Pfffffffffmoeilijke opdracht vandaag, projectblogboek:
Dit is blogpost zeven en twintig duizend vier honderd acht en veertig op dit weblog. De enige constante is dat ik praktisch niet stil sta bij wat ik schrijf, en dat ik van de redenering ben “als ik er geen werk in steek, dan moet ik mij niet slecht voelen dat het in de verste verte niet vergelijkbaar is met wat ik wél goed vind”. Ik troost er mij mee dat hoe slecht het ook is, er altijd wel weer een volgende post zal zijn, die de andere naar beneden op de pagina duwt.
Zoals bij de meeste mensen met een weblog is het bij mij ook zo dat de stomste dingen het meest reacties losweken, en dan nog meestal om de verkeerde redenen. Het moet dan ook al geleden zijn van ergens in 2002 dat ik nog eens iets geschreven heb met het doel te proberen mensen te lokken, of lezers te bij te krijgen, of reacties, of wat dan ook. Sod the reader, zo is het maar net.
Het is onbegonnen werk om in meer dan 25.000 berichten de beste er uit te halen, dus doe ik maar een random duik in de archieven.
- 21 augustus 2002: De ontdekking van de hemel, dat ik absoluut niet goed vond. Ik heb daar nog een eeuwigheid boze mails over gekregen.
- 17 september 2002: Véronique De Kock — tienduizenden hits gekregen in de tijd dat tienduizenden hits nog iets was om over naar huis te schrijven.
- 4 januari 2003: Actieplan 2003. Ik krimp ineen als ik dat lees, uit de tijd dat er op mijn naamkaartje nog “baas” stond. En dat ik niet genoeg van de wereld wist. Achteraf gezien had ik (a) nooit mogen ja zeggen op de vraag om baas te worden en (b) na een paar jaar, en zeker toen duidelijk werd wat “in een multinational zitten” eigenlijk betekende, mijn schup moeten afkuisen. Ik heb mij vooral dat laatste jaar op het werk niet zo goed gevoeld. Op bepaalde moment zelfs bijna profetisch niet goed gevoeld, en hoe langer hoe explicieter en explicieter.
- 23 februari 2003: Trotters in Aspic — die keer dat ik een film ging schrijven. Ik ben een outline en dan een scène of vijftien ver geraakt en dan was het van “ik zal nooit even goed zijn als het beste dat ik mij kan inbeeldan, dus meh“.
…ugh, neen. Zo gaat het niet lukken. Zelfs random in mijn archieven duiken is te pijnlijk. Al die zever, maat. Al dat zelfbeklag, dat zelfmedelijden, die kronieken van aangekondigde mislukkingen, ‘t is om ziek van te worden.
Andere taktiek dan maar: een aantal van de meer belangrijke dingen die de afgelopen twaalf jaar zijn gebeurd.
- Die keer dat een trap instuikte en dat ik een jaar in hospitaal en in de zetel thuis heb gelegen: toen het net gebeurd was (1 februari 2004) en toen ik geopereerd was (7 februari 2004) en de onmiddellijke nasleep (9 februari 2004).
- Die keer dat Jan geboren werd (18 februari 2004, ik lag nog in een hospitaalbed).
- Die keer dat ik mijn ontslag ging aanbieden (2 november 2004). Ik had toen tien jaar gewerkt bij in essentie hetzelfde bedrijf, en dat was minstens vijf jaar te lang. Vooral de periode nadat het bedrijf opgenomen was in een multinational en ik algemeen directeur was, was een nachtmerrie. Die afspraak is er trouwens niet gekomen (4 november 2004), het heeft nog geduurd tot 12 november 2004 voor ik een punt zette achter dat werk, en nog tot 21 januari 2005 voor het contract opgezegd werd.
- Die keer dat ik ging werken in het Europacollege (22 januari 2005, maar ik werkte er eigenlijk al min of meer onbezoldigd sinds november, als ik het mij goed herinner). Het was een hele ervaring, in de academische wereld werken.
- Die keer dat onze jongste zowat live op het internet geboren werd (27 maart 2006).
- Die keer dat ik een aanbod kreeg dat ik niet kon weigeren en bij Namahn ging werken (28 september 2006). Serieus: bij Namahn mogen werken is gelijk in de eerste klasse gaan voetballen.
- Toen mijn vader begraven werd (17 juli 2009). Ik ben daar nog altijd niet goed van. Er gaat geen nacht voorbij of ik droom van hem.
- Na iets meer dan vijf jaar werken in Brussel ging ik een dag in de week werken bij Adhese (4 juni 2010) en toen wat later vond ik het daar zo wijs dat ik helemaal verhuisde (28 oktober 2010).
- Toen mijn broer stierf en begraven werd (23 januari 2013). En ook daar ben ik nog altijd niet goed van. En er gaat ook geen nacht voorbij of ik heb een droom waar mijn broer in voorkomt. Eigenlijk: mijn nachten zijn gevuld met dromen van overleden familie –vader, broer, grootouders. Ik ga niet zo graag meer slapen.
Ow. Dat werd even donker, daar op het einde. Not to worry, de volgende post ben ik weer mijn eigen vrolijke zelve.
Reacties
4 reacties op “De beste”
Uw naam in Chinese letters blogpost heeft het niet gehaald, jammer.
Dank u Michel. Dank voor alles. Alle woorden, alle inzichten. Ik leer van jou, iedere keer opnieuw als ik hier kom. Dank.
Ik heb ze niet alle 27448 gelezen, weet niet goed in welk jaar ik ben beginnen lezen.
Maar wat ik vooral niet kan vergeten is Anna en de roltrap…
I’m proud to say: Ik heb ze wél alle 27448 gelezen (meer dan tien jaar geleden de backlog eens doorworsteld).