelijk waar Radegonde in 587 in begraven is.

    Verder vandaag ook het oudste glas-in-loodraam ter wereld gezien, een monster van 8.35 op 3.10 meter, dat precies te dateren is tussen 1161 en 1173.

    Veel schone dingen gezien, in Poitiers.