Ik heb dat misschien wel al een paar keer gezegd, maar ik kan daar zó content van worden als ik de kinderen zie kritisch zijn.
Dan zegt er een reclame “X wast nu 150% keer witter!”, en zegt er een kind “witter dan wát?”. Of als er iets als “verkozen tot auto van het jaar 2013” gesteld wordt, dat er dan één van bij ons zegt “verkozen door wié?”. Of “acht op tien vrouwen kiezen voor Y”, en dat er dan meteen vragen kunnen gesteld worden in de zin van “en aan hoeveel vrouwen hebben ze dat gevraagd?” of “en wat was het alternatief?”.
Stel er u altijd vragen bij. Vraag u altijd af: wie zegt dit? wat zeggen ze nu eigenlijk? waarom zeggen ze dat?
Besef ook altijd dat de wereld niet zwart-wit is. Dat het vaak kiezen is tussen pest en cholera, en dat niet alle problemen oplosbaar zijn.
Mensen zouden meer computerspelletjes moeten spelen, denk ik soms. Zoiets simpels en leutig als Starcraft: er zijn mineralen en er is gas, allebei in beperkte hoeveelheid, en het is afwegen wat ermee te doen. Alles inzetten op verdediging is geen goed idee; alles inzetten op aanval is ook geen goed idee. Maar allebei volledig doen, dat gaat niet, en dus moeten er onvermijdelijk keuzes gemaakt worden.
Er zijn niet overal win-win-situaties, of win-win-win-situaties: het is gewoon soms kiezen voor auto’s of voor fietsers, voor economie of milieu, voor meer regulatie of meer flexibiliteit. Er zijn bijzonder vaak geen 100%-oplossingen, het is meestal roeien met de riemen die men heeft, in de omstandigheden die er zijn, en dan er proberen het beste van te maken.
Maar zo werkt het dus niet, in de politiek van vette vissen en borrelnootjes, tegenwoordig.
Het is alles of niets, het is wij versus zij, het is zaaien met “wie gelooft die mensen nog” en “vijf minuten politieke moed” en oogsten met “nil volentibus arduum” en “welke geloofwaardigheid hebben deze mensen nog”.
Alles kan afgebroken worden: kies voor A en krijg het verwijt tegen B te zijn, kies voor B en krijg het verwijt tegen A te zijn, kies voor een middenweg en krijg het verwijt mossel noch vis te zijn. En zelfs als er dan een beslissing genomen wordt of een standpunt vertolkt wordt waar niemand het oneens mee kan zijn: “tja. als hij het meent, natuurlijk”.
En de hypocrisie, de voortdurende hypocrisie. Hysterisch moord en brand krijsen als Koning Albert in een toespraak, in het kader van het overal in Europa en ook hier oprukkende al dan niet als nationalisme vermomd wij-versus-zij-denken, zegt “past op gasten, we weten waar dergelijk denken ons in de jaren 30 gebracht heeft” — het kot is te klein! Maar dan doodleuk de burgemeester van Gent vergelijken met Napoleon (staatsgreep, zichzelf keizer gemaakt, half Europa onderworpen), Pol Pot (25% van zijn land uitgemoord) en Hitler (middelmatig schilder, zag graag honden, pleegde zelfmoord) — en daar geen enkele contradictie in zien of probleem mee hebben.
Of kijk, qua hypocrisie, een testje. Beeld u in dat er een OCMW-raadslid was in Aalter dat van een makelaar enkele duizenden euro’s kreeg, met de uitdrukkelijke bedoeling om CD&V-mensen in de gemeenteraad van Aalter om te kopen om een bouwvergunning te krijgen. En stel dan dat die meneer dat geld gewoon op zak steekt en er een jacuzzi mee laat plaatsen. Beeld u dan eens in dat het uitkomt, en dat die veroordeeld wordt door een rechtbank. En, komaan, waarom niet? dat hij in de volgende verkiezingscyclus desondanks voor de CD&V verkozen raakt.
Wat zou bijvoorbeeld de N-VA daarmee aanvangen, denkt u? Hoe meesmuilend zou zo’n Aalters equivalent van Ben Weyts daarop reageren? Hoe schamper de twitterberichten? Hoe ziedend de krantenwebsitereaguurders?
De graaicultuur bij de tsjeven, de schaamteloosheid, enkel in de zieke PS-staat België is zoiets mogelijk, wacht maar tot 2014!
