• Een computer kopen

    Ik moest een computer kopen voor mijn moeder. Op mijn telefoon naar de winkel gegaan, gevraagd of deze in orde is, besteld, en dat komt dan zaterdag ergens in de voormiddag toe.

    Zot, eigenlijk, als g’er bij stil staat.

    En ik kijk absoluut niet uit naar het allemaal uitleggen en ‘configureren’. De miserie is: er is bijna geen kans ter wereld dat de wachtwoorden voor Microsoft- en Google-account nog gekend zijn; de oude computer is schielijk komen te gaan nadat er een glas water op gedumpt is; de smartphone met authenticator is wellicht gelockt wegens drie keer verkeerde pincode ingegeven.

    Dus dat wordt een raar soort dans van Telenet bellen om te weten wat de PUK is om de PIN te resetten (denk ik) — maar natuurlijk dat ik geen idee heb van klantennummer of wat dan ook. En eens ik dat heb, kan ik aan de authenticator en kunnen de wachtwoorden van Google en Microsoft gereset worden, en kunnen we weer aan GMail en de bookmarks en alles.

    En ergens daartussen moet ik op die oude computer op de één of andere manier de pst-file met twintig jaar mails recupereren en dat ook op die nieuwe computer krijgen. Zucht.

  • Recent gezien

    Gezien sinds het toch eigenlijk achteraf beschouwd vooral pijnlijk slechte Boys Over Flowers:

    Picard, seizoen twee

    Ondertussen zit ik aan aflevering vijf, en ‘t is waar wat Mike en Rich zeggen: een mens krijgt whiplash van wat ze doen. Eerst is het klassieke Star Trek, dan zitten we plots in een distopisch parallel universum, dan is het tijdreizen, dan is het een car chase, dan is het een aanklacht tegen ICE, dan zien we plots een voorouder van Noonian Soong, dan is het dit, dan is het dat. Plotlijn op plotlijn op plotlijn.

    Ik ben minder enthousiast dan ik in het begin van het seizoen was, maar bon, ‘t is nog altijd niet slecht. Ik kon er ondertussen ook niet naast kijken dat het volgende en meteen ook laatste seizoen Worf en LaForge gaat laten terugkomen — wie weet wat ze nog allemaal in het verhaal gaan wurmen. En als ze het hoofdplot met de Borg niet in dit seizoen oplossen maar er een cliffhanger van maken, kzweertu ‘t zal ulderen besten dag niet zijn.

    Bridgerton, seizoen twee

    We kunnen daar kort over zijn: allemaal schone mensen, maar te weinig sex.

    Als ik een Koreaanse serie bekijk, ben ik mentaal voorbereid op zestien afleveringen van elk een uur zonder expliciete vleselijke lusten. Met ergens in aflevering tien een kuise maar welgemeende omhelzing, een aflevering of twee later lippen die elkaar vluchtig (of nét niet) aanraken, en in pakweg aflevering veertien of vijftien een échte kus.

    Bridgerton vorig seizoen was hola wát? vanaf de eerste tot de laatste aflevering. Ik ga niet te veel spoileren van dit seizoen, maar het is deze keer dus niét dat. Grmbl.

    Wél schone mensen. En veel smachten. Come to think of is, ‘t was een beetje gelijk een K-Drama in dat opzicht.

    Weightlifting Fairy Kim Bok-joo

    Van K gesproken: Weightlifting Fairy Kim Bok-joo is fantastisch goed. Het is zeer (zéér) los gebaseerd op een waargebeurd verhaal, van een gewichthefster en een zwemmer die op elkaar verliefd werden.

    Grappig, ontroerend, spannend, romantisch: het heeft alles. En Kim Bok-joo (gespeeld door Lee Sung-Kyung) en Jung Joon-Hyung’s (Nam Joo-Hyuk) zijn het meest schattige koppel ter wereld.

    *smelt*

    Thermae Romae Novae

    Concept: architect van thermae (baden) in Rome valt in het water en reist door tijd en ruimte naar Japan, waar hij bijleert over allerlei vormen van baden in Japan. Hij keert terug naar Rome en voert uit wat hij in Japan zag.

    Dat, elf afleveringen aan een stuk. Elf aflveringen waar hij keer op keer mateloze bewondering heeft voor het meest indrukwekkende volk ter wereld, de Japanners. Ook elf afleveringen waar hij meestal naakt rondloopt en niet begrijpt dat mensen niet normaal vinden. Elf afleveringen waar hij geen woord Japans spreekt; als hij luidop spreekt is het Latijn (met een Japans accent, maar bon, dat vergeven we ze).

    Een serie om met meer dan één mens samen naar te kijken, dan wordt het onweerstaanbaar grappig. Alleen is de leute er na een paar afleveringen wel af. Op die aflevering na waar hij een Japans hoogtechnologisch toilet gebruikt. Die is altijd grappig.

    Bulgasal: Immortal Souls

    Het heeft voeten in de aarde gehad. Ik heb de eerste vier of vijf afleveringen begin februari gezien, maar dan deed Netflix raar, kon ik niet naar de volgende in de reeks gaan, en stonden alleen de eerste twee in het overzicht.

    Het verhaal gaat over een monster, de Bulgasal, dat generatie na generatie reïncarneert, en een man die eeuwen geleden onsterfelijk gemaakt is en gezworen heeft de Bulgasal te doden.

