• Les jours se suivent…

    …et se ressemblent.

    ‘t Was weer woensdag, en daarna is het weer donderdag en dan is het bijna weekend.

    Het is ook zo op het internet. Om de zoveel tijd kijk ik naar andere kanten van het internet. Jim Bakker van een paar dagen geleden: nee, hij is gelijk echt nog niet helemaal terug na zijn geraaktheid van vorig jaar. Hij was altijd al wat ahem traag, maar nu begint het echt serieus op te vallen. En zijn gasten zijn ook altijd zo fantastisch. “It’s like Bobby Ewing stepping out of the shower” als referentie gebruiken bijvoorbeeld: dan ziet ge meteen voor wie die uitzendingen gemaakt worden, als iets dat bijna 35 jaar geleden gebeurd is nog begrijpbaar is.

    Ach ach.

  • Toch nog eens

    Ik ben proper boeken aan het lezen dus da’s in orde. Ik kijk alleen nog naar series die ik echt actief aan het volgen ben (Expanse en Wandavision voor het moment, en Expanse is eind deze week ook weer gedaan voor het jaar).

    Dus ik beloon mijzelf voor al die flinkheid met één film per dag.

    Afwisselend dingen die ik wil herbekijken en dingen die ik eigenlijk al lang geleden had moeten gezien hebben en dingen die ik van haar noch van pluimen ken.

  • Een nieuwe week

    Allez hop, ‘t was maandag.

    Ik had er niet echt veel goesting in, maar ‘t viel allemaal wel mee. Veel jobinterviews gedaan vandaag. Veel kleine dingen gedaan. Allemaal dingen van mijn todolijst gehaald.

    Ik heb nu al het gevoel dat de week zal voorbijvliegen.

  • I Am Pilgrim, suite et fin

    Allez ju, het boek is uit.

    Een aantal dingen uit de weg op voorhand.

    Het boek is extreem slecht geschreven. Akkoord, het is Hayes’ eerste boek, maar dat mag geen excuus zijn. Integendeel! Een debuut zou met nog meer aandacht moeten gevolgd worden door een goede editor. Die zou bijvoorbeeld na de twintigste keer dat iemand of iets (inclusief de twee hoofdpersonages en zowat elk nevenpersonage) omschreven wordt als “de beste ter wereld”, “de mooiste die ik letterlijk al zag”, “de meest begaafde ooit”. Die zou er ook belachelijke zaken zoals een niet-bestaand ‘Turks Engels” dat meer Yoda dan iets anders is, uit gewipt hebben. Die zou ook nagekeken hebben of pakweg een “bekend Nederlands gezegde” wel degelijk écht een bekend Nederlands gezegde is (hint: neen, dat was het niet). Die zou ook gezegd hebben dat het géén goed idee is om letterlijk elk hoofdstuk — zelfs als het maar drie pagina’s lang is — te eindigen met een dramatische voorbeschouwing in de zin van “Het was pas later dat ik zou beseffen dat ik een cruciale fout begaan had”.

    Het verhaal gaat, ruwweg, over twee supermannen. De ene is een Amerikaan, die op jonge leeftijd zijn ouders verliest en geadopteerd wordt door (uiteraard!) miljardairs, en die dan na een korte omweg een blitscarrière maakt als James Bond maar dan indrukwekkender en na een paar jaar de baas van James Bond wordt maar dan nog veel indrukwekkender. En die op zijn 31ste op pensioen gaat nadat hij half de wereld heeft gezien en duizend dingen meegemaakt heeft. En die dan begot een boek schrijft waarmee mensen perfecte misdaden kunnen plannen.

    De tweede superman is een Islamofascist, die zijn vader ziet geëxecuteerd worden wegens majesteitsschennis in Saoedi-Arabië en radikaliseert en naar Afghanistan trekt en een superheld-Mujahedin wordt en daarna dokter en superwetenschapper.

    Haja, islamofascisme. Want het is vaak een nogal islamofoob boek, ja. OK, er is vanalles serieus mis in Saoedi-Arabië, maar dat wil niet zeggen dat ze daar allemaal “garbage wrapped in skin” zijn, bijvoorbeeld. Het boek is, vrees ik, vooral een kind van zijn tijd: post-9/11 paranoia.

    Ergens diep in die honderden en honderden bladzijden, zit een goed verhaal. Mar Hayes is niet de schrijver om het te schrijven.

    “Show, don’t tell” is een uitstekende vuistregel. Tóón dat een personage intelligent/moedig/whatever is, zég niet dat hij enorm intelligent / fantastisch moedig / whatever is. Letterlijk de eerste helft van die boek (pakweg 300 van de 600 bladzijden) is een niet-aflatende stroom van flashback na flashback om te vertellen hoe fantastisch de superheld wel is.

