• Kapot

    Just my luck: een nieuwe Surface in dienst genomen, en hij is al kapot.

    Jaren aan een stuk niéts van problemen gehad met de Pro 2, en nu na een week of twee: in slaap gevallen en niet meer wakker te krijgen. En ik had nota bene juist mijn keyboard gekregen ook.

    De mensen van de winkel wisten mij te zeggen dat ik ofwel morgen mijn computer terug zal hebben, ofwel dat het zéker drie weken zou duren. Euh, vervangcomputer, iemand?

    En ook nog zoiets: ik had alles op OneDrive staan, maar om de één of andere mijn niet bekende reden, was dat ding gestopt met synchroniseren 26 dagen geleden. Zesentwintig dagen.

    Fuck.

  • Phubbing

    Hoera! Uitwisselingsproject op school!

    We hebben sinds donderdag een gaste op bezoek uit Barcelona. Een groot gemak, eigenlijk. Ik had gedacht dat het misschien moeilijk zou zijn om te communiceren — niet alle Spaanse mensen spreken even goed andere talen — maar daar was geen enkel probleem: het meisje woonde tot voor kort in Australië, dus van Engels loopt het wel los.

    Mijn tweede vrees was dat het moeilijk zou zijn om gespreksonderwerpen te vinden. Ik herinner mij van toen ik dat deed, naar het buitenland gaan, dat het vooral veel aftasten was in het begin, en dat het altijd moeilijk was in te schatten of het niet te snel over godsdienst en politiek zou gaan, of over God weet welke andere onderwerpen hier wel gevoelig lagen en daar niet, of omgekeerd.

    (Die keer dat de vraag “en wat doen uw ouders eigenlijk van werk?” bijn mijn uitwisselingsgezien zeer moeilijk lag, omdat “euh, gewoon, euh, kweetniet” het antwoord was wegens dat er zó enorm veel geld was dat het nooit duidelijk was waar het vandaan kwam en dat er niet over gesproken werd, brr.) (Die keer dat ik bij een Portugees terechtkwam die in één kamer leefde, met een draad waarover een laken gespannen om ‘slaapkamer’ van ‘keuken+badkamer’ af te scheiden, en dat het weliswaar gezellig slapen was in één zetelbed, maar waar elk gesprek en elke vraag onvermijdelijk in zeer zeer zéér geanimeerde politieke discussies terechtkwam waar het enige probleem was dat Rui de Lissabonees zo ongeveer vijf woorden Engels en tien woorden Frans sprak.)

    Maar we hebben opnieuw zeer veel geluk: zo ongeveer het eerste dat onze gaste gedaan heeft toen ze toekwam, was kijken waar de stopcontacten zaten, daar haar gsm-oplader in gestoken, en dat was dat dan. Hello en goodnight lukt nog min of meer, en na één avond in de zetel in de living gezeten te hebben (naar Castle kijken) (en ondertussen Spaande Youtubekanalen beluisteren) is ze definitief verhuisd naar het stopcontact onderaan de trap.

    ‘t Is een gemak, veronderstel ik. Maar ‘t is toch niet zó enorm wijs.

  • The Net

    Ik deed al een tijdje ‘internetdinges’ voor mijn beroep toen The Net uitkwam in 1995, en ja, de film was toen even belachelijk als hij nu overkomt.

    Maar wél Sandra Bullock. Getver, jong.

    traque-sur-internet-1995-09-g

  • Oudercontact

    Een nieuw schooljaar, nieuwe oudercontacten. Vandaag was het voor de twee meisjes, en we hebben bij allebei te horen gekregen wat we verwachtten.

    Dat ze dat goed doen, namelijk.

    Een groot gemak, als het academisch allemaal in orde is. Dat is dan toch één zorg minder.

  • Opgegeven

    Misselijk rondlopen en alles, dat lukt nog. Maar als er daar ook nog niezen en snotteren en koppijn en koorts bij komen, dan zie ik het niet meer zitten: deze namiddag naar huis gefietst en linea recta met een deken in de zetel gaan liggen.