    We komen in flashbacks te weten hoe en waarom, en tot in de laatste aflevering blijven er rokken van de ajuin onthuld worden. Mijn jongste dochter is er na de eerste aflevering meer gestopt omdat het “te veel Teen Wolf” was. Ik heb haar gezegd dat ze ongelijk heeft: goeie reeks, prachtige cinematografie, iedereen (zelfs de zeer slechte slechterik) is in tinten van grijs, en akkoord dat sommige acteerprestaties niet meteen topniveau zijn en akkoord dat het verhaal ongetwijfeld strakker had gekund, maar ‘t is absoluut de moeite waard. Ik was ook zeer content van het einde.

  • Ik zal de eerste zijn om toe te geven dat niet iedereen grappig vindt wat ik grappig vind. En het was ongetwijfeld niet zo hard bedoeld als het overkwam, een jaar of zeventien geleden, toen de partner van iemand die professioneel humor doet mij dat toebeet nadat ik ongetwijfeld iets flauws zei: “Laat de humor maar over aan de professionelen”

    Op het moment zelf was ik er maar een beetje lastig van, maar in de jaren sindsdien heb ik er nog veel over nagedacht. Zo van waarom eigenlijk? Ik kan “laat de bypass maar over aan de hartchirurg” begrijpen, maar niet dat van humor. Humor, daar studeert ge niet voor. ‘t Is trouwens ook niet omdat ge het professioneel zoudt doen, dat ik het goed ga vinden.

    We hebben op het werk een langlopende discussie over iets gelijkaardig. Wij doen design, op het werk. IBM maakte een tijdje geleden dit schema:

    …en mijn werk is niet meer dan dat, in de grond: observeren, nadenken, iets maken, daar weer over nadenken, weer observeren, weer nadenken, weer maken. Iteratief, en in de regel alsmaar verfijnend: van vage ideeën naar concepten naar alsmaar meer gedetailleerd ontwerp naar specificatie naar opvolging van ontwikkeling.

    Luisteren naar de mensen, observeren, vragen stellen, kijken wat de limieten zijn waarin kan gewerkt worden, en dan samen met allerlei belanghebbenden een oplossing zoeken.

    Dat zijn allemaal handelingen waar geen opleiding voor nodig is, maar goeie wil en een zekere ingesteldheid waar mensen dan de grote naam design thinking aan geven. Oh, en ervaring kan ook geen kwaad. Ervaring in “dat soort dingen doen” is één, maar ook en vooral: ervaring in het algemeen. Hoe meer ervaring in hoe meer verschillende dingen, hoe beter een mens zich kan inleven.

    De discussie op het werk: moeten nieuwe collega’s mensen met een design-opleiding zijn of niet? Een tijd geleden was de beslissing genomen dat ja, we zoeken alleen maar mensen die een diploma van designer hebben. Ik was wellicht niet aanwezig op de meeting waar dat gezegd is, want anders zou ik bijzonder zeer hard gepleit hebben om dat niet te doen.

    Zeer zeker, iemand die voor designer gestudeerd heeft, heeft een streepje voor als het op methodes en technieken aankomt. Heeft geleerd hoe een brainstorm moet lopen, heeft wellicht als eens gebruikers geobserveerd, heeft al meer dan een paar keer met een team samen een concept via verschillende prototypes verfijnd.

    Maar als ik op zoek ben naar iemand om op méér dan beginnersniveau mee te draaien, dan is de studierichting géén doorslaggevend element. Misschien zelfs het tegendeel. Liever iemand die gepassioneerd is en ervaring heeft in iets totaal anders dan “designer zijn”.

    Elke specifieke designtechniek kan aangeleerd worden. De theorie is vaak bijzonder eenvoudig. Neem een persona, bijvoorbeeld. Wat is dat?

    Een persona is een manier om onderzoek over mensen die op een of andere manier zijn geobserveerd of onderzocht, te modelleren, samen te vatten en te communiceren. Een persona wordt voorgesteld als een specifiek persoon, maar is geen echt individu; het is eerder een synthese van waarnemingen van vele mensen.

    Dus: we gaan verschillende mensen bezoeken, observeren hoe ze hun werk doen, spreken ermee, stellen vragen. We hebben een grote zak met observaties, wensen, verzuchtingen en ideeën. We weten ongeveer in welke richting we zouden kunnen gaan, maar: het is zeer moeilijk om iets te maken voor “dé gebruiker“, want dat is een amorf wezen dat alles en niets kan en wil.

    Dus kijken welke relevante dimensies er te vinden zijn in wat we gezien hebben. Bijvoorbeeld: voor wat we hier aan het bekijken zijn is leeftijd en ervaring en kennis van belang; we gaan een aantal persona’s maken die die dimensies zowat omvatten. Eén persona is jong en heeft veel kennis maar is onervaren. Een andere is al iets ouder, begrijpt eigenlijk niet wat hij doet maar teert op routine. Een derde is al tien jaar in dienst, heeft veel doorzicht én ervaring.

    Kijk, dit is Linda. Linda is 39 jaar, ze woont alleen met twee dochters. Ze was vroeger verpleegster, deed dan in avondonderwijs een bijscholing voor administratief bediende en kwam hier tien jaar geleden binnen om het onthaal te doen. Ondertussen is ze totaal onmisbaar geworden: ze kent iedereen in het bedrijf, weet precies hoe de processen in elkaar zitten, en is zowat de projectmanager van projectmanagers geworden.

