• Dat was dan weer de week

    Ik weet nu al niet goed meer waarom, maar ik ben de werkweek begonnen met één van de zwaarste gevallen van negatieve goesting in lange tijd.

    Maar echt: quasi totale demotivatie, ge kunt het u vrees ik nauwelijks inbeelden.

    De week is gedaan, en uiteindelijk viel ze wel mee. Ik heb wat quick & dirty scriptwerk losgelaten op wat echte, complexe gegevens om tot een prototype te komen — altijd een uitstekend idee, een designgedacht toetsen aan de werkelijkheid: dat doet soms heel rare dingen, en hoe meer de dingen raar zijn, hoe beter. Want dat wil zeggen dat ge nu al problemen tegenkomt die een designer die niét doet wat ge doet, nooit zou tegenkomen. En dat het dus misschien pas tijdens de ontwikkeling naar boven komt, of worst case ná ontwikkeling. Wanneer het véél duurder of soms zelfs onmogelijk is om er nog iets aan te doen.

    (In mijn geval gingen we er van uit dat bij configuratieveranderingen één set van dingen gedeactiveerd werden en een andere set dingen in de plaats geactiveerd. Blijkt dat de dingen waarover we dachten dat het ging, niet alleen bij configuratiewijzigingen veranderen, maar ook voor een aantal andere redenen. En bovendien dat bij het veranderen van configuratie niet echt die dingen zelf, maar groepen dingen aan en af gezet worden. Groepen waar, om het gemakkelijk te maken, één of meer dingen kunnen in zitten of zelfs helemaal geen dingen. Ja, ik weet het: gekheid.)

    En verder was er werk waar ik niet naar uitkeek, maar dat uiteindelijk wel meeviel. En collega’s bij klanten waar het echt wel aangenaam mee samenwerken was. En werk dat ik wat uit het oog verloren was maar dat volgende week eerste ding aan de beurt is.

    En ander werk waar het eens te meer een gemak was dat ik van event listeners en css-gedoe en ander net iéts meer technische shenanigans afwist. En nog ander werk waar ik niet meer de enige ben die geconfronteerd moet worden met een hemeltergende leverancier — gedeelde smart is halve smart.

    En dichter bij huis, dat we nu al aan het spreken zijn over een offerte voor de nieuwe voordeur en echt zicht lijken te krijgen op binnendeuren en schrijnwerk.

    Oh, en dat ik een green screen gekocht heb en dat het daar wijs spelen mee is.

    Allez ju. Een week dichter bij, euh, de zomervakantie? Kerstvakantie? Mijn pensioen?

  • Te rap gedaan, dedju

    Ik dacht nog: ik kom wel een week toe met vijf boeken, maar neen dus. Het waren dan ook toegegeven maar dunne boekjes, voor het grootste deel.

    Ik heb vorige weken een aantal nieuwe boeken gelezen, ik heb deze week een reeks gelezen, ik dacht: ik ga nog eens een reeks lezen, maar dan een die wat langer is. Ik heb er een aantal van gelezen, lang geleden, maar het is niet alsof ik er mij meer dan een vaag idee van onderwerp van herinner, dus het plan is: de onderstaande lezen, tot het mij tegensteekt.

    Hey and on an unrelated note: ‘t is weekend!!!!!

  • Murderbot: Network Effect

    Hoezee! ‘t is een Murderbot-boek. Geen novelle die op géén tijd uit is deze keer. Wel een boek dat op geen tijd uit is, deze keer. 🙂

    Ik las in een review op NPR

    if the first books were episodes in a four-part TV miniseries, then Network Effect is the feature-length movie with the bigger budget and scope

    en ik ben het daar niet noodzakelijk mee eens. Dit zou gewoon een tweede seizoen van de tv-serie kunnen zijn. Voor een film staat het niet genoeg op zijn eigen poten: dit is géén boek om te lezen zonder de vorige vier gelezen te hebben.

