• Ziet! ’t Zijn drie kortverhalen, twee vóór het eerste boek en eentje er meteen na.

    In The Moth & the Flame gaat het over de ontluikende liefde tussen Despina, de dienstmaagd, en Jalal al-Khoury, de kapitein van de koninklijke wacht. Hij is een onverbeterlijke vrouwenzot, zij is koppig en onafhankelijk, en ge kunt u al inbeelden hoe het eindigt. Stekezot van mekaar (maar het niet toegeven).

    The Crown & the Arrow vertelt het begin van het eerste boek uit het persectief van de kalief. Voor het eerst is er een vrijwilliger, hij snapt niet waarom ze het doet, hij besluit ze te ontmoeten in haar kamer.

    The Mirror & the Maze speelt zich af net na de dramatische climax van het eerste boek, en dat Khalid voor keuzes staat.

    Enorm zeer veel hebben ze niet om het lijf, maar hey, ’t zijn fijne vignetjes.

  • Ik was al helemaal vergeten waarom ik dit op de lijst had gezet, maar het werd al van de eerste pagina’s meteen duidelijk — aangeraden door Goodreads om wellicht dezelfde redenen als ik de Lunar Chronicles aangeraden werd: een hervertelling van een sprookje.

    Duizend en één nacht, in dit geval. Khalid, de kalief van het machtige Khorasan is achttien jaar oud, en elke nacht trouwt hij met een nieuwe bruid, die hij de volgende ochtend laat wurgen.

    Shahrzad’s beste vriendin was één van die bruiden, en ze is vastbesloten haar dood te wreken. Ze vrijwilligert zichzelf om te trouwen met Khalid. Zo gezegd, zo gedaan: ze raken getrouwd.

    Normaal gezien ziet Khalid zijn bruid niet meer na de huwelijksceremonie, maar deze keer komt hij naar haar kamer. Waar hij haar met een totaal gebrek aan passie verkracht, en ze hem dan een verhaal vertelt. Tot aan het ochtendgloren, wanneer ze normaal gezien zou gewurgd worden — maar de kalief is te benieuwd naar het vervolg van het verhaal, laat ze leven, en komt de volgende nacht weer naar haar kamer. Waar hij ze weer verkracht, en zij weer een verhaal vertelt met een cliffhanger.

    Bon, even pauze.

    Shahrzad is net zestien geworden. Twee verkrachtingen op rij door het monster dat behalve haar beste vriendin ook nog tientallen andere jonge meisjes vermoord heeft. En dit is hoe ze over hem spreekt met haar dienstmaagd als ze hem in de verte ziet in de loop van de derde dag:

    When Shahrzad looked down, she was dismayed by the instant tightening sensation in her chest. She knitted her brow and pressed her lips into a line. The caliph’s shoulders were tan and lean; each of the muscles in his trim torso shone, defined and well articulated in the afternoon sun. Despina sighed. “Despite everything, I have to admit I’ve always found him quite handsome. Such a shame.” Again, Shahrzad felt the strange reaction spike within her core. “Yes. It is a shame,” she spat.

    Ik ga niet rap het woord “problematisch” in de mond nemen, maar ik was het op een haar na aan het overwegen. Een paar pagina’s verder articuleert ze zelf het probleem een beetje, maar toch:

    He toyed with a smile. An invitation. But the yoke of betrayal hung about her, weighing on her every action. Shaming her for even considering a moment in his arms, and insisting she not succumb once more to the wishes of a fickle heart. How can I desire him? After he killed Shiva? After he killed so many young girls, without explanation?

    Ik vond het een beetje raar.

    Ondanks het begin, komt het allemaal op zijn plooien. Het is niét zoals in het originele verhaal van Duizend en Eén Nacht, dat de koning zo kwaad is over het overspel van zijn vrouw dat hij beslist dat alle vrouwen zo zijn en dat hij dus trouwt met maagden die hij meteen laat executeren zodat ze hem niet ontrouw kunnen zijn.

    In The Wrath & The Dawn heeft de kalief een reden om te doen wat hij doet. En is het ergens verdedigbaar dat Shahrzad en Khalid stekeverliefd worden op mekaar.

