• Verleiding

    Ik was bij een collega (ik heb tegenwoordig duizenden collega’s, en ik vind dat zeer wijs) om te spreken over iets op de website van de universiteit. Een paar dagen later mailt ze mij terug omdat ze nu pas op iets kwam waar ze tijdens de meeting niet op kwam — ze kwam erop omdat er een pagina was waar iets dubbel moest gedaan worden, en of dat in de toekomst zou kunnen vermeden worden.

    (Het zou kunnen om dat dubbel werk te vermijden, maar er zijn andere situaties die dan onoplosbaar zouden gemaakt worden als er geen ‘dubbel werk’ mogelijk zou zijn.)

    De inhoud waar het over ging, was een reeks lezingen over de middag. Eentje per maand, over onderwerpen die ik eigenlijk allemaal interessant vind. De allereerste gaat over Triplayev, en dan nog een over DBNL en een over dialecten en een over de toekomst van bibliotheken en lang verhaal kort ik heb mij dan maar ingeschreven voor allevier de dingen waar nu al op ingeschreven kon worden.

    Werken aan een universiteit, het is een gevaarlijk iets. Met al die interessante mensen die interessante dingen vertellen. En die onbeperkte boeken en artikels die zomaar gratis te lezen zijn, pakweg.

    [foto door Hilde Christaens, © UGent]

  • Spaak

    Plink plink plink, zei mijn achterwiel: een stuk of drie kapotte spaken.

    Ik had al direct een doomscenario voor ogen, waarbij spaak na spaak in een soort dominogedoe het zouden begeven en ik ergens op weg van werk naar huis of omgekeerd plots met een dubbelgeplooide banaan in plaats van een achterwiel zou zitten.

    Luiaard dat ik ben, heb ik de velomaker-aan-huis gemaild om te komen repareren, maar spaken vervangen kan blijkbaar niet aan huis, en dus komt de goede man mijn velo afhalen, neemt hij die mee naar zijn atelier, en zal hij het daar allemaal in orde maken.

    Ik ben er wat bang voor dat het wiel nu al een beetje vervormd is, en dat ik binnen de kortste keren opnieuw kapotte spaken zal hebben en dat het hele wiel zal moeten vervangen worden, maar ik heb gelijk de indruk dat dat wiel een motor bevat wegens elektrische velo en aargh kosten kosten dedju.

    Typisch natuurlijk: mijn vorige was een meer dan degelijk ongetwijfeld oorspronkelijk duur tweedehands model; die is gestolen wegens onoplettende dochter (grr) en ik heb dan maar een bottom of the barrel goedkoop ding gekocht wegens niet genoeg geld. Ik heb nu al het gevoel dat ik mijn besparingen dubbel en dik ga betalen de volgende jaren. Grr nog eens.

    The reason that the rich were so rich, Vimes reasoned, was because they managed to spend less money. Take boots, for example. He earned thirty-eight dollars a month plus allowances. A really good pair of leather boots cost fifty dollars. But an affordable pair of boots, which were sort of OK for a season or two and then leaked like hell when the cardboard gave out, cost about ten dollars. Those were the kind of boots Vimes always bought, and wore until the soles were so thin that he could tell where he was in Ankh-Morpork on a foggy night by the feel of the cobbles. But the thing was that good boots lasted for years and years. A man who could afford fifty dollars had a pair of boots that’d still be keeping his feet dry in ten years’ time, while a poor man who could only afford cheap boots would have spent a hundred dollars on boots in the same time and would still have wet feet. This was the Captain Samuel Vimes “Boots” theory of socioeconomic unfairness.

     Pratchett, Terry (1993). Men at Arms. London: Gollancz. p. 32.

  • Verloren

    Dus vanmorgen rij ik naar het rectoraat voor een wekelijkse vergadering, John le Carré’s heerlijke A Legacy of Spies in mijn oren. Fiets in het fietsenrek, binnen, hallo tegen de mensen achter de balie, richting lift. Hm, eerst eens naar het toilet gaan? Welja, ik heb nog tien minuten. Toilet, lift, vergaderzaal ruim op tijd.

    Eén collega was er al, twee collega’s komen toe, vergader vergader, minuut of vijftig later is de vergadering gedaan en zitten we klaar voor de vergadering die erop volgt — nog een collega vervoegt ons via teams, vergader vergader, een kwartier of zo later zijn we er ook mee klaar.