    Network Effect leest ook als een verhaal in hoofdstukken: een inleiding met een paar karakterinteracties met nieuwe mensen, dan een avontuur op een schip, dan het schip redden, en dan tegelijkertijd vechten op een ruimtestation en een planeet enerzijds en op een ander schip anderzijds, om dan op het einde iedereen samen te brengen om overal mensen te redden.

    Murderbot blijft groeien, personages uit de vorige boeken komen terug (en hoe!), en het eindigt met een zowaar voorzichtige opening naar Echte (niet-romantische alhoewel een mens zou beginnen twijfelen) Vriendschap en Nieuwe Avonturen.

    Er wordt niet veel aan worldbuilding gedaan, maar in de achtergrond is die er natuurlijk wel: voor zover te reconstrueren is uit het verhaal, moet er héél lang geleden één of meer niet-menselijke alien beschavingen geweest zijn. Daar zijn tegenwoordig alleen nog archeologische dingen van te vinden of achterblijfsels van materialen (ik stel mij vuilnisbelten voor binnen tienduizend jaar: abnormaal hogen concentraties plastiek en glas en andere stoffen die een mens niet zou verwachten, en waar wel iets mee te doen is op de vrije markt).

    Geen idee of er veel geweten is over die aliens, maar die overblijfsels zijn ook niet zó zeldzaam, want er zijn zeer duidelijke officiële regels over wat er al dan niet mee mag gedaan worden.

    Bij de mensen moet er een eerste golf van colonisatie geweest zijn, via wormholes, van een hele grote reeks werelden. En die moeten dan min of meer uitgepieterd zijn, want ze zijn (ik heb de indruk niet meer dan een eeuw of twee of zo later) gevolgd door corporaties die grotendeels de rol van regeringen overgenomen hebben in de Corporation Rim — ik vermoed dat dat een plaatsaanduiding is. En de Aarde is vergeten, zo lijkt het wel. ‘t Is dus een beetje gelijk de wereld van Alien, maar dan eeuwen later, en met niet één Weyland-Yutani maar een heel aantal Weylands-Yutani.

    Logischerwijs kunnen we dus uitkijken naar onder meer échte levende aliens, in één van de volgende boeken. Het kan niet echt anders, denk ik.

    Ah ja, Network Effect is aangeraden, natuurlijk.

    Zeer aangeraden.

  • Murderbot: Exit Strategy

    Boek vier, maar eigenlijk is het gewoon het einde van een wat langer verhaal. Voor hetzelfde geld (wel, eigenlijk niet: voor veel minder geld) had het gewoon één boek kunnen zijn.

    Het was een degelijk einde, maar ik had er gelijk toch wat meer van verwacht.

    Zoals dat veel van de shenanigans waar de antagonisten (anonieme bedrijven) zich mee bezig houden eigenlijk te maken hebben met achterblijfsels van niet-menselijke aliens van lang geleden, en dat ik toch ergens gehoopt had op wat meer zicht op die dingen.

    Maar hey, ‘t is een fijn einde, het sluit proper af, de personages (vooral Murderbot zelf natuurlijk) maken een fijne evolutie door, A++ would recomment.

    Ook dit, trouwens, was weer de lengte van een degelijke lange televisieserieaflevering.

    Het zou niet verkeerd zijn om hier een miniserie van te maken. Met pakweg acht afleveringen of zo, perfect voor Netflix of Prime.

    Met een asexueel en androgyn hoofdpersonage, en géén romantiek of sex in de lucht maar wel voorzichtige openingen naar meer vertrouwen en vriendschap. Dat zou ook nog wat zijn.

    En aangezien het ook voortdurend gaat over kijken naar series, zou het wel grappig zijn om series-in-de-serie te hebben. Een totaal camperige Space 1999-achtige versie van Rise and Fall of Sanctuary Moon, waar moet ik tekenen?

    Hoe meer ik er over nadenk, hoe meer ik het een uitstekend idee vind. Een snelle zoek door het interwebs geeft mij niet direkt het gevoel dat het al in the works zou zijn, dus maak er misschien rap eens werk van, gasten.