    Een paar toevalligheden, dat kan gebeuren. Maar toeval na toeval na toeval, dat is gewoon ongeloofwaardig. Op het einde van dit boek komt letterlijk elke anekdote uit al die tientallen flashbacks nét van pas — hetzij om een gevatte repliek te geven, hetzij om een huurmoordenaar te herintroduceren die we al 500 bladzijden vergeten waren, hetzij om een dokter te vinden die jaren na een mislukte actie van vijftien jaar geleden nog altijd in hetzelfde dorp loopt alcoholieker te zijn. Om nog niet te spreken van de knullige manier waarop de twee hoofonderzoekslijnen (naar een moord in New York en naar de islamofascist) toevállig naar precies hetzelfde dorp in Turkije leiden, dat ook al dezelfde locatie van een flashback was.

    Zeer zeer frusterend boek.

    Het einde was wel spannend, dat wel.

  • Te kort

    Het is al zaterdagavond en ik heb het gevoeld dat het weekend tegelijkertijd nog moet beginnen en al gedaan is.

    Dat is geen fijn gevoel.

    Het is wel goed nieuws in die zin dat als het weekend snel voorbij gaat, de week ook snel voorbij gaat, en we zo alsmaar dichte bij de ontknoping van onze verbouwingen geraken natuurlijk. Het dak: de juiste mensen zijn gecontacteerd, en met een beetje geluk hebben we een vergadering in de loop van volgende week met de architect erbij. De badkamer: alleen nog details. Deuren en schrijnwerkerij: de mensen die het gingen doen, hebben beloofd dat ze het zullen doen (en mensen die die mensen kennen, hebben gezegd dat ze ze gecontacteerd hebben). Meer dan dat weten we niet, maar we leven in hoop. En dan moeten we nog gevelmensen vinden. En dat mogelijks coördineren met de dakmensen.

    Het zou gemakkelijker zijn als het allemaal veel rapper zou voorbijgaan. ‘t Is niet dat ik alles beu ben, maar ‘t is soms moeilijk om gemotiveerd te blijven hé.

  • Wandavision 4

    Als ge denkt dat ge weet waar het ongeveer naartoe gaat, gaat het ergens anders naartoe.

    Ik ben zeer content van Wandavision. Wie had ooit gedacht dat Disney groen licht zou geven aan psychologische horror? 🙂

  • Mug?

    Zou het? Ik heb denk ik een muggenbeet op mijn linkerwijsvinger.

    Serieus gasten, die beesten zijn nog niet zo lang weg en ze zouden nu al terug zijn?

    Ik mag van ganser harte hopen van niet, dedju.

  • Ik ben nog in dubio

    Sandra had een boek gelezen dat ze goed vond, en ik ben altijd content als ik boeken kan lezen waar ik niets van afweet, dus ben ik er na mijn Stormlight-boek maar aan begonnen.

    I am Pilgrim. Spionage-achtig. Hoofdpersonage is een soort superman, verhaalstructuur is flashback in flashback in flashback, logica is soms zeer ver te zoeken, en ‘t spijt mij, maar als ik dit soort dingen lees, moet ik eens heel hard zuchten:

    I was thirty-one years old and I realized, through no fault of my own, I had been trained for tank warfare in Europe, only to find the battle was with guerillas in Afghanistan. Like it or not, history had passed me by.

    On another level, far deeper, I knew that sooner or later I wanted to find something – something it’s hard for me to put a name to … a thing most people call love, I suppose. I wanted to walk along a beach with someone and not think about how far a sniper rifle can fire. I wanted to forget that you feel the bullet long before you hear the shot. I wanted to find somebody who could tell me what safe harbour really meant.

    I knew with all my heart that, if I didn’t leave the secret world now, I never would. To turn your back on everything you know is hard, among the most difficult things you’ll ever do, but I kept telling myself one thing.

    If you want to be free, all you have to do is let go.

    “A thing most people call love, I suppose”. Yikes.

    Nog naast de zware renowned Dan Brown-vibe die ik al de hele tijd had — Pilgrim is zo mogelijk nóg onwaarschijnlijker als Robert Langdon, wegens niet alleen ongelooflijk in alles maar ook nog eens véél jonger — was dit een pagina waar ik even van moest achterover leunen, zo onwaarschijnlijk slecht ik ze geschreven vond.

    Voor de zekerheid heb ik het doen lezen door Anna die 15 is en praktisch nooit boeken leest, en door Zelie die 21 is en literatuur studeert, en ze waren het erover eens: cringewaardig.

    Het is absoluut niét mijn gewoonte, meer nog: ik doe het normaal gezien nooit, maar ik heb even zeer snel gezocht naar reviews. “I am pilgrim review” op de Google geeft mij als twee eerste autocompletes “New York Times” en “The Guardian”, en de eerste paragrafen van beide reviews zijn lovend.