    Geen kookles vanavond, geen werk morgen. Warm citroensap met een lepel honing, platte rust, dat soort zaken. Uuuuurgh ik voel mij gelijk een kapotte dweil.

  • MH17

    Een model van duidelijkheid. Proper gedaan.

    Zo zouden alle dergelijke onderzoeken moeten afgesloten worden.

  • Gelezen: Southern Bastards v2: Gridiron

    southernbastards2Euless Boss in het eerste deel van Southern Bastards is een slechte slechterik. Een mens voelt dat er meer achter zit dan wat er op de pagina staat, en in Gridiron krijgen we dat te zien.

    En jawel, het heeft alweer met vaders te maken. De grootste droom van Euless Boss was om één van Running Rebs te worden, maar zijn familie heeft een minder dan goede reputatie en zijn vader is de ergste van al. Cue een al met al traditioneel verhaal, compleet met oude mentor erbij.

    Het vleest Euless Boss uit, het geeft meer achtergrond, maar het voelt toch aan alsof het minder met de geplogenheden van het genre speelt dan het eerste deel. Een oude mentor okay, tot daar aan toe — de coach in Rocky, Yoda in Star Wars, Mr. Miyagi in Karate Kid, so far so monomyth — maar in het diepe Zuiden van de VS er een zwart van maken, en dan nog een blinde zwarte, da’s mij nét iets te veel in de magical negro-richting.

    Maar bon. De tekeningen van Latour blijven uitstekend, en dit deel twee is een uitstekend opstapje naar deel drie, waar de dochter van Earl Tubb op het toneel komt. Yay!

    gridiron

    [van op Boeggn]

  • Gelezen: Titus Groan

    Titus GroanAh, heerlijk. Een boek dat gemaakt is om te beluisteren, en om van te genieten. Jawel: audioboek! Er zijn mensen die er absoluut niet van moeten weten, maar dat zijn mensen die verkeerd zijn. Wij zijn gemaakt om verhalen te vertellen aan mekaar, en er is iets visceraal anders aan een voorgelezen verhaal, dat er niet is als je het zelf leest.

    Als ik zelf lees, dan is dat tegen wil en dank aan tweehonderd per uur, kan ik bijna niet stil staan, wil ik altijd vooruit, verder, het vervolg weten. Voorgelezen is dat niet mogelijk. Is het de auteur die beslist, niet ik. En voor sommige verhalen is dat meer dan de moeite waard: Gormenghast is er één van, en Simon Vance zet het kasteel en zijn bewoners magistraal neer. Meer nog: Gormenghast is beter als het door Simon Vance voorgelezen wordt dan als ik het zelf lees.

    Mervyn Peake is de anti-Tolkien: geen draken, geen magie, geen kaart die landmark voor landmark afgegaan wordt, en jawel, geschreven in 1946 maar niéts clichématigs. Het is de reis die belangrijk is, niet de bestemming. Euh, niet dat er een reis of een bestemming is in Titus Groan, wegens iedereen blijft in de buurt van het kasteel, maar toch.

    Sepulchrave is de 76ste graaf van Groan. Hij heeft zich er al jaren bij neergelegd dat hij van zijn geboorte tot zijn dood geleefd zal worden, met een ritueel voor bijna elk uur van elke dag van het jaar en met precedenten voor al wat er ooit zou kunnen gebeuren. Zijn vrouw, Gertrude, heeft schijnbaar alleen oog voor haar legioen witte katten, en voor de dozijnen vogels die ze voortdurend rond haar heeft. Hij heeft een dochter van 15, Fuchsia, die zowat alleen in haar eigen wereld leeft en nog het meest contact heeft met de quasi-demente Nannie Slagg, al generaties lang kinderverzorgster. Dan zijn er nog de twee zussen van Sepulchrave, de tweeling Cora en Clarice: jaloers op Getrude en de wereld, willen de macht veroveren zonder eigenlijk goed te begrijpen wat ‘macht’ is, en en zonder eigenlijk om het even wat goed te begrijpen.

    Het kasteel van Gormenghast is een microcosmos waar jaar na jaar quasi niets verandert. En dan, om het met de krantenkoppen van de laatste jaren te zeggen, gebeurt dit.