  • Murderbot: Rogue Protocol

    Op het einde van het vorige boek weet Murderbot wat er gebeurd is toen hij een hele stapel mensen heeft vermoord die hij eigenlijk had moeten beschermen. Het heeft te maken met wat een bedrijf daar op die plaats aan het doen was, en dat bedrijf deed misschien ook iets verdachts op een andere plaats, en dus besluit hij naar die andere plaats te gaan.

    (Het wordt alsmaar moeilijker om iets te schrijven zonder spoilers, want het voelt opnieuw maar aan als hoofdstuk drie in een boek dat eigenlijk vier keer langer had kunnen zijn en alle vier de eerste boeken van de reeks had kunnen bevatten.)

    Het is alsof Wells alle verschillende archetypes van robots achtereenvolgend aan het woord laat: dickiaanse twijfelende androïde (Murderbot), banksiaans Mind (ART), sexbot (hier en daar, terloops), en hier dan een aandoenlijke asimoviaanse robot die door zijn eigenaar behandeld wordt als iets tussen geliefd intelligent huisdier en vriend (Miki).

    Dit boek was, in tegenstelling met het vorige, véél meer actie. En nog meer dan het vorige boek, waar Murderbot zijn intellectuele meerdere tegenkwam, heeft hij hier niet meer automatisch overal en altijd de bovenhand.

    Murderbot zelf blijft groeien, in al zijn contacten met mensen en niet-mensen. En blijft sarcastisch, en droog, en grappig, en onzeker, en complex.

    En op het einde van het boek, jawel: meteen verder naar het volgende.

  • “Programmeren”

    We zijn op het werk bezig iets dat in vier dimensies bestaat (x, y, z en tijd) in twee dimensies te proberen wurmen. Geen projectie, maar letterlijk x, y en z proberen platslaan.

    Dat is, nodeloos te zeggen, niet evident.

    We hebben een manier gevonden waar we een ruime consensus van de gebruikers over gekregen hebben, maar ik had het tot nog toe aleen maar getekend met ofwel een uitgevonden configuratie, hetzij de gegevens van een plaats waar ze zeer zorgvuldig alles precies zó hebben opgebouwd dat het lukt, dat platslaan.

    De volgende stap was dus: echte gegevens in het ontwerp steken. Dat was ook al niet honderd procent evident: tekstschermen een voor een open doen in een heerlijk ouderwetse (maar uitstekende) MOTIF-toepassing, de schermen “printen” naar mijn eigen emailadres, een voor een attachments openen en omzetten naar een lijst van ID’s en start- en einddata (en reden, en groepering).

    Dan had ik de data, maar moesten die gevisualiseerd raken. Het had natuurlijk manueel gekund: start en eind omzetten naar x-waarde en breedte van een balkje, en in het midden van dat balkje het ID zetten.

    Ik heb het ook manueel gedaan, voor een kleine subset van gegevens, om te zien of het zou werken. Ja, het zou werken. Maar met honderden en honderden blokjes: geen goed idee om het met de hand te doen.

    “Programmeren” dan maar. Niets ingewikkeld, gewoon vertrekken van een lijst om er een svg-bestand van te maken: een paar lijnen javascript en ‘t was gepiept.

    Maar het is zoals in The Feeling of Power (mutatis mutandis, gezien het onderwerp): het gevoel van iets te kunnen, hoe simpel ook, waarmee stapels en stapels werk kan vermeden worden.

    En ook: direct zien wat er nóg allemaal zou kunnen. Want mijn eerste exploratie met echte data brengt meteen problemen naar voor, dingen die we niet voorzien hadden maar wel in de data zitten.

    En de eerste naïeve visualisatie kan veel verbeterd worden, ook algoritmisch en dus zonder menselijk gefutz. En eens dat er is, kunnen er nog binnen die blokjes heatmaps gemaakt worden (waar ik ook de data van kan krijgen). En dan kan het allemaal interactief gemaakt worden ook. En geprototypeerd. En alles.