    Dat wil zeggen dat ik wellicht mijn tijd niet aan het verdoen ben, en dat ik met een redelijk gerust hart kan verder lezen.

    Ik ben eens benieuwd.

  • Nieuwe projecten, yay

    Het was al even geleden, maar ik heb een paar nieuwe projecten gekregen op het werk. Met een klant waar ik twee en een half jaar geleden ook al voor gewerkt had, dus echt helemaal nieuw was het niet, maar toch: nieuwe werkomgeving, dingen overnemen die iemand anders al had overgenomen van iemand anders, vanaf dag één beslissingen mogen/moeten nemen, ‘t zijn dingen.

    Ik vind dat van het meest leutige dat er is: iets nieuw beginnen, ergens in gesmeten worden, voor niet veel meer dan de helft doorhebben waar het allemaal over gaat, en dan stukje bij beetje het grotere beeld zien, tot op een bepaald moment het licht aan gaat.

    Het licht is helemaal aan nu. Wijs.

    Want het grootste nadeel van een licht dat nog niet aan is gegaan, is dat elke onderbreking dodelijk is: het duurt een tijd om in the zone te geraken, en zowel een onderbreking van het nieuwe ding door iets anders als een onderbreking van iets anders door het nieuwe ding, is geen vijf minuten, maar gemakkelijk een half uur verloren wegens heroriënteren en helemaal in de context te geraken.

    Eens het licht aan is, vind ik context switchen praktisch nooit een probleem, gelukkig, maar zelfs stimulerend.

    Alla.

    De volgende stap is de mensen leren kennen. Dat is ook iets geestigs, als het voorbij het formele enkel-werkgerelateerde kan gaan.

    (En nog eens hoera voor die lockdown, en hoe fantastisch veel aangenamer het is om alles online te kunnen doen!)

  • Rhythm of War

    Het heeft wat voeten in de aarde gehad, maar ik heb Rhythm of War uiteindelijk uitgelezen. Voeten in de aarde, omdat ik begonnen was met het in audioboek te beluisteren, maar het was al zo lang geleden dat ik de vorige boeken gelezen had, dat ik geen flauw idee had wie wie was.

    ‘t Is te zeggen: ik had de vorige boeken gelezen, zoals in “met mijn ogen gelezen”, niet beluisterd. En het moet zijn dat ik de namen anders in mijn hoofd had zitten dan de meneer en de mevrouw die het boek voorlazen, of ik weet eigenlijk niet wat, want het lukte niet, in audioboek. Ik geraakte niet vooruit, met elke avond juist voor ik in slaap viel een kwartier te luisteren.

    Overgestapt op Kindle en ‘t was direkt beter: na een paar hoofdstukken was ik weer helemaal mee, en op een paar avonden was ik er door.

    Heel veel negatief commentaar op tinternet, zag ik achteraf. Boze mensen, over hoe saai het is en alles.

    Ik ga niet zeggen dat het een slecht boek was. Maar ik durf ook niet te zeggen dat het een boek is dat zeer veel mensen uitstekend gaan vinden. Brandon Sanderson bouwt aan een verhaal dat bijna al zijn werk aan het omvatten is: alles speelt zich af in de Cosmere, waar quasi-goddelijke wezens (die behalve dat ze enorm machtig zijn toch nog altijd verrassend menselijk blijven van karakter en dergelijke) in verschillende zonnestelsels zitten op verschillende planeten, en waar er een soort allesomvattend systeem van magisch-achtige dinges is, dat in elk van die plaatsen zijn eigen systematiek heeft.

    Het hangt allemaal in elkaar, en voor de (zeeeer) aandachtige lezer staat het vol met verwijzingen over en weer.

    Daar knelt het wat, in Rhythm of War: Sanderson probeert te veel antwoorden te geven, en tegelijkertijd te veel allusies te doen naar dingen die alleen begrijpbaar zijn voor superfans en méér dan aandachtige lezers die alles gelezen hebben en/of op de hoogte gebleven zijn via bijvoorbeeld The Coppermind.

    Ja, ik ben één van die mensen. En ja, voor mij was het allemaal redelijk duidelijk, eens ik er weer in was geraakt.

    Een tweede probleem is dat het boek over en weer slingert tussen verschillende vertelstandpunten, en dat die helaas niet allemaal even interessant zijn. Zo is één personage, Venli, enorm interessant als het verhaal zich in het heden afspeelt, maar minder dan boeiend als het flashbacks zijn van acht jaar, zeven en een half, zeven jaar, etc. geleden. Doet een ander personage tot in de laatste paar hoofdstukken gewoon niets van belang, maar krijgt het wel om de zoveel tijd zijn eigen hoofdstuk waar niets in gebeurt. Is er nog een personage dat hoofdstuk na hoofdstuk wetenschappelijke experimenten omschrijft die vrees ik alleen maar boeiend zijn voor wie meer wil weten over het grotere beeld van de verschillende Cosmere-systemen.