    Dat is de aanhef, en dan volgt een hele fiche over Linda. Zodat iedereen die aan het project werkt, haar altijd voor ogen kan hebben. Als er iets moet bedacht worden of ontworpen of uitgewerkt, weet iedereen wie Linda is, en dat we iets aan het maken zijn voor haar (en die andere persona’s). Kunnen we gebruiksscenario’s maken: verhalen met Linda in de hoofrol, waar we bijvoorbeeld een ideale dag omschrijven met het nieuw ding dat we aan het maken zijn. Kunnen we vragen stellen en wellicht ook beantwoorden zoals “is dit iets dat Linda gaat gebruiken?” Of beseffen we bijvoorbeeld dat Linda één soort documentatie nodig heeft, en Amira die net afgestudeerd is met alleen maar theoretische kennis een ander soort documentatie en Julien die 58 is gewoon een stappenplan moet krijgen van wat hij moet doen.

    En voilà, dat is het. Goede persona’s maken, daar zijn goede observaties voor nodig, wat verbeeldingskracht, en wat ervaring. Maar géén studies voor designer.

    De ene dag is ons werk in de luchtvaartsector, de andere dag in een bank. De ene dag maken we een toepassing voor verkeersleiders, de andere dag een documentatiesysteem voor mensen achter een balie van een postkantoor, een derde dag zoeken we naar strategieën om racisme op school te bestrijden. Ik werk nu ergens waar ik misschien wel het eerste maanden niet begreep hoe veel dingen eigenlijk in mekaar zaten — maar nu begrijp ik het even goed of beter dan sommige mensen die er al ettelijke jaren meer werken. En is dat omdat ik design gestudeerd heb? Nee, dat is omdat ik al veel verschillende dingen in mijn leven gedaan heb, en ook wel omdat ik het geestig vind om te blijven zoeken tot ik het gevoel heb dat ik weet hoe de vork in de steel zit.

    Maar, en dat is het probleem: wat ik nu kan, kon ik vijftien of meer jaar geleden ook. Iets minder vlot misschien wegens wat minder ervaring, maar toch. En een CV van ik-van-vijftien-jaar-geleden zou vorig jaar zelfs niet in aanmerking gekomen zijn op mijn werk, wegens geen designerstudies.

    Ik vind dat spijtig. Niet voor mezelf (haja, want ik zit er al), wel omdat daarmee enorm veel potientiële fijne collega’s al op voorhand uit de boot zijn gevallen.

  • Een beetje moetjes

    Ik heb vannacht (vorige nacht) wegens Redenen niet geslapen. En nu ben ik wat moe. ‘t Zal dus géén vervolg van het tot nog toe zeer genietbare The School Nurse Files zijn.

    Morgen dan wellicht.

  • Tot zover r/place

    Ik had de afgelopen paar dagen bijna altijd een venster op één van de monitors open op r/place. Het was soms ontroerend hoe goed er samengewerkt werd — ik volgde met een half oog mee in de Discord van de Belgen, en het mooiste van alles waren de samenwerkingsakkoorden.

    In het begin was de Belgische vlag klein en smal, dan werd ze alsmaar langer, tot we bovenaan op Factorio stootten en er meteen een alliantie mee sloten. Meteen daarna kwamen de mensen van r/danktintinmemes erbij met een Tintin en Milou bovenaan de Belgische vlag, waardoor het rood van de vlag daar in de achtergrond van uitbreidde naar rechts, tot tegen de Mugiware Pirates en het mooie Hyrule. Onder Kuifje kwam Grote Smurf, en dan was het bijna constant oogpolitie: alle ogen verschoven telkens, er kwamen er bij, de wenkbrauwen groeiden of verdwenen. Tegelijkertijd kwamen de rekels van rainbowroad er plots aan, gelukkig onder Kuifje door, maar dan botsten ze op Factorio, draaiden ze naar beneden af, botsten daar ook op tegenstand, en kwamen ze zowaar een tweede keer in onze vlag!

    Ik kan zeggen dat ik erbij was, toen we de aanval van de regenboog eerst afsloegen, en dan afleidden naar elders, en uiteindelijk helemaal uitroeiden in onze buurt. Er was ook een episch een gevecht om de onderbek van de hond, die alsmaar langer en langer werd tot hij bijna in Grote Smurf terechtkwam.

    Onderaan de vlag, waar ze op die van Duitsland botste, was al snel het idee om de interactie van vorige keer tussen de twee vlaggen opnieuw te doen — deze keer met een pint bier die in de mond van de Duitse adelaar gekapt werd. Later zou dat een Duvelglas worden. Nog later kwam er een blik Cara bij. En dan een pak frieten bovenaan in het zwart. En een lat chocolade naast de frieten.

    De tweede dag kwam er zowaar een tweede veld van 1000×1000 pixels bij aan de rechterkant. Duitsland was al horizontaal bezig, en breidde zijn vlag gewoon uit naar daar. Wij bouwden er in de buurt een tweede Belgische vlag, veel langer dan de oorspronkelijke. Ik was bang dat het te ambitieus was — zo’n grote lap verdedigen is niet evident, zeker niet als er ‘s nacht niet voortdurend volk op kan zitten — maar het lukte veel beter dan verwacht.