    Nog wat nababbelen, en dan terug naar huis. Buiten de vergaderzaal mijn oortjes insteken, Audible weer opstarten… ah. Euh. Wacht. Où est le telephone? Terug naar vergaderzaal, geen telefoon te zien. Zoeken in rugzak: geen telefoon. Nog eens zoeken in rugzak: geen telefoon. Berichtje op teams naar collega’s die op weg naar huis/werk zijn of ze per abuis geen telefoon meegenomen hebben.

    Ik was er gerust in, omdat ik weet dat ik nog aan het luisteren was naar le Carré toen ik aan de lift stond, dus ik heb de telefoon bijna zeker niet pakweg op mijn bagagedrager laten liggen (in welk geval ik hem zeker kwijt was). Een collega heeft hem, het kan bijna niet anders.

    En dan sta ik aan mijn fiets, maak ik hem los en begin ik naar huis te rijden. De tijd tussen fietsrek en uitgang parking begon ik toch gelijk een klein angstje te krijgen. Wie weet was mijn telefoon uit mijn zak gevallen terwijl ik op weg was van fietsrek naar rectoraat? Tóch maar al mijn irrationele mensenschuwheid opzij gezet en gevraagd aan de balie of er misschien niemand een telefoon had…

    Ahem ja dus.

    Zucht.

  • Zucht

    In twee tweets, waarom ik het vaak niet meer zie zitten, met de wereld:

    Los van het onderwerp en de betrokken personen en wat dan ook: gewoon, sec, er zijn geen referenties meer. Want het is nu ‘De Standaard’ — voor hetzelfde geld staat er gelijk wat anders. “Die Belgische wet bestaat? Ja, en volgens wie? Het Stáátsblad? Haha, en wie betaalt dié gasten?”

  • House of the Dragon

    Nog één aflevering! Het heeft de hele week geduurd voor de samen waren om de aflevering van vorige week te bekijken. Met wat geluk zal het maandag of dinsdag zijn en hebben we heel het eerste seizoen allemaal samen bekeken (nu ja, behalve de twee zoons wegens die waren niet geïnteresseerd).

    Het wordt alsmaar meer zelden dat we dingen samen bekijken. Geen idee of we tegen volgend seizoen nog allemaal in hetzelfde huis wonen, zelfs.

    Zot.

  • Vergeten

    Ik was mijn pillen vergeten pakken, verdomme.

    Ik ben namelijk zoals veel ouder wordende mensen: elke dag een reeks pillen te nemen, en dan maandelijks nog dingen, en om de zeven weken nog wat anders, en yada yada.

    Eén van de pillen is het lastigste als ik ze vergeet: de pil die haar best doet om mij geen jichtaanvallen te doen krijgen. Het is ongetwijfeld totaal psychosomatisch, maar als ik die een dag — of nog erger, twéé dagen — vergeet te nemen, heb ik de indruk dat dat zich meteen wreekt. Dan krijg ik van die jicht-precursoren, in de ene of de andere voet, of doet mijn hand raar.

    Ik heb dan maar vandaag mijn pillen heel heel vroeg genomen, en dan neem ik ze nog eens heel heel laat, als het eigenlijk al morgen is, en dan die ik morgen in de late namiddag, en zo heb ik het alsnog toch gecompenseerd.

    Zeer wetenschappelijk is dat niet, en ik weet eigenlijk ook niet of het medische verantwoord is, maar ik doe het placebogewijs voor mijn gemoedsrust.

  • Kat

    De kat doet het weer wat minder goed. Niet dat ze echt aan het sukkelen is behalve de dagelijkse paniek als ze ergens in het midden van de nacht van ons bed naar beneden is gegaan om ik weet niet wat te doen, en dan stomverbaasd is dat er niemand in de living zit en dat het dus gebleit is tot één van ons ze roept en ze ineens weer weet dat we in de slaapkamer liggen.

    Dat dus niet, en ook niet écht de leeftijd — ze ziet er wel jaar na jaar ouder en versletener uit, maar ze springt nog op en af dingen, ze speelt nog, ze eet nog, ze is niet doof of blind, en ze is niet incontinent. Ze kwijlt soms wat, maar dat heeft ze altijd al gehad. En ze kan uren aan een stuk gewoon op de schoot liggen, maar zo zijn katten nu eenmaal.

    Er is wel haar ongeveer jaarlijks terugkerende allergie. Geen flauw idee waar ze precies allergisch aan is — gras lijkt weinig waarschijnlijk want er is er geen in onzen hof — maar het zorgt er wel voor dat ze zichzelf overal openkrabt. En vermagert. En sukkelt. Dan moeten we naar de veerarts om een spuit, en dan is ze weer een jaar of iets meer goed.