    Absoluut niet helemaal verdedigbaar, en absoluut totaal onverdedigbaar dat ze na anderhalve dag al helemaal smelt voor hem, en dat hij blijft weigeren haar welke uitleg dan ook te geven, en dat ze zelfs geen poging onderneemt om door te vragen of iets van actie te ondernemen.

    Maar bon. Alles geraakt uitgelegd. En het is serieus romantisch en al.

  • Ring Shout

    Ik woonde een tijd geleden een spreekbeurt bij van een zwarte Amerikaanse mevrouw, die een heel harde fan van comics en fantasy en science fiction en alles was. Ze raadde een aantal boeken aan, en ik heb die allemaal op mijn te lezen-lijst gezet.

    Een week of drie geleden las ik al een comics-reeks die ze onnoemelijk hard aanraadde — Niobe: She is Life, van Sebastian A. Jones. Ik vond dat een occasioneel prachtig (maar vaak ook serieus meh) getekende reeks, maar helaas een consistent verwarrend en soms pijnlijk slecht geschreven reeks. Iets om zeer zeer snel te vergeten.

    Dit was, vrees ik, alweer geen schot in de roos.

    We beginnen in medias res, met een gevecht tussen zwarten en Klanleden. En dan blijkt er iets aan de hand te zijn met de leden van de Klan.

    Het concept is eenvoudig: D.W. Griffith, regisseur van The Birth of a Nation, was een tovenaar, en toen hij de film in 1915 uitbracht, heeft hij de angst en de haat van een groot deel van Amerika gekanaliseerd om Lovecraftiaanse wezens in de wereld te roepen.

    Er zijn gewone mensen die lid zijn van de Klan, maar er zijn ook die demonachtige dingen die ze Ku Kluxes noemen, en die er alleen van buiten en van ver uitzien als mensen.

    Euh ja, en dat is het verhaal ook zowat. Er zijn een stuk of wat gevechten — als het een film was, was er een met 75% actiescènes.

    Verder is het helemaal in een bij wijlen irritant AAVE-light geschreven en komt er één niet-zwart karakter in voor dat niet onherroepelijk slecht is. Dat ene karakter is wel een jood, dus de discussie is nog open of hij al dan niet wit mag genoemd worden.

    Jaja, ik snap wat er gedaan werd. Ik vond het een gemakkelijke truukje. En de KKK herleiden tot bovennatuurlijke wezens die leven op de haat van witte mensen: bwofja. Beetje zwak.

    Dat zou mij nog niet eens gestoord hebben, als de auteur er in geslaagd was om me emotioneel geïnvesteerd te krijgen in ook maar één personage. Het boek zit vol emotie en onrecht en trauma en magie en liefde, ’t is moeilijk te verklaren hoe weinig het mij allemaal interesseerde, en hoe ik vooral de pagina’s aan het aftellen was dat het gedaan was.

  • Teixcalaan #2: A Desolation Called Peace

    Het hád een reeks kunnen zijn van een boek of vijf of zefs tien, maar het is een reeks van twee geworden.

    Verfrissend.

    In boek één was er allerlei aan de hand tussen een ruimtestation dat zijn onafhankelijkheid wou bewaren van het machtige Teixcalaan-rijk enerzijds, en allerlei machtsstrubbelingen binnen voornoemd machtig Teixcalaan-rijk.

    Oh en ah ja, ergens subtiel op de achtergrond waren er aliens. Even vermeld in het begin, en dan weer op het einde.

    Tsjechov’s Aliens!!

    Het einde van het eerste boek zou gespoiled worden als ik de beginsituatie van het tweede boek zou omschrijven, maar het heeft dus met die aliens te maken.

    Het boek heeft een andere vibe dan het eerste boek: waar het eerste min of meer een huis clos was met een kleine groep personages die om en rond elkaar draaiden, speelt dit zich af op twee volledig verschillende plaatsen, die niet in voortdurend contact met elkaar staan, en dus in een soort fog of war-situatie moeten werken.

    Zoals de auteur het verwoordt:

    The book (…) is about incomprehensibility and impossible wars. A lot of it happens on a Teixcalaanli battleship. There’s interstellar mail fraud. And a kitten. (Technically, several kittens). Also a maybe-genocide, some extremely unwise kissing, and the usual dose of political machination.

    Andermaal: uitstekend boek. Zeer hard aangeraden.