    Op het kruispunt van de nieuwe Belgische en de doorgetrokken Duitsel vlag stond eerst de Europese vlag, zo’n beetje op dezelfde plaats als waar vorige keer de Franse en Duitse vlag elkaar kruisten. Daarboven Manneken Pis, wat al meteen problemen gaf wegens een meerderheid van de mensen niet comfortabel met een bloot kind, zelfs niet grijs gepixeld. De oplossing was om bloemen over de gevoelige delen te zetten.

    ‘t Nachts de tweede dag is er veel kapot gemakt, vooral door Franse Twitchstreamers zoals xQc, die overal rivieren van paars op liet zetten, en die begot zijn eigen logo op r/bluecorner had gezet — heiligschennis!

    Dat is allemaal ‘s morgens weer rechtgetrokken; eerst kwam de Europese vlag nog wel terug, maar die is dan vervangen door een wapenschild dat zowel Duits als Vlaams aanvoelde. Bovenaan de Belgische vlag kwam de raket naar de maan van Hergé.

    En dan werd het canvas nog eens verdubbeld, naar 2000×2000 pixels. Duitsland had op géén tijd een band over de volledige breedte getekend, de Belgische vlag was op geen tijd bijna dubbel zo lang. Op het nieuwe kruispunt van Duitsland en België kwam een mooie grafsteen met 1914-18 erop, en een stuk lager werd begonnen aan een fantastische combinatie van Vlaamse leeuw en Waalse haan.

    Het werd weer nacht, en er was wéér vanalles kapot ‘s morgens, maar ook dat werd op geen tijd weer bijna allemaal gerepareerd. België was eventjes bijna driekwart van de hoogte van het hele veld! Ondertussen kwam er ook een heerlijke “Omleiding – Déviation”-tekening bij, en een saxofoon, en een Jupiler-logo, en Lukaku en de Bruyne, en JCVD (later JCVD tussen twee trucks, nog later JCVD tussen twee bussen van het openbaar vervoer). Ook het logo van de Voetbalbond en een reeks fietsen. En een geste naar de mannen van Hololive, die ons de eerste dag enorm geholpen hebben om de vlag intact te houden: ze kregen ruimte in onze vlag om iets te tekenen.

    We moesten uiteindelijk nog het onderste deel van de vlag prijsgeven, Ambiorix kreeg een standbeeld, Kitboga (die vroeger al eens in onze vlag had gestaan op de eerste dag) kreeg een plaats onder Ambiorix en boven Stromae, en dan was het vooral onderhoud. Amogus wegkuisen, nog altijd de ogen van Kuifje van de eerste dag in het oog houden, de piemel van JCVD voortdurend wegwerken, verloren pixels weer inkleuren.

    En dan wou ik iets terug rood maken, maar ik had alleen maar wit als kleur.

    Ik herlaadde, maar begreep snel wat er aan de hand was: het spel was gedaan. Iedereen had alleen nog wit. Er kon alleen nog gewist worden. En even later was alles ook weer wit.

    Ik onthoud, buiten wat er in het Belgische “domein” gebeurde: de immense vlag van Oekraïne die eerste nacht bijna helemaal verdween en maar een derde zo groot terugkwam, en op het einde nog veel kleiner geworden was. De hilarische verwoede pogingen van Canada om een correct blad op hun klein vlagje van dag 1 te tekenen (en die keer dat Duitsland op een halve minuut een perfect blad onder de Canadese vlag in Duits territorium tekende, in het vlak van de tweede dag). De nachtelijke raids van Franse streamers en van The Void (met vooral de heerlijke verminking van de Amerikaanse vlag de eerste nacht, eerst naar zwart en dan naar een nachtmerrie-wezen, en het enorm ENOUGH toen het veld voor de tweede keer verdubbelde, waar tot op het einde een nachtmerriewezen bleef). Het gevecht om de Israëlische vlag te tekenen, dat de avond en nacht van de eerste dag definitief verloren is toen er gewoon een Palestijnse vlag is over getekend. De minuscule amogu’s die overal opdoken, en de enorm grote de tweede dag die een paar keer van geslacht veranderde. Dat r/fuckcars er zo lang zo ongeschonden is blijven op staan, en de autostrade die van op de parking vertrok. De groene lijn die van Gamestop vertrok en bijna helaal rond en tussen de tweede kant van het canvas slingerde. De linkeronderhoek, gekoloniseerd door de Franse streamers, en het epische gevecht met de slechte Spanjaarden en hun bots, en met “BTS” (eigenlijk opnieuw de Spanjaarden en hun bots, en een hele resem Amerikanen en anderen) in de laatste uren. De enorme eensgezindheid en discipline van de Turken — Atatürk die er op geen tijd stond was ongelooflijk om zien. Hoe de (toegegeven) saaie vlaggen alsmaar interessanter en beter werden ingevuld met typische zaken voor het land: de wereldbekersamenwerking tussen Brazilië en Argentinië, Maradona en Ronaldo tussen Portugal en Argentinië, de kevers en de handen van Mutti bij de Duitsers, minuscule Beatles en Dr Who en London Eye en een Bobby en thee bij het VK (en de leutige Yorkshire tea er net onder — ik verdenk er Spiffing Brit van).

    Veel te veel om op te noemen. Ik heb er dagen en nachten mee meegeleefd.

    Dit was het resultaat net voor de witte pixels alles geleidelijk aan uitwisten:

    Negen kansen op tien maken ze er natuurlijk een NFT van, zucht.

