• Caïro, op het letterlijke einde van de 18de eeuw: het moet ergens 1798-1799 zijn, want de Fransen zijn juist toegestuikt in Egypte.

    Nahri is een jaar of twintig. Ze heeft geen familie, bedriegt mensen om aan geld te geraken en droomt ervan om ooit op de één of andere manier dokter te worden. Dat bedriegen, dat is de ene keer handpalmlezen, de andere keer een genezing of zelfs een duiveluitdrijving.

    Voor de duidelijkheid: Nahri gelooft daar allemaal niet in, maar ze heeft wel een talent. Ze kan mensen goed lezen, en bijvoorbeeld ook inschatten of ze echt ziek zijn of niet. Ze kan ook talen leren op een ik en een gij. Ze weet niet waar dat talent vandaan komt, ze weet alleen dat ze het altijd gehad heeft — al van haar vroegste herinneringen, als zesjarige wees in een weeshuis.

    En dan doet ze één van die duiveluitdrijvingen, waarbij ze iets zingt in de taal die niemand anders dan zij spreekt. Eén van de enige dingen die ze zich herinnert van toen ze klein was. En komt er een djinn op af die haar meteen ook verdedigt tegen een paar slechte djinns en zombies.

    Haar verdediger zegt haar dat ze eigenlijk thuishoort in Daevabad, een verborgen djinn-stad ver weg. Waar ze dan ook samen naartoe reizen.

    En eens ze daar toekomt, blijkt dat zowel haar djinn als zij speciaal zijn, en komen ze terecht in een kluwen van politiek en geschiedenis en gedoe tussen onder meer de zes verschillende rassen van djinns en de halfbloed mens-djinns die als derderangsburgers behandeld worden.

    Zeer aangenaam verrast, ik. Fijn boek.

    Zoals altijd nadat ik een boek lees, kijk ik de reviews na. En zoals meestal ben ik niet teleurgesteld:

    Een grote meerderheid 4 of 5 sterren en een gemiddelde van 4.11 sterren. Ik zou het dat ook geven.

    Voor entertainment ga ik ook altijd kijken naar de 1-ster-reviews, en die stellen ook nooit teleur. Deze bijvoorbeeld vond het allemaal enorm saai en zegt onder meer

    I mean, there were literal 300-WORD ESSAYS on what simple objects or rooms looked like. It described what a throne looked like in approximately 51038746 words??? That’s 5102938744 WORDS TOO MANY—you could literally say “the throne” and I’d imagine a throne. That’s it. That’s all it takes. Two words. You could even just describe it in ONE word, “throne”, and I’d still be able to imagine a throne!! Wow!!!

    […]

    Are we really still pretending like we care?? In this economy???

    Een andere is nog beter:

    The dystopian world didn’t make sense. Usually there is a bad side and a good side. Then the bad side oppresses the good side. Easy.
    In this book there are six groups, all who aren’t really good, but apparently one of these groups is worse than all the others and hates half humans.
    Okay.
    Then another of these groups is supposed to defend the half humans.
    So far I can get behind this.
    Except,
    The defenders of the half humans slaughter them mercilessly, starve them, enslave them, rape them and steal their children.
    Wait what.
    And of course everyone hates regular humans.
    So there is no good side?
    And our Chosen One, Nahri, is a part of the group that hates the half humans? So she’s evil?
    So who are we cheering for? Because at this point it could be the Daeva, the djinn or the half humans.

    “Ik verwacht een goede en een slechte kant en dat zou het moeten zijn”, mwaha. Er zijn inderdaad minstens zes verschillende groepen, die elk hun eigen achtergrond hebben en in Daevabad in een ongemakkelijke vrede leven. De ene groep was ooit de meest machtige maar die is aan de kant gezet door een andere groep, diein eerste instantie het opnam voor de (half)mensen, maar in de loop van een kleine 1400 jaar is die tweede groep even erg geworden als de eerste groep was (en ook die eerste groep was eerst niet zo erg als hij in de loop van de eeuwen geworden was).