  • Frankenstein in Baghdad

    Gelezen als audioboek, dit. Vertaald uit het Arabisch (فرانكشتاين في بغداد), ook.

    Het verhaal speelt zich af in Bagdad, in de nasleep van de Golfoorlog.

    De beste vriend van Hadi, een brolverkoper, sterft bij een zelfmoordaanslag. Hadi wil zijn vriend begraven, maar hij wil een intact lichaam begraven en het lijk is zwaar verminkt. Dus vervolledigt Hadi het lijkt met stukken van andere slachtoffers van het voortdurende geweld in Bagdad.

    En dan komt een parkingbewaker om het leven, en op de één of andere wijze geraakt zijn ziel in het nu volledig gemaakte lijk. Hij vergeet wie hij is (Hadi noemt hem “the whathitsname”) — al wat hij weet, is dat hij wraak wil nemen op de mensen die de eigenaars van de onderdelen van zijn lichaam hebben doen sterven.

    Volgen de in elkaar vervlochten verhalen van stapels personages die elk op hun manier de ontbinding van hun wereld meemaken — van Hadi over een journalist en een oude vrouw die in het monster haar eigen twintig jaar geleden verdwenen zoon denkt te herkennen tot en met de auteur van het boek zelf.

    Want haja, ’t is raamvertellingen binnen raamvertellingen: het boek is zogezegd gevonden door het “Tracking and Pursuit Department”, een departement van de nieuwe regering in bezet Irak dat bestaat uit onder meer astrologen en waarzeggers. En dat boek dat gevonden is, daar wordt het verhaal verteld door Hadi, die een notoire leugenaar en verhalenverzinner is. De Whatsitsname is nu eens een monster dat echt bestaat, dan weer een urban legend, dan weer uitgevonden door de Amerikanen, en als de Whatsitsname zijn verhaal zelf vertelt (in een dictafoon) en doorgeeft aan een journalist, wordt het gesensationaliseerd en gepubliceerd als het verhaal van Frankenstein in Badgdad, compleet met een foto van De Niro als Frankenstein erbij.

    Ik heb het niet met tegenzin gelezen.

    Ik kan mij wel niet van de indruk ontdoen dat er in de vertaling allerlei is achtergebleven. Het is duidelijk dat er absurde elementen in zitten, maar ik weet niet of het in het origineel als wrange humor bedoeld was dan wel als iets anders. En ik zou de mensen veel liever in hun eigenlijk woorden met hun eigen dialect en woordenschat hebben horen sprekeen dan door een verteller in het Engels met een Middenoosters accent.

  • Teixcalaan #1: A Memory Called Empire

    Hoezee space opera! Wijdse vistas! Vreemde culturen! Verre toekomsten! Mysterieuze aliens!

    Op de cover zegt Ann Leckie dat ze het een fantastische boek vindt, en wat ik gelezen heb van Ann Leckie vind ik fantastisch, dus hey.

    Het verhaal speelt zich af in een verre toekomst, waar mensen verspreid zijn over de melkweg. Eén van de keuzes die een auteur moet maken, is de manier waarop transport gebeurt (beperkte FTL zoals Star Trek’s hyperspace, quasi onbeperkte FTL zoals bij Star Wars, jumpgates of stabile wormholes zoals in DS9, WH40K en Expanse, of gewoon géén FTL of shortcuts zoals de Nauvoo in Expanse, of pakweg Seveneves en stapels andere generatieschipverhalen).

    Hier zijn het stabiele wormholes en gewoon snelle conventionele schepen, maar wél FTL voor informatie.

    Het “Empire” waarvan sprake is Teixcalaan: een soort mengeling van de Azteken (bloedoffers!) en Byzantium (hiërarchie, al wat niet Teixcalaan is, is barbaars en eigenlijk nauwelijks de moeite waard om mee te spreken.

    Mahit Dzmare woont op een klein onafhankelijk ruimtestation, met een paar tienduizend mensen. Ze graviteren rond Teixcalaan, dat immens veel invloed heeft op cultuur en leefwereld, maar weigeren er deel van uit te maken. Wat haar cultuur speciaal maakt, is dat ze technologie uitgevonden hebben om persoonlijkheden op te slaan en door te geven. Zo kunnen piloten hun ervaring doorgeven aan hun opvolgers — of, zoals in het geval van Mahit Dzmare: zo kan de vorige ambassadeur bij Teixcalaan zijn ervaring doorgeven aan zijn opvolgsters.

