• Oei vergeten foto’s te maken

    We gingen koken voor mensen vanavond, en het was lam en er was een hele achterpoot van zo’n beest.

    Een scherp mes, een beetje kennis van anatomie en uzelf niet al te veel opwinden: weinig zo geestig als karkassen ontbenen.

    ‘t Is dat mijn rug niet altijd meewil, anders zou ik wel eens graag zo’n volledig beest willen ontbenen.

  • Arme sandalenman

    Ik stond bij een apotheker. Niet bij mijn apotheker, maar bij een andere apotheker, die ik om redenen die u zometeen zal begrijpen, niet verder specificeer.

    Vóór mij stond een man gekleed in de laatste Palestina-anno-20-na-Christus-mode: vuilwit fladderend hemd met drie open knopen en borsthaar in aanbieding, bleekbeige flodderende broek tot vijftien centimeter boven de sandalen waar zijn blote voeten in zaten. Van die zwarte dambordspelstukken in zijn oren, verwilderde lange grijsblonde baard, dunnend verwilderd lang grijsblond haar.

    Vingertoppen vreemd obusvormig en oranjegeelbruin blinkend van nicotine, en voortdurend een beduimeld stukje papier open- en dichtvouwend.

    Hij stond er denk ik al een tijd te wachten, toen de mevrouw van de apotheek terugkwam uit denk ik een magazijn. Ze moest hem teleurstellen: wat hij vroeg hadden ze niet in huis, en ze had al twee leveranciers gebeld maar die hadden het ook niet op voorraad, en dus zou ze moeten blijven bellen maar zou het waarschijnlijk uit het buitenland moeten komen, en of hij wou dat ze op zoek ging en dat hij moest weten dat het wel eens tien dagen zou kunnen duren.

    De meneer viel totaal uit de lucht. Werd zichtbaar wanhopig. Dat hij dat ding écht wel nodig had, want “het kan niet meer zijn, madam”. “Neemt u het nu al?” moest de apothekeres weten — neen: hij was ten einde raad en hij was met niets geholpen maar dit zou hem echt wel helpen was hem gezegd.

    – Is het voorgeschreven door een dokter?

    – Ah ja natuurlijk.

    – En wat is de naam van de dokter, anders kan ik hem eens bellen?

    En toen kwam de aap uit de mouw. Voor mij, want de apothekeres wist natuurlijk al lang wat de situatie was: het was een homeopaat die geen dokter was maar specialist-homepaat, en hij was zijn laatste kans, en het was écht echt dringend.

    Volgde een heel spiel waarbij de meneer de naam niet wou geven en de mevrouw wou weten of ze nu mocht bestellen of niet en de meneer wou weten hoe lang het dan wél zou duren en de mevrouw zei dat ze dat niet op voorhand wist omdat ze moest rondbellen en ze dat nu niet kon doen en aaargh.

    En ik stond een beetje verweesd te kijken: het bleek een apotheek vol met pseudofarmaceutische dingen, en vol met homeopathische nonsens. Akkoord, geen van die homeopathische dingen hebben ook maar enig effect, en het doet dus niet noodzakelijk kwaad (behalve als het een echte behandeling zou vervangen), maar als ik apotheker zou zijn, ik zou daar serieus ongemakkelijk van lopen.

    Sandalenman heeft trouwens gezegd dat hij nog eens elders ging proberen.

  • “Nieuwkomers in ons land moeten voortaan een verklaring ondertekenen waarin ze beloven zich in onze maatschappij te integreren en onze wetten, waarden en normen te respecteren.”