    …maar dán begint het kosten/batengewijs misschien niet meer zo interessant te worden, en moet het misschien wel aan échte programmeurs overgelaten worden.

    Ik zou dat wel graag doen voor mijn werk, dat soort dingen. Gelukkig doé ik het tegenwoordig ook af en toe.

  • Murderbot: Artificial Condition

    Dus, Murderbot noemt zichzelf Murderbot onder meer omdat weet dat hij ooit een hele hoop mensen dood heeft gemaakt die hij eigenlijk had moeten beschermen. Na die gebeurtenis is zijn geheugen gewist (maar niet helemaal, omdat een deel van zijn geheugen organisch is en niet echt wisbaar). Een tijd daarna heeft hij zijn governor module gehackt, waardoor hij niet meer gecontroleerd kan worden door het bedrijf dat zijn eigenaar is.

    Op het einde van het vorige boek is hij eigendom geworden van het hoofd van een regering van een plaats waar intelligente andoïden zoals hij ook rechten hebben. Beperkte rechten, want ze hebben nog altijd een eigenaar, maar toch.

    Murderbot kiest er meteen voor om niét mee te gaan met zijn nieuwe vrienden, maar terug te keren naar de plaats waar hij al die mensen had gedood, om er het fijne van te weten te komen.

    Hij vraagt aan een leeg schip dat naar daar gaat of hij eventueel mee zou mogen gaan, en schets zijn verbazing als blijkt dat het een écht intelligent schip is. Gelijk, niet zomaar een schip met een bot aan het stuur, maar een serieus intelligent schip, grootteordes slimmer dan hem. Het schip, dat hij ART doopt (voor Asshole Research Transport), is een fijne mengeling van enorm intelligent maar ook nul ervaring in het echte leven, en het is serieus grappig en ontroerend hoe het schip leert omgaan met menselijke emoties door samen met Murderbot naar soaps te kijken.

    Niet dat Murderbot zelf vreselijk goed is met menselijke emoties of zo, daar niet van.

    Ook dit boek was eigenlijk maar een degelijke tv-aflevering lang, ook dit verhaal was uitstekend.

    De auteur doet ook helemaal niet alsof het een alleenstaand boek is: het begint meteen na het einde van het eerste boek, en het eindigt met het derde boek helemaal in het vizier.

  • Murderbot: All Systems Red

    Welwel, ik ben content. Het deed me enorm hard denken aan de robotverhalen van Asimov, maar dan vele keren beter.

    En OK, dat is geen eerlijke vergelijking want Asimov begon meer dan 80 jaar geleden aan zijn robotverhalen, en het is dus logisch dat ze niet meer van deze tijd zijn. Maar toch: het fantastische The Bicentennial Man en de R. Daneel Olivaw-verhalen zindert hier door, in het conflict tussen robot en mens en vrije wil en parallellen met slavernij.

    Het hoofdpersonage is een SecBot, een androïde veiligheisrobot met biologische onderdelen. Hij noemt zichzelf Murderbot, en de toon wordt al meteen gezet in de eerste paragraaf:

    I could have become a mass murderer after I hacked my governor module, but then I realized I could access the combined feed of entertainment channels carried on the company satellites. It had been well over 35,000 hours or so since then, with still not much murdering, but probably, I don’t know, a little under 35,000 hours of movies, serials, books, plays, and music consumed. As a heartless killing machine, I was a terrible failure.

    Het leven steekt hem tegen en hij kijkt vooral series — ik voelde al meteen een zekere band. 🙂

    Ik vond het een zeer fijn boek. Boekje, eigenlijk, want de inhoud is zo ongeveer nét genoeg om een degelijke spannende televisie-aflevering uit te halen. Een novelette, dat ze zeggen.

    Murderbot is getormenteerd en zit gewrongen tussen trouw aan zijn klanten en een algemeen gevoel van half constante paniek, half je-m’en-foutisme, en op het einde van het boek wordt de deur naar een vervolg zó opengezet, dat ik meteen na de laatste pagina aan het tweede boek begonnen ben. En qua worldbuilding is het ook helemaal in orde: ook daar shades of Blade Runner, echos of Alien, enorm veel dingen die ik al eerder las, maar fris genoeg gebracht om niet als afkijken maar als algemeen referentiekader te beschouwen.