    Enige probleem: de vorige ambassadeur is gestorven en het is al tien jaar geleden dat hij het laatst een backup genomen had. wat wil zeggen dat Mahit met slechts vijf jaar ervaring naar Teixcalaan vertrekt. Waar al snel blijkt dat haar voorganger vermoord is. En dat hij blijkbaar zowel vrienden als vijanden gemaakt heeft op de hoogste niveaus van Teixcalaan.

    Teixcalaan, dat al 80 jaar in vrede leeft, maar geleid wordt door een keizer die op sterven na dood is. En waar allerlei poltieke machinaties aan de gang zijn, waar Mahit vrijwel meteen in betrokken wordt.

    Spannend. Uniek. Fijne personages. Verhaal dat u geen moment loslaat. Het is inderdaad “all-around brilliant”, zoals Leckie zegt. Zeer aangeraden.

  • We hadden het er vanavond over aan tafel. (’t Is te zeggen: ik begon er aan tafel over te zagen en een aantal andere mensen aan tafel knikten beleefd tot ik stopte met ranten.) Maar ’t is toch wel waar dat het godgeklaagd is.

    Als Sammy Mahdi “Collectieve regularisatie is geen rechtvaardige oplossing” schrijft, dan klinkt dat op het eerste gezicht logisch.

    Een groep mensen die de spelregels breekt, die naar hier gekomen zijn maar uiteindelijk nul op het rekest gekregen hebben en dus niet meer in België mogen zijn, die moeten nu niet afkomen met “ik ga niet meer eten tot ik wél nog in België mag blijven”. Als dát zou werken, dan moeten we geen regels meer maken, is het hek van de dam: dan zitten we in het Europa van het verleden, het Europa van de open grenzen. En we weten allemaal waar dát toe leidt: tegen pakweg 2031 zal 70% van bijvoorbeeld Antwerpen bestaan uit niet-Belgen. En voor ge het weet wordt ons land (ik laat in het midden of het tegen dan nog België is dan wel de Republiek Vlaanderen) geleid door een Marokkaan of een Turk of… een neger!

    Er is wel een redelijk vreemde gedachtenkronkel bij Sammy Mahdi. Want het gaat hier dus om mensen die uitgeprocedeerd zijn, ’t is te zeggen, die alles al geprobeerd en gedaan hebben, en die in laatste instantie volledig geweigerd zijn. En toch schrijft Mahdi “Ik herhaal nogmaals dat zij een aanvraag kunnen doen, en dat we die zullen bekijken”.

    Tiens. Ze hebben alle regels gevolgd, maar hij gaat ze tóch nog een kans geven? Twee mogelijkheden:

    • Ofwel weet hij nu al dat welk gesprek er ook is, het antwoord noodzakelijkerwijs altijd hetzelfde zal moéten blijven, namelijk neen. En dan is het een cynisch lege geste.
    • Ofwel zijn die mensen uitgeprocedeerd maar misschien ook niet, want er blijft een kans dat ze geregulariseerd kunnen worden.

    Volgens Frank Vandenbroucke zou het de tweede optie zijn: “Voor een ontknoping moeten mensen over hun individuele zaak een open gesprek aangaan. Bij 60 procent van de aanvragen voor regularisatie is het antwoord positief.”

    Wacht wacht.

    Mensen zijn totaal uitgeprocedeerd. Er is geen enkele wettelijke mogelijkheid meer om verder te gaan, ze worden stante pede uit het land gezet — maar als ze een “open gesprek aangaan” dan is er 60% kans dat ze alsnog geregulariseerd worden?

    Wil dat niet vooral zeggen dat er iets serieus mis is met het hele proces?

    Vanmorgen stond er een opinieartikel van Henri Heimans in De Morgen, die zelf betrokken was bij de collectieve regularisatie van Verhofstadt I. Ik heb het toen niet allemaal zo hard van dichtbij gevolgd, en ik geef toe dat ik ook de indruk had dat die collectieve regularisatie gewoon wou zeggen “Iedereen die hier nu illegaal is, die is met één pennentrek bij dezen legaal. Welkom in België!” Dat is uiteraard ook hoe zo ongeveer alle partijen in Vlaanderen het aan de man brengen. Van Vlaams Belang en N-VA kan ik dat begrijpen, want donkerbruin gonna donkerbruin, maar dat CD&V en Vooruit en Groen dat doen, gaat er bij mij niet in.