    In de gigantische keukens van het kasteel, waar de al even gigantische Swelter de plak zwaait, is de zeventienjarige Steerpike het zodanig beu dat hij ontsnapt. Op de dag dat Titus geboren wordt, de zoon van Sepulchrave en Getrude, en dus de toekomstige 77ste graaf.

    Steerpike werkt zich in het leven van Fuchsia en van de tweeling, en wordt de helper van Dr. Prunesquallor, de dokter van het kasteel.

    Verandering! In een wereld die niet kan omgaan met verandering!

    Ik vind dit een heerlijk boek. Fantastisch. Wondermooi van taal, hilarisch grappig en diep ontroerend bij momenten, verschrikkelijk spannend ook. Oh, en ik heb het niet eens gehad over mijn favoriete personage: Flay, waarschijnlijk de meest onveranderlijke van alle onveranderlijke mensen in het kasteel (denk Christopher Lee op zijn droogst), die pas begint te leven als hij noodgedwongen moet veranderen. Meesterwerk.

    (Fair warning: er zijn mensen die zot zijn van Gormenghast, en dan zijn er mensen die Gormenghast haten. Ik denk niet dat er veel mensen zijn die ergens tussenin zweven, zo van “mwofja, niet slecht maar ook niet goed”.)

    [van op Boeggn]

  • Links van 10 oktober 2015 tot 12 oktober 2015

    Ze zijn zo lief voor de N-VA meneer | Salon van Sisyphus
    Jarenlang stonden de redacties , alle redacties, onder politieke druk. Vandaag de dag zijn de redacties daarvan bevrijd maar hun pas verworven vrijheid hebben ze zelf verkwanseld. Ze hebben de politieke druk vervangen door een commerciële. Zoals toenmalig hoofdredacteur Siegfried Bracke het ooit zei tegen zijn onderhorigen : “steek Filip De Winter in uw uitzendingen, dat is goed voor de kijkcijfers.” Vandaag doen Bracke’s opvolgers hetzelfde met zijn  huidige partijvoorzitter.

    Waarom is het gemakkelijker om een linkse mens rechtser te maken dan omgekeerd? – België – Knack.be
    Angst maakt ons in elk geval conservatiever. Dat lees ik weer in The Republican Brain van Chris Mooney. 'Je kunt liberals gemakkelijk conservatiever maken', schrijft hij. 'Niet met argumenten, maar door hen bang te maken of dronken te voeren.' De verklaring zou in beide gevallen dezelfde zijn: angst en alcohol remmen het complexe denkvermogen af

    De VRT is onpartijdig genoeg, dank U. | Jan Blommaert (en z’n gedachten)
    Is het zo moeilijk om de betoging en de staking te zien als vormen van conflict waarin diverse partijen tegenover mekaar staan met diametraal tegengestelde belangen? En als onderdeel van een groot proces van sociale en politieke strijd waarin voorvallen niet op zich, maar in relatie tot mekaar gezien moeten worden? En is het zo moeilijk toe te geven dat men zich doodwerkt op zinloze thema’s zoals peilingen, terwijl datgene wat mensen echt iets over hun samenleving leert verwaarloosd wordt, of herleid tot amusement en geweld? En als dit zo moeilijk is, is dat dan zo moeilijk toe te geven? Het is nochtans best dit te doen, aangezien de eenzijdigheid van deze berichtgeving moeilijk te weerleggen is. Enkel wanneer men de ziekte identificeert zal men de remedie vinden, zegt mijn boerenverstand. Begin er eens aan, mijn geliefde VRT-journalisten.

    The Fascinating Life and Tragic End of the Polish Countess Who Became a Heroic British Spy
    Krystyna Skarbek was said to be “Winston Churchill’s favorite spy;” she led an extraordinary life that peaked with clandestine acts of heroism during World War II—and ended tragically just a few years later. Six decades after her death, a biopic is said to be in the works. It’s about time.

    Why SQL is neither legacy, nor low-level, nor difficult, nor the wrong place for (business) data logic, but is simply awesome!