    Ik persoonlijk wacht op een nieuwe versie van dit:

  • Vakantie

    Mijn jaar, in weken bekeken:

    …en in maanden bekeken:

    Er zijn weken dat ik daar meer dan eens per dag naar kijk, er zijn weken dat ik me pas ergens in het weekend herinner dat ik het grijze balkje moet vooruit laten schuiven. Deze week was er een van de tweede soort. De betere soort, voor de duidelijkheid. (Het is veel aangenamer om zo’n dingen manueel te doen, dat is gelijk kruisjes zetten op een blad: een mens voelt de tijd — niet gelijk met een programma dat zoiets zou maken en dat de tijd altijd automatisch juist staat.) (Pas op, ik heb ook dingetjes geschreven om de voortgang van allerlei dingen dashboardgewijs aanschouwelijk te maken, maar dat is een heel ander verhaal.)

    Er is net een nieuwe maand begonnen, dus tijd voor een mise au point. Ik nam een week vakantie in maart, of om exact te zijn: 26.9 van de 38 uur in die week. Daarna zijn het zes weken voor de eerste vakantiedag, op Paasmaandag (18 april). Mijn naaste collega is op vakantie volgende week, de kinderen zijn thuis de volgende twee weken, Sandra is de tweede week van de Paasvakantie thuis.

    Ik heb zo het gevoel dat het einde van de maand er rap zal zijn.

    Mijn twintig statutaire vakantiedagen zitten voor de helft in juli en de helft eind december, en als er overuren/recup bijkomt, dan denk ik dat ik die zoals vorig jaar vóór die weken op het einde van het jaar zet. Of misschien ook niet, en maak ik er hier en daar een vierdagenwerkweek van.

    Alla. Op naar de lente en de zomer en de winter!

  • Ik ben het allemaal vergeten

    Confronterend. Ik deed de SIMON-testen bij de UGent, om te zien waar ik goed in zou zijn als ik nu zou beginnen studeren. Er zijn twaalf testen:

    Dingen waar ik mij redelijk zeker bij voel — begrijpend lezen, woordenschat, taalvaardigheid — die waren allemaal zoals ik het hag gehoopt:

    Bij woordenschat had ik maar 19.8/20. Ik vermoed dat ik één woord dat niet bestaat als woord dat eventueel wel zou kunenn bestaan geïdentificeerd heb, want alle bestaande woorden heb ik wel degelijk herkend.

    Maar dan komt het. Ik heb wetenschappen gestudeerd op school. Basisvaardigheden wiskunde, dat lukte nog wel. Het zijn dan ook echt basis-basisvaardigheden. Basiswiskunde voor de wetenschappen, daar had ik geen zin om lang na te denken, ik had ook geen zin om te gokken en dus heb ik een stapel vragen gewoon overgeslaan.

    En het was helemaal om zeep bij Fysica en (vooral) Chemie. Nu, toegegeven, ik heb het spiekbriefje niet gebruikt (ik zat op mijn telefoon en ik had zoals gezegd nul goesting om veel na te denken). Als ik dat had gebruikt, zou ik voor Fysica nog iéts meer dan 5/20 gehaald hebben. Maar chemie, dat zat zo enorm ver weg. Eén vraag op 20 wist ik nog. Ik heb ook hier niet gegokt als ik het niet wist.

    Serieus confronterend. Stuk voor stuk vragen die ik zeker had kunnen oplossen toen ik net van school kwam, maar nu: de leegte. De termen zeggen mij nog wel vaag iets, ik herken de opdrachten, maar dat was het dan.

    Akelig.

    Oh, en de andere testen vertelden mij niet dat ik zelf ook al niet wist:

    • Academisch zelfvertrouwen zit goed, zowel qua begrip als qua inzet.
    • Motivatie: autonome motivatie (“omdat het mij interesseert”) is hoog, gecontroleerde motivatie (“omdat andere het verwachten”) niet.
    • Studeervaardigheden: goed voor zowel kennis als vaardigheden zelf.
    • Testangst: is wat hoger dan gemiddeld, maar… dat is voornamelijk omdat ik mij herinner dat tijdens mijn studies Zelfcontrole van het zeer erg ahem ja-niveau was waardoor ik vanzelf bang was voor examens. Niet omdat ik in se bang ben van examens — gezonde stress is gezond — maar omdat ik op voorhand wist dat het niet goed zou zijn, behalve als ik veel geluk had. (Ik heb dat nooit begrepen, mensen die van een examen thuiskomen en zeggen dat ze niet weten hoe het geweest is.)

    En het resultaat van de hele test?

    Een lijst van opleidingen en beroepen, met de slaagkans erbij. Ik zou, op basis van die lijst, in volgorde van gecombineerde interesse en slaagkans best deze dingen doen:

    • Communicatiewetenschappen
    • Lager onderwijs
    • Pedagogische Wetenschappen (Pedagogiek en onderwijskunde, sociale agogiek, klinische orthopedagogiek en disability studies)
    • Politieke Wetenschappen
    • Secundair Onderwijs
    • Sociologie

    En dan de hele reeks van alles wat letteren en wijsbegeerte is in denk ik alfabetische volgorde, van Afrikaanse talen en culturen over Geschiedenis tot Toegepaste Taalkunde.