    Het is ronduit wraakroepend dat een Meyrem Almaci bijvoorbeeld poneert dat er “geen sprake kan zijn van een collectieve regularisatie. De dossiers moeten individueel beoordeeld worden.”

    Alsof dat dus niet het geval zou zijn, gedomme.

    De wet is online raad te plegen, en behoorlijk helder. Het is niet zo dat iedereen meteen Belg wordt. Dit zijn de voorwaarden:

    • in België verblijven van vóór de wet gestemd was
    • voldoen aan één van de volgende voorwaarden:
      • ofwel een erkenning als vluchteling aangevraagd hebben en na meer dan vier jaar nog altijd geen beslissing gekregen hebben (drie jaar voor gezinnen met minderjarige schoolgaande kinderen)
      • ofwel om redenen buiten hun wil niet kunnen terugkeren naar een ander land
      • ofwel ernstig ziek zijn
      • ofwel humanitaire redenen kunnen laten gelden en duurzame sociale bindingen in België hebben ontwikkeld
    • uitgesloten van de regeling zijn:
      • mensen die een gevaar betekenen voor openbare orde of nationale veiligheid
      • mensen die kennelijk bedrog hebben gepleegd bij de procedure van asielaanvraag

    Ik heb alleen met het allerlaatste punt een probleem. Er zijn stapels (en stapels) mensen die naar hier kwamen en “kennelijk bedrog” plegen bij hun aanvraag. Dat wil lang niet altijd zeggen dat ze geen erkenning “verdienen”, dat wil vaak helaas gewoon zeggen dat ze geluisterd hebben naar andere mensen die hen gezegd hebben wat ze moesten zeggen om “zeker” te zijn. Verhalen als “mijn vader was het stamhoofd maar hij is vermoord en zijn broer wil mij nu dood” bijvoorbeeld.

    Maar bon, ik begrijp dat er ergens een grens moet zijn. En mits duidelijke informatie in het begin van het proces in de zin van “vertel de waarheid, heel de waarheid en niets anders dan de waarheid — we gaan er onvermijdelijk achter komen als er ook maar één ding bewust gelogen is of achtergehouden is, en als dát het geval is, moogt ge het helemaal vergeten”, moet dat in orde kunnen komen.

    Als zo’n procedure niet op vier jaar afgerond kan worden, of als ge hier minderjarige kinderen hebt die al drie jaar naar school gaan en dan pas een negatieve uitspraak horen: dat is degoutant en zou niet mogen. Iemand die het tegendeel beweert, is een onmens.

    “Om redenen buiten zijn wil niet kunnen terugkeren naar een ander land”, ik beeld mij in dat dat bijvoorbeeld situaties zijn waarbij iemand geweigerd wordt in zijn/haar land van herkomst, het land waar hij/zij vandaan komt én het land waarvan hij/zij de nationaliteit heeft. Dan wordt het natuurlijk moeilijk om er iets anders mee te doen dan hem/haar hier te houden. En ernstig zieke mensen: dat lijkt mij een extensie van het principe geen mensen uitleveren naar een plaats waar ze de doodstraf zouden krijgen.

    Waar de menselijke factor het meest doorweegt, is in de laatste optie: humanitaire redenen en duurzame sociale bindingen.

    Het meest doorweegt, inderdaad, want het is geen automatisch proces. Er is niet enorm veel automatisch of collectief aan de collectieve regularisatie:

    1. elke individuele persoon die van de wet van 22 december 1999 wou gebruik maken, moest binnen de drie weken een aanvraag tot regularisatie indienen bij de burgemeester van waar hij/zij verblijft
    2. die aanvraag gaat binnen de acht dagen naar een commissie voor regularisatie (die heeft enerzijds een secretariaat, en anderzijds een reeks kamers met telkens een (ex)rechter, een advocaat en een afgevaardigde van een NGO actief in het domein van de mensenrechten)
    3. de burgemeester heeft een maand om eventueel een sociaal verslag te sturen; als er stukken ontbreken in het dossier heeft de aanvrager een maand vanaf de oorspronkelijke aanvraag om het dossier aan te vullen