    Dat stond eind vorige maand in alle kranten van het land. Kijk, hier staat ze, de nieuwkomersverklaring die elke persoon die in België wil komen wonen zal moeten ondertekenen. In ‘t kort:

    Ik beloof mij en mijn kinderen te integreren. Ik ga de mensenrechten respecteren. Ik ga de vrijheid van iedereen respecteren, en dus ook de vrijheid an meningsuiting, van vereniging, van eredienst en van beleving van sexuele geaardheid. Ik begrijp dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn in België, echt waar. Ik zal geen geweld plegen of dreigen met geweld. Ik begrijp dat terrorisme echt niet mag. Ik beloof nog eens dat ik mij zal integreren, en dat van zodra ik betrokken ben bij welk misdrijf dan ook, ik in de problemen kan raken met dat verblijf. Ik beloof nog eens dat ik niet alleen zal integreren maar ook zal participeren. Ik begrijp dat er in België moet gewerkt worden om centjes te verdienen. En o ja, ik beloof dat ik de integratietrajecten zal volgen.

    Het klinkt allemaal zeer negatief, alsof Francken tegen een klein kind aan het spreken is dat eigenlijk al heel zijn leven vanalles aan mispeuteren is, maar dat is allemaal maar perceptie, vermoed ik. ‘t Is gelijk racisme hé meneer, dat is allemaal relatief hé meneer, ‘t is maar hoe ge’t oppakt hé.

    En ziet! Wat lees ik in de gazet? “Vandaag keurt de ministerraad het ontwerp goed dat een nieuwkomersverklaring invoert.” Een groot succes! En maar met een miniem aantal kleine proviso’s:

    1. Als er een nieuwkomersverklaring komt, dan zal die niet Belgisch zijn maar Vlaams, Duitstalig, Franstalig en in Brussel wordt het iets voor de vermoed ik Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie: al wat integratie is, is immers helaas een gemeenschapsbevoegdheid, en niet iets waar Theo Francken iets over te zeggen heeft. Hoera! Opbod van verklaringen tussen de Gemeenschappen!
    2. Volgens de Raad van State mag niemand verplicht worden om een bepaalde waarde te aanvaarden.
    3. Het document was dacht ik vooral bedoeld voor kandidaat-asielzoekers, maar nog volgens de Raad van State is dat zinloos, want op geen enkele wijze afdwingbaar.

    Enfin goed. Behalve dat het niet van hem uit gaat, dat de bedoelde inhoud volledig uitgehold is en het bedoelde doelpubliek niet aangesproken kan worden: een klinkende overwinning voor Theo Franken.

  • Hoera! Euh nee, toch niet

    De grafische kaart die ik had besteld tijdens mijn anderhalve week gelduitgeefepisode is toegekomen!

    Een schone dikke zware Geforce GTX 1080, yuich!

    Ik dacht dat het een nachtmerrie zou worden om dat ding in de computer te steken, maar neen: oude brolkaart eruit, een bijkomend schiifken uitvijzen wegens dat het ding twee slots in beslag neemt, kaart voorzichtig naar beneden laten komen, induwen, en vastvijzen. Qua grootte van de kaart voelt het 1995 aan, maar er is natuurlijk niet in de verste verte een vergelijking te maken qua performantie.

    Kast weer toe, kabels weer in, opstarten… ah drat.

    De kaart heeft haar eigen bijkomende stroomtoevoer nodig. Ik heb verdomme een kabel moeten bestellen — nog een geluk dat ze hem morgen al kunnen leveren. Anders was ik naar een fysieke winkel moeten gaan, beeld u dat in.

  • Niet zo maar zo!

    Omdat ik ook al eens graag een eenvoudig tekeningske maak in Illustrator:

    zo

    Dat vanboven is wat de dames en heren van de thuisverplegig deden, dat vanonder is wat ze eigenlijk zouden moeten gedaan hebben. Ah well.

    Ik ben er tot nader order nog niet van overleden (al zou het wel kunnen, sepsis is niéts om mee te lachen), en er is alsnog iets aan te doen. Dus dat gaan we dan ook maar doen, zeker? Alle dagen verpleging thuis, hoera!

