Ik voel het aankomen wanneer er een Interactief Moment is en dan schuifel ik zo onopvallend mogelijk naar een verborgen plek, zodat ik niet mee moet dansen. Ik krijg de neiging om mee stoelen aan de kant te zetten als er weer eens een ingreep in de Ruimtelijke Ordening is. Ik leeg de Cara Pils-asbakken als ik er zie vol met chipszakjes, en als er afval op tafel lig, neem ik het mee naar de dichtsbijzijnde vuilbak.
Ik kan denk ik de rondleiding en de uitleg van wat er allemaal is en het voortraject en de bedoeling en het natraject gewoon met mijn ogen dicht doen. Ik krijg de neiging om mijn innerlijke studiemeester naar boven te laten komen en mensen zelf te gaan aanspreken. En ik, zo slecht met namen dat het geen naam heeft, begin de namen van de kandidaat-Belgen gewoon ook allemaal te kennen.
‘t Is echt wel erg. Nog twee dagen, en ik weet nu al dat ik het ga missen.
En ik heb dan wel bijna altijd mijn fototoestel bij, maar foto’s nemen, dat komt er nooit echt van. Dedju.
De kindjes zijn er vandaag. En morgen. En overmorgen. Voor het gemak van het verwijzen: het meisje dat binnenkort vijf wordt, zal ik Z noemen, en de jongen die er vier wordt, noem ik A.
Vandaag was het boodschappendoendag, en dan Gentse Feestendag, en dan Batahlandag, en dan spelen op straatdag, en dan filet américan met frietjesdag, en dan verhaaltjesdag en slapen.
Morgen zal het ontbijten in het MIAT zijn, en dan zien we wel.
Op Batahlan hebben ze eerst op de molen gezeten (op reis naar Mozambique!), dan met twee wel drie kwartier staan dansen op het podium, tot zelfs Noël het een beetje beu was, en dan zijn ze gaan plensen in het bijna-olympische zwembad.
En dan was het voetballen-slash-basketballen op straat, en dan eten, en dan nog een verhaaltje voorlezeen en dan bed. Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend, maar het onverwachte zit in de kleine dingen: Z zat op mijn borst te tateren en toen trok ze haar pyjamavest naar boven en wat doet een mens dan? Juist, een prot op de buik.
Ze lag plat van het schaterlachen, en ze kwam maar niet bij. Tranen van het lachen.
Ze zei dat het de eerste keer was dat iemand dat gedaan had.
Het was vandaag, in tegenstelling tot gisteren, wél druk tijdens de Gentse Feesten. Nationale Feestdag en al, weetwel. Ik heb geprobeerd te ontsnappen naar Batahlan maar ‘t was daar ook eigenlijk redelijk druk.
Ze hebben mij vandaag niet gecyberaangevallen (oef) maar ik was wel één van de mensen die er wegens ‘baard langer dan 1 cm’ als een potentiële terrorist uitzag, en dus werd ik naar voren geroepen en grondig onderzocht. Uiteindelijk ben ik naar de transitzone gestuurd en wat later uitgewezen, omdat ik er te verdacht uitzag: een kostuum met een das op zo’n warme dag, dat kan niet pluis zijn natuurlijk.
OH! En ik heb er een mier gezien met twee hoofden. Gelijk, legit twee hoofden: zijn rechtervoorpoot was een klein hoofdje, compleet met bewegende voelsprieten en al. Stom dat ik geen fototoestel met een macrolens meehad.
(OK, ja, ik weet het, de kans dat een mutatie is met HOX-genen en dingen is kleiner dan dat het een andere mier is die de poot van de mier wou afbijten maar er uiteindelijk zelf haar hoofd bij verloren is, maar het zag er enorm echt uit.)
Rond een uur of zes naar huis gegaan, iets van eten klaargemaakt, en dan was het wachten op de thuisverpleging. Die er gedomme maar om tien uur doorgekomen is, in plaats van zoals normaal om acht uur.
Voor de leutigheid nog eens naar een afsluiting van Batahlan gegaan, en de kinderen meegenomen. Zelie moest na een tijdje zelf uitgaan met vrienden, maar Louis, Jan en Anna zijn gebleven tot het einde van de show — en maar goed ook. Ze hebben met drie mogen meestappen op de loopband, en dan hebben ze mee mogen luisteren met Moussa die het boeiende “Waar is de hoer?” in de Dribbel-reeks voorlas:
En helemaal op het einde, als het Populaire Turkse politicus mag ik overvaren, ja of nee? was, was Jan zowaar de algemene winnaar, van alle aanwezigen! Hij is met een enorme doos vol nougat naar huis gegaan. 🙂
Morgen zijn de twee nieuwe kindjes erbij, en overmogen en de dag erna ook — ze blijven voor het eerst twee nachten slapen. Spannend!