    En dan zijn er verschillende mogelijkheden:

    • dossier onvolledig? secretariaat stuurt negatief advies naar minister; aanvrager wordt daarvan op de hoogte gesteld en heeft drie dagen om eventueel een verweer te schrijven — als de minister geneigd is de aanvrager te volgen, gaat het dossier naar een kamer, waar de aanvrager gehoord wordt en er advies komt, dat weer naar de minister gaat
    • dossier volledig maar (sommige) stukken zijn mogelijk betwistbaar? secretariaat stuurt dossier naar een kamer, waar de aanvrager gehoord wordt en er advies komt, dat naar de minister gaat
    • dossier volledig en secretariaat denkt dat het op het eerste gezicht een ongunstig advies wordt? secretariaat stuurt dossier naar een kamer, waar de aanvrager gehoord wordt en er advies komt, dat naar de minister gaat
    • dossier volledig en secretariaat denkt dat het op het eerste gezicht een gunstig advies wordt? secretariaat stuurt dossier naar de minister met een gunstig advies. Als de minister het niet eens is met het gunstig advies, gaat het dossier (yep) naar een kamer, waar de aanvrager gehoord wordt en er een nieuw advies komt, dat weer naar de minister gaat.

    Ik vind dat allemaal zeer duidelijk en proper. En zoals Heimans schrijft:

    Ik had het voorrecht om in een dergelijke commissie te zetelen en mijn perceptie was dat we in een hels tempo individuele adviezen verleenden die wettelijk correct waren, rechtvaardig én ook humaan. In die commissies werd gestreefd naar een consensus en er werd er streng over gewaakt dat de motivering alle elementen bevatten die van aard waren de beslissing te staven. Er was zeker geen sprake van nattevingerwerk. De zittingen verliepen in een serene, menselijke sfeer met grote luisterbereidheid. Vele schrijnende toestanden werden toen opgelost en de hele operatie heeft geen zogeheten aanzuigeffect teweeggebracht.

    Regularisatiemodaliteiten kunnen worden aangepast aan de huidige situatie, maar niets doen aan de snel degraderende toestand is geen optie. Dit vergt politieke moed én een humane ingesteldheid.

    Ja, ik vind dat we dat nu opnieuw moeten doen.

    Ik begrijp dat het moeilijk ligt om het “collectieve regularisatie” te noemen. De vlag dekt de lading niet. Noem het dan “individuele evaluatie” of zo. Eenmalig voor de talloze mensen (veel meer dan de hongerstakers) die nu in een dergelijke situatie zitten, en maak dan voor de toekomst een degelijk werkend systeem.

    Vermijd dat het zo ver moet komen, voornamelijk door er voor te zorgen dat procedures geen jaren en jaren aanslepen. En, de olifant in de kamer: werk verdomme eens aan een écht Europees beleid.

  • De jaren 1970

    Het was vorige week de laatste aflevering van Loki, en hoera er komt een tweede seizoen, en hoera het einde was wat ik had gehoopt.

    De set design van de Time Variance Authority was fantastisch: een soort mash-up van retrofuturisme van de jaren 1950 tot 1970 (en hoe raar is het dat er tussen de jaren 1950 en 1970 evenveel tijd zit als tussen de jaren 2000 en 2020 — zot).

    Enorm zeer wijs, allemaal, en ik kan mij ook herinneren dat ik dergelijke dingen toen gezien heb, in de jaren 1970.

    Maar we mogen zeker niet vergeten dat de jaren 1970 ook en vooral dit waren:

  • Woe is me

    Ik heb geen covid, maar ik heb wel een keelontsteking. Serieus, tijdens mijn vakantie ziek worden, dat is toch wel van het ambetantste dat er is?

    Ik heb vannacht immens slecht geslapen, ben vanmorgen opgestaan zonder stem, heb 75% van de dag in bed gelegen, en dan ben ik om iets na negen weer in bed gekropen.

    Hopelijk —hopelijk— is het morgen beter. Dedju.

  • Terug compleet, en al

    Voilà zie, alle kinders zijn terug van kamp.