  • Medisch bulletin

    Er was iets mis met mijn nieren. Er zijn een paar getallen die u zeggen precies hoé slecht het gaat. Eén van die getallen, als het onder de 15 is, daar staat naast ‘terminaal nierfalen’. Bij mij was dat zeer ver onder de 15. Een tijd later, na medicamenten en radikaal andere dingen eten, was het wat beter, en nog een tijd later was het om onverklaarbare redenen plots veel slechter dan ooit.

    En dan hebben ze een buis in mijn buik gestoken, en ging het langzaam weer beter, en na zes weken buis stond dat getal vorige week dinsdag op 20. Hoezee!

    Behalve dat mensen niet echt gebouwd zijn om permanent gaten in hun buik te hebben, en dat het geen stoma is of zo (wegens tijdelijk). Dus dat het een precaire zaak van steriel houden en allerlei is.

    Een zaak die vorige week, ironisch genoeg net na de controle bij dokter specialist, een beetje in de soep gelopen is. De thuisverpleging komt drie keer per week. Vrijdag was de meneer boos op de manier waarop het werk woensdag was gebeurd, en vandaag zei de mevrouw dat ik best eens naar de dokter ga, en dat ik hem dan best zeg dat het gat te groot is, en dat het ettert, en helemaal ontstoken is.  “Ik ga er van uit dat hij dat zelf ook wel zal zien, zeker?” “Euh ja, eigenlijk wel, ja.”

    En of hij een dagelijkse verpleging zou voorschrijven. Echt een groot geluk dat ik geen sociaal leven heb, ha!

  • Niets

    Jan kwam terug van een uitstap met Sandra en Anna, en hij vroeg wat ik vandaag gedaan had.

    Niets, dus. Geprutseld op de computer. Beetje gelezen. Geprobeerd zo weinig mogelijk te bewegen. Geslapen.

    En nóg moe zijn nu, en dus in bed gecrasht.

    Een verloren, lege dag.

  • Ik was aan het prutsen met mijn stamboom op de website van de Mormonen, Familysearch.org. Misschien heeft het er iets mee te maken dat ze hun desktopapplicatie gewoon helemaal afgeschaft hebben en dat het nu alleen nog online kan, maar ik heb de indruk dat het daar echt alsmaar beter wordt, qua beschikbare data en gebruiksgemak.

    En zodus ben ik aan het struinen door de stamboom, als ik een icoontje zie naast Adriana Van Hove (mijn over-over-overgrootmoeder):

    boom

    Clicketyclick, en dat zegt mij dat er Record Hints zijn, ‘t is te zeggen, haar naam is gevonden in één of meer bronnen die op Familysearch staan:

    hints

    Check it out, ‘t is haar huwelijksakte in Turnhout en haar overlijdensakte in Brugge. Op mijn eigen computer heb ik die natuurlijk ook al staan, maar ‘t is wel wijs dat het snel kan toegevoegd worden op Familysearch ook.

    Okay, ‘Review and attach’ dus maar…

    review

    Normaal gezien zou die ‘Compare’-link een formuliertje moeten open doen waar ik een blauwe knop kan duwen om te bevestigen dat dit juist is, en eventueel nog een opmerking kan nalaten. Maar bij mij doet dat niets.

    Ik probeer op een andere browser, nog altijd niets. Ik overweeg even om het op te geven en dan maar iets anders te doen, maar eigenlijk, bedenk ik, we leven in de 21ste eeuw — waarom zou ik niet eens de Live Chat proberen?

    Een paar minuten later heb ik het probleem uitgelegd aan een Mormoon aan de andere kant van de wereld, bevestigd dat het een probleem is dat niets met browsers te maken heeft (Chrome, Firefox, Edge, IE11, geen van allemaal werken bij mij), maar wel met Windows 10 te maken heeft (het werkt bij mij wel op een Mac en bij de Mormoon op een Windows 8, maar ook bij hem niet op een Windows 10). En dus wordt er een ticket aangemaakt waar ik in cc van sta, put de Mormoon zich uit in excuses, verzeker ik hem dat het geen probleem is en bedank ik hem voor zijn uitstekende service, bedankt hij mij om zo “gracious” en zo “tech savvy” te zijn, en wensen we elkaar een uitstekend weekend toe.