En, uiteraard, net zoals nog de volgende twintig jaar in elke discussie over Frank Vandenbroucke de dooddoener “verbrand anders nog wat geld jong” mag verwacht worden, en in elke discussie vanaf nu over CD&V een vermelding van ACW en Arco-coöperanten niet mag ontbreken: nooit, nooit vanzeleven zou dat incident van dat OCMW-raadslid mogen vergeten worden.
Verander nu “OCMW-raadslid” in “schepen voor personeelszaken”. Vervang “enkele duizenden euro’s” door “minstens 1,3 miljoen euro”, lees niet “een jacuzzi mee plaatsen” maar “op een Zwitserse rekening zetten en onder meer een vet huis in Berchem mee kopen”. Breid “veroordeeld” uit met “veroordeeld tot 18 maanden wegens witwassen, misbruik van vertrouwen en diefstal”. En vervang “voor de CD&V verkozen” door “overgelopen naar N-VA en nu fractieleider van N-VA in Antwerpen”.
Dan kijk ik daarnaar, en dan lees ik daarnet dat de vrouw van Ben Weyts, die hij blijkbaar zelf aannam op het kabinet van Bourgeois, tegenwoordig in de Raad van Bestuur van de VRT zou zetelen, en wat kan mij dat schelen, als ze competent is, des te beter, maar dat elke tweede reactie op de Usual Krantenwebsites het blijft hebben over het rode bastion VRT, en de postjespakkerij van sossen- en tsjeven-zoontjes-van.
En dan doen mijn hersenen van what the actual fuck?
*
* *
En zelfs dan nog: ik weiger mee te doen aan het fatalisme van “het is toch allemaal naar de kloten” of de dooddoeners van “ze zijn allemaal even slecht, de politiekers”. Ik ben er vast van overtuigd dat er ruwweg evenveel klootzakken binnen de politiek zijn als erbuiten, evenveel bekwame en geëngageerde mensen in een gemiddelde gemeenteraad als in een gemiddeld lerarenkorps of op een gemiddelde fabrieksvloer, dat door de band gezien de meeste mensen ook maar hun best doen.
Mensen zijn niet één ding, niemand is alleen gedefinieerd door zijn afkomst of partij of werk of wat dan ook. De meerderheid heeft niet per definitie gelijk, of per definitie ongelijk. Veel dingen zijn relatief, er zijn absolute waarden, iedereen heeft zijn waarde, zijn waardigheid en zijn waarheid, en bijna alles is grijs. De maatschappij is (een beetje, langzaam) maakbaar, de mens ook (soms, tot op bepaalde hoogte).
Maar toch. Ik maak mij weinig illusies dat er ooit een einde gaat komen aan de afbraakpolitiek van tegenwoordig waar de eerste die de andere kan verwijten “politique politicienne” te spelen het argument gewonnen heeft, en waar “de vraag stellen, is ze beantwoorden” het enige debat is dat nodig is.
Ik kan mij levendig inbeelden dat het nog veel erger gaat worden.
Ik vraag mij gewoon af waar het naartoe gaat. Ik laat het mij graag vertellen, wat het eindspel is van zo’n N-VA en gelijkaardigen. Het begon met “wat we zelf doen, doen we beter”, met “als Vlaanderen maar verlost is van Wallonië, dán…”. Ondertussen krijg ik de indruk dat er duidelijk Vlamingen zijn die “betere” Vlamingen zijn dan andere Vlamingen. Awoert de ambtenaren, de profiteurs, de zwaksten en de armsten, leve de ondernemers, de middenstand, de “vrijwilligers” (op voorwaarde dat ze niet té georganiseerd zijn).
We worden al een tijdje voorgespiegeld dat het in 2014 allemaal anders zal zijn — lees: als de N-VA volledig incontournable is in Vlaanderen.
En dan wat? Vlaanderen in een confederale staat? Waar alles wat fout gaat de schuld is van de confederale staat, die naar het beeld van de splitsing van B-H-V een stap achteruit was in plaats van een stap vooruit, omdat de “traditionele partijen” handpoppen zijn van de vakbonden, de bobo’s van het middenveld en de PS van Di Rupo?
En dan wat? Een onafhankelijk Vlaanderen waar alles wat fout gaat de schuld is van erfenissen uit het verleden, van de “traditionele partijen”, van de vakbonden?
En dan wat?
En dan?