Dat was dus ook al zeer, zeer, zéér lang geleden: zat ergens van thuiskomen. A fortiori, zat thuiskomen van de Gentse Feesten.
Enfin ja, ‘t is te zeggen: echt zat ben ik niet, maar toch wel ergens voorbij “een beetje in de wind”. Blijkt dat vijf (zes?) bierglazen Horse’s Neck in het echt niét limonade zijn, ongeacht hoe ze aanvoelen in het rietjesgewijs naar binnen zuigen.
Voor de rest was het een fijne dag: de namiddag op Batahlan gezeten (cyber-aangevallen door die gasten ook, gedomme), over en weer naar huis voor mijn dagelijkse afspraak met de mensen van de thuisverpleging (ook altijd fijn), even terug naar Batahlan om te constateren dat er veels en veels te veel volk was, en dan bij overburen Michael en Jet op het terras gaan zitten, met muziek van de ene overburen (onder de gelegenheidsnaam The Sint-Katelijnestraat Camping Band) op en van de andere overbuur, Paul Couter.
De dag begon trouwens met een abuis dat niet just een was: ik kreeg op naam van Gentblogt een t-shirt van Batahlan doorgestuurd.
…maar aangezien Gentblogt niet meer bestaat (of beter, wel nog bestaat maar niet meer verder aangevuld wordt), heb ik het t-shirt proper teruggegeven aan de mensen van de zeefdrukstand.
Het bespaart mij de moeite: ik trek gewoon elke dag naar Batahlan. Ge ziet er nog eens mensen, er speelt muziek, het is zonnig, het is een lach en een traan.
Hoe langer ik er zit, hoe meer ik er eigenlijk bij nadenk.
Vooral De Grote Oversteek, de voorstelling die een paar keer per dag in het De Beersparkje naast de deur gebeurt, maakte indruk. ‘t Begon allemaal grappig, maar toen deden ze de Europese hymne en moest ik toch een aantal keer slikken.
Maar hey, ondertussen zijn er ook inburgeringscursussen met gisteren zowaar twéé winnaars!
En er was door de overheid verplichte waterbedeling!
En Anna heeft haar Vreselijke Wonden verzorgd gekregen!
Ik denk niet dat ik al ooit een virus in mijn computer heb gehad, maar nu was het dus wel van dat.
Niet mijn eigen schuld, maar die van één van de kinderen, die graag Plants vs. Zombies Garden Warfare op zijn computer wou hebben.
We hebben dat voor de spelconsole, maar hij wou het dus zelf ook hebben.
Een en ander was hem wel niet duidelijk, wat games betreft: hij dacht het te downloaden en dan op een usb-stick te zetten en zo op zijn computer te krijgen. Want de disk van PvZ zelf, die kreeg hij niet in zijn computer wegens geen disklezer.
Zucht.
En dus had hij ‘t één en ‘t ander gedownload, en “per ongeluk” ergens ‘één keer” op OK geduwd, en hij wist ook niet wat er gebeurd was.
Yeah right. Na desinfectie bleken er een paar executables op zijn account te staan, en omdat hij mijn vorige pincode kende, was het koekenbak. DNS Unlocker, een verdomd vervelend beestje dat overal ads tussensmijt.
De situatie: als arme zelfbedruipende VZW zonder subsidies of wat dan ook, hebben wij jaren braaf SABAM betaald om volledig wettelijk in orde te zijn als we ooit eens een Youtubefilmpje of geluidsfragment postten.
Brave wij. Nee serieus: wie zou het ons nadoen? Een gratis website maken, onbezoldigd, zonder inkomsten, en toch jaar na jaar SABAM betalen, terwijl iedereen rond u lustig Youtubefilmpjes post?
Maar hey, nu is de VZW van naam en van adres veranderd, zit er niemand meer in de raad van bestuur of zelfs maar in de ledenlijst die twee jaar geleden bestuurder of lid was. En is de website niet meer in het beheer van de VZW maar van een andere instelling. Wij hebben dat gemaild aan SABAM, jaren geleden ondertussen al.
