We gaan naar Oxford om Zelie af te zetten. We blijven één nacht slapen, en wel in de (volgens Tripadvisor) tweedeslechtste verblijfplaats van heel Oxford.
We waren al voorbereid op afstandse, stinkende kamers, waar de verf van de muur bladdert en de vuiligheid nog net niet in hoopjes in de hoek ligt — maar kijk, we werden alsnog verrast!
Toen we aanbelden, deed een mevrouw van Chinese afkomst open, die helemaal verbaasd was ons te zien. Haar Engels is ook niet om over naar huis te schrijven, dus het duurde even voor we doorhadden dat ze ons vroeger op de dag had verwacht. En dat ze dus al één van de drie gereserveerde kamers had verhuurd aan iemand anders.
Volgde een lange verwarde discussie, die eindigde in een compromis: we zouden twee en een halve kamer nemen (twee dubbele en één enkele), en in de twee dubbele zou er een matras bijgelegd worden. En in plaats van te betalen voor drie kamers, zoude we betalen voor twee kamers en twee extra matrassen, maar in plaats van 30 pond per matras, 20 pond.
Behalve dat, trouwens: geen klachten. Het is hier proper, rustig zelfs al zitten we aan drukke weg, er is een parking, ik zit in een kamer alleen maar er is wel tv en degelijke wifi, de badkamer is gedeeld met de kamer waar Sandra met twee kinderen zit maar is ook degelijk en proper.
AA++ would recommend. Maar kom wel op tijd toe, dus.
Ah en verder hebben we vandaag Stonehenge gezien. Na zoveel keer in de buurt geweest te zijn, ben ik er uiteindelijk eens geraakt: bucketlistmoment, hoera!
En ja, ‘t is duur om het te zien. daar Dankzij de vriendelijke meneer van English Heritage was het uiteindelijk toch nog redelijk goedkoop: hij raadde ons aan een Enghlish Heritage-negendagenticket voor families te nemen, dat was iets meer dan 50 pond voor ons gezevenen — as opposed to het familieticket voor Stonehenge alleen (57 pond voor wij en de twee kinderen jonger dan 15, plus drie keer 17 voor een een volwassene).
Daarvóór waren we naar Salisbury gaan kijken, wegens dat ik dat al wou zien sinds ik Sarum had gelezen. De kathedraal is enerzijds wat ik ervan verwachtte: monumentaal en indrukwekkend in zijn dertiende-eeuws zijn. Maar anderzijds: ik had geen moment gedacht dat ze los zou staan, in het midden van een enorm grasveld.
Ik had speciaal niet gezocht op het internet hoe ze er uitzag, en ik was er van uitgegaan dat ze wel in het midden van een middeleeuws weefsel zou staan. Maar nee dus. De achterkant:
En de voorkant:
De moeite van de omtoer meer dan waard.