    Ja jongens, de wereld zit soms niét zwartwit in mekaar.

  • Mexican Gothic

    Zeg nu zelf: wat een prachtige cover. Alleen al dáárom zou een mens het boek willen lezen.

    En ook omdat het de verrassende winnaar van de Goodreads Choice Awards 2020 in de categorie Horror was, en dat ik altijd bereid ben nieuwe dingen te leren kennen die andere mensen ook goed vinden. Al bewijst die award natuurlijk niet noodzakelijk wat dan ook — witness de 2020-winnaars die ik ondertussen ook gelezen heb:

    Het zou me sterk verbazen dat dit het allerbeste horrorboek van 2020 zou zijn. Het verbaast me dan wel weer niet dat dit bijna dubbel zoveel stemmen haalde als het boek op de tweede plaats: hoofdpersonage vrijgevochten knappe jonge vrouw (die cover!), speelt zich af in Mexico in de jaren 1950 (“a Latinx take on the popular Gothic novel subgenre”), zowaar wat romantiek erbij.

    Het is helaas allemaal wat voorspelbaar, en het zijn allemaal dingen die ik al vele vele keren elders béter heb gelezen.

    Het is niet slécht hé. Een zes op tien of zo. Het had een gemiddelde aflevering van The X-Files kunnen zijn. Maar niet enorm veel meer. En dat stelt mij dan wel wat teleur, ja.

  • Potten toegekomen, maar helaas…

    Kijkt kijkt, mijn (honderd!) nieuwe potten zijn toegekomen:

    Euh ja, ik heb er helaas maar vijftien van gebruikt, daar aan de linkerkant van het beeld. En er staan nog een hoop tomatenplanten samen in een te klein potje, daar rechtsachteraan. Want nu is mijn potgrond op.

    Ik heb dan maar 80 liter tomatenpotgrond besteld online. Hij komt dinsdag toe. Dan kan ik eens beginnen kijken of ik dingen van kleine potjes eventueel al naar wat grotere potten kan verplanten. En eens beginnen kijken naar nóg grotere potten om die dingen op de koer te zetten. En beginnen nadenken over een systeem van touwen om de planten te laten klimmen / recht te houden.

    En ja, natuurlijk dat ik er veel te veel heb voor op onze koer. Een deel komt zeker bij mijn moeder in den hof. Ik zal er ook weggeven, denk ik (Sandra zegt dat ik er geld voor zou moeten vragen — ge ziet dat van hier, dat mensen geld gaan geven voor een tomatenplant die ze in de winkel voor een euro of zo kunnen kopen).

    Voor de mensen die vinden dat de plantjes aan de linkerkant er wat slap bij staan: de foto is van net nadat ik ze geplant had. Zo zien ze er op dit eigenste moment uit, proper schoon recht de lucht in:

  • Poppy War 3: The Burning God

    Boek één liep slecht af, boek twee liep zo mogelijk nóg slechter af.

    In het begin van boek drie is Rin door zowat iedereen die ze ooit tegengekomen is verraden. En is het land zowat compleet om zeep.

    Ik dacht dat als de eerste twee boeken het over Tweede Chinees-Japanse oorlog hebben (met niet één maar talloze bloedbaden van Nanking), dat het derde boek het over iets Communistisch-achtig zou hebben, en inderdaad: Rin beslist dat het niet van de adel en de krijgsheren zal komen, maar dat het van de grote massa van het volk zal moeten afhangen. Er zit zelfs een letterlijke Lange Mars in en ja, ik weet dat die in het echt chronologisch vóór de Chinees-Japanse Oorlog kwam.

    Rin is een onsympathiek hoofdpersonage. We begrijpen waar ze vandaan komt en waarom ze haar keuzes maakt, maar ’t is bij momenten serieus érg, wat ze doet. Mao was ook geen sympathieke mens, en daar is ze duidelijk op geïnspireerd.

    Diepgang, ontroering, spanning, een fantastische combinatie van psychologische en andere oorlogvoering die in het echt ook had kunnen gebeuren met fantasy en goden en zowaar zelfs draken: een uitstekende trilogie.