En toch krijgen we nog een factuur van SABAM. Ik zeg “we”, ik bedoel: er komt een boze brief toe op het persoonlijke thuisadres van de mens die jaren geleden penningmeester was van de VZW, maar dat nu uiteraard niet meer is. Dat hij SABAM zou moeten betalen voor een website die niet meer in handen van de VZW is. Een VZW die ondertussen, zoals ik zei, verhuisd is, van naam veranderd, en niets meer met die website te maken heeft, en waar die mens zelf natuurlijk hoedanook al jaren niets meer mee te maken heeft.
Het lijkt mij zo’n beetje de essentie van een vereniging te hebben, dat afspraken op naam van de vereniging staan en niet op naam van de individuele personen binnen de vereniging. Nog naast het zuivere feit dat het voorwerp van de overeenkomst — de activiteit op die die website — niet meer in handen van de VZW is.
Het is zo open toe als het kan zijn, en dus stuurde ik een beleefde brief naar SABAM. En niemand kan zeggen dat ze niet meteen kort op de bal spelen: de minuut na mijn mail kwam er een mail terug:
Bedankt om ons te contacteren. Omwille van een overweldigende toevloed aan e-mails, is de responstijd trager dan gewoonlijk. Onze excuses hiervoor. Wij doen er alles aan om uw aanvraag zo snel mogelijk te verwerken. We willen jullie vragen om uw verzoek niet meermaals door te sturen, omdat dit de verwerking ervan vertraagt. Gelieve het nummer bij te houden en te vermelden als u ons naar aanleiding van dit bericht opnieuw contacteert. Zo vinden we snel dit dossier terug.
Sympathiek. Een paar dagen later, een tweede mail:
Bedankt om ons te contacteren. Omwille van een overweldigende toevloed aan e-mails, is de responstijd trager dan gewoonlijk. Onze excuses hiervoor. Wij doen er alles aan om uw aanvraag zo snel mogelijk te verwerken. We willen jullie vragen om uw verzoek niet meermaals door te sturen, omdat dit de verwerking ervan vertraagt. Gelieve het nummer bij te houden en te vermelden als u ons naar aanleiding van dit bericht opnieuw contacteert. Zo vinden we snel dit dossier terug.
Nog een paar dagen later:
U stuurde een e-mail naar SABAM en wacht nog op een antwoord. Onze excuses, wij doen er alles aan om u zo spoedig mogelijk een antwoord te bezorgen.
En nog een paar dagen later.
U krijgt spoedig antwoord van SABAM. U stuurde een e-mail naar SABAM en wacht nog op een antwoord. Onze excuses, wij doen er alles aan om u zo spoedig mogelijk een antwoord te bezorgen.
Vandaag zonder fototoestel op pad gegaan. De toer van de stad gedaan — ja, het is allemaal echt zeer rustig, zelfs bij ideaal weer zoals vandaag. En ik vind dat niet eens erg. Liever zo dan op koppen te moeten lopen.
Oh, en ik ben alsnog op Batahlan geraakt. Ook daar zeer, zeer rustig. Maar wel gezellig, op een manier.
Ik ga morgen terug, denk ik.
Zeker nu mijn papieren in orde zijn en ik niet meer met een geïmproviseerde-door-de-rangers-gemaakte foto moet rondlopen.
Twee dagen na elkaar de nieuwe kindjes, van zaterdagochtend tot zondagavond, met een overnachting erbij.
Ik kan mij levendig inbeelden dat het een enorme sprong in het onbekende moet geweest zijn, en dat het enorm overweldigend moet geweest zijn, die Gentse Feesten, maar hey, alles in orde verlopen, twee zeer fijne dagen gehad, geen incidenten whatsoever. Integendeel.
Volgende week twee nachten slapen. En de week daarna nog eens twee nachten, of, als alles blijft goed gaan en alle Powers That Be zijn er mee akkoord: voor definitief.
En ik heb nu al door dat het heel moeilijk gaat zijn om geen herkenbare foto’s van die kinderen op het open internet te zetten. Want ze zijn alletwee zeer dankbaar om te fotograferen. 🙂
Waar gaan we het schrijven? Ik ben zowaar een hele dag naar Gentse Feesten gegaan. Dat is geleden van zeer, zeer lang geleden — het zou zo maar even zeventien of achttien jaar kunnen zijn.