    Maandag eens afspreken en dan iemand met een mand sturen tot bij die mens.

  • Nutteloze omweg

    Soms snap ik niet waarom mensen dingen op een bepaalde manier maken.

    Er is ooit een rapport gemaakt in Power BI, om productie en backlog en planning op te kunnen volgen die in een ander systeem bijgehouden worden. Eén van de dingen was daarbij dat in het andere systeem dingen op dagen ingepland staan, terwijl we in het rapport naar weken willen kijken. De omslag tussen dagen en weken wordt gemaakt door alles van een bepaalde week voor het rapport op de eerste maandag van die week te zetten, en daar dan verder mee te werken.

    Okay, tot daar volg ik.

    Maar dan is er een hulptabel aangemaakt met de cijfers 1 tot 53 bevat (WeekNumbers = GENERATESERIES(2201, 2253)), en een veld met de naam van de week (Weekname = "Week " & [Value]). Dat wordt dan gejoined met een andere tabel waar het weeknummer in staat, enkel en alleen om in een matrix een label “Week 1” tot “Week 53” te kunnen hebben.

    Dat loopt natuurlijk in de soep rond een jaarwisseling, waar in plaats van pakweg week 50-51-52-1-2-3 ineens week 1-2-3-50-51-52 staat.

    Ik heb dan maar een veld bijgemaakt in de oorspronkelijke tabel, waar ik jaar en week in zet. Wordt het 22w50 tot 23w03. Nem.

    Omweg vermeden, ha.

  • Vlieg

    We waren op weekend en ik had een fles drank op de salontafel staan. Ineens zei iemand dat er een vlieg in gevlogen was. Ik keek, en inderdaad, in het bodempje Orange van Everyday dreef, in een wolk van koolzuurgasluchtbellen en suiker en kleurstof een groene vleesvlieg.

    Ik keek wat dichter en het beest bewoog nog wat!

    Geen idee hoe het met u zit, maar met uitzondering van muggen, fruitvliegjes, kleer- en meelmotten, doe ik geen beesten opzettelijk dood. Zelfs geen vliegen. Ik dus naar de gootsteen, bodempje van de fles uitgegoten, vlieg op wat absorberende Kleenex gelegd en voorzichtig droog geblazen.

    Na een tijdje, als ze meer begon te bewegen, op de vensterbank achter mij gelegd en om de zoveel tijd hoorde ik gezoem van vleugels.

    Een klein uur later is ze weggekropen en dan uiteindelijk weggevlogen. Ik was oprecht content.

  • Thuis

    Weekends, dat is leutig en al, maar thuis zijn is toch eigenlijk ook wel iets.

    Ik ben zo content dat ik weer in mijn goeie stoel kan zitten voor genoeg grote schermen, met een degelijk klavier en een goede muis en een werkend snel internet.

    En de kinderen zien (mijn madam slaapt elders met het werk, zag ik juist), en mijn zetel, en mijn bed.

    En niet te vergeten de kat, die gelijk een bezetene op mij sprong alsof ze mij echt gemist had.

  • Een succesvolle dag

    Ik heb vandaag dingen gezien die ik nog niet gezien had. Of misschien wel gezien, maar niet gefotografeerd.

    Het was bijzonder geïmproviseerd, want wegens twee dagen niet in eigen bed slapen weigert mijn rug alle medewerking — maar desalniettemin!

    Ik had het vroeger altijd zeer moeilijk met globulaire springstaarten: doorgaans veel te klein om foto’s te nemen waar ze herkenbaar op staan. Niet met mijn nieuwe lens, hoera!

    Een plezier, kleine beesten kunnen fotograferen. Er zaten niet veel beesten, het was echt wel jagen, maar heel soms was er zelfs meer dan één te zien tegelijk:

    Content van de springstaarten:

    Er zaten ook andere dingen in de buurt. ’t Zijn wel allemaal enkele foto’s wegens geen degelijk materiaal mee om foto’s te bewerken.

    Kijk, een spin:

    En kijk, een slak met een duizendpoot erop:

    Van duizendpoten gesproken, of beter, niet van duizendpoten gesproken: ik heb ook een duizendpootachtig ding gezien, waarvan ik niet weet wat het is.

