Mja.
Hrm.
Ik dacht, dit ziet er veelbelovend uit. Ik dacht, dit krijgt zeer lovende commentaren. Ik dacht, dit zal dus wel goed zijn.
En het begon zeker goed. Premisse: meisje in de 17de eeuw wil méér van het leven dan alleen getrouwd zijn en in een minuskuul dorp in de buurt van Le Mans blijven wonen tot ze dood gaat. Als ze 23 is en eigenlijk al veel te oud, krijgt ze de keuze niet meer om mensen af te wijzen: er is een weduwnaar in het dorp, en daar zal ze mee trouwen en dat zal dat dan zijn.
Waarop zijn een deal met de duivel sluit. Ze blijft eeuwig jong, kan doen wat ze wil, maar omdat nooit iets zonder kost is: ze zal vergeten worden. En niet zomaar vergeten, maar letterlijk uit het oog, uit het hart: als ze even weg is en terugkomt, zijn mensen vergeten wie ze is. En ze kan ook geen dingen veranderen die haar aanwezigheid zouden verraden: ze kan geen dingen schrijven of tekenen, ze kan geen dingen kapotmaken of in brand steken, ze kan zelfs haar eigen naam niet uitspreken.
Het boek vertelt twee tijdslijnen: het leven van Adeline (Addie) van de jaren 1600 tot nu, en een verhaal in 2014, waar ze iemand tegenkomt die zich haar, voor het eerst sinds 300 jaar, wél kan herinneren.
Helaas, helaas. Het zat er ergens wel in, maar het is er niet uit gekomen. Schwab slaagt er niet om on een personage van 300 jaar oud neer te zetten. Want iemand die 300 jaar leeft, daar geloof ik niet van dat die zich gedraagt zoals het hoofdpersonage hier doet. Ik voel geen verschil tussen 1714 en 1914 en uiteindelijk 2014.
De meest interessante periode, 1952-1968, waar het boek voor mij eigenlijk rond draait, waar immens veel gebeurt met de twee échte hoofdpersonages (Addie en de Duivel), wordt er in één nietszeggend hoofdstuk doorgehaspeld.
Het moment dat Henry, het zogezegde tweede hoofdpersonage, zijn intrede doet, is het moment dat ik mijn geduld begon te verliezen. Zo’n nulliteit, ge kunt het u niet inbeelden. Een akelig ventje, vind ik, met een akelige entourage.
Wat een verloren kans. Het gegeven van een 18de-eeuws meisje dat eeuwig leeft, en hoe immens moeilijk dat moet zijn (as opposed to een man of een vrouw die toe ze nog leefde al veel macht had, cfr. de Saint-Germain-boeken en Atta Olivia Clemens) — wat een verhalen zouden daar uit te halen zijn! Iemand die jaar na jaar en eeuw na eeuw vergeten wordt, maar toch probeert terug te klauwen door echo’s en schimmen in kunst achter te laten, hoe boeiend moet het zijn om de gemoedstoestand van zo iemand te leren kennen en te zien evolueren!
Maar neen dus. Helaas. Jammer. Spijtig.