Een beetje Puppetbuskersfestival, een beetje Luisterplein, en ‘s avonds:
Jeugdsentiment!
En hoe fantastisch, het enthousiasme van Henk, Robert Jan en Rob.
Het was eigenlijk niet voorzien, maar alsnog: ik neem volgende week vakantie.
Ha! Thuis voor de Gentse Feesten, én niets te doen genre Gentblogt of zo. Het zou er misschien wel eens van kunnen komen dat ik alsnog buiten geraak — waar gaan we dat schrijven?
Oh en ook! Morgen is het spannend, want dan blijven de kindjes voor de allereerste keer slapen. Whee!
Kookboeken zijn wijs, en ze worden ook echt gebruikt bij ons thuis. Maar ze nemen veel plaats in, en we hebben een kookboekenkast die ondertussen al helemaal vol zit.
Ik schrijf bij op het lijstje voor als het ooit eens vakantie is: een oplossing zoeken voor onze kookboeken. Het staat daar alvast mooi te blinken naast “een oplossing zoeken voor de kinderboeken” en “al wat weg mag, ook effectief weg doen in plaats vna het gewoon in dozen te steken en op te stapelen”.
Zelie is op scoutskamp geweest naar Portugal. Ze verandert haar profielfoto naar een foto van op scoutskamp.
Een stapel mensen vinden dat leuk.
Wat is de reactie van een zekere Jocelyn C?
Het ziet er onschuldig uit, drie letters, maar misschien even situeren: op haar school is “sos” blijkbaar een erger scheldwoord dan pakweg “homo”, “neger”, “debiel” of om het even wat, eigenlijk.
Een “sos”, da’s iemand die bijvoorbeeld niet per definitie vindt dat elke werkloze persoon een luiaard is die niet wil werken. Een “sos”, da’s iemand die niet rijk genoeg is om elke middag op restaurant te gaan eten.
Homo’s worden aanvaard, mensen met een andere huidskleur kunnen er nog door (mits voldoende geld op de rekening, en ‘t is ook niet alsof er zo veel zitten dat het storend wordt) , maar een “sos”, da’s iemand die gepest kan worden, uitgelachen mag worden, belachelijk gemaakt, zonder dat er ook maar iemand ingrijpt.
Oh, zeker, lippendienst: er zijn mensen waarmee gesproken kan worden. Maar The Powers That Be, die zeggen dan dingen als “och ja, Zelie, jij bent nu eenmaal té volwassen — probeer misschien wat minder genuanceerd te zijn in discussies, of gewoon te zwijgen”. Of nog “maar Zelie, heb je je al eens afgevraagd wat je zélf doet om pesten te vermijden?”
Of nog “in onze ervaring houdt dat pesten wel op in het vijfde jaar hoor”.
Alleen: we zijn het vijfde jaar voorbij, we gaan naar het zesde jaar, en het is nog niet opgehouden.
Jazeker: “negeer die gasten gewoon” is gemakkelijk gezegd. Maar echt wel véél gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Natuurlijk, ik weet ook wel dat die Jocelyn een zielig personage is die ongetwijfeld niet beseft hoe belachelijk hij is (alhoewel, Jocelyn: uw eigen boodschap liken? awkward!), en die binnen vijftien jaar ongetwijfeld uit de lucht zal vallen als iemand hem zegt dat er in zijn tijd ook gepest werd op school.
Maar toch: ergens in het midden van de schoolvakantie, om 22u59 ‘s avonds, geven op geen tijd niet alleen die Jocelyn maar meteen zes andere loebassen van dezelfde kliek die “sos” een like? Niet zo geestig. Want dat wil zeggen dat het pesten volgend jaar écht gewoon doodleuk weer zal doorgaan.
“Och toe overdrijft ge niet een beetje? ‘t Zijn toch maar drie lettertjes, knipoogsmiley?” Neen. Om een hashtag boven te halen: #wijoverdrijvenniet. Het pestgedrag loopt de spuigaten uit.
Want de likes en de ‘tranen met tuiten lachen’-smiley en de “geen medelijden” (moedig hoor, Basile en Francis, zeer moedig) zijn maar het topje van de ijsberg.
Blokkeren op Facebook kan, maar blokkeren in de klas en op school is moeilijker.