    En dan zag ik de achterflap van het laatste boek en las ik dat de auteur dit schreef tussen haar 19 en 23 jaar, en ben ik immens benieuwd naar wat ze nog zal schrijven in de toekomst. Bijzonder indrukwekkend.

  • The Midnight Library

    Het vorige boek eindigde zó deprimerend dat ik dacht: ik lees eens iets anders voor ik aan het derde boek begin.

    The Midnight Library is een fijn boekje. Een beetje zeemzoeterig, een beetje oppervlakkig misschien, maar hey: het moet ook niet altijd allemaal zo diepgravend zijn.

    Nora Seed heeft in haar leven een stapel beslissingen genomen die ze zich eigenlijk beklaagt: ze had kunnen blijven zwemmen en dan was ze misschien wel gelukkig geworden naar de Olympische Spelen gegaan. Ze had kunnen blijven muzikant zijn en dan was ze misschien wel gelukkig geworden en had ze succes gehad. Ze had kunnen studeren voor wat haar écht interesseerde in plaats van voor filosofie te gaan, en dan was ze misschien wel gelukkig geworden als glacioloog. Ze had kunnen blijven schrijven en dan was ze misschien gelukkig geweest. Ze had haar trouw niet op het laatste moment af kunnen geblazen hebben en dan was ze misschien gelukkig geweest.

    Inderdaad ja: er zit een zekere constante in: Nora Reed is diepongelukkig, zit vast een doodlopend leven in een doodlopende job (waar ze in het begin van het boek trouwens net ontslagen wordt), en had zo veel anders kunnen doen.

    [Kort intermezzo: zo wérkt het natuurlijk niet: er is meestal niet zoiets als één moment waarop het leven kantelt. Verkeerde keuzes zijn meestal lange aaneenschakelingen van géén belissingen nemen. En het is ook natuurlijk lang niet zo dat iedereen in potentie álles kan doen — de manier waarop Nora hier zowel in potentie een gevierd auteur als muzikant als olympische zwemmer had kunnen zijn is meer dan een beetje Mary Sue-achtig.]

    …en dus beslist ze dan maar zelfmoord te plegen.

    [Kort intermezzo twee: zo wérkt het natuurlijk ook niet noodzakelijk. Ik heb de indruk dat de beslissing “gho ja, ik pleeg dan maar zelfmoord” hier redelijk snel en weinig subtiel aangebracht werd.]

    Tussen leven en dood, gaat het verhaal in The Midnight Library, is er een bibliotheek. In die bibliotheek staan ontelbaar veel boeken, die allemaal een ander levensverhaal vertellen tot op dat moment tussen leven en dood. Nora komt in die bibliotheek terecht en kan er aan de bibliothecaris vragen om in gelijk welk boek te stappen, en daar dan verder te leven — als ze wil.

    Ze kiest leven na leven. Als olympisch zwemmer en internationaal rolmodel. Als gevierd glacioloog. Als wereldberoemde zangeres. Als allerlei verschillende uitkomsten van allerlei keuzes die ze maakte.

    De vraag die weinig subtiel gesteld wordt, is: is ze in al die verschillende aflopen eigenlijk wel écht gelukkig? Zijn die andere levens écht beter?

    Schaamteloos en verfrissend pretentieloos sentimenteel. Ik heb een grondige hekel aan pretentie, en ik ben te vinden voor sentimentaliteit. Ik heb dit graag gelezen.

  • Poppy War 2: The Dragon Republic

    Deel één deed even denken dat het Harry Potter In China-maar-dan-niet-écht-China zou worden, maar het werd redelijk snel duidelijk dat het niet dát soort boek was. Dat het een hervertelling van de Tweede Chinees-Japanse Oorlog, maar dan alsof het honderd jaar eerder was in een andere wereld, met ook magie en sjamanen en alles.