    Jan is al direct weer weg naar een maat, Anna (die al een paar dagen thuis is wegens verkoudheid-achtig) ligt nu al een paar uur te bassen gelijk een zeehond, Zelie zou morgen eigenlijk moeten gaan werken maar heeft een keelontsteking en koorts; Louis is de enige die “gewoon” thuis is.

    Normaal gezien waren het nu Gentse Feesten.

    Sandra en ik hebben nog twee weken verlof.

    Binnen twee weken moet ik een Serieuze Professionele Beslissing nemen.

    De tomaten groeien proper verder en lijken — op één plant na — nog niet verschrikkelijk te leiden onder het kakweer.

    Het kakweer is wél ideaal om in te slapen: niet te koud, niet te warm.

    Frankenstein in Bagdad, mijn audioboek voor op de velo is uit, ideaal excuus om aan een nieuw te beginnen en dus (als het niet te veel regent) ga ik nog wat met de velo rijden de volgende dagen. Met een nieuw boek, of met de podcasts die ik nog moet inhalen: uren en uren en uren Conan O’Brien Needs a Friend en Not a Podcast (de A Song of Ice and Fire reread, met afleveringen van ettelijke uren per hoofdstuk).

    Dat en nadenken over keuzes maken.

    Moeilijk allemaal.

  • The Lunar Chronicles #4: Winter

    Winter is het mooiste meisje van de hele maan. Zó mooi dat haar slechte stiefmoeder haar verplicht heeft haar eigen gezicht te verminken, maar nog is ze mooier.

    Winter is opgegroeid samen met prinses Selene en met Jacin de zoon van een paleiswachter. En dan is Selene gestorven — verbrand in een “ongeluk” en haar lichaam is nooit teruggevonden. En dan is er iets gebeurd waardoor Winter besluit om nooit meer haar bioelektrische manipulatiekracht te gebruiken.

    Helaas wil dat zeggen dat ze ook langzaam gek wordt: iets met de energie die niet mag accumuleren of zoiets, ’t is complex maar het gevolg is dat ze voortdurend visioenen heeft. De muren bloeden, ze bevriest langzaam en kan niet meer bewegen, endin, niet zo aangenaam.

    (Ik vermoed dat Meyer de inspiratie haalde van Sneeuwwitje’s vlucht in het bos, met de griezelige bomen en ogen en alles.)

    En jazeker: iedereen komt iedereen tegen, en jazeker, er is een happy end. Meer dan dat is er niet over te zeggen zonder dikke vette spoilers.

    ’t is een tienerboek over sprookjes en het is science fiction-light en het is leutig om lezen. En meer dan dat is er ook niet over te zeggen.

  • The Lunar Chronicles #3.5: Fairest

    Een tussenboek, met de achtergrond van Levana, de Slechte Koningin van de Maan.

    Natuurlijk staat ze voor de stiefmoeder van Sneeuwwitje, en aangezien het laatste boek Winter heet, kan het niet anders dat het het verhaal van Sneeuwwitje zal zijn.

    Een kort boek, en ik weet niet goed wat ik er van moet denken.

    Leana is een (ha!, hoe kan het ook anders!) archetypisch slechte slechterik, en dit boek maakt er hoegenaamd geen sympathiek personage van, maar we weten wel waar ze vandaan komt en waarom ze is zoals ze is.

    Ze blijft ongelooflijk en bijna karikaturaal gemeen, maar dit boek geeft ook een idee van hoe het anders had kunnen zijn.

    Op naar het laatste boek en het onvermijdelijke happy end!

  • The Lunar Chronicles #3: Cress

    Ik had nooit geraden waar Cress over zou gaan, had ik de cover niet gezien — het haar maakt het duidelijk dat het om Rapunzel gaat.

    Cress (kort voor Crescent) zit niet in een toren opgesloten maar wel in een satelliet tussen Maan en de Aarde. Zij is afkomstig van de Maan, maar ze is één van de onfortuinlijken die géén bioelectrische energie kunnen manipuleren.

    Normaal gezien zou ze dan doodgedaan worden, maar bleek dat ze een soort fantastische hacker was, en dus werd ze gevangen gezet in die satelliet en zorgt ze er onder meer voor dat de ruimteschepen van de Maan onzichtbaar blijven voor de radar- en andere detectieinstallaties op Aarde.