En ‘t is zo hypocriet als het groot is: de hele school heeft er de mond vol van, dat pesten ontoelaatbaar is en niet getolereerd wordt, maar als puntje bij paaltje komt, dan wordt er gewoon niets aan gedaan. Niets.
En al jaren aan een stuk. Jaren.
Ik zal immens content zijn als Zelie daar weg zal zijn.
Het is eigenlijk wel grappig: ik schrijf hier nu al een tijdje met de WordPress-app, een alleenstaande app die eigenlijk niet veel meer dan een venster op een server is.
Ik kan dingen maken, bewerken, wijzigen, beelden invoegen, html bepotelen als ik wil, sharing-opties wijzigen, categorieën en tags toevoegen: het is een editor, proper en simpel, die (goed) doet wat hij moet doen en niet veel meer.
En behalve zelf dingen schrijven en dingen die ik geschreven heb bewerken, zit er ook een Reader in:
Het is, met andere woorden, min of meer hetzelfde als wat Radio Userland was vijftien jaar geleden: een blogplatform met editor, en een RSS-lezer in River of News-stijl.
En als ik toch aan het flashbacken ben, eens die blogpost van juli 2002 herbekijken:
Userland werkt blijkbaar met een lokale directory waarin alle dynamische gegevens gehouden worden en daarvan worden dan statische html-files gemaakt. Blijkbaar, much to my dismay, werkt de omgekeerde beweging niet.
Ha! Tegenwoordig werkt zowat alles in the cloud. Ik weet zelfs niet eens of die WordPress-dinges offline zou werken, want ik ben nooit meer offline.
Wa-hey! Dev32gent2 klaar, en MX geïnstalleerd, en werkend!
Van uit de tijd dat ik ook nog serverbeheer deed. En servers een rationele naam hadden: drie letters voor de functie, dan het land (32 is België), dan de plaats (gent), en dan het volgnummer. Dit was dus de tweede development server in Gent, die toen net geprepareerd was geraakt en waar ik toen net ColdFusion MX op geïnstalleerd had (de echte Macromedia-versie van ColdFusion, en ook de eerste versie waar CFML eigenlijk een schil rond J2EE was).
Terwijl ik er aan denk: vorige vrijdag Neverwinter Nights gekocht.
Voorlopig (zit nog maar in het begin natuurlijk) redelijk goed. Vind alleen dat ik een beetje weinig controle heb over mijn henchman, maar voor de rest: verfrissend moeilijker dan Dungeon Siege. En echt het gevoel van een echte level echt zelf echt bijgekomen te zijn na echt vechten en dingen.
Oooh Neverwinter Nights. Toen games nog echt games waren.
Alhoewel: Neverwinter Nights was geen Baldur’s Gate. Het verhaal was maar zo-zo, en al was het geen bugfest zoals tegenwoordig veel games zijn, er zaten toch wel wat problemen in. En dat in de tijd dat games op CD’s kwamen en het ondoenbaar was om stukken te downloaden: pijnlijk. De expansion packs maakten er dan wel weer een uitstekend spel van (Hordes of the Underdark yay!).
Met er aan te denken, heb ik nog eens mijn GOG-ding opengetrokken, en jawel, ik heb Neverwinter Nights daar ooit opnieuw gekocht, met alle mogelijke expansion packs erbij, voor een fractie van de prijs die ik er in 2002 voor betaalden. En dus kan ik die nu gewoon helemaal downloaden en vanavond for old times’ sake nog eens spelen. Zien of het overeind bijft.
Daarvan gesproken: vijf gigabytes downloaden! — de gedacht alleen al zou in 2002 niet te bevatten geweest zijn.
Brigitte vindt de documenten die we nodig hebben voor de Commissie. Hallaluja! De bank weet wat we moeten hebben, de belastingen ook, RSZ-attest hadden we al, nu nog de jaarrekening van ’99 vinden en we hebben al het nodige papierwerk.
Oh my. Papieren verzamelen om te antwoorden op Calls for Tender: een constante in mijn leven, blijkbaar.
Zonet een telefoon van 15 seconden gehad met iemand van EIAS.
“Good morning I would like to know if we have enough space on our website to hold a forum?”
“Space? Sure, there’s enough space to hold a forum, but you–“
“OK, thank you, bye!”
*click*
Nu wachten op de vervolgvraag vermoed ik?