    Deel twee gaat op datzelfde elan verder. Het hoofdpersonage is een tiener, en dus verwacht een mens ergens dat er toch iéts van romance zou in de lucht hangen. Er zijn twee mogelijke kandidaten voor een relatie met Rin: één persoon die eigenlijk al dood is (maar dat belet niet noodzakelijk iets in boeken zoals dit) en één persoon die in boek één haar aartsvijand is (maar ook dat belet niet noodzakelijk iets).

    Niets van: Rin is diep getraumatiseerd (zoals iemand die uit verdriet en woede een massamoordenaar werd wel eens kan worden), is totaal verslaafd aan opium, en sluit een pact met (de vader van) haar voormalige aartsvijand. Die man heeft het plan opgevat om de Keizerin van haar troon te stoten en het land om te vormen naar een soort democratie.

    Hij hoopt daarbij hulp te krijgen van de Westerlingen.

    Ik verklap niet veel als ik zegt dat ook dit boek niet zo goed afloopt. Maar ik vond het wél veel beter dan het eerste boek. Volwassener, en zonder dat mossel-noch-vis-begin: het is meteen duidelijk dat het menens is, en dat het niet om sprookjes gaat.

  • In blijde afwachting van potten

    Mijn tomatenplanten groeien gestaag. Ik heb ze gezaaid in potten, en dan een week of zo geleden uitgeplant in afzonderlijke potten, en dit is hoe ze er nu uitzien:

    Ik vind dat niet verkeerd. We gaan wel stokken moeten beginnen zetten want ze worden al wat groot. En ik heb ook grotere potten besteld: met wat geluk komen er tegen het einde van de week ten laatste honderd grotere potten toe. Geen echt idee wat ik daarna ga doen, want ik kan nooit vanzeleven al die tomatenplanten in den hof zetten, maar bon. We’ll cross that river when we get there hé.

    Honderd potten, ja, want ik dacht dat ik met 50 ruim genoeg zou hebben maar neen dus. Ik heb nog een paar planten die samen een pot gebruiken die nog moeten verpot worden. Heel die hoop rechtsachteraan op deze foto:

    Ik zal zo’n 70 à 80 tomatenplaten hebben, als ik het nu zo bekijk.

    Sandra heeft de tomatensoorten gekozen, maar hoe meer ik er over nadenk, hoe meer ik twijfel aan de keuzen. Want elke plant geeft tomaten die er ofwel zó zullen uitzien (noire de crimée):

    ofwel zo (buffalosteak F1):

    En dat is gewoon per plant meer dan onze tuin aankan. Gnn. Ik zal er een paar van kunnen uitdelen, maar ik denk ook dat ik er bij mijn moeder in de tuin ga planten. En daar dan om de twee dagen of zo voor gaan zorgen. 🙂

    Oh, en dan zijn er ook nog mijn habañero’s, die op precies dezelfde dag als de tomaten gezaaid zijn, maar die er nu nog maar zo uitzien:

    Volgende keer zaai ik die smeerlappen al in januari, dedju.

  • Poppy War 1: The Poppy War

    Yay, ’t is fantasy en yay! ’t is eens in een totaal andere soort wereld dan anders!

    R.F. Kuang komt uit China, en schrijft een verhaal dat heel erg lijkt op Chinese geschiedenis.

    Rin is een wees. Ze woont bij een koppel in het zuiden van het Nikara-rijk en wordt er net niet mishandeld. Ze dreigt uitgehuwelijkt te worden; om daaraan te ontsnappen neemt ze deel aan de Keju, een examen dat over het hele land gehouden wordt en waar kinderen normaal gezien gelijk tien jaar voor studeren. Zij doet het op twee jaar, en niet alleen slaagt ze, ze haalt de beste punten van de hele provincie.

    So far so cliché.

    Door haar hoge punten mag ze naar Sinegard, de beste school van het land, in de hoofdstad. Daar is ze zowat de enige die niet van adel is en moet ze vele keren meer haar best doen dan de anderen.

    So far so still cliché.