    Ik kan mij daar wel in vinden. Het is een speling van het lot dat ik nu doe wat ik doe, maar als het te herbeginnen zou zijn? Geschiedenis, en dan wat ik nu doe. Of geschiedenis, en dan iets academisch. Of les geven op een middelbare school.

    Maar dus géén fysica en chemie.

  • De muziek van Dune

    We moeten daar eerlijk in zijn: weinig of niets is zo goed als wat Toto heeft gedaan voor Dune. Toto en Brian Eno, moet ik zeggen. Ik ben één van die mensen die de film van Lynch fantastisch vond, vanaf de eerste keer dat ik hem zag, als een derdegeneratie versleten VHS-kopie op een kleine kleurentelevisie in een verduisterd klaslokaal tijdens een schoolfeest. Levensveranderend goed, zelfs na al die jaren, en zelfs met de afgrijselijke green screen en zelfs met de manier waarop hij de boeken zowel in het detail als in het algemeen totaal verkeerd begrepen heeft.

    (Ja, ik heb de boeken gelezen, natuurlijk. Alle boeken. Ook de pijnlijk slechte van Brian Herbert en Kevin J. Anderson. En ja, ik heb ook de miniseries gezien. En de games gespeeld. De comics gelezen. Ik blijf erbij dat de film van Lynch een meesterwerk is.)

    De muziek: magisch. Het is één van de eerste CD’s die ik gekocht heb toen ik een CD-speler had, en ik luister er nog regelmatig naar. Dat en de soundtrack van Blade Runner: seminal.

    De muziek van de nieuwe Dune is iets anders. Het is niet wat ik ervan verwacht had. Maar wél uitstekend en indrukwekkend, natuurlijk. Dit interview met Zimmer (en kornuiten) is essentieel:

    …ter voorbereiding van deze live-uitvoering:

  • Digitaal

    Geen enkel bezwaar tegen digitaal dingen doen hé, verre van. Als ik tegenwoordig snelle tekeningen maak, is dat meestal in Figma of iets gelijkaardigs, maar zelfs als het high level en conceptueel is, zonder enige inhoud of niets, blijft het er wel enorm definitief uitzien naar mijn goesting:

    Soms haal ik wel nog eens mijn pen boven en teken ik op de computer, maar dat is echt maar voor zeer snelle schetsen tijdens een meeting of zo — tegenwoordig met Figma is het meestal veel sneller om het direct daarin te doen:

    De reden dat ik hier aan denk, is dat ik deze namiddag iets moest inscannen. Dat gaat met de scanner naar een folder op OneDrive: toen ik die folder opendeed zag ik ingescande dingen van de jaren 1990 tot nu. Het was ineens helemaal nostalgie naar tekenen in kleine boekjes, met mijn neus op het blad:

    Dat eerste tekeningetje was voor Jur@, dat tegenwoordig gewoon Jura is. In 1997, toen het nét mogelijk was om frames te gebruiken in HTML. Tegenwoordig is allerlei mogelijk natuurlijk, maar toen was het revolutionair, dat we vaste navigatie bovenaan en/of links zouden kunnen houden, terwijl inhoud zelf zou kunnen scrollen.

    Ah, memories.

    Ook wel grappig om zien dat het allemaal computerwebbrowserschermen zijn, die tekeningen. Die date picker is de meest recente die ertussen zit, de rest is allemaal meer dan 17 jaar oud. Het is bijna ondenkbaar dat de allereerste aanpak van een website nu niét ook met mobiel in het achterhoofd zou zijn, maar dit zijn dus dingen die dateren uit de tijd dat WAP nog niet over vochtige muizen ging.

  • Rearranging the deck chairs on the Titanic

    Het is geen eenvoudig probleem, grote projecten. Dan werkt ge jaren aan een bepaald iets, en is het nooit mogelijk om de zaken écht grondig aan te pakken. Want “we zitten niet in dat soort fase” en “nu gaan we alleen incrementeel werken” en “ooit komt er een groot nieuw project en dán gaan we alles ten gronde aanpakken”.

    Maar nu doen we even evolutie en geen revolutie. Allemaal goede ideeën die hier naar boven worden gebracht, maar in het huidige frame gaat dat niet lukken, houd het voor als we de dingen later eens helemaal gaan herbekijken.

    En dan is het moment gekomen om het allemaal eens echt grondig blue sky thinkinggewijs te gaan herbekijken — en dreigt het uiteindelijk toch weer allemaal werk in de marge te worden. Want er zijn structuren, en er zijn nu eenmaal beperkte middelen, en er zijn nu eenmaal mensen, en er zijn nu eenmaal risico’s die we niet kunnen lopen. We kunnen niet doen alsof we van nul af aan gaan beginnen, want we kunnen niet van nul af aan beginnen.

    Ik denk dat het zo ook is in de politiek in België. Een klein kind ziet dat de situatie totaal verrot is. De partijen die er zijn, zijn vlaggen die soms alleen maar in de hoofden van hun eigen mandatarissen en een handvol militanten de lading nog dekken.

    Ik zeg maar iets: de socialisten. Vooruit, in Vlaanderen. Waar staat dat in principe voor? Ik zeg niet in de praktijk, maar in principe. Is dat écht zo enorm hard verschillend van waar PVDA voor staat? En CD&V? En Groen? En, eigenlijk, een groot deel van VB en N-VA en OpenVLD?