En ook dat is een beetje een constante: klanten die maar een half woord nodig denken te hebben. 🙂
In het algemeen gaat het om een onbeperkt diepe boom. Op elk niveau kunnen pagina’s of categorienodes (nieuws e.d.) gekoppeld worden. Op elke knoop kan een permissiestructuur gezet worden (wie mag wijzigen/deleten, wie mag knopen aanmaken, wie mag structuur wijzigen, …), op elke knoop kan een validering/fiatteringstructuur gezet worden (wanneer mag deze inhoud on-line, wie mag/moet hierover oordelen, …), aan elke knoop kan ook een belangrijkheid gekoppeld worden (vestiging / divisie / BU / corporate / wereld), en aan elke knoop kan bovendien een graad van confidentialiteit gekoppeld worden (persoon / groep / vestiging / divisie / BU / corporate / wereld).
Probleem is dat al die eigenschappen (categorieën, permissies, validering, belang, confidentialiteit) op hun beurt boomstructuren of netwerken zijn.
En dat een gebruiker daar normaal gezien de botten van verstaat, tenzij het hem voorgetoond wordt. Want in de praktijk ziet iemand nooit het volledige beeld: hij ziet alleen dat hij voor zijn stukje website dingen kan aanmaken, dat die door zijn baas goedgekeurd moeten worden voor ze op het intranet verschijnen, en dat als de baas van zijn baas dat ding goed vonden, dat het dan op het algemene intranet van de groep verschijnt…
Er moest een intranet gemaakt worden voor de groep die ons bedrijf net gekocht had. Needless to say was het weer een typisch geval van “ik lijst even alles op dat ik wil, en alles is even belangrijk en ja we gaan permissiestructuren op permissiestructuren zetten en ja er moet overal validatiestromen en workflows in zitten”.
Tegenwoordig zou ik veel meer geneigd zijn om het allemaal zo simpel mogelijk te houden: zeven niveaus van in elkaar hakende confidentialiteit, serieus, waar zijn we mee bezig — ‘t is hier niet het Pentagon. En trouwens, zelfs daar hebben ze er maar een stuk of drie, dacht ik.
Gewoon er naartoe gaan, en de mensen op andere gedachten brengen: ze hebben dat allemaal niet nodig, wat ze nodig hebben is een organisatie die matuur genoeg is om op een degelijke manier met informatie om te gaan. En daar gaat geen enkel stuk software een oplossing voor bieden, da’s iets dat met mensen en structuren en goede gewoontes te maken heeft.
Te doen:
intranet opnieuw versturen
gegevens verzamelen voor DG Employ (en een prijs proberen verzinnen, dat wordt minder gemakkelijk)
memo naar Peter G. afmaken
antwoord aan Bart afmaken
En dan nog wat proberen verder werken aan de snelheid van de backbone en zo.
“Ha. Ha. Ha.”, lachte hij de grimlach van miserie.
“Intranet versturen”, dat was een offerte die gevraagd werd door de groep die ons gekocht had, waar we veel werk in gestoken hebben, maar waar — eens te meer, zoals later zou blijken — gewoon niets in huis kwam. Veel beloven, ons doen werken, en als puntje bij paaltje komt een vette bakt u een ei, zo waren ze wel. Leve beursgenoteerde internationale groepen. Hoera.
“Gegevens verzamelen DG Employ”: een contract dat we uiteindelijk wel gehaald hebben, bij de Commissie. Maar dat we helemaal niet zo goed afgewerkt hebben. Ik schaam er mij nog altijd over. Niet dat het niet deed wat het moest doen, maar het kon zoveel beter zijn.
“Memo naar Peter G.”: dat was toen mijn rechtstreekse baas. Ik was Algemeen Directeur van mijn bedrijf, hij was Chief Operating Officer van de hele groep. Peter was (en is ongetwijfeld nog) een bijzonder sympathieke man, maar enorm veel hulp was hij niet echt. Ik was uit het niets baas geworden, had nul ervaring en wist van toeten nog blazen: een minimum aan coaching of zo zou welkom geweest zijn. Maar neen. In het diepe eind gegooid en trek uw plan.
“Antwoord aan Bart”: Bart was iemand die baas was van een gelijkaardig bedrijf in dezelfde internationale groep. Ik ga er, zelfs veertien jaar later, maar niet te veel over zeggen, want ik kan zelfs met veel zoeken niets positief over de kerel verzinnen.
“Snelheid van de backbone”: mwaha. Dat had even goed iets kunnen geweest zijn dat ik vandaag geschreven had. 🙂