    Het is moeilijk een equivalente datum te plakken op het verhaal. In het begin van het verhaal had het even goed het equivalent van het jaar 100, het jaar 1000 of het jaar 1900 kunnen zijn: Nikara is een enorm land dat in zijn lange geschiedenis maar een paar keer echt verenigd is geweest; er is een nominale keizer(in) maar het zijn vooral strijdende krijgsheren die de macht hebben; er is dat Japan-achtig eiland in het oosten, steppenvolkeren in het noorden en Nikara is vooral zeer afgesloten van de buitenwereld.

    En dan horen we, diep in het boek, dat er ver weg in het westen technologisch veel verder geavanceerde veel grotere blonde monotheïsten leven. En wordt het zeer snel duidelijk dat Nikara, ondanks zijn rijke geschiedenis en enorme trots, eigenlijk al eeuwen lang oorlog na oorlog verliest, en technologisch helemaal achter is ten opzichte van het westen. Dat brengt het allemaal naar voren, naar de moderne geschiedenis van China.

    Ik had mij al voorbereid op een soort coming of age-gedoe met wat krachten leren en wat magie hier en daar, genre Harry Potter — maar neen! Zowat de eerste helft van het boek is de aanloop naar het eerste jaar en dat eerste jaar zelf, maar nog vóór we aan 50% van het boek zitten, is de hele situatie al ontploft, zijn er drie jaar opleiding voorbij en valt de Mugen-federatie (het equivalent van Japan) Nikara binnen.

    De leraars van de school zijn allemaal generaals geworden, en oh ja: Rin is ondertussen een sjamaan geworden en kan met goden communiceren (ik vereenvoudig, het is veel boeiender in het boek). En we krijgen basically een hervertelling van de tweede Chinees-Japanse oorlog als die met technologie van honderd jaar eerder was gebeurd.

    Ik had dat absoluut niet verwacht. Voor hetzelfde geld was dit Harry Potter In China geweest, met een boek per jaar en ontluikende romantiek en alles. Quod non, dus.

    Ik vond het goed, maar nu ook niet ongelooflijk goed. Ik kijk wel uit naar het vervolg.

    (En trouwens ook content dat het niet zoals sommige andere boeken van moderne Chinese auteurs is: het is wel degelijk in het Engels geschreven en niet van dat overduidelijk vertaald Chinees — ik kijk naar jullie, Liu Cixin en Ken Liu).

  • Leve Red Letter Media

    Jawel. Tweehonderd procent waar: best youtubekanaal ter wereld.

    [hier stond een video]

    Update: oh nooo, de video is privé gezet. Er is nog een backup op het internetarchief, gelukkig.

  • Allez dan. Ik wist dat deel drie van de reeks uit zou komen, en de dag dat het uitkwam, heb ik het meteen gekocht. Het was die dag zelfs #1 in de hele Kindle store op Amazon, dat geeft u meteen een idee van hoe populair deze reeks en dit soort boeken is.

    (Romance Novels zijn, denk ik wel zeker te weten, zo ongeveer de enige reden dat de hele boekenindustrie niet volledig failliet is gegaan. Het is onbeschrijflijk hoeveel van die dingen verkocht worden.)

    Boek twee was beter dan boek één. Boek drie is niet beter dan boek twee. Eén en twee dreven grotendeels op de spanning van will they or won’t they, maar op het einde van boek twee is het meer dan zeer duidelijk dat ze wel degelijk zullen willen, meermaals, op verschillende plaatsen en manieren.

    Ons sympathieke hoofdpersonage Poppy blijft maar meer en meer méér te zijn dan wat ze in het eerste boek en zelfs tweede boek leek te zijn, maar dáár zal tenminste een einde aan komen, want méér dan wat ze in het derde boek blijkt te zijn, kan gewoon niet.

    Waar geen einde aan gekomen is, is aan de reeks. Dit boek eindigt, zoals het eerste en het tweede, op een cliffhanger. Gah. Ik dacht écht dat het afgelopen zou zijn, maar neen. Ik kan me niet echt inbeelden dat er over de rest van het verhaal nog een heel boek kan geschreven worden, maar bon. Dat gaan we dan later dit jaar wel zien, vermoed ik.