    En dan het evenement van de dag! Ik zag een bruin blinkend korreltje voorbijwaggelen:

    Van dichtbij zag dat er zo uit:

    Op jacht naar prooi. Er liepen er zelfs twee rond, en de andere had meer succes. In een hoekje zat er een heel heel klein springstaartje:

    En een beetje later — knippe de poeze!

    Ik ging nog een paar foto’s proberen maken, maar ineens wat het schrikachtig drama:

    En gelijk vijftig keer zo grote mijt, en tegelijkertijd liep daarover een klein klein spinnetje. Avontuur! Drama!

  • Stront

    Mijn dag is goed. Ik zag van binnen een strontvlieg op de buitenkant van het venster zitten. naar boven, fotomathilde uithalen, flash erop monteren, weer naar beneden, naar buiten — en het beest zat er nog!

    Ik heb er welgeteld één foto van kunnen pakken voor het wegvloog, maar dat was genoeg:

    Scatophagia stercoraria, de gele strontvlieg. Het was al lang geleden dat ik er nog zo eentje gezien had.

  • Lord of the Rings: The Rings of Power

    Aargh.

    En ook wel: aargh.

    Spoilers, vermoed ik, alhoewel — het verhaal bestaat al zoveel decennia lang, en al wie de Lord of the Ringsfilms gezien heeft, heeft het ook al gehoord:

    Three Rings for the Elven-kings under the sky,
    Seven for the Dwarf-lords in their halls of stone,
    Nine for Mortal Men doomed to die,
    One for the Dark Lord on his dark throne
    In the Land of Mordor where the Shadows lie.
    One Ring to rule them all, One Ring to find them,
    One Ring to bring them all, and in the darkness bind them,
    In the Land of Mordor where the Shadows lie.

    De zeven van de dwergen en de negen van de mensen die zijn gemaakt onder invloed van Sauron, en kunnen gecontroleerd worden door de Ene Ring die Sauron maakte. De drie ringen van de elven zijn door Celebrimbor alleen gemaakt, zonder hulp van Sauran, en worden dus niet gecontroleerd door de Ene Ring. Ze komen uiteindelijk terecht bij Elrond, Galadriel en Gandalf (via Círdan).

    We konden vermoeden dat een serie die in haar naam Rings of Power heeft, het ergens wel over die ringen zou hebben.

    Bij Tolkien worden er een hele stapel ringen gemaakt, met hulp en onder invloed van Sauron (verkleed als Annatar), en is het pas als de elven nattigheid ruiken dat ze beslissen die drie ringen zonder Sauron te maken.

    Hier hadden we een serie waar allerlei onduidelijk is: Galadriel is eeuwenlang op zoek naar Sauron, die verdwenen is. Er is een zaak aan de hand dat de elven riskeren dood te gaan en dat mithril daar iets aan zou kunnen doen, en dan is er ook nog een vreemde kerel die uit de lucht gevallen is en niet meer weet wie hij is, en dan is er nog een slechterik die de vulkaan in het zuidwesten doet ontploffen en Mordor doet ontstaan, en dan zijn er nog de mensen van Númenor die al dan niet zich willen moeien in wat er gebeurt in de rest van de wereld. Oh, en proto-hobbits met LEnny Henry als leider. En dwergen ook, was ik bijna vergeten.

    Het kabbelt voort, en het is niet echt goéd maar ook zeker niet slecht. Geen House of the Dragon, maar ook geen Buurtpolitie.

    En dan komt de laatste aflevering van het seizoen, en krijgen we in gelijk het eerste derde van die laatste aflevering gebeurtenissen die zich wat mij betreft gemakkelijk over een aflevering of drie, vier hadden kunnen afspelen: we komen te weten wie Sauron is, en hoe hij Celebrimbor en co om de tuin leidt.

    Het kan zijn dat ik mijn vergis — het internet hier in het zuiden van het land is kak, en Prime viel regelmatig uit — maar ik denk dat alle zeventien andere rings of power gewoon off-screen zijn gemaakt. Dat, of de chronologie is helemaal omgekeerd.

    We komen uiteindelijk ook min of meer te weten wie die mens is die uit de lucht kwam gevallen, maar ook dat is niet zuiver: als het is wie ze hinten dat het is, komt die vééééééél te vroeg in het verhaal, en op de verkeerde manier.

    Grmbl.

    Ik zal dan maar naar de volgende seizoenen moeten kijken, vermoed ik.

  • Op bosklas

    Hoezee morgen ga ik naar Dardennen op weekend.

    De ijsblokmachine gaat mee, dus drank zal alvast koud zijn. Daar zal het niet aan liggen.