    We leven in de toekomst!

    En omdat ik geen zin heb om op het lilliputterscherm van de Mac te werken, en omdat we echt wel in de toekomst leven, installeer ik op een paar minuten tijd een Ubuntu in een virtuele computer, en heb ik nu alles proper werken, zonder noemenswaardige vertraging:

    review2

    Dan nog in de rapte het clipboard en een paar folders delen tussen die virtuele machine en mijn eigen computer en hopla, ‘t is gelijk dat het gewoon een andere browser is in plaats van een volledige computer.

    En ja, ik blijf dat magisch vinden, zelfs al is het zo vanzelfsprekend tegenwoordig.

  • Ontsteking

    Er zit ondertussen al bijna twee maand een buis in mijn buik (“om eens te zien of het helpt”, ah ha ha), en in principe is dat allemaal zo geen groot probleem, maar ‘t is geen permanent iets gelijk een stoma of zo, dus er blijft wel risico op ontsteking.

    Wel, ik peins dat het zover is. Als het morgen niet veel beter voelt, ga ik eens naar dokter arts.

    Niet dat ik panikeer of zo, maar ontstekingen zijn niet zo’n wijze dingen. En die thuisverpleging mag misschien wel eens elke dag beginnen komen in plaats van drie keer per week.

    Nog echt wel goed dat ik geen sociaal leven heb, normaal gezien.

  • Dat was even schrikken

    Facebook lag een tijd half uit, en ik geraakte niet meer binnen op mijn eigen weblog. Gelukkig heb ik ook nog Allerlei Omwegen en ben ik er uiteindelijk toch in geraakt, maar toch: niet goed voor de bloeddruk.

    Ondertussen is Facebook ook terug, zie ik. ‘t Zijn dingen van die outages. Op het werk laat de electriciteitsmaatschappij ons weten dat er gaat gewerkt worden in de de straat en dat we een tijdje op een noodgenerator gaan zitten. Zoals onze interne dienstmededeling het zei:

    Er wordt een noodgenerator geplaatst die tijdens de werken het ganse gebouw van stroom kan voorzien.
    Deze generator dient echter te worden gestart/verbonden ‘s morgen om 8u00 en ‘s avonds wordt deze losgekoppeld zo tussen 17u00 en 18u00 (naargelang de werken vlotten).
    Dit houdt in dat er die dag 2 * een half uur géén stroom zal zijn.

    Mijn laptop overbrugt dat wel, en ik kan via 4G op de interwebs, maar toch: dat ze dat gewoon wegens “het kan niet anders” een uur kunnen afleggen, ‘t zijn dingen. Niet dat ik weet hoe ze het anders zouden moeten doen, maar toch.

  • Seafood @Rik’s

    Ik vind het elke keer zo ontwapenend ontroerend, de boodschappen van Rik op Facebook. Aan de winkel hangt ‘Seafood @Rik’s’, maar op Facebook is zijn naam Seafood ad rik’s:

    rik

    seafood

    Vandaag (oei, ondertussen ‘gisteren’) prees hij zijn kibbeling en zijn garnaalkroketten aan, en ik heb maar een half woord nodig.

    Ik probeer er hoedanook zeker twee keer per week naartoe te gaan, want (a) ik eet graag vis en (b) de vis bij Rik is uitstekend.

    Ik ben naar huis gegaan met een maatje, een grote zonnevis en een stuk of tien verse garnaalkroketten. Jaja, ik weet het, ik zou dat zelf kunnen maken. Ik maak dat eigenlijk wel graag zelf, maar als het is om de avond zelf op te eten, dan is dat een beetje moeilijk.