    Het smaakte naar meer, en laat dat nu net zijn waar er nog van is wegens nog drie korte en dan een langer boek!

  • Verbouwingen: het dak: perspectief!

    We hebben vandaag samengezeten met architect en dakmens en mezelf, en besproken wat er allemaal gedaan zou kunnen worden en zou moeten worden.

    In het kort: het regent binnen, omdat de antieke Boomse pannen niet goed aansluiten, en denk ik ook omdat het onderdak op geen slets trekt. En behalve dat het binnen regent, is de isolatie van het dak quasi niets, waardoor het in de winter koud is, maar vooral in de zomer ondraaglijk warm.

    Dus: isolatie toevoegen, en nieuwe pannen op een wellicht nieuw onderdak. En nieuwe vensters in het dak steken, want die zijn nu oud en aan de ene kant veel te klein. En ook: veel minder dakdoorsteken hebben (aan één kant zitten er zeven buizen door het dak, waarvan een deel samen kan gevoegd worden en een ander deel niet meer nodig is). Moeilijkheid: het dak dat we nu hebben is letterlijk eeuwen oud, en dus scheef aan alle kanten. Ook moeilijkheid: het dak is moeilijk toegankelijk, vooral aan één kant, waar het buurhuis een verticale muur is.

    Maar goed. Voor elk probleem zijn er oplossingen. We kunnen dingen naast de kepers nagelen zodat we een vlak oppervlak hebben om daarop isolerende platen te leggen en dan nog andere isolatie en dan pannen of zoiets, en dan gaat er nog iets moeten geregeld worden voor de goten en zo, en in het ideale geval doen we het allemaal in één trok met de voorgevel erbij.

    Concreet: binnen een paar weken krijgen we wellicht een offerte (met zeer veel onzekerheden in wegens ha ja we gaan zéker verrassingen tegenkomen tijdens de werken). Voor de uitvoering van de werken: het is a priori niet 100% onmogelijk dat er eventueel in de loop van dit jaar nog zou kunnen gedacht worden aan beginnen.

    We hebben dus een zeker perspectief. Een zeker. Perspectief.

  • Het plan voor deze week

    Ik heb gisteren lang en hard gezocht naar dingen die ik deze week zou kunnen lezen. Childeren of Ruin en The Archive of Alternate Endings stonden voorlopig op de lijst, maar toen kwam ik een harde aanrader voor Network Effect tegen.

    Dat is het vijfde boek in een reeks die al een tijd op mijn te lezen-lijst stond, The Murderbot Diaries. En dus is dit het plan geworden voor deze week:

    Ik ga er geen race van maken of zo, ‘t is écht niet de bedoeling om een boek per dag te lezen. Het is vorige week toevallig wel ongeveer zo uitgedraaid, maar ik ga er echt geen bewuste dwangneurosegewoonte van maken. 🙂

  • Mordew

    Gah. Dit is precies wat ik wou vermijden door alleen nog dingen te lezen die afgerond zijn: een boek dat wel interessant is, maar dat op een cliffhanger eindigt.

    Om te beginnen: ik vermijd normaal gezien spoilers als de pest, en lees alleen maar een miniem stukje van de blurb of van non-spoiler-reviews om te beslissen of ik een boek zal lezen.

    De eerste lijn van elke omschrijving van dit boek (“God is dead, his corpse hidden in the catacombs beneath Mordew.”) is een monumentale spoiler, in de zin dat die onthulling pas zeer ver in de tweede helft van het boek komt, en een hele reeks dingen van in het begin van het boek duidelijk maakt.

    Tegelijkertijd is het ook geen spoiler, in de zin dat de auteur al met onze voeten speelt van op de allereerste pagina:

    If, during the reading of Mordew, you find yourself confused by all the unfamiliar things, there is a glossary at the back.