    We leven allemaal in een land dat gevormd is door jaren onderhandelen en compromissen; het zou me niet verbazen als in grote lijnen 85% van alle partijprogramma’s totaal overeenkomen. En dan gaan we die kleine verschillen in de marge wat opblazen om toch nog het verschil te maken — nog wat méér als het verschillen op links zijn: links heeft een enorm lange traditie van elkaars ergste vijand te zijn.

    Terwijl er veel grotere verschillen en kloven zijn in ons land: zoals in elk land ter wereld de spanning tussen grote stad (wat dat ook betekent in België) en al de rest, om maar één ding te noemen.

    Waar zitten de Norberts De Batselier en de Mauritsen Coppieters van de jaren 2020? Het Sienjaal was niet noodzakelijk 100% mijn ding, maar het had tenmiste de verdienste dat het méér deed dan wat rondschuifelen met de ligstoelen terwijl de Titanic vergaat.

  • Ik ga het maar meteen zeggen: ik haat chatbots.

    Ik haat het dat bedrijven of instellingen hun klanten of bezoekers het idee geven dat er een echte mens met hen aan het spreken is terwijl dat niet het geval is.

    Hallo ik ben Eva/Tom/Zippy hoe kan ik u helpen?

    Neen, ge zijt niet Eva/Tom/Zippy, ge zijt een dom algoritme dat ELIZA-gewijs hier en daar een trefwoord oppikt en dan probeert een antwoord uit uw database te halen.

    In het beste geval zijt ge een vermomd formulier:

    Hallo hoe kan ik u helpen?

    En onvermijdelijk, onvermijdelijk, eindigt het in

    Sorry ik begrijp niet wat u bedoelt ik verbind u door met onze klantendienst.

    of in het beste geval met

    Dankuwel ik verbind u door met onze klantendienst.

    En al de interactie gebeurt in een klein venstertje onderaan rechts in uw scherm, om te doen alsof het een échte mens is die met u aan het spreken is in een écht Messenger of Whatsapp of Watdanook-venster.

    Houd de mensen toch niet voor de zot, geef ze een proper gelayout formulier in gewone mensentaal, dat u niet verplicht om als een getrainde circusaap door allerlei hoepels te springen en te hopen dat ge de juiste trefwoorden hebt gebruikt.

    Formulieren kunnen ook vriendelijk zijn, en goed geschreven, en rijke interacties hebben. Formulieren kunnen ook conversationeel zijn en informatie degelijk chunken.

    Grr.

  • Geveld!

    Mijn vrouw is geveld door de Covids! Oh noo! Wat nu?!

    Ze zit in quarantaine, maar ik ben er vet mee als ik daarnaast moet slapen natuurlijk — we hebben geen plaats op overschot.

    Het eerste gevolg is alvast dat het géén goed idee is om binnen een paar dagen naar de controlekamer te gaan op het werk, waar ze hoegenaamd niet zitten te wachten op welk risico dan ook van besmetting.

    Urgh. Spannend. Zien of ik het ook krijg. ‘t Zou wel stom zijn natuurlijk, zo in de nasleep van de hele pandemie.

  • Telenet en SSL: wat een miserie

    Mijn moeder krijgt een angstaanjagende mail van Telenet, dat ze SSL zal moeten aanzetten of ZE ZAL ALLES VERLIEZEN!!!

    Momenteel gebruik jij nog altijd de onveilige instellingen, waardoor je vanaf 25 maart 2022 toegang tot je mailbox verliest.

    Mijn moeder weet het verschil niet tussen Gmail, Microsoft, Telenet, webmail, Outlook of Google. ‘t Is te zeggen, natuurlijk weet ze wat het verschil is, maar het is niet helemaal duidelijk dat Outlook de mail van bij Telenet gaat halen, dat er zoiets bestaat als POP3 en IMAP, dat SSL een ding is, etc. etc.

    Gelukkig “helpt” de mail van Telenet haar verder: onder de titel “Hoe beveilig ik mijn mailbox?” staat het in vier enórm eenvoudige stappen uitgelegd:

    1. Open je e-mailprogramma (Outlook, Apple Mail, Android Gmail, …).
    2. Ga naar de instellingen van je Telenet-mailadres.
    3. Bij beveiliging vink je ‘SSL’, ‘TLS’ of ‘SSL/TLS’ aan. (De exacte benaming hangt af van e-mailprogramma.)
    4. Klaar! Je mailt nu veiliger én behoudt gewoon toegang tot je mailbox.

    Echt serieus. Vier stappen, waarvan de tweede en de derde compleet nutteloos zijn: hoe moet zij weten waar “de instellingen van je Telenet-mailadres” staan? En hoe behulpzaam is een stap die zegt “vink A, of B, of C aan, de naam hangt af van het programma”?

    Mijn moeder was in paniek, kwam daar nog eens bij dat haar computer semi was vastgelopen met wat schermcorruptie waardoor het er uitzag alsof er een virus haar Outlook letterlijk aan het opvreten was, enfin, ik ben ter plaatse afgestapt.

    Natuurlijk staat er meer bij, in de mail:

    Vind je de juiste instellingen niet terug? Je vindt alle details van jouw e‑mailprogramma op telenet.be/pop3.

    En daar is het inderdaad duidelijker uitgelegd, maar de miserie was nog niet opgelost.