    Een mens krijgt het gevoel dat dit nooit zou gebeurd zijn in de eerste boeken van Stormlight Archive — daar zou een redacteur nog durven zeggen hebben dat veel van die verhalen verteld konden worden in één hoofdstuk in plaats van in tien of meer.

    Het heeft er ook meer te maken, vrees ik, dat Sanderson zichzelf een redelijk vast carcan heeft opgelegd wat structuur betreft, over alle boeken boeken heen: elke titel van elke boek een verwijzing naar een echte tekst in het boek, elk boek een thema, elk boek een orde van Knights Radiant, elk boek een ongeveer gelijk aantal standpunten, elk boek één flashback-protagonist.

    Maar hey, dit was boek 4 van de 10 in Stormlight Archive. Het volgende boek zal een einde zijn, om dan vele jaren later de draad opnieuw op te pakken in boek 6-10. Sanderson deed dat al eens met de Mistborn-boeken, waar het tweede deel van het verhaal zich zo’n 300 jaar na het eerste dele afspeelt. Ik ben bijzonder benieuwd te zien wat er zal gebeuren in Stormlight 5. Het laatste nieuws is dat dat voor 2023 zal zijn.

    Met wat geluk is Winds of Winter tegen dan ook al uit. Alhoewel.

  • …en van slaap gesproken…

    Het is echt niet in orde. Ik zei om te lachen vrijdag “en nu ga ik 24 uur slapen, zo moe dat ik ben” — het zijn er geen 24 geworden, maar het scheelt niet veel.

    Ik ben dit weekend twee halve voormiddagen, een halve namiddag en twee avonden wakker geweest. En het is iets na negen, en ik denk dat ik maar weer in mijn bed kruip.

    Doodop. Bah.

    Ik had een lijstje met dingen die ik nog had kunnen doen voor het werk, maar ik heb ze uiteindelijk niet gedaan. ‘t Zal voor tijdens de werkweek zijn.

  • De kaap is gerond

    Voilà zie, ik kijk nu ook echt al meer dan een week nauwelijks nog naar series. Alleen naar dingen die ik actief volg (zoals Wandavision en The Expanse), en heel soms eens een film.

    Maar voor de rest ben ik boeken aan het lezen.

    Nu ja, aan het proberen lezen, want ik val gelijk meer in slaap dan wat anders.

  • Een nieuw projectje

    Ik ben nu al twee dagen aan het bijhouden wanneer de kat zó hard aan het zagen is dat ik ze wel moet op mijn schouder leggen of ik kan niet verder werken. Ik houd bij: het moment dat ik ze oppak, en hoe lang ze blijft liggen.

    Ik ben eens benieuwd wat dat gaat geven als ik het een tijdje volhoud.

  • Copy paste dedju

    Dingen die ge pas mist als ze er niet zijn: een werkend clipboard.

    Ik maak een tekening op mijn thuiscomputer, ik maak een screenshot, ik ga naar een andere computer waar ik via met een remote desktop-ding meet verboden was, en ik plak die screenshot in een document op die andere computer.

    Dat werkte gelijk anderhalf jaar lang zonder probleem. Vandaag probeer ik het, en het lukt niet. Het clipboard werkt op de remote computer, maar wat ik er op de remote in steek, komt niet op mijn eigen computers clipboard en vice versa.

    Dat is zo irritant, ge kunt het u niet inbeelden. Ik moest negen beelden plakken op twee verschillende plaatsen (één keer in een document en één keer in een Jira), en ik moest dus negen screenshots naar mezelf mailen op mijn andere account, en dan van daaruit copy-pasten.

    Bah. Bah, bah, bah.

    Ik heb een hartsgrondige wens doorgestuurd naar de helpdesk: ik wil mijn shared clipboard terug.

  • 46

    Ik heb live naar de eedaflegging van Biden gekeken.

    En ja, ik ben een sentimentele mens en alles, maar er waren traantjes. Wellicht omdat ik meer Amerikaanse dan Belgische media volg, maar miljard wat een opluchting, iemand die in volzinnen spreekt met de stem van de rede.

    Ik vond de speech van Biden echt heel goed, ook. “Un-civil war” is er eentje die blijft plakken. En een welgemikte antimetabool is ook altijd goed: “Let us not lead by the example of our power, but by the power of our example”.

    En dan die dichteres. Ik heb het doorgaans moeilijk met dat soort poëzie, maar het was wel heel indrukwekkend.

    Nu wordt het wachten op het oordeel van de geschiedenis.