    En dan nog een paar maand later, en nog een paar maand. Want Jennifer L. Armentrout heeft nu al aangekondigd dat de hele reeks zes boeken zal zijn. Tch.

  • Lady Astronaut 3: The Relentless Moon

    Hey, wat zei ik? Dat ik mij afvroeg of we meer zouden te weten komen over wat er eigenlijk allemaal gebeurde tijdens die reis naar Mars?

    Wel kijk: het derde boek in de reeks heeft een volledig ander hoofdpersonage dan de eerste twee. Niet meer Elma York, maar wel Nicole Wargin, die in het eerste boek op bijna-onrechtvaardige manier astronaut werd. Waar York er hard moest voor werken, kreeg Wargin het bijna in de schoot geworpen omdat haar echtgenoot een machtige senator was.

    Achtergrond van dit verhaal: er zijn de Earth Firsters, die het helemaal niet hebben voor al dat ruimteverkennen, en die van protest naar sabotage naar aanslagen gaan in de loop van het boek. Hoofdmoot van het boek is niet meer of minder dan een huis clos detectiveverhaal op de maanbasis.

    Ik was aangenaam verrast.

    Jaja, meer van hetzelfde als in de twee eerste boeken. Racisme en sexisme en zo, en opnieuw een hoofdpersonage met een Probleem. Geen angstoornis deze keer, wel anorexia nervosa. Dat voelde in het begin wat manipulatief aan, maar het is echt wel uitstekend goed en duidelijk vanuit eigen ervaring geschreven.

    En het is zeer spannend en ontroerend. En het einde is uitstekend. En ik vraag mij af of er nog een vervolg komt, en indien ja, waar dat dan wel over zou kunnen gaan.

    (Gaan kijken op de Goodreads en jawel: boek 4 komt in 2022 uit en gaat over het bouwen van de kolonie op Mars, en dan zijn er nog een reeks kortverhalen ook.)

  • Lady Astronaut 2: The Fated Sky

    Met een reekstitel als “Lady Astronaut” verklapt ik niet veel als ik zeg dat Elma York uiteindelijk ook echt astronaut wordt.

    In het tweede boek zijn we negen jaar later, en werkt een groot deel van de wereld samen aan een ruimteprogramma. Er is een basis op de Maan, en de logische volgende stap is Mars.

    Dit boek is voor het grootste deel het verhaal van de reis naar Mars, die drie jaar in beslag neemt. Meer van dezelfde ingrediënten als in deel één, maar nog spannender. Zoals Brandon Sanderson het verwoordt in een review:

    I thoroughly enjoyed The Calculating Stars by Mary Robinette Kowal, and so was excited for the release of the sequel, The Fated Sky. As I suspected it might be, it was that kind of book.

    You know, that kind of book where you start reading at midnight, knowing full well that this is a very bad idea, and finish at 5:00 AM, knowing you will be sorry for having gotten no sleep, but not at all sorry for having read the whole book at once? The Fated Sky was that kind of book for me.

    Ik had het eerste boek uit iets voor één uur ’s nachts, en dan las ik dat kortverhaal, en dan dacht ik, ik kijk eens hoe het tweede boek begint. En dan was het 384 bladzijden en twee uur drie kwartier later en was The Fated Sky uit.

    Er gebeurt allerlei op de ruimteschepen die naar Mars gaan, maar er gebeurt wellicht nog meer in de achtergrond op Aarde. Naar het einde van het boek komen we te weten dat Mission Control (waar Elma’s echtgenoot Nathaniel zit) niet de hele waarheid vertelt van wat er aan de hand is. Daar wordt gelijk zeer rap over gegaan. Weird. Benieuwd of het derde boek daar iets meer over zegt.

  • Lady Astronaut 1.5: Articulated Restraint

    Ik dacht dat het een boek was, maar het bleek een kortverhaal te zijn. Een deleted scene uit het eerste boek: er gebeurt op een bepaald moment een accident tijdens een ruimtewandeling; dit vertelt het verhaal vanuit het standpunt van één van de personages die erbij aanwezig waren.