    Be careful. Some entries contain information unknown to the protagonist.

    There is a school of thought that says that the reader and the hero of a story should only ever know the same things about the world. Others say that transparency in all things is essential, and no understanding in a book should be hidden or obscure, even if it the protagonist doesn’t share it. Perhaps the ideal reader of Mordew is one who understands that they, like Nathan Treeves (its hero), are not possessed of all knowledge of all things at all times. They progress through life in a state of imperfect certainty and know that their curiosity will not always be satisfied immediately (if ever).

    In any event, the glossary is available if you find yourself lost.

    Ik heb gedaan wat de auteur me zei en niet naar de glossary gekeken tot op het einde. Achteraf bekeken, eens ik op de glossary terechtkwam en zag dat die ongeveer een vijfde van het hele boek lang was, weet ik dat ik eigenlijk over en weer had kunnen gaan tussen glossary en boek.

    Ik heb ook de Dramatis personae overgeslagen in het begin van het boek, omdat ik dat altijd doe. Ook hier had ik beter moeten weten, want de omschrijvingen van de personages zijn heerlijk om lezen en zowel totaal naast de kwestie als misschien helemaal niet — zoals hier, als de ouders van Nathan Treeves omschreven worden:

    Mr Treeves
    He was born from a stone weathered in the rain and ice of a winter perched on the Sea Wall. A fault in this stone was eased open by the freeze, and in the spring Treeves père wriggled out, salty and cold and weak. His strength was further wasted fending off frostbite and fish bite and death by drowning. He is now moribund and ineffectual, prey to lungworm infestation. He is Nathan Treeves’s father.

    Mrs Treeves
    Down in the slums she is wife to Mr Treeves, mother to Nathan Treeves, servicer of all comers. A more ignoble thing it would be hard to imagine. Yet who are you to judge? Time will tell.

    Inderdaad, de vader van Nathan is stervende van wormen in zijn longen, en zijn moeder ahem ‘verkoopt haar lichaam’, maar later blijkt dat dit hoegenaamd niet de hele waarheid is. En dat van de geboorte van vader Treeves: misschien dat het wel zo verliep, maar in het boek komen we in alle geval niets in die zin te weten.

    Na de dramatis personae volgt een lange lange alfabetische lijst van dingen die we gaan tegenkomen in dit boek. Dit is wat er onder C staat, om een idee te geven:

    • many carcasses of butchered animals left to rot
    • a child who is all limbs and nothing else
    • a child who is made into a ghost
    • a child with the face of a dog
    • a child, blind in one eye, whose sight is partially returned
    • a number of children, beaten
    • children that are made into nothing but a spine and a head
    • children that come unbidden from nowhere
    • children who drink only wine
    • a chimney with a devil’s head on the top
    • cities with odd names
    • some clay figures animated by blood sacrifice
    • combustible feathers
    • a corpse that becomes two corpses
    • a corridor suitable only for a child
    • a country bounded by white cliffs to its south
    • a creature that is transformed from itself into a rat
    • creatures that are born directly from the muck
    • creatures that live only for a moment, and then fall to pieces
    • a crew of sailors, all with Irish names

    Alex Pheby, met andere woorden, speelt niet alleen met onze voeten maar ook met de regels van het genre. Ik denk dat hij enorm veel plezier moet gehad hebben bij het schrijven van zijn glossary en het uitdenken van zijn wereld.

    Is het, behalve al dat metagedoe, ook een goed boek op zich? Ik weet het niet goed. De eerste pakweg twee derden zijn heel erg dickensiaans, typisch arme jongen fish out of water in dievenbende en opgenomen door rijke/machtige mens. En dan is er plots een stroomversnelling, maar “stroomversnelling” is de understatement der understatements.

    Het is alsof we op drie pagina’s van het verjaardagsfeest van Bilbo naar Mount Doom zouden gaan, of van de eerste twee hoofdstukken van Harry Potter naar de climax van het laatste boek.