  • Koken, jaar 3, les 6

    Er is een eerste keer voor alles:

    Wat vooraf ging: het plan was om tongscharren te vullen met king crab en duxelle. Tongschar kuisen en fileren, ik had dat nog niet gedaan en ik zag dat helemaal zitten. Moeilijk is dat niet: kop afsnijden, met een scherp mes het vel aan de onderkant bovenaan wat losmaken, vastpakken met een handdoel (wegens glibberig), de rest van de vis tegenhouden en trekken, voortdurend herpakken, en trekken. Daarna omkeren en aan de bovenkant hetzelfde doen.

    Het liep al een béétje mis bij de demonstratie: de chef had een exemplaar vast dat niet meer zo vers was (understatement), waardoor het vlees helemaal meekwam met het vel. Maar goed, niet getreurd, ik zet mij aan het visstation en een half uur of zo later zijn een stuk of negen of tien tongscharren gekuist. Tijd om te fileren.

    Dat lukte wel, maar het voelde toch allemaal wat papperig aan, en het overdreef ook niet in fris ruiken. Hier en daar was er wel een vis die min of meer mee wou werken, maar het overgrote deel was toch vechten tegen een wakke, niet zo goed riekende pap. Ik naar de chef, en ahem ja: onbruikbaar. Niet vers. Wegkappen.

    ‘t Zijn dingen. Ik heb dan maar een plateau vol coquilles gedaan.

    Voor de rest: ik ben deze keer slim geweest en ik heb het voorgerecht niet opgegeten en zelfs niet van geproefd. Er was mij nochtans verzekerd dat het heerlijk was: Mosselen, pittige tomatensalsa, kruidenmayo.

    Maar wat mij betreft vooral: gember en dus migraine en dus no go.

    Nee, het was geen goede dag voor mij: met eerst boven die niet-meer-verse-vis te hangen en dan nog een stapel coquilles gekuist te hebben, met die weeë zilte geur die wel meevalt als het er maar één is, maar die serieus begint tegen te steken als het er enorm veel zijn, had ik nul goesting in het hele hoofdgerecht. Voorzien was : tongscharren gevuld met King Crab en champignons. Geworden is: sint-jacobsschelpen met king crab in duxelle van champignon, shii-take en dooierzwam, met een mousselinesaus:

    Het dessert dan maar? Daar geen klachten, gelukkig: een ijssouflé van Bayleys, een Bayleys-marshmallow met wat citroenzuursel op, vanilleschuim, en een versiering van gefrituurde glasnoedels en een stuk getemperde chocolade met cocos:

    Vivement volgende week.

  • Billions in change

    lk was aan het kijken naar YouTube en er kwam reclame. Van die reclame die ik normaal direct oversla, maar om de één of andere reden bleef ik toch kijken. En toen klikte ik door en kwam ik hier op terecht.

  • Dát was spannend

    Ik kwam gisterenavond thuis van de les en Sandra zei mij dat iemand haar gemaild had dat mijn website weg was, en dat ze mij niet kon mailen omdat mijn adres niet meer werkte.

    Wohow! Paniek! Zou mijn zog.org-domeinnaam verlopen zijn en zou ik het niet gemerkt hebben? Mijn hart sloeg een aantal slagen over — de tijd om een whois te doen, en te zien dat (oef!) mijn domeinnaam wel degelijk nog altijd van mij is, tot zeker ergens in 2017.

    ‘t Is al bijna twintig jaar dat er geen enkel probleem is met die domeinnaam: het is geleden van die keer dat Network Solutions mijn gegevens kwijtgeraakt was in 1997 en ik mijn identiteitskaart moest opsturen naar de Verenigde Staten om het domein dat ik toen al een paar jaar had, terug op min naam te krijgen.

    Tweede stap: gaan kijken of ik ergens een factuur aan de ene of de andere niet betaald zou hebben. Ik zag een factuur staan die in augustus had moeten betaald geworden zijn maar waar ik niet zeker van was.

