Ik ben in de loop van de avond een paar keer figuurlijk van mijn stoel gevallen, tijdens een gesprek op Facebook.
Het is in sommige kringen heel erg hip om te zeggen “ik heb gewoon geen aanleg voor wiskunde, ik heb daar nooit iets van gesnapt”. Andere mensen zeggen zonder blozen “boeken? nah, ik lees geen boeken, dat interesseert mij niet”. En bijna niemand kijkt vreemd op als je zegt “ik heb geen artistiek béén in mijn lijf, ik kán gewoon niet tekenen”.
Dat is uiteraard uw goed recht, om die dingen over uzelf te zeggen. Ik persoonlijk vind het kul.
Ik ga even voorbij aan het pseudo-geneuzel over “echte kunstenaars” en “mensen die alleen maar reproduceren” waar het ook over ging, want da’s nog een andere discussie, maar neem vioolspelen: hoeveel lessen zijn er nodig om met zekerheid te kunnen zeggen dat een kind nooit een goede vioolspeler zal zijn? Of neem tekenen: hoeveel tekeningen heb je nodig eer je kan weten dat dit kind nooit een goede tekenaar zal zijn?
En dan zei iemand, die eerder al gezegd had dat hij tekenles gaf: ik weet dat als ze vijf jaar oud zijn. Kinderen met tekentalent zien de realiteit op een andere manier, en dat zijn andere connecties in hun hersenen, en dat kan niet getraind worden.
Om het helemaal compleet te maken met de mededeling dat hij twee kinderen heeft, 5 en 7 jaar oud, en dat hij inderdaad nu al weet wie wel en geen “artistiek talent” heeft.
Ik kom eigenlijk nog altijd niet bij. “Weten” van het moment dat uw dochter vijf jaar is dat ze nooit van haar leven de wereld zal kunnen zien zoals volgens u een kunstenaar de wereld ziet, en er rotsvast van overtuigd zijn dat het nu eenmaal zo is en dat daar niets aan te doen is, ik vind dat griezelig.
Griezelig, en zielig tegelijkertijd.