    De garnaalkroketten — 1300 gram garnalen op 2 liter saus, zei Rik — zijn de kinderen uitstekend bevallen, het maatje is geproefd en goed bevonden, en de zonnevis heb ik in de pan gebakken en dan in een curry gedraaid.

    Ik had het zekere voor het onzekere genomen en eerst de curry gemaakt, maar blijkt dat saint-pierre ruim stevig genoeg is, zowel van textuur als van smaak, om dat te verdragen.

    Eens te meer ziet het er niet uit, eenpansgerechten zijn zelden sexy, maar eens te meer waren er geen klachten. Niet dat er iemand anders dan ik van gegeten heeft, maar alla.

    20160602_181248

  • Ik ben laffelijk in de val gelokt

    Het moet maanden en maanden geleden zijn, op een onverdachte moment van een doordeweekse avond, dat collega Bart wellicht iets zal gezegd hebben van “ah ha ge zoudt dan eens moeten meedoen aan een quiz of zo”, en dat ik — ongetwijfeld slaapdronken en/of onder medicatie en/of te nerveus om tegen te spreken — iets zal gezegd hebben in de zin van “ha ja, dan eens, ja, wie weet, ha ha”.

    En dan plots vandaag in de aanloop van een vergadering (of in de nasleep, the meetings are all a blur tegenwoordig), komt het plots: “ah en azo dus morgenacond is het quiz ge weet dat toch é”. Waarop ik zwak aan probeer te voeren van neen, ik weet van niets, dat staat niet in mijn agenda, en trouwens kijk, mijn agenda staat al volzet met een operavoorstelling niet gelogen kijk maar kijk maar. En hij zegt van “ha neen zo niet pacta sunt servanda het is allemaal in kannen en kruiken”. En ik gedecideerd de telefoon neem en vol vertrouwen mijn madam op speakerfooon zet, om bevestigd te horen dat er inderdaad opera is op vrijdagavond, maar dat zij — de afvallige! — plots beweert dat het maar een generale repetitie is of zoiets, en dat ik daar niet moet bij zijn.

    N2f42rHIk heb nog geprobeerd de telefoon neer te smijten maar het was te laat.

    Trapped!

    Niets aan te doen!

    Ik ga moeten sociaal zijn en alles!

    En wie dacht dat het daarmee al gedaan was, mijn catalogus van miserie: neen! Van het werk wordt er rechtstreeks naar de school van de kinderen van collega Bart getoogd, alwaar zij een toneeltje zullen opvoeren in het kader van een schoolfeest. Serieus. Aansluitend naar een quiz, met ikweetnietwie ergens ikweetnietwaar (maar waarschijnlijk in de buurt van Aalst), tot ikweetniethoelang.

    Ik wist al dat ik geleefd word, maar als ik nu ook nog eens geleefd word door collega’s, met collusie van mijn madam, dan zijn we zeer, zéér ver van huis.

  • Kindjes gezien!

    We hebben vandaag voor de eerste keer de kindjes gezien!

    Het ijs was op een kwartier of zo gebroken, en ja, ‘t was wijs. Er zijn kastelen gebouwd, er is gesmeten met kaarten, er is gevoetbald op de koer, we hebben een rondleiding in hun kamer gekregen, en we zien elkaar volgende week opnieuw. En ondertussen gaan we zeker eens telefoneren ook.

    Ayup, we zien het allemaal helemaal zitten, denk ik.

  • Het was voor mij vandaag ook een beetje stakingsdag: in de vroege namiddag heb ik er op het werk mee gekapt om een namiddag doktersbezoeken te doen.

    Controle bij de dokter van het Departement voor Loodgieterijen (“oei dat ziet er niet zo goed uit” is niet meteen wat een mens graag hoort, denk ik), en daarna een afspraak bij de dokter van de Afdeling Nierdisasters, en dan was er even tijd vóór ik naar de Oogmeester moest.