    Ze heeft Onze Vrienden Van De Vorige Boeken gevolgd via de media, en is stiekem verliefd geworden op “Kapitein” (eigenlijk géén kapitein) Thorne, de knappe piraatachtige mens van het vorige boek.

    Ik vond het na afloop een zeer fijn boek. De personages worden zowaar complexer en alles!

  • The Lunar Chronicles #2: Scarlet

    105-50627_ch00_6P.indd

    Ding dong, boek twee van de reeks. Ik dacht eerst dat Scarlet Sneeuwwitje zou zijn (met haar rode lippen en zo), maar natuurlijk was het Roodkapje.

    Roodkapje woont bij haar grootmoeder in een dorpje in Frankrijk. Haar moeder is gestorven, haar vader is uit het beeld verdwenen. En dan wordt haar grootmoeder ontvoerd, en komt ze Wolf tegen, een mysterieuze straatvechter die misschien wel weet waar haar grootmoeder is.

    Maar is hij te vertrouwen? En waarom gedraagt hij zich zo vreemd? Het lijkt wel alsof hij nog nooit een blauwe hemel gezien heeft, of een tomaat gegeten…

    Ondertussen aan de andere kant van de wereld was Cinder op het einde van het vorige boek in de gevangenis geraakt. Waar ze natuurlijk prompt uit ontsnapt, samen met een piraat-achtige figuur die onder meer een schip van de militairen gestolen heeft.

    En de Koningin van de Maan smeedt nog altijd Snode Plannen.

    Ook hier viel ik niet voortdurend omver van de onverwachte ontwikkelingen, ook hier kon mij dat niet zo hard schelen.

    En ja, uiteraard komen Cinder en haar maat en Scarlet en Wolf elkaar tegen en trekken ze samen op pad.

  • The Lunar Chronicles #1: Cinder

    Een soep van genres, deze reeks. Young Adult, en tegelijk Fantasy en Science Fiction,en ook Romance en ook gewoon een hertaling van sprookjes.

    Ik ben het niet helemaal eens met de genres, want er komt geen magie aan te pas, en alles dat gebeurt is verklaarbaar en wordt ook verklaard op basis van wetenschap. Er komen geen elfen in voor maar wel Lunars, mensen die generaties en generaties geleden naar de Maan geëmigreerd zijn. Ze kunnen mensen dwingen dingen te doen, en bijvoorbeeld ook anderen doen geloven dat ze er anders uitzien — glamour zou dat zijn bij elfen, hier is het de genetisch verworven kunst van de manipulatie van van bioelectrische energie. Okay, een beetje handgewuif, maar toch: geen magie.

    Cinder is een soortement hervertelling van Assepoester. Cinder Linh is een cyborg (’t is te zeggen, 38% van haar lichaam is robotisch na een niet nader gespecificeerd ongeluk toen ze 11 was). Ze kan als de beste overweg met mechanische dingen en heeft bijvoorbeeld een androïde als vriend.

    Haar familie is een boze stiefmoederachtige figuur en twee zussen, één jonger en lief, één ouder en gemeen.

    De Vierde Wereldoorlog is een hele tijd geleden gekomen en gegaan, de wereld is opgedeeld in grote blokken, zij woont in Nieuw Beijing, de hoofdstad van het Oostelijke Gemenebest, dat geregeerd wordt door een Keizer.

    De rest van het verhaal laat zich een beetje raden: ze komt de kroonprins tegen, en Allerlei Gebeurt. Op een bepaald moment verliest ze niet haar schoen maar haar hele voet.

    Er is ook een gemene besmettelijke ziekte die de ronde doet, de Boze Koningin van de Maan die wil trouwen met de kroonprins en zo het Gemenebest en wellicht later de wereld wil overnemen. Er is ook discriminatie van cyborgs, en medische experimenten, en een verdwenen prinses van op de maan die eigenlijk de échte Koningin van de Maan zou moeten zijn.

    Er gebeuren zeer (zéér) weinig verrassende zaken, maar ik heb wat sommige dingen betreft een kinderhand, en die is gauw gevuld.

    Zo ook met dit boek. Uitgelezen op minder dan een halve dag. En op naar het volgende.