    En dan helemaal op het einde is het alsof we zouden stoppen op het moment dat Frodo op Mount Doom staat en de ring aan zijn vinger doet.

    Ik ben er niet helemaal uit. Ik had bij de laatste pagina van het verhaal op zich niet meteen het brandende gevoel dat ik metéén het vervolg wil lezen. Maar bij het lezen van de glossary kreeg ik dan weer genoeg hints om wél meteen verder te willen lezen.

    Hrm. Daarom wil ik dus niet-afgewerkte verhalen vermijden.

  • The Space Between Worlds

    Er zijn oneindig veel parallelle werelden, en we kunnen mensen naar parallelle werelden sturen. Twee proviso’s: de parallelle wereld mag niet té ver van de wereld verwijderd zijn, en de persoon die naar die parallelle wereld gestuurd wordt, mag niet meer leven in de wereld waar hij/zij naartoe gestuurd wordt.

    In de praktijk betekent dat dat er 382 werelden bereikbaar zijn, en dat er normaal gezien veel verschillende mensen nodig zijn om naar die werelden te gaan, omdat de meeste mensen die in Aarde-0 leven, ook leven in de andere Aardes.

    Ah ja: de wereld waar we het over hebben, is –vermoed ik– ergens in de toekomst, waar de zon dodelijk kan zijn en menden in de steden (of is er maar één stad over? geen idee) onder een bubbel leven. Geen Eloi en Morlocks, maar wel inwonder van Wiley City en Ashtown, de sloppenwijken rond de stad.

    Wiley City is een moderne welvaartsstaat, Ashtown is sinds anderhalve generatie een soort fascistische staat met een ‘Keizer’ aan het hoofd, die in elke wereld een min of meer erg schrikbewind voert.

    Cara is iemand die in deze wereld aan de betere kant van Ashtown leeft, maar in de overgrote meerderheid van de andere realiteiten in Ashtown leeft, en bijgevolg in het overgrote deel van de realiteiten geen twintig wordt. Zij is dan ook behoorlijk waardevol omdat ze zeer veel werelden kan bezoeken: er zijn op 382 werelden maar 8 waar ze nog leeft.

    Dat bezoeken, trouwens, is niet voor wilde nieuwe inzichten of vreemde nieuwe werelden: alleen bijna niet afwijkende werelden zijn bereikbaar, remember? Dus gaat het om maandelijkse redelijk doordeweekse bezoeken, om te kijken of er elders op andere plaatsen grondstoffen ontdekt zijn, of om te zien of die andere wereld net iets beter of slechter is en allerlei KPI’s bij te houden.

    Maar dat doet er eigenlijk niet zo heel veel toe: The Space Between Worlds is een zeer intiem verhaal, over Cara en hoe ze omgaat met haar situatie, over nature versus nurture, en over interpersoonlijke relaties over verschillende versies van die personen heen — niet in het minst met de Keizer van Ashtown, waar ze in verschillende realiteiten de concubine van is, en met haar handler Dell, waar ze stekeverliefd op is, maar waar het verschil in klasse (in deze wereld dan toch) onoverbrugbaar is.

    Het gaat ook over liefde en klassen en privilege en trauma en mishandeling en misverstanden en liefde.

    ‘t Is een zeer aangeraden boek.

  • Harrow the Ninth

    Wel, dat was raar. Dit boek is onmogelijk te begrijpen zonder het eerste gelezen te hebben. En zelf mét het eerste gelezen te hebben is het kantjeboord.

    Het is een vervolg, maar voor 80% van de tijd weet het hoofdpersonage niet wat er in het eerste deel gebeurd is. Of beter, is er iets totaal anders gebeurd. Zoals in, hoofdpersonage twee bestáát gewoon niet meer.

    Flashbacks (of zijn het wel flashbacks?) vertellen een totaal ander verhaal dan het eerste boek, met bijna maar niet helemaal dezelfde personages.