    Hier te lezen. Het geeft u meteen een idee of de hele reeks iets voor u is.

  • Lady Astronaut 1: The Calculating Stars

    Alternate History! Hugo én Nebula gewonnen! Harde science fiction (maar dan wel jaren-1950)! Yay!

    Afsplitsing met Onze Tijdslijn: Dewey wint de verkiezingen in 1948, en in 1952 valt een meteoriet ergens voor de kust van Maryland. De meteoriet zorgt ervoor dat de president, vice-president, op één minister na heel de regering en op een paar mensen na het hele parlement in rook opgaan, dat de rechterbovenhoek van de VS zo ongeveer volledig vernietigd is — maar dat is niet het ergste.

    Het hoofdpersonage is dr. Elma York. Zij heeft allerlei universitaire diploma’s en werkt als computer bij de NACA (National Advisory Committee for Aeronautics, de tegenhanger van onze NASA). Zij berekent de langeretermijngevolgen van de meteorietinslag, en komt er op uit dat, omdat de inslag op zee was, het verdampte water in eerste instantie gedurende een paar jaar voor een lange winter zal zorgen (erg, maar niet zó erg), maar dat er na een paar jaar een losgeslagen broeikaseffect zal zijn. Dat niet tegenhoudbaar zal zijn, na verloop van tijd de oceanen gewoon zullen koken.

    Een extinction level event, dat ze zeggen.

    En dus moet er op zoek gegaan worden naar een manier van deze planeet weg te raken. Cue een race om een ruimteprogramma op te starten in de jaren-1950. Elma, die tijdens de Tweede Wereldoorlog WASP was, wil astronaut worden. Wat in de jaren-1950 niet zo evident is.

    Hugo en Nebula waard? Ik weet het niet echt. Een andere mens zou het misschien net iets teveel on the nose voortdurend (echt voortdurend) omgaan met casual en not-so-casual sexisme en racisme vinden. De parallel met global warming nu wat te obvious vinden. Idemdito met een Joods en daardoor ook gediscrimineerd hoofdpersonage met verlammende angststoornis ook, om het te vervolledigen. Beetje gelijk clickbait voor awards.

    Maar ik heb het wel zeer graag gelezen. Het bleef spannend.

  • De trein der alsmaar tragere traagheid

    Het is iets, met computers, dat ze over tijd trager en trager worden.

    Ik werk nu ook al lang genoeg met computers en ik ken er net genoeg van om te weten wat er aan de hand kan zijn, als een computer trager wordt: harde schijf die volloopt, alsmaar meer dingen die automatisch opstarten en in de achtergrond processor gebruiken, dat soort dingen. En ik zorg er dus actief voor dat dergelijke dingen niet gebeuren: mijn primaire harde schijf is een groot genoege SSD en om de zoveel tijd doe ik een purge van dingen die geïnstalleerd zijn.

    Helaas: dat lost niet alles op. Want soms is het ook gewoon dat de programma’s die een mens gebruikt groter en trager worden. En dat wat vroeger ruim voldoende geheugen leek, dat tegenwoordig niet meer is. Ja ik kijk naar u Photoshop gedomme.

    Het gaat er ooit toch wel eens van moeten komen, dat ik een nieuwe desktopcomputer nodig zal hebben om de computer die ik nu al een jaar of zes zeven heb te vervangen. Ik vermoed dat ik dan voor iets met twee zware videokaarten zal gaan en veel processor en veel geheugen. Dat ik weer een paar jaar goed ben, en dat ik ondertussen degelijke dingen kan doen met 3D en zo, want daar ben ik tegenwoordig wel veel mee bezig en ik zie mij daar wel nog even mee bezig zijn.

    Maar ’t zal ongetwijfeld weer zo’n afgrijselijk lang proces van afwegen en zoeken en alles worden. Ik heb er nú al geen goesting meer in. Al kijk ik wél uit naar die paar dagen dat ik versteld zal staan van hoe fantastisch snel! en stil! en krachtig! mijn nieuwe computer is — om dat dan na pakweg een week helemaal weer vergeten te zijn. 🙂