    Want eens ik de settings had aangepast (het is inderdaad gewoon een vinkje aanklikken), gaf Outlook de boodschap dat het certificaat van Telenet ongeldig was. Ik heb de juiste foutboodschap niet genoteerd, maar ‘t was zo’n typische van “certificaat niet geldig”. Gebeld naar de support van Telenet, waar er een zoals meestal vriendelijke mens aan de lijn was, maar helaas: ook een mens die denk ik niet echt wist wat een certificaat is, of hoe “SSL, TLS, of SSL/TLS” eigenlijk werkt. Zijn tip om het probleem niet meer te hebben: lees uw mail via webmail.telenet.be.

    Jaja.

    Zeer goed.

    Dankuwel daarvoor. Geef gewoon door aan uw organisatie dat het certificaat niet werkt, en dat ik op Windows 10 zit met een standaard Outlook.

    (Mijn moeder had daarvoor al gebeld naar support, maar omdat ze de juiste vragen niet stelde, had ze de raad gekregen om over te stappen naar webmail.telenet.be omdat Outlook alle mail zou verwijderen vanaf 25/03, en dat de enige manier om dat de vermijden was: alle mails op een USB-stick zetten, en dan, euh, overstappen op webmail.telenet.be, en dan, euh, vermoed ik, de mails op de één of andere manier van die USB-stick weer op de computer zetten. The mind boggles.)

    Er is een heel klein aantal mensen die weten hoe die dingen in mekaar zitten, vrees ik. En op mensen die daarvoor gestudeerd hebben na, bevindt die groep mensen zich in een relatief kleine leeftijdsgroep: alles wat ouder is, maar ook alles wat jonger is, heeft geen flauw benul van hoe de dingen waar ze elke dag op werken, eigenlijk werken.

    Daar is niets op tegen, in principe, als het allemaal gebruiksvriendelijk genoeg zou zijn. Maar dat is het dus manifest niét. En als het dan fout loopt, loopt het heel erg zwaar fout.

  • Boys over Flowers

    We gaan daar eerlijk in zijn: het is géén goeie serie, Boys over Flowers. Geen 16 maar 25! afleveringen van een half uur. Het begint veelbelovend, met Geum Jan-di, een meisje van arme komaf, dat een student aan een verschrikkelijk dure middelbare school redt van zelfmoord. Om het blazoen van de school wat op te poetsen, krijgt ze een studiebeurs aan die school aangeboden.

    Waar ze meteen in aanraking komt met de gevreesde F4 (eppupo in het Koreaans, het blijft grappig hoe ze omgaan met de letter f). F4 zijn vier stinkend rijke kerels, die verafgood worden door iedereen op school:

    • Gu Jun-pyo, erfgenaam van de Shinhwa-groep, zo ongeveer het rijkste bedrijf van Korea. Zijn vader is overleden (denkt hij) en zijn moeder is een gemene feeks. Jun-pyo is denk ik van vér het meest irritante hoofdpersonage in een serie tot nog toe: agressief, manipulatief, gemeen, bah.
    • Yoon Ji-hu: 99% van de tijd in het wit gekleed, met een vreemd helmachtig lang blond kapsel, en zó diep in de friendzone met Jan-di dat het belachelijk is.
    • So Yi-Jung: 99% van de tijd met een mysterieuze glimlach. Hij doet iets met pottenbakken, en op een bepaald moment doet hij zijn hand pijn en kan hij niet meer pottenbakken. Hij wordt dan verliefd op Chu Ga-eul, de beste vriendin van Jan-di.
    • Son Woo-bin, waarvan de familie zwaar in de organiseerde misdaad zit. Ik moet hard nadenken wat eigenlijk zijn bijdrage was, behalve vierde of vijfde wiel aan de wagen.

    Afijn, Jan-di wordt hard gepest op de school, weigert toe te geven, bladiebla, Jun-pyo (de baas van F4) wordt een beetje verliefd op haar en zij ook op hem, en dan is er nog Ji-hu ook verliefd is op haar en zij op hem.

    Dat ging naar mijn goesting véél te snel: nauwelijks een paar afleveringen ver en ze zaten al met z’n alles op het tropische eiland van Green Screen En Windmachine, en het enige conflict dat overbleef was over Jan-di voor de gemene Jun-pyo dan wel voor de lieve Ji-hu zou kiezen.

    En Jan-di is zeer sympathiek, maar zó dom en naïef, ge houdt het niet voor mogelijk. Werkelijk elke val waar ze ook maar in kan trappen, trapt ze in. Ze eindigt begot zelfs bijna in een porno-shoot.

    Na het begin volgen gelijk vijftien afleveringen pure hel: traag, aanslepend, saai drama. Waar weinig of niets gebeurt. Het begint allemaal weer wat vooruit te gaan in de laatste vier vijf afleveringen, maar voor één keer is het niét allemaal opgelost in de voorlaatste aflevering. Erger nog: in de allerlaatste aflevering loopt het allemaal een beetje en queue de poisson af.

    Niét aangeraden.

    Tenzij om te kunnen zeggen dat ge er u door hebt geworsteld, natuurlijk. Bragging rights!

  • Ongoddelijk

    Er is voorlopig een nieuwe wekelijkse meeting bijgekomen in mijn kalender: om acht! uur! ‘s morgens!

    Dat is een ongoddelijk vroeg uur. Maar bon, wakker worden om 7u50 na vijf uur slapen of wakker worden om 8u50 na vijf uur slapen, dat is min of meer hetzelfde, dus hey.