    De lezer weet natuurlijk wat in het eerste boek gebeurde, en het is dus oprecht moeilijk om enorm hard geïnteresseerd te zijn in die ellenlange flashbacks — ha ja, ‘t is toch allemaal gelogen, of een koortsdroom, of een illusie, of een mens weet het eigenlijk niet goed — maar uiteindelijk blijkt toch dat de personages in dat onderdeel van het verhaal wél belangrijk zijn.

    Ik ga niet zeggen dat ik het allemaal helemaal gesnapt heb, maar op het einde wordt alles deels duidelijk en deels nog meer onduidelijk, en ik kijk enorm hard uit naar dat derde en laatste deel.

    Oh, en misschien nog één zaak. Ja, in dit boek (en het vorige) zijn er vrouwelijke personages die op vrouwelijke personages verliefd worden. In dit boek zijn er op een bepaald moment zelfs –gasp!– mannen die kussen. Het is ongetwijfeld een teken van de tijd dat ik daar geen moment van wakker lag, of er zelfs maar een zaak van maakte tijdens het lezen.

    In zoverre dat de hoofdpersonages van This is How You Lose the Time War een biologisch geslacht of gender hadden, ging het ook over twee vrouwen. En ook daar kon het mij gestolen worden. Twee mensen worden verliefd op elkaar, punt uit. Man, vrouw, geen van beide, allebei, mens, post-mens, androïde, who the fuck cares?

    Wel, véél mensen blijkbaar, als ik reviews lees. “Gideon the Ninth is about lesbian necromancers in space. Obviously, it’s perfect” is de titel van een review in Vox. “Lesbian Necromancers in Space Will Break Your Heart” is de titel van een review bij Gizmodo. Ben ik nu écht de enige die dat ondertussen (‘t is 2021 hé jongens) even belachelijk vindt als wanneer men zou zeggen “Sneeuwwitje: hetero cis man kust hetero cis vrouw!’?

  • Wandavision s01e07

    Dat was dus de meest onverwachte plotwending in de geschiedenis van plotwendingen. Maar wél goed gedaan.

    Ze hadden ons wel langere afleveringen beloofd, ‘t is te hopen dat die laatste twee elk anderhalf uur zijn of zo. Want anders hebben ze ons voorgelogen, de smerigaards!

  • Gideon the Ninth

    Het zou niet mogen werken. Horror maar dan grappig, en sciencefiction maar met magie, en tienermeisjes maar dan wel necromancers, en verliefdheid maar ook massamoord en mishandeling, en dat allemaal geschreven met een attitude en een taal die zó hard “nú” is dat ze binnen drie jaar hopeloos gedateerd zal zijn.

    Maar het werkt wel.

    Een wereld in de zeer verre toekomst en elders in het universum (denk WH40K van tijdsschaal) waar er een God-keizer is (tiens, denk WH40K maar dan met een iets meer lévende Keizer) en negen “huizen” die allemaal necromancie doen.

    Na 10.000 jaar roept de Keizer van elk huis een necromancer en zijn/haar kampioen (“cavalier primary”) naar een gedelapideerd paleis, waar ze zeer misschien wel Lyctor kunnen worden, een soort onsterfelijke rechterhand van God.

    Eens aangekomen, krijgen ze als enige instructie dat ze geen deuren die op slot zijn mogen open doen zonder toestemming. ‘t Is een soort wedstrijd dus, maar er zijn geen spelregels. En de eerste nacht dat ze er zijn, worden hun ruimteschepen allemaal in de afgrond gedumpt en hebben ze geen enkele mogelijkheid om wie dan ook te contacteren.

    Wat van het verhaal een soort spookkasteelverhaal maakt, gemengd met Breakfast Club. Achtig.

    Ik zeg het: het zou niet mogen werken, maar het werkt wel.

    Twee fijne, getraumatiseerde hoofdpersonages, haat-liefdeverhouding: gefundenes Fressen voor de Tumblrgeneratie, en dat is te zien aan de letterlijke stapels fanart overal.

    Ik vond het zeer onderhoudend: spannend, grappig, ontroerend. Ik kijk uit naar het vervolg.