    Tijd, dat vult een mens best met dingen kopen. En weinig dingen zijn zo wijs om te kopen als eten. Eerst naar de slachter, en daar was het al direct prijs: er lagen in de toonbank varkensstaarten. Dingen die er niet altijd liggen, dat werkt op mij als een magneet op ijzervijlsel.

    Ik heb een paar staarten gekocht, kijkt:

    20160531_152757

    (uitstekend geschikt om slechte anatomische grappen mee uit te halen, trouwens)

    Mijn eerste idee was: ik trek daar gewoon bouillon van. Iets mirepoix-achtig, wat kruiden erbij, daar kan geen mens iets verkeerd meer doen. Eerst gecheckt of ik nog voldoende groensel had (neen), dan naar de groenselwinkel getoogd om ajuin en wortel en prei en selder te kopen, en dan zag de pot er plots zo uit:

    20160531_154644

    Hm. Een beetje veel groen voor dat kleine hoopje staart. Terug naar de slager, en nog een halve kilo boelie bijgekocht.

    (Korte toepasselijke onderbreking: Walter De Buck met een stakerslied uit de negentiende eeuw, hoezee!)


    Afijn. Groenten en kruiden en vlees en water in een grote pot, een avond op het vuur, en daar is dus ondertussen degelijke bouillon uit gekomen.

    Maar! Terwijl het ding op stond, was er tijd om langs te gaan bij dokter Oogmeester. Die heeft mijn oog onderzocht en gescand en alles, en het verdict: ik zie wat minder goed en ik riskeer blind te worden.

    Dat van dat minder goed zien, dat vind ik zelf zeer vervelend: een halve en driekwart dioptrieën méér bijziend zijn, dat is het verschil tussen de letters van een webpagina kunnen lezen tijdens een presentatie of niet, tussen al dan niet ondertitels kunnen zien op televisie. Nieuwe brilglazen voorgeschreven dus. Kosten, verdomme. Nu het geld op is, natuulijk. Maar het goede nieuws daarbij: nog altijd geen leesbril nodig, hoera!

    Dat van dat blind worden: haja, helaas. Glaucoom, schade aan de oogzenuw waardoor er hele stukken gezichtsveld wegvallen tot er uiteindelijk niets meer overblijft, dat wordt meestal vastgesteld op basis van verhoogde druk in de oogbol. Mensen met slechte ogen: ge weet wel, dat ding bij de oogarts waar ze een pufje in uw oog doen. Vandaag kwam daar nog eens een contacttonometrie bij; oogbol verdoven, kleurstof in doen, en dan met een soort lens tegen mijn pupil duwen. En dan hebben ze nog eens een scan gedaan, en ‘t ziet er “gho, we gaan dat toch van dichtbij moeten opvolgen” uit.

    Ik ben erfelijk belast met normale-drukglaucoom, dat is waarbij er schade is aan de oogzenuw zonder verhoogde druk. Ah well. Opvolgingsmeeting later, en dan zien we wel, dan.

    Mijn eten vanavond, trouwens: filet américain (puur) met komijn en koriander en sesamzaad en rode pepertjes, tot köfte-achtige dingen gedraaid en gebakken. Aangeraden!

  • Quiz

    We gingen vanavond eens op etnografisch onderzoek naar de quiz in De Ploeg gaan, wegens zelf quiz te maken en niet iedereen had er zo al eentje gezeien, van Gentquizt.

    En dan kwam ik toe en zaten de mannen van de ploeg (‘de ploeg’ van de quizploeg, niet ‘de ploeg’ van De Ploeg) daar met vier, en dan heb ik alsnog meegespeeld. ‘t Was niet simpel van vragen, gedomme. En ‘t was qua rug en allerlei ook niet gemakkelijk — na de laatste vraag van de laatste ronde ben ik naar huis afgedropen zonder zelfs maar op het resultaat te wachten.

    Maar hey, ‘t was wel wijs om de mannen nog eens te zien, ‘t was al een tijd geleden.