    Mailtje naar hostingbedrijf, om 23u30. Mail terug om 0u13 met onder meer “Due to nameservers IP conflict, your website is not working properly. I am transferring this ticket to Engineering department for further assistance.” Mail om 1u27: “Sorry for the inconvenience caused. We are investigating the reported issue on server and will update you once we have further information on it, till then you kind patience are appreciated.” Mail om 2u10: “We have resolved the issue for the DNS mapping on server and now website http://zog.org/ is working fine. Please affirm the same.”

    Pfieuw. Spannend wel.

     

  • Gelezen: Southern Bastards v1: Here Was a Man

    southernbastards1Craw County, home of the 5-time state 4A football champion Runnin’ Rebs. Waar choach Euless Boss de wet is, en de hele stad naar zijn pijpen danst.

    Earl Tubb keert na veertig jaar terug naar zijn geboortedorp: zijn vader die hij haatte is al jaren dood, maar nu ook de broer van zijn vader naar een tehuis gaat, staat zijn ouderlijk huis leeg. Earl komt de zaken afhandelen.

    En dan loopt het mis: in de locale diner (Boss’ BBQ, ha), ziet Earl een kerel schijnbaar ongestraft een andere aanvallen, en hij grijpt in. Wat géén goed idee is:

    man1

    Earl neemt voor hij het goed beseft de mantel op van zijn vader, de ex-sheriff van Craw County, en komt uiteraard in conflict met Coach Boss. Maar ondertussen komt hij ook zichzelf tegen, zijn vader, zijn verleden, en zijn uiteindelijk onvermijdelijk lot.

    Vaders en zonen, leven in een gat in Alabama (maar op de couleur locale na kon het pakweg Bevergem zijn of om het even welk klein dorp waar iedereen iedereen kent en allerlei dingen gebeuren en niemand spreekt), en hoe een mens kan verhuizen maar nooit echt zijn geboorteplaats verlaat: zowel schrijver als tekenaar komen uit gaten in het Diepe Zuiden, en ze weten duidelijk waar ze het over hebben.

    Geen clichés, geen redneckpastiche, maar écht.

    En qua ontknoping kan het tellen: geen idee waar het vervolg over zal gaan. Ik weet wél dat ik het zeker lees.

    [van op Boeggn]

  • FaustIn Phonogram schreef Kieron Gillen over hoe mensen interageren met kunst (in casu muziek), hoe kunst ze inspireert, verandert en uiteindelijk vernietigt. Het ging niet echt over kunstenaars, behalve dan als concepten in het hoofd van de ‘consument’. The Wicked + The Divine kijkt naar de andere kant: het gaat voornamelijk over de mensen die kunst maken, en meer specifiek over het traject dat ze afleggen, de keuzes, compromissen en zooi die ze onderweg maken, de mensen die ze tegenkomen, en hoe ze elkaar helpen of net kapotmaken.

    Als Phonogram Kieron Gillen was die probeerde te achterhalen waarom hij zo van kunst houdt, is The Wicked + The Divine een tien jaar oudere Gillen die wil weten waarom hij kunst maakt, en waar het hem gebracht heeft.

    Oh, en voor het verhaaltje: elke 90 jaar worden twaalf goden in mensen geïncarneerd. Ze worden geliefd. Ze worden gehaat. Ze sterven twee jaar later. Ze hebben er niet zelf voor gekozen, ze hebben wel de herinneringen van hun vorige incarnaties, maar ze nemen ook de bagage mee van de mensen die ze nu zijn (of beter: waren).

    wd

    Weinig of geen expositie, ’t is zowat allemaal door de lezer in te vullen. Bijna klinisch getekend, maar wel zeer mooi (Kieron & McKelvie, dat zijn ook de mensen van Young Avengers!). Het is een ongoing, wat wil zeggen dat het niet gedaan is en gewoon verder gaat, maar het heeft wel degelijk een begin, een midden en een einde, verzekert Gillen ons. As we speak moet nummer 15 uitkomen; The Faust Act (spot de woordspeling, maat) is nummer 1-5, deel 2 (6-10) kwam ook net uit. Ik weet wat gelezen.

    [van op Boeggn]

  • Vier

    Wohow.